• No results found

Go na fesi

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Go na fesi"

Copied!
137
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Esther van den Hoorn Geke de Bruin

Afstudeeronderzoek Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

Christelijke Hogeschool Ede

Afstudeerbegeleider: Frans van der Veer Opdrachtgevende instelling: Stichting de Stem te Paramaribo/Suriname

Praktijkbegeleiders: Dhr. O. Olmberg en mevr. J. Mac Donald-Wolff

Datum: 1 juli 2011

Go na fesi

Onderzoek naar de kwaliteit van de behandeling aan

drugsverslaafden

(2)

COLOFON

Afstudeeronderzoek Onderzoek naar de kwaliteit van de behandeling aan drugsverslaafden

Datum 1 juli 2011

Naam Esther van den Hoorn

Studentnummer 080871

E-mail pvdhoorn@student.che.nl

Naam Geke de Bruin

Studentnummer 080959

E-mail gmdbruin@student.che.nl

Onderwijs Christelijke Hogeschool Ede

Opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening

Begeleider Frans van der Veer

E-mail fvdveer@CHE.NL

Telefoonnummer 0318- 696300

Instelling Stichting de Stem

Begeleider Mevr. J. Mac Donald-Wolff

Postadres De Boerbuitenweg 76, Paramaribo-Suriname

E-mail jacintha_wolff@hotmail.com

Telefoonnummer (00597) 441649

Internet www.destem.org

(3)

Inhoudsopgave

Samenvatting 6

Voorwoord 8

Hoofdstuk 1 Inleiding en achtergronden 10

1.1 Inleiding 10

1.2 Aanleiding 10

1.3 Probleemstelling 11

1.4 Relevantie 11

1.5 Doelstelling 11

1.6 Onderzoeksvragen 12

1.7 Achtergrond onderzoekers 14

1.8 Stichting de Stem 14

1.9 Opbouw van het verslag 18

Hoofdstuk 2 Onderzoeksopzet 19

2.1 Inleiding 19

2.2 Methode 19

2.3 Context van onderzoek 21

2.4 Verslavingszorg in Suriname 22

Hoofdstuk 3 Drugsverslaving 25

3.1 Inleiding 25

3.2 Wat is drugs 25

3.3 Verslaving 26

3.4 Het ontstaan van een drugsverslaving 28

3.5 De gevolgen van drugsverslaving 31

3.6 Samenvatting 32

(4)

Hoofdstuk 4 Resocialisatie van drugsverslaafden in Suriname 33

4.1 Inleiding 33

4.2De richtlijnen 33

4.3 Wat de literatuur zegt over resocialisatie 36

4.4 De visie van medewerkers en gasten 49

4.5 Conclusie 52

Hoofdstuk 5 Het behandelaanbod van Stichting de Stem 54

5.1 Inleiding 54

5.2 Methodiek 54

5.3 Weekindeling 58

5.4 Afdelingen 60

5.5 Zorgplan en behandelplan 64

5.6 Coördinatie individueel behandelplan 66

5.7 Trainingen 67

5.8 Conclusie 69

Hoofdstuk 6 De sterke en zwakke elementen van de behandeling van Stichting de Stem 71

6.1 Inleiding 71

6.2 Visie van de gasten op het behandelaanbod 71

6.3 Visie van de medewerkers op het behandelaanbod 73

6.4 Visie van de onderzoekers op het behandelaanbod 77

6.5 Conclusie 80

Hoofdstuk 7 Conclusie, aanbevelingen en discussie 81

7.1 Inleiding 81

7.2 Conclusie en aanbevelingen deelvraag één 81

7.3 Conclusie en aanbevelingen deelvraag twee 83

7.4 Conclusie en aanbevelingen deelvraag drie 90

7.5 Aanbevelingen met betrekking tot het beleid op de verslavingszorg in Suriname 92

7.6 Eindconclusie 93

7.7 Discussie 94

(5)

Persbericht 97

Literatuurlijst 99

Bijlagen

1. Het land Suriname 101

2. Enquête 106

3. Interviewvragen 110

4. Aanmeldingsformulier 113

5. Intakeformulier 115

6. Beschrijving theorieën vanuit de begeleidingsvisie van Stichting de Stem 117

7. Dagprogramma van Stichting de Stem 119

8. Zorgplan 121

9. Behandelplan 124

10. Voorbeeld dagrapportage 137

(6)

Samenvatting

Dit onderzoek is in opdracht van Stichting de Stem in Suriname uitgevoerd. Stichting de Stem is een organisatie die een 24-uurs behandeling biedt aan mannen met een drugsverslaving. Aanleiding tot dit onderzoek is de vraag van Stichting de Stem om een kritische blik te werpen op het bestaande behandelaanbod. Stichting de Stem is op weg naar verdere professionalisering en wil de behandeling laten aansluiten bij hetgeen de gasten nodig hebben om te kunnen resocialiseren. De Europese Unie en Suriname hebben een aantal jaar geleden een overeenkomst getekend met als algemeen doel:

het bijdragen aan het verminderen van drugsgebruik en de daaraan gerelateerde problemen.

Voortvloeiend hieruit is het Drugs Master Plan geschreven. Dit plan bevat richtlijnen waaraan alle behandelcentra moet voldoen om zo de kwaliteit van de hulpverlening te verhogen. Stichting de Stem heeft de wens om aan deze richtlijnen te voldoen, middels dit onderzoek hopen de onderzoekers hier een bijdrage aan te leveren.

In het kader van de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening aan de Christelijke Hogeschool te Ede, hebben Esther van den Hoorn en Geke de Bruin een afstudeeronderzoek verricht ten behoeve van Stichting de Stem. De hoofdvraag die in dit onderzoek centraal staat is: In hoeverre biedt Stichting de Stem optimale zorg die de cliënten in staat stellen om na hun verblijf in Stichting de Stem te resocialiseren en wat kunnen wij als maatschappelijk werkers bijdragen aan de professionalisering hiervan? Om deze hoofdvraag te beantwoorden zijn er enquêtes en interviews gehouden onder de gasten en medewerkers van Stichting de Stem. Daarnaast is er gebruik gemaakt van observaties, literatuurstudie en documentenonderzoek. Enquêtes en interviews onder de gasten en medewerkers van Stichting de Stem zijn gehouden om zicht te krijgen op hoe zij het bestaande behandelaanbod ervaren en wat zij denken nodig te hebben om te kunnen resocialiseren. Middels literatuurstudie is onderzocht wat de literatuur zegt over wat van belang is tijdens het resocialisatieproces.

Stichting de Stem is een organisatie waar de gasten centraal staan en waar, ondanks weinig middelen, veel werk wordt verzet. Uit dit onderzoek blijkt dat de behandeling vooral bestaat uit het opdoen van werkervaring. Gasten en medewerkers van Stichting de Stem geven aan dat er behoefte is aan meer trainingen. Het is aan te bevelen de gasten meer trainingen te bieden. Vanuit literatuurstudie en ervaringen van de onderzoekers is het aan te bevelen creatieve therapie en groepssessies te implementeren in het behandelaanbod van Stichting de Stem. Gezien de

(7)

rapportage systeem te introduceren. Uit een aantal enquêtes en interviews is gebleken dat een aantal gasten niet gemotiveerd zijn voor de behandeling. Om deze reden is het aan te bevelen om te werken volgens de Motiverende Gespreksvoering. Een behandelplan draagt bij aan de behandeling, maar het blijkt dat de doelen veelal abstract van aard zijn. Een aanbeveling is om te werken met het Probleem-Doel-Actie model, waardoor de gast bewust aan zijn doelen werkt. Het zorgplan en de evaluatieformulieren zijn ontwikkeld, maar worden nog niet in de praktijk gebruikt. Het is aan te bevelen om hiermee van start te gaan, dit geeft duidelijkheid en overzicht voor de cliënten.

Concluderend kan gezegd worden dat er een aantal verbeteropties zijn die Stichting de Stem kunnen helpen verder te professionaliseren, welke afsluitend aan dit onderzoek beschreven worden.

(8)

Voorwoord

Voor u ligt het eindverslag van het afstudeeronderzoek dat heeft plaatsgevonden bij een behandelcentrum voor drugsverslaafden in Suriname. Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening aan de Christelijke Hogeschool Ede.

De titel van het onderzoek is ‘Go na fesi’. Dit is een Surinaams gezegde dat staat voor: vooruit gaan.

Het staat symbool voor de kracht en de motivatie van Stichting de Stem om verder te professionaliseren. Dit onderzoek kan een bijdrage leveren om vooruit te gaan op de weg naar verdere professionalisering.

De opdrachtgever van dit onderzoek is Stichting de Stem, een organisatie in Suriname die behandeling en begeleiding biedt aan drugsverslaafden. In samenwerking met Stichting de Stem is er gestreefd naar een win-win situatie. Dit betreft de wens dat het onderzoek een bijdrage zal leveren aan de professionalisering van Stichting de Stem en tevens dat het de onderzoekers de mogelijkheid geeft zich verder te ontwikkelen in hun beroepsontwikkeling.

