Vraag nr. 104
van 4 september 2000 van de heer JAN LOONES
To e r i s t i s ch-Recreatief Informatiecentrum – Stand van zaken
Een van de problemen in verband met het toeris-tisch beleid is het ontbreken van de gewenste ba-sisinformatie m.b. t . toerisme en recreatie in V l a a n-deren.
In de Beleidsnota Toerisme van de minister wordt dit opgevangen in een van de strategische projec-t e n : " Versprojec-terking van heprojec-t projec-toerisprojec-tische beleids- en operationeel instrumentarium op verschillende ni-v e a u s " , met daarin onder meer het "Opzetten ni-van een toeristisch-recreatief informatiesysteem en on-derzoeksprogramma" (Stuk 156 (1999-2000) – Nr. 1, blz. 70 – red).
Ook de Vlaamse Raad voor het Toerisme onder-kende dit probleem. In zijn advies van 22 septem-ber 1999 "Naar een geïntegreerd data-informatie-systeem voor toerisme en recreatie op Vlaams ni-veau" (VRTA DV-99.05) werd dan ook meteen een kader gecreëerd voor de ontwikkeling van een To e-ristisch-Recreatief Informatiecentrum (TRIC). Ter invulling van dit kader formuleerde de V l a a m-se Raad voor het Toerisme in een daarop aanslui-tend advies van 10 mei 2000 (VRTA DV-00.02) een aantal concrete voorstellen, met de doelstelling om vanaf 1 januari 2001 van start te gaan met het TRIC.
1. Werden de concrete voorstellen voor het op-richten van een Toeristisch-Recreatief Informa-tiecentrum op Vlaams niveau, zoals voorgesteld door de Vlaamse Raad voor het Toerisme in zijn adviesnota van 10 mei 2000, reeds geëvalueerd ? Zo ja, wat zijn de conclusies ?
2. Heeft de minister terzake reeds initiatieven ge-nomen of gepland en zo ja, welke ?
3. Wordt de datum van 1 januari 2001, waarop het informatiecentrum van start zou moeten gaan, als haalbaar beschouwd ?
Antwoord
Beleidsondersteunende gegevens op het vlak van toerisme en recreatie zijn inderdaad bijzonder schaars.
De Vlaamse Raad voor het Toerisme heeft, g e z i e n haar specifieke opdracht, een beleidsadvies terzake u i t g e w e r k t . De adviesnota van 10 mei 2000 ( V RTA DV-00.02) van de Vlaamse Raad voor het Toerisme doet een concreet voorstel ter realisatie van een Toeristisch-Recreatief Informatiecentrum met startdatum op 1 januari 2001.
De vereisten van een dergelijk data-informatiesys-teem zoals beschreven in de adviesnota : d o e l g e-r i c h t h e i d , b e t e-r o u w b a a e-r h e i d , b e t a a l b a a e-r h e i d , s n e l-h e i d , gebruiksvriendelijkl-heid en systematiek, e v e n-als de prioritaire doelstellingen, treed ik voor 100 % bij. Wat de concrete voorstellen van het T R I C met betrekking tot structuur, p e r s o n e e l , w e r k i n g s-middelen en financiering betreft, is het voorstel van de Vlaamse Raad voor het Toerisme een basis-w e r k s t u k , dat de implicaties van de oprichting van een TRIC duidelijk aangeeft. Zo dienen er een zes-tal personeelsleden te worden aangeworven en zal er ruim 25 miljoen frank werkingsmiddelen op jaarbasis beschikbaar moeten zijn.
De voorgestelde planning heb ik als niet-haalbaar geëvalueerd (1 januari 2001), omdat het advies geen rekening houdt met een aantal factoren. H i e r-bij denk ik in de eerste plaats aan de onderhande-ling met diverse overheids- en privé-partners en hun respectieve bestuursorganen omtrent de finan-ciering van het project.
In mijn antwoord aan de Vlaamse Raad voor het Toerisme (brief van 10 juli 2000) heb ik de richting van het vervolgtraject geschetst. Ik wens immers de resultaten van twee lopende projecten af te wach-ten.
Ten eerste wens ik de resultaten van de eerste fase in het onderzoek "Ontwikkeling van een toeris-tisch informatiesysteem op Vlaams niveau", d a t past in het Programma Beleidsgericht Onderzoek 1998 (PBO 98), te kennen. Midden oktober zal de stuurgroep van PBO 98 kennis kunnen nemen van deze eerste resultaten.
Ten tweede bestaat er het gegeven dat ook binnen het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) op-nieuw een dynamiek is op gang getrokken rond de toeristische statistiek.
In september jongstleden is er een werkgroep "toe-rismestatistieken" opgericht in de schoot van de Hoge Raad voor de Statistiek. De doelstelling van deze werkgroep is om een evaluatie te maken van de "Statistiek van het Toerisme en het Hotelwe-z e n " , die vanaf 1991 in werking trad. DeHotelwe-ze werk-groep zal advies geven over een nieuwe definitie van de logiesvormen (aangepast aan de huidige trends) en over de eventuele omschakeling van een exhaustieve naar een steekproefsgewijze gegevens-verzameling.
De informatiedoorstroming tussen de genoemde i n i t i a t i e v e n , elk met een specifiek doel, is vrij opti-m a a l . Het gaat iopti-mopti-mers oopti-m een beperkte kring van deskundigen die in elk van de drie werkgroepen vertegenwoordigd zijn. Mijn kabinet speelt daarin, samen met Toerisme Vlaanderen, een trekkersrol. Aangezien het resultaat van beide genoemde pro-jecten een weerslag heeft op de structuur, de orga-nisatie en de financiering van een T R I C, wens ik logischerwijze de startdatum van een toeristisch-re-creatief meetsysteem te bepalen op grond van de resultaten van beide projecten.