In dit onderzoek staat de vraag ‘In hoeverre biedt Stichting de Stem optimale zorg die de cliënten in staat stellen om na hun verblijf in Stichting de Stem te resocialiseren en wat kunnen wij als maatschappelijk werkers bijdragen aan de professionalisering hiervan?’ centraal. Het onderzoeksverslag is opgedeeld in verschillende hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk wordt de inleiding en de achtergronden van het onderzoek weergegeven. In het tweede hoofdstuk wordt ingegaan op de onderzoeksopzet van het onderzoek. Daarna wordt in het derde hoofdstuk informatie verschaft over drugsverslaving. Het vierde hoofdstuk gaat in op de eerste deelvraag en betreft de resocialisatie van drugsverslaafden in Suriname. In het vijfde hoofdstuk wordt de tweede deelvraag beschreven waarin het huidige behandelaanbod van Stichting de Stem centraal staat. De derde deelvraag wordt behandeld in het zesde hoofdstuk, waarin de sterke en zwakke elementen van Stichting de Stem beschreven worden. In het laatste hoofdstuk worden de conclusies en de daaruit voortvloeiende aanbevelingen weergegeven.

Om het onderzoek uit te kunnen voeren hebben wij veel steun en hulp ontvangen. Allereerst gaat onze dank uit naar alle medewerkers en gasten van Stichting de Stem. Zonder hen was het onmogelijk geweest om onderzoeksresultaten te verkrijgen. De gastvrijheid en behulpzaamheid hebben we zeer op prijs gesteld. Onze speciale dank gaat uit naar de heer O. Olmberg en mevrouw J.

(9)

Mac Donald-Wolff, welke ons hebben begeleid tijdens het onderzoeksproces. De aansturing en aanvullingen zijn van groot belang geweest.

Ook willen we onze afstudeerbegeleider van de Christelijke Hogeschool Ede, de heer F. van der Veer, dank zeggen voor alle steun en hulp de afgelopen periode. Tijdens ons verblijf in Suriname heeft hij ons telefonisch regelmatig te woord gestaan en in terug in Nederland heeft hij ons opnieuw geholpen door tips en feedback te geven met betrekking tot de verslaglegging van het onderzoek.

Mede dankzij zijn inbreng en humor is de motivatie sterk aanwezig gebleven.

Marike de Haan, werkzaam bij verslavingskliniek ‘De Wending’ van het Leger des Heils, willen wij bedanken voor de mogelijkheid die wij kregen om een bezoek te brengen aan de instelling. De bereidwilligheid en gastvrijheid heeft ons verrast. Ook tijdens de uitvoering van het onderzoek heeft zij ons bijgestaan. Regelmatig konden wij bij haar terecht voor specifieke vragen en tips.

Tevens willen wij ook Caroline de Bruin-Veelers bedanken voor haar kritische blik op het onderzoeksverslag en haar correcte feedback hierop. Dit hebben we zeer op prijs gesteld.

Als laatste willen wij graag iedereen die ons ook maar op enige wijze heeft bijgestaan in het uitvoeren van dit onderzoek, heel hartelijk bedanken. In het bijzonder denken wij hierbij aan onze familie en vrienden. Mede dankzij hun steun en geduld was het mogelijk dit onderzoek uit te voeren.

Wij wensen de medewerkers van Stichting de Stem Gods zegen toe bij het werken met mannen die door hun verslavingsproblemen zijn vastgelopen in het leven. Ook de gasten van Stichting de Stem willen wij Gods zegen en kracht toewensen om veranderingen in het leven toe te kunnen laten.

We hopen dat u met veel plezier dit onderzoeksverslag zal lezen!

Esther van den Hoorn & Geke de Bruin 1 juli 2011

(10)

Hoofdstuk 1 Inleiding en achtergronden

1.1 Inleiding

Het doel van dit hoofdstuk is om u als lezer een indruk te geven van de inleiding en achtergronden van het onderzoek, waarbij allereerst ingegaan wordt op de aanleiding, probleemstelling, relevantie, doelstelling en de onderzoeksvragen van dit onderzoek. Vervolgens wordt de achtergrond van de onderzoekers weergegeven, waarna een beeld geschetst wordt van de opdrachtgevende organisatie Stichting de Stem. Tenslotte zal de verdere opbouw van het onderzoek weergegeven worden.

1.2 Aanleiding

De Europese Unie en Suriname hebben een aantal jaar geleden een overeenkomst getekend met als algemeen doel: het bijdragen aan het verminderen van drugsgebruik en de daaraan gerelateerde problemen. Als specifiek doel is genoemd dat voor alle behandelcentra uniforme richtlijnen zouden worden vastgesteld om de kwaliteit van de hulpverlening te verhogen.

Stichting de Stem heeft de wil om professioneler te worden, maar de weg hier naar toe is niet altijd gemakkelijk. Op dit moment verkrijgt Stichting de Stem een zeer geringe subsidie, die niet alle kosten kan dekken. Wanneer Stichting de Stem zal voldoen aan de richtlijnen van de Europese Unie en daardoor professioneler zal zijn, zal de kans op meer subsidie verhoogd worden.

Door Stichting de Stem is aan de onderzoekers gevraagd een kritische blik te werpen op het bestaande behandelaanbod. Stichting de Stem is op weg naar verdere professionalisering en wil de behandeling laten aansluiten bij hetgeen de gasten nodig hebben om te resocialiseren. Op deze manier verwachten zij ook beter te voldoen aan de richtlijnen. Gevraagd is het bestaande behandelaanbod onder de loep te nemen en vanuit de literatuur, opgedane kennis en ervaringen vanuit Nederland aanbevelingen te doen. Er is voor gekozen te richten op de behandeling die op de basisafdeling geboden wordt. De basisafdeling en resocialisatieafdeling zijn twee verschillende afdelingen en gezien de tijd wordt beperkt tot de basisafdeling.

(11)

1.3 Probleemstelling

De behandeling die Stichting de Stem op dit moment biedt vraagt om verdere professionalisering met betrekking tot de resocialisatie van de gasten.

Door middel van dit onderzoek wordt verwacht antwoord te krijgen op hetgeen drugsverslaafden in Suriname nodig hebben om te kunnen resocialiseren. Daarnaast zal beschreven worden hoe het huidige behandelaanbod op de basisafdeling van Stichting de Stem er uit ziet. Door interviews te houden en enquêtes af te nemen wordt weergegeven wat de visies van zowel de gasten als de medewerkers zijn op het huidige behandelaanbod. Door middel van vrije observatie wordt gekeken hoe de praktijksituatie is, wat vervolgens met behulp van literatuur wordt geanalyseerd. Dit onderzoek richt zich voornamelijk op de methodiek, de werkwijze en de behandeling. Dat betekent dat er niet ingegaan zal worden op beleidszaken, financiën en administratieve werkzaamheden. De verwachting is Stichting de Stem te kunnen laten zien op welke wijze het behandelaanbod kan voldoen met betrekking tot de resocialisatie van drugsverslaafden in Suriname.

1.4 Relevantie

Stichting de Stem krijgt door middel van dit onderzoek inzicht in het eigen functioneren wat betreft de behandeling aan cliënten en kan het een bijdrage zijn tot verdere professionalisering. Het doen van dit onderzoek kan de professionaliteit van Stichting de Stem vergroten. De aanbevelingen kunnen leiden tot verdere professionalisering, wat tevens de mogelijkheid biedt om aan de richtlijnen van de Europese Unie en Suriname te voldoen.

1.5 Doelstelling

Kwaliteitsverbetering en professionalisering van het behandelaanbod op de basisafdeling van Stichting de Stem.

De aanbevelingen dienen om de kwaliteit van de behandeling van Stichting de Stem te doen vergroten. Zoals de directeur van Stichting de Stem het zelf omschrijft: “Stichting de Stem zal hierdoor naar een hoger niveau gebracht worden”.

(12)

1.6 Onderzoeksvragen

1.6.1 Hoofdvraag

In hoeverre biedt Stichting de Stem optimale zorg die de gasten in staat stellen om na hun verblijf in Stichting de Stem te resocialiseren en wat kunnen wij als maatschappelijk werkers bijdragen aan de professionalisering hiervan?

1.6.2 Deelvragen

1. Wat hebben drugsverslaafden in Suriname nodig om te kunnen resocialiseren?

- Wat zijn de kernpunten uit de richtlijnen die opgesteld zijn door de Europese Unie en Suriname?

- Wat zijn de kernpunten die de literatuur geeft over wat nodig is voor de resocialisatie van drugsverslaafden?

- Wat is de visie van de medewerkers en gasten op hetgeen nodig is voor de resocialisatie van drugsverslaafden?

2. Hoe ziet het bestaande behandelaanbod op de basisafdeling van Stichting de Stem er uit en hoe wordt dit vertaald naar de praktijksituatie?

- Welke methodiek wordt toegepast door de begeleiding?

- Hoe ziet de weekindeling van de gasten er uit?

- Wat houden de verschillende afdelingen in en op welke wijze sluiten de afdelingen aan op elkaar?

- Hoe wordt het zorgplan en behandelplan vertaald naar de praktijksituatie?

- Op welke wijze wordt het behandelprogramma van de individuele gast bijgehouden en op welke wijze vindt er eventuele bijsturing plaats?

- Hoe wordt er vormgegeven aan de trainingen?

(13)

3. Wat zijn de sterke en zwakke elementen van de behandeling op de basisafdeling die Stichting de Stem biedt aan drugsverslaafden?

- Wat is de visie van de gasten op het behandelaanbod?

- Wat is de visie van de medewerkers op het behandelaanbod?

- Wat is de visie van de onderzoekers op het behandelaanbod?

1.6.3. Toelichting onderzoeksvragen

De hoofdvraag komt voort uit de doelstelling van dit onderzoek. Om de hoofdvraag te kunnen beantwoorden is deze opgesplitst in drie deelvragen. Allereerst is het van belang dat er kennis is van wat drugsverslaafden in Suriname nodig hebben om te resocialiseren. Het huidige behandelaanbod van Stichting de Stem kan hieraan getoetst worden. Suriname is de laatste jaren bezig zich te ontwikkelen op het gebied van de verslavingszorg. Om zicht te krijgen op het beleid van Suriname met betrekking tot de verslavingszorg wordt ingegaan op de richtlijnen die zijn opgesteld voor de behandelcentra, welke te vinden zijn in documenten die zijn uitgegeven. Daarnaast zegt de literatuur het één en ander over wat nodig is voor resocialisatie van drugsverslaafden, waar het huidige behandelaanbod van Stichting de Stem aan kan worden getoetst. Om een volledig beeld te verkrijgen is het noodzakelijk dat de medewerkers en gasten van Stichting de Stem hun visie op resocialisatie weergeven. Zij hebben kennis en ervaring met betrekking tot de resocialisatie van drugsverslaafden in Suriname. Doormiddel van interviews en enquêtes kan hier informatie over worden ingezameld.

Om in te kunnen gaan op de vraag op welke manier Stichting de Stem optimale zorg biedt, is het van belang om eerst zicht te krijgen op het functioneren van het huidige behandelaanbod. Deze wordt kritisch bekeken doormiddel van observaties en waarnemingen. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van interviews om een volledig beeld te verkrijgen van het huidige behandelaanbod en het functioneren hiervan. Er is gekeken naar de verschillende onderdelen die het behandelaanbod bevat, naar aanleiding van de vraag van Stichting de Stem aan de onderzoekers. Om breder te kunnen beschrijven in hoeverre Stichting de Stem optimale zorg biedt, is ervoor gekozen om de sterke en zwakke elementen weer te geven. Dit is gedaan door interviews en enquêtes af te nemen onder de gasten om zicht te krijgen op hun visie met betrekking tot het functioneren van de behandeling bij Stichting de Stem. De visie van gasten is hierin belangrijk, vanwege de ervaring die zij opdoen met behandeling en begeleiding ten aanzien van het drugsprobleem. Daarnaast wordt er ingegaan op de

(14)

visie van de medewerkers, vanwege het feit dat zij doormiddel van ervaring kunnen aangeven wat als helpend en niet helpend wordt ervaren. Ten slotte zullen de onderzoekers ingaan op de sterke en zwakke elementen die gesignaleerd zijn doormiddel van een helikopterview. Dit om het beeld van de sterke en zwakke elementen van Stichting de Stem volledig te maken door benadering vanuit verschillende invalshoeken.

1.7 Achtergrond onderzoekers

Dit onderzoek is uitgevoerd door twee studenten van de opleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. De drie taakgebieden van de maatschappelijk werker zijn:

1. Directe en indirecte hulp- en dienstverlening 2. Werken in en vanuit een arbeidsomgeving

3. Werken aan professionaliteit en professionalisering (NVMW, 2006, p.38)

Het uitvoeren van dit onderzoek draagt bij aan de professionalisering als maatschappelijk werker en sluit aan bij de drie taakgebieden van een maatschappelijk werker. De onderzoeksresultaten en de daaruit voortvloeiende aanbevelingen dienen bij te dragen aan de professionalisering van Stichting de Stem. Van maatschappelijk werkers kan verwacht worden dat zij vanuit een helikopterview een organisatie bezien en bijdragen aan kwaliteitsverbetering. De specifieke doelgroep die centraal staat in dit onderzoek past binnen het werkveld van de maatschappelijk werker.

1.8 Stichting de Stem

Stichting de Stem is opgericht op 1 april 1997 en biedt 24-uursopvang voor de periode van anderhalf jaar aan mensen die kampen met een (drugs)verslaving. Stichting de Stem is gevestigd in Paramaribo, Suriname.

Stichting de Stem is de sociale tak van het overkoepelend orgaan Kinderen van het Licht. Naast een sociale tak is er de commerciële tak en de geestelijke tak. De commerciële tak bestaat uit naamloze vennootschap

(

N.V.) Jepi Deng, die projecten uitvoert om de gasten van Stichting de Stem werk te bezorgen en om inkomsten binnen te halen. De geestelijke tak staat voor de verschillende kerkelijke

(15)

gemeenten die zijn opgericht. Voor een duidelijk overzicht verwijzen wij u naar bijlage 1, waarin het organogram van de organisatie is opgenomen.

1.8.1 Ontstaansgeschiedenis

Stichting de Stem is ontstaan vanuit een droom die God de heer C. Lansdorf, de oprichter en algemeen directeur van Kinderen van het Licht Ministries, gegeven had. Een jaar na de droom werd hij in de praktijk geconfronteerd met exact dezelfde situatie. Hij droomde namelijk dat hij vele verslaafden in een grote loods zag liggen, welke drugs gebruiken. Toen de heer C. Lansdorf in zijn politie uniform deze verslaafden passeerde, spraken zij hem aan. Een heel jaar lang heeft men gezocht naar een verklaring voor deze droom, maar zonder resultaat.

Vanwege zijn werk werd hij gestationeerd op de Centrale markt, een gebouw waarin elke dag een grote markt is. Op de post bracht men verslaafden die problemen veroorzaakten. Op zijn verzoek te weten te komen waar de verslaafden vandaan kwamen, werd hij in de vroege ochtenduren naar een oude loods gebracht, waar hij geconfronteerd werd met exact dezelfde situatie die hij een jaar terug in zijn droom gezien had. Hij begreep wat God van hem verwachtte en moest alleen maar weten hoe hij het zou uitvoeren. Ook daarop antwoordde God. Met een speling van steeds twee weken meldden drie verslaafden zich bij hem thuis aan om hulp, terwijl er nog geen centrum was. Ze werden opgevangen in de kerkruimte, waarna het centrum zich ontwikkelde.

1.8.2 Missie

Hieronder wordt de missie vanuit Stichting de Stem weergegeven, welke is opgenomen in de handleiding van Stichting de Stem:

“Wij zijn een Christelijk opvangcentrum voor verslaafden en beijveren ons om personen die door hun verslaving een levensbeheersend probleem hebben op te vangen en te begeleiden, ten einde bij hen het gevoel van welbevinden te bewerkstelligen en hen instaat te stellen optimaal te kunnen functioneren in de maatschappij” (Handleiding voor het personeel van Stichting de Stem, 2010).

1.8.3 Visie

De visie is gebaseerd op de volgende Christelijke principes:

(16)

1. dat ieder mens waardevol is in de ogen van God;

2. dat er vergeving is van zonden en

3. dat er redding is voor verslaafden door Jezus Christus.

De visie uit zich in de volgende punten:

1. Wij nemen op zeer professionele wijze de begeleiding ter hand en laten ruimte voor de Geest Gods om ons daarin te leiden;

2. Wij behandelen iedere gast in het opvangcentrum met respect en helpen hen de liefde van God te ervaren;

3. Wij dringen onze gasten het evangelie niet op, maar laten hen de ruimte indien zij dat willen zelf de keus te maken;

4. Wij richten ons in de begeleiding op het ontwikkelen dan wel het terugbrengen van het arbeidsritme van de gast zodat hij na zijn therapie instaat is een dagtaak uit te voeren;

5. Wij bieden de gasten de gelegenheid naar eigen keuze een beroepsrichting te kiezen en ondersteunen hen door middel van het aanbieden van interne en externe trainingen waardoor zij na hun therapie zelfvoorzienend kunnen zijn;

6. Wij stellen in samenwerking met de gast het behandelplan samen, teneinde de betrokkenheid en de motivatie tot verandering intrinsiek te doen zijn;

7. Wij richten ons in de begeleiding van de gasten ook op hun omgeving die mee moet groeien als terugval preventie middel (Handleiding voor het personeel van Stichting de Stem, 2010).

1.8.4 Doelstelling

Het opvangen en begeleiden van verslaafden in een proces van afkicken en resocialisatie.

1.8.5 Doelgroep

Er worden voornamelijk mensen uit Suriname opgevangen, hoewel het een enkele keer voorkomt dat er een gast opgenomen wordt uit het buitenland. Stichting de Stem is op dit moment beperkt tot alleen een opvang voor volwassen mannen. De grootte van de groep schommelt tussen de 20 en 25 mannen die verslaafd zijn aan drugs of andere middelen.

(17)

1.8.6 Afdelingen

De behandeling die Stichting de Stem biedt heeft twee delen, genaamd de Basis en de Resocialisatie.

Op de basis verblijven gasten gemiddeld zes maanden, waarna ze doorstromen naar de resocialisatie.

Op de basis doen de gasten mee met de werkervaring, wat gedaan wordt op het terrein. Na een aantal maanden is er ook een mogelijkheid dat de gasten extern gaan werken bij bedrijven waar Stichting de Stem een samenwerkingsverband mee heeft. Na ongeveer zes maanden wordt bepaald of een gast in staat is om door te stromen naar de resocialisatie. De behandeling op deze afdeling duurt ongeveer een jaar. Van de gasten wordt verwacht dat ze dan vast werk hebben en dat ze zich steeds meer zelfstandig kunnen redden.

1.8.7 Personeel

Stichting de Stem heeft een algemeen directeur, een directeur, een beleidsmedewerker, een hoofd financiële zaken, een manager van de basis-afdeling, een psycholoog, een arts in opleiding, een hoofd van de afdeling werkervaring, een intaker op de afdeling basis, twee counselors en twee begeleiders.

Eén van de begeleiders woont in Stichting de Stem en hij zorgt ervoor dat de gasten ’s ochtends opstaan en dat er ’s nachts rust ervaren wordt. De andere personeelsleden werken gemiddeld van 08:00 uur tot 16:00 uur of later.

1.8.8 Inkomsten

Van iedere gast wordt een bijdrage van SRD 350 per maand gevraagd. Verder worden er werkzaamheden voor derden verricht tegen contante betaling. Ongeveer zeventien procent van de gasten heeft niemand die de kosten dekt. Er worden donaties geschonken van brood, groenten en vlees. De commerciële tak van Kinderen van het Licht Ministries, N.V. Jepi Deng, heeft een aantal projecten, waaronder het bereiden van voedsel voor cellenhuizen, wat tevens een bron van inkomsten is.

(18)

1.9 Opbouw van het verslag

In het vervolg van dit verslag wordt eerst de onderzoeksopzet uiteengezet waarin het onderzoekstype en onderzoeksontwerp beschreven wordt. Daarna wordt in hoofdstuk drie het onderwerp drugsverslaving behandeld. In hoofdstuk vier wordt er antwoord gegeven op deelvraag één, in hoofdstuk vijf op deelvraag twee en in hoofdstuk zes op deelvraag drie. In hoofdstuk zeven worden de conclusies en de aanbevelingen weergeven.

(19)

Hoofdstuk 2 Onderzoeksopzet

2.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het onderzoek is opgezet, uitgevoerd en voor welke methode is gekozen. Daarnaast wordt er ingegaan op de context waarin het onderzoek heeft plaatsgevonden en wordt er kort ingegaan op de verslavingszorg in Suriname.

2.2 Methode

2.2.1 Onderzoeksmethode

De onderzoeksmethode is toegepast volgends beschrijvend onderzoek, welke gedefinieerd wordt als;

"Bij een beschrijvend onderzoek gaat het om het benoemen en inventariseren van karakteristieken van de onderzoekseenheden in termen van kwaliteit, en niet om kwantiteit. Vanuit het gezichtspunt van de betrokkenen worden gevoelens, belevingen, ervaringen, betekenisverleningen in kaart gebracht. Dat kan gaan over mensen of situaties, maar ook over producten (imago-onderzoek).

Daarbij kan gebruik gemaakt worden van een bestaande theorie als een zoeklicht om (vanuit de vraagstelling) licht te werpen op relevante aspecten van het onderzoeksonderwerp die anders wellicht onopgemerkt zouden blijven." (Baarda, De Goede & Teunissen, 2009, p 93).

In dit onderzoek staat de vraag centraal of Stichting de Stem optimale zorg biedt die cliënten in staat stelt om te resocialiseren. Dit wordt gedaan door eerst in te gaan op wat drugsverslaafden in Suriname nodig hebben om te resocialiseren. Daarna wordt het bestaande behandelaanbod op de basisafdeling van Stichting de Stem beschreven en wordt er weergegeven hoe dit wordt vertaald naar de praktijksituatie. Als laatst worden de sterke en zwakke elementen van de behandeling op de basisafdeling van Stichting de Stem in kaart gebracht. Naar aanleiding van de resultaten van dit onderzoek worden er aanbevelingen gedaan welke de kwaliteit van het behandelaanbod van Stichting de Stem kunnen vergroten.

(20)

2.2.2 Dataverzamelingsmethoden

In dit onderzoek is gebruik gemaakt van verschillende databronnen. Om zicht te krijgen op de visie van de medewerkers en gasten van Stichting de Stem is er gebruik gemaakt van semi- gestructureerde interviews. Semi- gestructureerde interviews houdt in dat de onderwerpen, de belangrijkste vragen en in principe ook de volgorde vast liggen. De ‘doorvragen’ liggen niet vast, hoewel hiervoor wel gekozen kan worden. Het is toegestaan om van de vraagvolgorde en de vraagformulering af te wijken als dat beter uitkomt (Baarda et al., 2009). Hiervoor is gekozen omdat er vaststaande onderwerpen van belang zijn voor het onderzoek, maar dat er daarnaast ook ruimte is voor verhelderende en verdiepende vragen.

Om zicht te krijgen op de visie van de gasten is er een enquête afgenomen. De mogelijkheid was aanwezig om de enquête anoniem in te vullen, wat de validiteit ten goede komt. De vragen zijn vooraf gestructureerd en betreffen zowel open vragen als gesloten vragen. Een interview vraagt veel concentratie, waardoor er voor een enquête is gekozen onder alle gasten. Drugsverslaafden hebben veelal moeite met langdurige concentratie en hersenen kunnen door drugsgebruik zijn aangetast.

Doordat de vragen vooraf gestructureerd zijn ontstaat er een beeld van de visie van de gasten.

Voor het beantwoorden van de eerste deelvraag, waar de vraag centraal staat wat drugsverslaafden in Suriname nodig hebben om te resocialiseren, is er een literatuurstudie gedaan. Om een zo betrouwbaar en volledig mogelijk antwoord te geven op deze deelvraag is er gebruik gemaakt van verschillende bronnen. Bij de beschrijving van deelvraag twee, waar het behandelaanbod van Stichting de Stem centraal staat, worden ook gegevens weergegeven vanuit de literatuur om zo een volledig mogelijk beeld te schetsen. Daarnaast is er gebruik gemaakt van documentonderzoek. Deze documenten betreffen onder andere beleidstukken, protocollen en formats die richting geven aan de behandeling en zicht geven op het huidige behandelaanbod.

Ter voorbereiding op dit onderzoek is er een bezoek gebracht aan verslavingsinstelling De Wending van het Leger des Heils te Apeldoorn, om een beeld te kunnen vormen van de verslavingszorg in Nederland. Doormiddel van open en vrije observatie is er gekeken hoe het behandelaanbod van Stichting de Stem in de praktijk vorm gegeven wordt.

De context van het onderzoek heeft invloed gehad op de keuze van de dataverzamelingsmethoden.

Deze worden in de volgende paragraaf beschreven, waarop wordt ingegaan op de context waarin het onderzoek heeft plaatsgevonden.

(21)

2.3 Context van onderzoek

Voor dit onderzoek is afgereisd naar Suriname. De cultuurverschillen tussen deze landen zijn groot en daardoor ook van invloed tijdens de uitvoering van het onderzoek. De blik is gekleurd vanwege de kennis en ervaring van de verslavingszorg in Nederland, maar ook de persoonsontwikkeling die in Nederland gevormd is. Er dient dus rekening gehouden te worden met het beleid in Suriname op het gebied van de verslavingszorg en met de omgangsvormen die toegepast worden.

In Suriname is men erg relatiegericht, er wordt veel aandacht besteedt aan contacten met de medemens. In de aanpak van het onderzoek en de omgang met medewerkers en gasten van Stichting de Stem is hier rekening mee gehouden. De relatie met de ander staat voorop en men zal hier voldoende aandacht aan besteden. Het gevolg hiervan is dat gemaakte uitspraken uitgesteld worden en het onderzoeksproces kan beïnvloeden. Een voorbeeld hiervan is de bewuste keuze voor een enquête onder de gasten. Op deze manier wordt voorkomen dat gasten een sociaal wenselijk antwoord geven of verzanden in het verschaffen van onnodige informatie (Baarda et al., 2009). Het afnemen van een enquête is daarom een betrouwbare dataverzamelingsmethode. Om rekening te houden met de relatiegerichte cultuur is ervoor gekozen om de gasten vooraf duidelijk te informeren over het doel en de inhoud van de enquête en aanwezig te zijn voor eventuele vragen of onduidelijkheden. In Suriname heeft men meer moeite met het kwetsbaar opstellen.

Tijdens de uitvoering van het onderzoek zal er rekening mee gehouden moeten worden dat opbouwende feedback niet rechtstreeks geleverd wordt. Hierdoor kan men zich aangevallen voelen, wat de relatie onderling niet bevorderd en dit negatieve effecten zal leveren voor het onderzoek. De gezagscultuur in Suriname is anders dan dat men gewend is in Nederland. Er is sprake van een duidelijke hiërarchie, waarbij de beslissingen die genomen moeten worden door de top van de hiërarchie gedaan worden. Anderen kunnen ideeën naar voren brengen, maar hebben niet direct invloed.

Dit onderzoek is uitgevoerd door twee jonge westerse vrouwen, wat voor een barrière zou kunnen zorgen. In Suriname heeft men hoge verwachtingen van Nederlandse studenten. Enerzijds geloven zij dat zij hen kunnen helpen professionaliseren, anderzijds hebben zij moeite met het doorvoeren van veranderingen. Als jonge en blanke vrouwen moet men rekening houden met de interesse van mannelijke inwoners van Suriname. Dit kan van invloed zijn op de uitvoering van het onderzoek, omdat het gasten kan belemmeren een volwaardige deelname te leveren aan het onderzoek.

(22)

Hiervoor is het van belang om grenzen aan te geven en het belang van het onderzoek centraal te laten staan.

In Suriname kent men veel verschillende religies. Dit kan van invloed zijn op het beleid van een instelling. In Nederland is men gewend om religie en methodisch werken meer gescheiden te zien, terwijl dit in Suriname veelal meer overlap heeft. Religie kan worden gezien als een methode, waardoor het van belang is dat men kennis heeft over de religie en zich kan verplaatsen in de visie.

2.4 Verslavingszorg in Suriname

2.4.1. Drugsgebruik in Suriname

Drugsgebruik in Suriname is een probleem op zich waarvan de gevolgen veelal door de gebruikers en de naasten als heel lastig ervaren worden. In Suriname is het aantal verslaafden de laatste jaren fors gestegen. Steeds meer drugs die voor export bestemd zijn, kunnen door de strengere grenscontroles in binnen- en buitenland moeilijk het land uit en worden vanwege de overschotten extreem goedkoop aangeboden aan lokale consumenten (NAR, 2007, p. 5). In de binnenlanden van Suriname wordt drugs regelmatig als medicijn gebruikt, waardoor mensen al jong in aanraking komen met drugs. Men is zich niet bewust van de effecten die dit heeft op de gezondheid en verdere ontwikkeling. Als het percentage gebruikers stijgt, kan de vraag gesteld worden: “wat zijn de gevolgen voor het land, de arbeidsmarkt, de ontwikkeling, de veiligheid en de sociale stabiliteit?”.

Verslaving is een maatschappelijk fenomeen met vele consequenties op het gebied van overheid, veiligheid, gezondheidszorg en hulpverleningsinstellingen (NAR, 2007, pag. 7).

Volgens de directeur van Stichting de Stem, de heer O. Olmberg, kunnen aanleidingen en/of oorzaken voor drugsgebruik zijn:

- het ligt aan de opvoeding en/of milieu waarin de persoon opgroeit

- er hebben bepaalde gebeurtenissen plaatsgevonden in het leven van een gebruiker - het middel wordt gratis aangeboden

De heer H. Reeberg, medewerker van Tabernacle of Faith and Love ziet de volgende mogelijke aanleidingen:

- afwijzing

(23)

- peer pressure (groepsdruk)

- gebrek aan kennis over drugs en juiste waarden en normen - gebrek aan geloof

De onder- directeur van de Detoxificatiekliniek, mevrouw S. Rootharam geeft aan dat mogelijke aanleidingen kunnen zijn:

- psychiatrische ziekten

- gedrags- en persoonlijkheidsstoornissen.

De voormalige directeur van Stichting De Stem, de heer. C. Lansdorf, geeft in het dagblad De Ware Tijd van 25 april 2009 aan dat drie soorten verslaafden te onderscheiden zijn, namelijk:

- primaire verslaafden: deze groep verslaafden is meestal al op jonge leeftijd in het drugsmilieu terechtgekomen. Zij hebben weinig sociale vaardigheden opgebouwd, doordat ze drugs dat proces verstoord heeft.

- secundaire verslaafden: deze groep heeft de school wel afgemaakt, is getrouwd en heeft een gezin. Deze groep is vaak door omstandigheden in het drugsmilieu terechtgekomen.

- criminele verslaafden: deze groep kent geen andere manier om te overleven dan drugs te verkopen en te gebruiken.

In 2004 is de Nationale Anti Drugsraad (NAR) opgezet. Dit is de eerste ontwikkeling op het gebied van drugsproblematiek in Suriname. Inmiddels is zij een coördinerend orgaan geworden en heeft zij overzicht over de verschillende drugsgerelateerde instellingen. Er is een plan gemaakt om het drugsprobleem in Suriname aan te pakken, welke het Nationaal Drugs Master Plan (NDMP) heet.

Hierin zijn richtlijnen opgenomen waar ieder behandelcentrum in Suriname moet voldoen. In hoofdstuk vier wordt er, bij de beantwoording van deelvraag één, dieper ingegaan op deze richtlijnen. De behandelcentra worden geëvalueerd op deze richtlijnen. Op deze manier hoopt Suriname de drugsproblematiek terug te dringen en doormiddel van de opgestelde richtlijnen de kwaliteit van de verslavingszorg te verbeteren. De onderzoeksresultaten van dit onderzoek zullen bijdragen aan de kwaliteit van Stichting de Stem en daarbij dus ook aan de kwaliteit van de verslavingszorg in Suriname.

(24)

2.4.2 Sociale kaart

In de centra worden mensen opgenomen, die geen andere uitweg meer hebben. De verslaving is hun leven gaan beheersen en daarom zijn relaties met familie, collega’s, buren en kennissen niet meer op een normale manier mogelijk. Vaak is de verslaafde in zijn omgeving niet meer te handhaven. Hij komt in een circuit terecht van soortgenoten, waarin criminele activiteiten geen uitzondering zijn.

De volgende centra voor drugsverslaafden bevinden zich in Suriname:

 Stichting de Stem

 Stichting Geloof en Liefde

 Psychiatrisch Centrum Suriname (PCS), afdeling detoxificatie

 Stichting Victory Outreach

De volgende bureau’s houden zich bezig met drugsproblematiek:

 Bureau Alchohol en Drugs (BAD)

 Uitvoerend Bureau NAR (UBN) (UBN,2007)

In de afgelopen jaren zijn een aantal behandelcentra gestopt met het verlenen van hulp aan drugsverslaafden. Dit vanwege het feit dat er onvoldoende financiële middelen aanwezig waren en er onvoldoende aanmeldingen waren, aldus de directeur van Stichting de Stem.

(25)

Hoofdstuk 3 Drugsverslaving

3.1 Inleiding

In dit derde hoofdstuk wordt er eerst ingegaan op de feiten van een drugsverslaving om u, als lezer, een beeld te schetsen van wat drugs is en wanneer er gesproken wordt over een drugsverslaving.

Tevens wordt er ingegaan op het ontstaan van een drugsverslaving en de gevolgen van een drugsverslaving.

3.2 Wat is drugs

Drugs is een verzamelnaam voor genot- en of geneesmiddelen die in beperkte of in meerdere mate een verdovende en/of opwekkende werking hebben. Deze middelen kunnen leiden tot een verslaving. Het zijn middelen die de hersenen op een bepaalde manier prikkelen. Die hersenprikkels veroorzaken verschillende geestelijke en lichamelijke effecten. De middelen kunnen lust opwekken en onlust verdrijven en mensen zo voor korte tijd een aangenaam gevoel geven. De effecten kunnen stimulerend zijn, verdovend of bewustzijnsveranderend.

Amfetaminen, nicotine en cocaïne zijn stimulerende middelen. Hierbij krijgt men een verhoogd bewustzijn, waardoor men meer open staat voor indrukken van buiten af en/of eigen ervaringen.

Men heeft het gevoel meer energie te hebben en alerter te zijn.

Middelen zoals alcohol en heroïne leiden tot een min of meer verlaagd bewustzijn en hebben een verdovend effect. Hierbij krijg je het effect van een slaperige roes. Het werkt kalmerend en ontspannend. Voor de gebruiker lijkt het leven minder zwaar.

Door middelen zoals LSD en cannabis (marihuana en hasj) wordt de intensiteit en diversiteit van de waargenomen prikkels toegenomen. Het effect is verandering van stemming en waarneming. De gebruiker ziet de wereld (heel) anders.

Na het gebruik van deze middelen kunnen er psychologische en/of lichamelijke effecten optreden, als dit het geval is, dan is men ‘onder invloed’. Bij ernstige vormen hiervan spreekt met van intoxicatie of vergiftiging en is behandeling (detoxificatie of ontgifting) vereist. (Vandereyken & Van Deth, 2004)

(26)

3.3 Verslaving

3.3.1 Definitie van verslaving

‘Een van de definities van verslaving is- een onweerstaanbaar ervaren drang tot het innemen van genotsmiddelen.’ (Vandereyken & Van Deth, 2004, p. 91). De term verslaving is populair in het alledaagse spraakgebruik. De wetenschappelijke en meer neutrale term is afhankelijkheid.

Men spreekt van misbruik wanneer het functioneren negatief wordt beïnvloed. Dit kan thuis, maar ook op het werk zijn, bijvoorbeeld werkverzuim, rijden onder invloed, agressief gedrag, et. Misbruik van deze middelen kan uitmonden in een verslaving of, zoals deskundigen en de Diagnostic Statistical Manual of Mental Disorders (DSM) het tegenwoordig noemen, afhankelijkheid. Mensen die afhankelijk zijn van deze middelen ervaren een onbedwingbare drang tot het innemen hiervan. Vaak draait hun hele leven om het verkrijgen van het middel en om deze te gebruiken. Vaak is het gevolg dat men geen interesse heeft in andere activiteiten in het leven. (Vandereyken & Van Deth, 2004)

3.3.2 Stoornissen in het gebruik van middelen volgens de DSM-IV-TR

Het diagnostisch classificatiesysteem, Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disordes ( DSM-IV- T R), onderscheid middelenmisbruik van middelenafhankelijkheid. De DSM-IV-TR kijkt of het middelengebruik leidt tot klinisch significant lijden en niet naar de werkelijke hoeveelheid of de frequentie van het gebruik.

DSM-IV-TR-criteria voor middelenmisbruik:

A. Een patroon van onaangepast gebruik van een middel dat significante beperkingen of lijden veroorzaakt, zoals blijkt uit één (of meer) van de volgende verschijnselen, die zich in een periode van twaalf maanden voordoen:

1. Herhaaldelijk gebruik van het middel met als gevolg dat het niet meer lukt om belangrijke verplichtingen op het werk, school of thuis na te komen.

2. Herhaaldelijk gebruik van het middel in situaties waarin dat fysiek gevaarlijk is.

3. Herhaaldelijk in verband met het middel met justitie in aanraking komen.

(27)

4. Voortdurend gebruik van het middel, ondanks aanhoudende of terugkerende problemen op sociaal of intermenselijke terrein, veroorzaakt of verergerd door de effecten van het middel.

B. De verschijnselen hebben niet voldaan aan de criteria van afhankelijkheid van een middel uit deze groep.

DMS-IV-TR-criteria voor afhankelijkheid van een middel:

A. Een patroon van onaangepast gebruik van een middel dat significante beperkingen of lijden veroorzaakt blijkt uit drie (of meer) van de volgende verschijnselen, die zich op enig moment in een periode van twaalf maanden voordoen:

1. Tolerantie, gedefinieerd door ten minste één van de volgende verschijnselen:

a. een behoefte aan duidelijk toenemende hoeveelheden van het middel om een intoxicatie of het gewenste effect te bereiken;

b. een duidelijk verminderd effect bij voortgezet gebruik van dezelfde hoeveelheid van het middel.

2. Onthouding, zoals blijkt uit ten minste één van de volgende verschijnselen:

a. het voor het middel karakteristieke onthoudingssyndroom;

b. hetzelfde (of nauw hiermee verwant) middel wordt gebruikt om onthoudingsverschijnselen te verlichten of te vermijden.

3. Het middel wordt vaak in grotere hoeveelheden of gedurende een langere tijd gebruikt dat de bedoeling was.

4. Er bestaat de aanhoudende wens of er zijn weinig succesvolle pogingen om het gebruik van het middel te verminderen of in de hand te houden.

5. Een groot deel van de tijd gaat op aan activiteiten die nodig zijn om aan het middel te komen, het gebruik van het middel, of aan het herstel van de effecten ervan.

6. Belangrijke sociale of beroepsmatige bezigheden of vrijetijdsbesteding worden opgegeven of verminderd vanwege het gebruik van het middel.

7. Het gebruik van het middel wordt gecontinueerd, ondanks de wetenschap dat er een hardnekkig of terugkerend lichamelijk of psychisch probleem is dat waarschijnlijk veroorzaakt of verergerd wordt door het middel (Emmelkamp & Vedel, 2006;

Vandereyken & Van Deth, 2004).

(28)

In tegenstelling tot wat veel mensen denken, komt verslaving in alle lagen van de bevolking voor.

Allerlei mensen kunnen aan middelen verslaafd raken, hoewel bepaalde drugs sneller gebruikt- en misbruikt zullen worden door de midden- en hogere klassen (bijvoorbeeld partydrugs), terwijl anderen meer gebruikt worden door de lagere klassen in de samenleving, bijvoorbeeld heroïne en cocaïne( Emmelkamp & Vedel, 2006).

3.4 Het ontstaan van een drugsverslaving

Drugs wordt meestal gebruikt om spanning te voelen, maar ook om te kalmeren. De gevoelens kunnen zowel opwindend als rustgevend zijn. Dit is afhankelijk van de soort drug en de persoon. De drug wordt gebruikt als een genotmiddel dat op dat moment een gevoelsmatige bijdrage levert aan de kwaliteit van leven. Een verslaving ontstaat door incidentele en/of structurele inname van een bepaalde stof.

Voortdurend zwaar gebruik gaat vaak samen met de ontwikkeling van tolerantie en onthoudingsverschijnselen. Als dezelfde dosis herhaaldelijk wordt toegediend dan neemt vaak de intensiteit van de reactie op het middel af. Hierdoor heeft men een steeds grotere dosis nodig om toch dezelfde gewenste effecten te krijgen. Middelengebruik dat leid tot tolerantie, resulteert vaak ook in het ontstaan van onthoudingsverschijnselen. De onthoudingsverschijnselen van de verschillende middelen kunnen sterk verschillen. Deze bestaan meestal uit lichamelijke reacties, zoals misselijkheid, transpireren, hartkloppingen en trek in het middel. Men kan ook psychologisch afhankelijk worden van een middel. Dit houdt verband met de behoefte om middelen te gebruiken vanwege psychische redenen, bijvoorbeeld drugs gebruiken om met de spanningen om te gaan. Men kan sterk hunkeren naar het middel, een ander woord hiervoor is craving. Het denken wordt beheerst door het middel en allen onder invloed van het middel wordt er een prettig gevoel ervaren (Emmelkamp & Vedel, 2006; Vandereyken & Van Deth, 2004).

Aan verslaving gaat een proces vooraf, dat wordt gekenmerkt door een viertal fasen. Hoe snel de fasen doorlopen worden is onder andere afhankelijk van het middel en van de

leefomstandigheden waarin iemand verkeert. De mate van verslaving hangt af van het middel, de reden waarom het middel wordt gebruikt, de persoonlijke gevoeligheid voor het middel en hoe vaak het middel wordt gebruikt.

(29)

Er zijn een viertal fasen:

1. Experimenteerfase: meestal begint een verslaving met experimenteel gebruik, vaak op jonge leeftijd. Uit nieuwsgierigheid probeert men een bepaald middel uit.

2. Fase van sociaal of geïntegreerd gebruik: De gebruiker zoekt de positieve effecten van het middel en weet dit in zijn leven in te passen zonder dat men er last van heeft.

3. Fase van overmatig en schadelijk gebruik: Het gebruik krijgt een steeds grotere rol in het dagelijks leven. Men gebruikt niet alleen om zich lekker te voelen, maar ook om spanningen en onlust te verdrijven.

4. De verslavingsfase: Als er overmatig drugs gebruikt wordt (misbruik), komt men in de fase van verslaving. Het hele leven wordt beheerst door het gebruik. Vaak vloeien deze fasen ongemerkt in elkaar over. De gebruiker komt dan in een vicieuze cirkel terecht. De gebruiker raakt lichamelijk en psychisch afhankelijk van het middel. Er zijn schadelijke gevolgen op lichamelijk, psychisch en sociaal gebied (Hulpgids, 2011).

Er zijn verschillende theoretische verklaringen voor het ontstaan van middelenmisbruik en –afhankelijkheid, welke hieronder beschreven worden.

Genetische kwetsbaarheid

Er is in toenemende mate bewijs dat kwetsbaarheid om middelenafhankelijkheid te ontwikkelen erfelijk is. Middelenafhankelijkheid komt in sommige families vaker voor dan in andere. Hoewel de invloed van erfelijkheid ondersteund wordt, is het voor een groot deel nog onduidelijk wat nu precies via erfelijkheid wordt overgedragen. Sommigen veronderstellen dat het de gevoeligheid voor het middel betreft, maar ook andere erfelijke factoren zoals persoonlijkheidskenmerken, kwetsbaarheid voor door middelen veroorzaakte hersenbeschadiging, tekort in neurotransmitters of overdreven prikkelbaarheid van het centrale zenuwstelsel ( Emmelkamp & Vedel, 2006, p. 24)

Neurobiologie van middelenafhankelijkheid

Biologische factoren spelen ook een belangrijke rol in het ontwikkelen van drugsgebruik. Te denken valt aan blootstelling aan middelen tijdens de zwangerschap vanwege middelenmisbruik door de moeder. Chronisch gebruik van middelen kan bepaalde gebieden van het brein beïnvloeden.

(30)

Conditionering en trek

Overmatig drugsgebruik kan gezien worden als aangeleerd gedrag, dat wordt bekrachtigd op basis van operante-conditioneringprincipes. Verslavende middelen stimuleren de genotscentra in het brein, waardoor het gebruik van het middel positief bekrachtigd wordt. Naast positieve bekrachtiging wordt door het gebruik van drugs ook de onplezierige gevoelens verlicht, dit heet negatieve bekrachtiging. In de eerste instantie worden alcohol en drugs gebruikt om emotionele pijn te verminderen, om spanning en angst te verlagen en om de stemming te verbeteren. Maar na enige tijd is er een grotere hoeveelheid van alcohol of drugs nodig om hetzelfde effect te krijgen.

Overmatig gebruik gaat in de meeste gevallen samen met aanvullende problemen waardoor er nog meer spanningen ontstaan, wat leidt tot nog meer behoefte aan alcohol of drugs. Naarmate met gebruikt ontstaat het gevoel van ‘trek’. Trek wordt gedefinieerd als het intense verlangen om alcohol of drugs te gebruiken, ontstaat in reactie op blootstelling aan middelengebruik gerelateerde externe prikkels en/of interne prikkels (Emmelkamp & Vedel, 2006, p 26)

Psychologische kwetsbaarheid

Verslaafden worden vaak gekarakteriseerd door specifieke persoonlijkheidskenmerken, zoals een lage zelfwaardering, impulsiviteit, hang naar het nieuwe, emotionaliteit en antisociale trekken.

Iemand met deze persoonlijkheidskenmerken hoeft niet per definitie verslaafd te zijn. Het lijkt dus niet mogelijk om op basis van persoonlijkheidskenmerken te voorspellen wie afhankelijk zal worden en wie niet. Verder kunnen de huidige persoonlijkheidskenmerken van iemand die langdurig middelenmisbruik gedeeltelijk het gevolg, in plaats van de oorzaak van de middelenafhankelijkheid zijn.

Sociaal leren

De beslissing om alcohol of drugs te gebruiken komt gedeeltelijk voort uit de verwachting dat het middel zal zorgen voor bepaalde gewenste gevolgen, zoals high worden, ontlading van spanning of een betere stemming. Personen die alcohol of drugs misbruiken, kenmerken zich vaak door weinig zelfvertrouwen in spanningsvolle situaties waardoor men drugs gaat gebruiken. In het model van Marlatt & Gordon vormen de aanwezigheid van een risicovolle situatie en gebrek aan sociale steun een bedreiging voor het gevoel van controle dat iemand heeft, waardoor het risico op gebruik groter is (Emmelkamp & Vedel, 2006, p. 29). Als iemand niet de copingsvaardigheden heeft of deze niet

(31)

gebruikt om hiermee om te gaan, ervaart hij een daling in zelfvertrouwen en een stijging in positieve uitkomstverwachtingen voor het gebruik van alcohol of drugs.

3.5 De gevolgen van drugsverslaving

Mensen met een verslaving hebben gewoonlijk andere problemen, naast de behoefte aan alcohol of drugs. Middelenmisbruik en –afhankelijkheid hebben vaak verband met psychiatrische, medische, sociale, relationele en juridische problemen. Lange termijngebruik kan grote gevolgen hebben op veel terreinen van iemand leven, welke hieronder weergegeven worden.

Seksueel functioneren

Hoewel een aantal middelen de lust kunnen laten toenemen, verstoren ze gewoonlijk de seksuele prestatie. Bij chronisch gebruik wordt de seksuele prestatie negatief beïnvloed.

Relatieproblemen

Middelenmisbruik hangt samen met huwelijksproblemen. Specifieke gedragingen van de partner kunnen fungeren als een stimulus of bekrachtiger voor het gebruiken van drugs. Middelen gebruik kan leiden tot huiselijk geweld en negatieve invloed hebben op de communicatie onderling, tevredenheid over de relatie en seksueel functioneren.

Effect op kinderen

Middelenmisbruik gaat vaak samen met een disfunctionele opvoeding en het onvermogen om voor het kind te zorgen. Kinderen van verslaafde ouders hebben een verhoogd risico om zelf psychologische problemen te krijgen, waardoor de kinderen uiteindelijk ook zelf verslaafd kunnen raken.

Sociale en juridische problemen

Verslaving kan leiden tot verschillende soorten crimineel gedrag. Een ander gevolg van verslaving zijn sociale problemen. Als een verslaafde wanhopig verlangt naar drugs en dit niet heeft, zal hij vaker gebruik maken van leugens en crimineel gedrag. De één wordt dealer om zo aan de drugs te komen, de ander gaan de prostitutie in om aan geld te komen. Het gebruik van alcohol en drugs kan agressief gedrag verhogen. Een deel van de alcohol en drugsverslaafden worden uiteindelijk dak- en thuisloos en leven op straat.

(32)

Gevolgen voor gezondheid

Verslaving aan alcohol of drugs heeft veel negatieve effecten op de gezondheid. Te denken valt aan een grotere kans op verwondingen, ziekte en zelf een verhoogd suïciderisico. Ook kan het leiden tot cognitieve schade en schade aan de hersenen, zoals schade aan het geheugen, onvermogen om abstract te redeneren, verwardheid. Ook kan drugs psychotische symptomen opwekken (Emmelkamp & Vedel, 2006).

3.6 Samenvatting

Drugs is een verzamelnaam voor genot- en/of geneesmiddelen die in beperkte of in meerder mate een verdovende en/of opwekkende werking hebben. Deze middelen kunnen leiden tot een verslaving. De effecten kunnen stimulerend zijn, verdovend of bewustzijnsveranderend. Na het gebruik van deze middelen kunnen er psychologische en/of lichamelijke effecten optreden, wanneer dit het geval is men ‘onder invloed’. Men spreekt van drugsmisbruik als het functioneren van de gebruiker negatief wordt beïnvloed. Misbruik van deze middelen kan uitmonden in een verslaving of, zoals deskundigen en de DSM IV het tegenwoordig noemen, afhankelijkheid. Mensen die afhankelijk zijn van deze middelen ervaren een onbedwingbare drang tot het innemen hiervan. De drugs wordt gebruikt als een genotmiddel dat op dat moment een gevoelsmatige bijdrage levert aan een betere kwaliteit van leven. Voortdurend zwaar gebruik gaat vaak samen met de ontwikkeling van tolerantie en onthoudingsverschijnselen. Aan verslaving gaat een proces vooraf, dat wordt gekenmerkt door een viertal fasen, te weten: de experimenteerfase, fase van sociaal of geïntegreerd gebruik, fase van overmatig en schadelijk gebruik en de verslavingsfase. Er zijn verschillende theoretische verklaringen voor het ontstaan van middelenmisbruik en –afhankelijkheid, te weten: genetische kwetsbaarheid, neurobiologie, conditionering en trek, psychologische kwetsbaarheid en sociaal leren. Drugsgebruik heeft vaak verband met andere problemen. Lange termijngebruik kan grote gevolgen hebben op veel terreinen van iemands leven. Het heeft invloed op het seksueel functioneren, kan leiden tot relatieproblemen en opvoedingsproblemen, kan leiden tot sociale en juridische problemen en het heeft negatieve effecten op de gezondheid.

(33)

Hoofdstuk 4 Resocialisatie van ex-drugsverslaafden in Suriname

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de eerste deelvraag: Wat hebben ex-drugsverslaafden in Suriname nodig om te kunnen resocialiseren? In de tweede paragraaf wordt ingegaan op de richtlijnen die de Europese Unie in samenwerking met Suriname heeft opgesteld. Daarna wordt in paragraaf drie ingegaan op de resocialisatie van ex-drugsverslaafden naar aanleiding van een literatuurstudie. Ten slotte wordt in de vierde paragraaf de visie van gasten en medewerkers van Stichting de Stem op het hetgeen nodig is om te kunnen resocialiseren weergegeven.

4.2 De richtlijnen

De Nationale Anti-Drugs Raad (NAR) heeft in oktober 2005 een Nationaal Drugs Master Plan (NDMP) geschreven voor de periode van 2006-2010. Dit plan bevat het nationaal beleid van Suriname met betrekking tot de drugsproblematiek. Het NDMP omvat drugsbestrijdingstrategieën met het doel om het aanbod, de doorvoer, de handel, het gebruik en de schade door drugsmisbruik tegen te gaan voor de Surinaamse samenleving. Daarnaast wil het NDMP de grensoverschrijdende benadering van Suriname onderstrepen, zodat aansluiting gevonden kan worden bij het regionaal en internationaal drugsbeleid.

Binnen dit beleidskader zijn de volgende doelstellingen geformuleerd:

 het treffen van organisatorische en infrastructurele maatregelen ter versterking van instituten belast met de aanpak van de drugsproblematiek en ter effectieve coördinatie van de uitvoer van het NDMP op nationaal vlak;

 het ontwikkelen en implementeren van relevante wetgeving betreffende drugscontrole, inclusief de mobilisering van ondersteuning voor de ontwikkeling van wetgeving om drugsgerelateerde criminele activiteiten te bestrijden;

 het treffen van maatregelen om het aanbod van drugs in Suriname en de doorvoer van drugs via Suriname drastisch te doen afnemen.

 het treffen van maatregelen om de vraag naar drugs effectief te doen afnemen, waarbij drugspreventie een belangrijke plaats zal innemen.

(34)

 het treffen van speciale verzorgingsmaatregelen m.b.t. kwetsbare groepen, zoals dakloze drugsgebruikers en commerciële sekswerkers

 het treffen van maatregelen om de associatie tussen drugsgebruik en HIV/AIDS te bestrijden;

 het treffen van maatregelen ter bevordering van regionale, continentale en internationale samenwerking in drugspreventie en drugsbestrijding (NAR, 2005)

In Suriname is het aantal verslaafden de afgelopen jaren fors gestegen. Steeds meer drugs die voor de export bestemd zijn, kunnen door de strengere grenscontroles in binnen- en buitenland moeilijk het land uit en worden vanwege de overschotten extreem goedkoop aangeboden. Het gevolg is dat het aantal personen toeneemt dat zich voor behandeling bij behandelcentra meldt. Om de kwaliteit van de hulpverlening te verhogen, zij er voor alle behandelcentra richtlijnen vastgelegd.

Met de richtlijnen voor de residentiële verslavingszorg wordt er getracht een aanvaardbaar niveau van kwaliteitszorg in behandelcentra voor verslavingszorg te bereiken, dat haalbaar is voor Suriname.

Deze richtlijnen maken een objectieve meting en vergelijking van de bestaande zorg in de centra mogelijk, zodat hun dienstverlening kan worden geoptimaliseerd en uitgebreid.

De doelen van deze richtlijnen zijn:

 Waarden- en normen verheldering, zodat het handelen in de centra naar deze richtlijnen gericht kan worden;

 Garantie voor de cliënt, met betrekking tot de kwaliteit van de behandeling;

 Standaardisatie en verbetering van de kwaliteit van de hulpverlening;

 Evaluatie-instrument voor intern gebruik;

 Toetssteen voor externe instanties, zoals donoren en het Ministerie van Volksgezondheid (UBN, 2007).

Richtlijnen:

1. De grondwettelijke rechten en alle rechten van de cliënt voortvloeiende uit overige relevante nationale en internationale wet- en regelgeving worden gerespecteerd.

2. Het centrum heeft een beleids- en actieplan dat tweejaarlijks wordt geactualiseerd.

Daarnaast zijn er schriftelijke procedures en protocollen waar iedereen zich aan moet houden.

(35)

3. Medewerkers zijn in staat om cliënten in het centrum zodanig te begeleiden dat de cliënt zijn maximale mogelijkheden kan realiseren.

4. Het centrum heeft acceptabele, fysieke en hygiënische voorzieningen, die een positief zelfbeeld bij cliënten bevorderen en hun menselijke waardigheid beschermen.

5. Het centrum beschikt over medewerkers met counselingcapaciteiten, om langdurig verstoorde relaties binnen de familie en andere sociale systemen op te heffen, zodat de cliënt opnieuw opgenomen kan worden in de familie en de gemeenschat.

6. Een officieel programma is samengestelds aan de hand van de behoeften van cliënten.

7. Er zijn (jaar) verslagen aanwezig, die zowel kwantitatieve als kwalitatieve gegevens bevatten met betrekking tot de aard en omvang van de geboden zorg in het centrum. In dit verslag wordt ook een overzicht gegeven van de donaties en de exploitatie van het centrum.

8. Er is een heldere, eenduidige, schriftelijke vastgelegde toelatingsprocedure.

9. Alle cliënten ondergaan periodiek een holistische evaluatie.

10. Alle cliënten hebben een individueel behandelplan.

11. Regelmatig medische en geestelijke gezondheidszorg is beschikbaar door aanwezige of ingehuurde medische en geestelijke gezondheidszorg professionals.

12. De zorg en de behoeften van cliënten uit kwetsbare doelgroepen, waarmee het centrum te maken krijgt, staan beschreven in het beleids- en werkplan van het centrum.

13. Cliënten nemen deel aan resocialisatie- en nazorgprogramma’s (UBN, 2007).

Voor iedere richtlijn zijn er een aantal acties, doelen, indicatoren en regels opgesteld waar ieder behandelcentrum aan moet voldoen. Volgens de directeur van Stichting de Stem moet er nog het één en ander veranderd worden voordat Stichting de Stem geheel voldoen aan de richtlijnen die zijn opgesteld. Een belangrijk aandachtspunt is, volgens hem, een eenduidig werkend team. Op de tweede plaats zijn er volgens hem basisfaciliteiten, zoals betere huisvesting en transportmogelijkheden, nodig. Als derde geeft hij aan dat het personeel verder getraind moet worden op het vakgebied. Als laatste wordt aangegeven dat er verdere invulling gegeven moet worden aan de protocollen.

(36)

4.3 Wat de literatuur zegt over resocialisatie

Er wordt in de literatuur veel geschreven over de resocialisatie van drugsverslaafden, inmiddels zijn er verschillende modellen ontwikkeld die nuttig zijn bij het proces van resocialisatie. Ook hebben er meerdere onderzoeken plaatsgevonden over hetgeen er nodig is voor een volwaardige terugkeer in de maatschappij. Hieronder een overzicht van de meest belangrijke zaken die van belang zijn bij het proces van resocialisatie.

4.3.1 Motivatie - motiverende gespreksvoering.

Motivatie om te veranderen is essentieel om succesvol betrokken te zijn bij therapie. Vaak zijn veel van de patiënten die behandeling zoeken voor middelenmisbruik, onvoldoende gemotiveerd om te veranderen. Slechts een aantal komt in de duidelijke overtuiging dat er iets moet veranderen.

Anderen komen met tegenzin en onder druk van anderen. Als men geen motivatie heeft om te veranderen of ambivalente motivatie, zorgt dit vaak voor vroegtijdige uitval van de behandeling.

Een model om motivatie te begrijpen en de manier waarop gedragsverandering plaatsvindt, is het model van de stadia van verandering van Prochaska en DiClemente, ook bekend als het transtheoretische model van verandering.

- precontemplatie. Dit eerste stadium wordt gekenmerkt door een gebrek aan probleemerkenning, er is geen intentie het gedrag te veranderen.

- contemplatie. Het volgende stadium wordt gekenmerkt door een periode van ambivalentie en inactiviteit. Contemplatie is het stadium waarin personen zich ervan bewust zijn dat ze een probleem hebben, en ze de positieve en negatieve aspecten van het gedrag tegen elkaar afwegen.

- voorbereiding/beslissing. In dit stadium neemt iemand een discrepantie waar tussen de huidige toestand waarin hij zich bevind en de tostand waarin hij zich wenst te bevinden. Als de weegschaal van voor- en nadelen van het gedrag begint door te slaan in de richting van verandering, volgt een periode van voorbereiding, waarin de opties voor veranderingen worden onderzocht.

- actie. Dit stadium wordt gekenmerkt door permanente veranderingen in gedrag, omgeving of ervaringen om zodoende het probleem te overwinnen.

(37)

- volhouden. In dit stadium werken personen eraan om terugval te voorkomen en de gedragsveranderingen vast te houden (Emmelkamp & Vedel, 2006).

William R. Miller en Stephen Rollnick hebben een methode ontwikkeld om betere resultaten te verkrijgen op het gebied van de verslavingszorg, namelijk ‘Motivational Interviewing’ of wel Motiverende Gespreksvoering. Volgens Miller is de interactie tussen patiënt en hulpverlener van groot belang bij de beïnvloeding van de ambivalentie ten aanzien van het middelenmisbruik. De manier waarop de hulpverlener de patiënt aanspreekt kan de motivatie laten toenemen of afnemen.

Binnen de behandeling middels Motiverende Gespreksvoering wordt er gebruik gemaakt van motiveringstechnieken om de eigen mogelijkheden die de patiënt heeft om zijn gedrag te veranderen, aan te boren. De patiënt moet zelf zijn problemen ontdekken en verwoorden, daarbij probeert de hulpverlener redenen voor verandering te ontlokken. Motiverende Gespreksvoering wordt gekenmerkt door een ondersteunende, persoonsgerichte en empatische gesprekstijl, maar daarnaast ook een directieve methode om de ambivalentie te beïnvloeden richting verandering. De hulpverlener gaat op zoek naar argumenten van de patiënt voor verandering. Dit doet de hulpverlener door zelfmotiverende uitspraken aan de patiënt te ontlokken, de patiënt zijn of haar intenties om te veranderen te omschrijven en om geregeld samenvattingen te geven over veranderingswensen die de patiënt heeft geuit.

De relatie tussen de hulpverlener en patiënt is bij Motiverende Gespreksvoering vooral gebaseerd op gelijkwaardigheid en samenwerking. De hulpverlener helpt de patiënt om hun eigen waarden en motivaties te onderzoeken.

Binnen Motiverende Gespreksvoering zijn er algemeen leidende principes, die zijn gericht op het versterken van de intrinsieke motivatie van de patiënt. Constructieve gedragsverandering komt op gang wanneer iemand zich weet te verbinden met iets wat innerlijke waarde heeft, wat voor hem/haar belangrijk en kostbaar is. Miller en Rollnick schrijven in hun boek dat innerlijke motivatie niet op gang komt wanneer de cliënt steeds geconfronteerd wordt met problemen. De motivatie komt veel beter en eerder op gang in een open en bevestigende omgeving waarin hij/zij zich veilig voelt en veiligheid ervaart.

Motiverende gesprekvoering werkt volgens vier principes:

 druk empathie uit

De hulpverlener dient een patiëntgerichte en empatische houding te hebben. Het gaat

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(Psalm 88 : 16). Menigmaal drukte de donkere wolk van Zijns Vaders gramschap zwaar op Hem, totdat Hij eindelijk op Golgótha de laatste adem uitblies. Niets was er in de

Beste manier om racisme in de zorgsector aan te pakken, is ervoor zorgen dat diversiteit overal is

Dat kan op verschillende manieren: het ene jaar kiezen we voor vrije voorbeden, het andere jaar bereiden we ze samen met een paar jongeren voor of ze krijgen de kans om tijdens

Moeders met kinderen zijn nog altijd minder vaak aan het werk dan vaders, maar de voorbije tien jaar zijn ze wel steeds actiever ge- worden op de arbeidsmarkt (niet in figuur).

de werkzaamheidsgraad van laaggeschoolde vrouwen en mannen ligt in Vlaanderen nóg lager dan het reeds lage Europese gemiddelde; de Vlaamse midden- en hooggeschoolden daarentegen

Het fietspad is ook zo smal – en door de bochten onoverzichtelijk - dat het gevaarlijk is voor fietsers, voor bewoners die hun erf op of af willen en al helemaal onverantwoord voor

Een der tafelen uit Boerbergh (c.f. Pitlo, De zeventiende en achttiende eeuwsche notarisboeken en wat zij ons omtrent ons oude notariaat leeren.. langrijke ambtsbezigheden

GeenStijl valt ook na deze subjectieve kennistoets door de mand: GeenStijl wist dat de foto’s illegaal op internet waren gezet nu de foto’s ergens op een dubieuze server