• No results found

Vraag nr. 174 van 4 september 2000 van de heer JAN LOONES

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 174 van 4 september 2000 van de heer JAN LOONES"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 174

van 4 september 2000 van de heer JAN LOONES

Buurtwinkelnetwerk Westhoek – Steun

Naar aanleiding van het Unizo (Unie van Zelfstan-dige Ondernemers, het vroegere NCMV) Leader I I-project "De algemene situering van de commer-ciële uitrusting van de plattelandskernen in de Westhoek" werd, door het Bureau voor Bedrijfsad-vies en Marketing (BBM), een onderzoek uitge-voerd in tachtig kernen van de Westhoek (met uit-zondering van de kustgemeenten en de hoofdkern-gemeenten van Diksmuide, I e p e r, Po p e r i n g e, Ve u r-n e, We r v i k , Kortemark er-n Ko e k e l a r e ) . Uit deze stu-die volgen een aantal voorstellen en aanbevelingen om de kleinhandelaars in de plattelandskernen te ondersteunen (Nieuwsbrief Westhoekoverleg – Streekplatform Westhoek, nr. 13 van juli 2000). Een interessant voorstel is onder meer de uitbouw van een netwerk van buurtwinkels in de We s t h o e k . Op die manier kunnen specifieke problemen, e i g e n aan de particuliere situatie waarin deze kleinhan-del actief is, worden onderkend, omschreven en a a n g e p a k t , en kan kennis en ervaring worden uit-gewisseld.

Aangezien er in de onderzochte gebieden niet kan worden teruggevallen op een globale commerciële uitstraling van een handelsomgeving, zijn de eisen die aan detailhandelaars in de We s t h o e k d o r p s k e r-nen worden gesteld veel hoger dan die aan hun s t a d s c o l l e g a ' s. Ze moeten bijgevolg veel creatiever zijn en een zekere uitstraling opbouwen om te o v e r l e v e n . De kleinhandelaar in een We s t h o e k-dorpskern is dan ook genoodzaakt voortdurend initiatieven te nemen ter verbetering van zijn com-municatie en de kwaliteit van zijn aangeboden pro-ducten.

Een creatieve coördinator van dit ondersteunend netwerk zou als belangrijke taak hebben eigen ini-tiatieven te nemen om de leefbaarheid en de pro-motie van de buurtwinkels in de Westhoek te sti-m u l e r e n . Hij zou onder sti-meer fungeren als contact-persoon tussen de deelnemers aan het netwerk en de diverse instanties (zoals het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen, het Vo r m i n g s i n s t i-tuut voor KMO, . . . ) die tegemoet kunnen komen aan de specifieke noden van de kleinhandelaars. Dit alles zou goed aansluiten bij het beleid van de Vlaamse overheid. In de beleidsnota Economie wordt namelijk verwezen naar de begeleiding van

jonge bedrijven. Voor de Westhoek geldt dit – ge-zien de bedrijfseconomische en creatief-c o m m e r-ciële hogere eisen die worden gesteld aan de klein-handelaars – evenwel niet alleen voor starters. 1. Onderkent de minister de specifieke moeilijke

situatie waarin de kleinhandel in de We s t h o e k-dorpskernen – verstoken van een globale com-merciële uitstraling – verkeert ?

2. Werd in dit verband het voorstel voor een net-werk van buurtwinkels als stimulerende factor voor de leefbaarheid van de We s t h o e k d o r p e n reeds geëvalueerd ? Met welke conclusies ? 3. Wordt daarbij de noodzaak van een deskundige

projectcoördinator ter ondersteuning van de kleinhandelaars in de We s t h o e k d o r p s k e r n e n onderkend ?

4. Werd dit initiatief reeds in aanmerking geno-men voor beleidsmatige ondersteuning ? Op welke manier ?

Antwoord

1 en 4. De Vlaamse regering is zich bewust van de aandacht die dient te worden besteed aan het beperkte aantal kleine bedrijven in de dorpen van de Westhoek die sterk worden bedreigd in het leefbaar houden van hun activiteiten. Dit blijkt onder meer uit de krachtlijnen van de doelstelling 5b-phasing outprogramma We s t-h o e k - M i d d e n k u s t , zoals goedgekeurd door de Vlaamse regering op 26 mei jongstleden. In het programmacomplement wordt een gedetailleer-de beschrijving gegeven van gedetailleer-de maatregelen waarmee de strategie en de prioriteiten van het programma ten uitvoer worden gelegd. In dit kader wordt onder de prioriteit "versterken van het economisch weefsel" als actie ter ondersteu-ning en begeleiding van het ondernemingskli-m a a t , de verbreding van het draagvlak van de dorpswinkels vermeld. Hierbij wordt onder an-dere gedacht aan bijkomende dienstverlening, het verzorgen van niet-commerciële activiteiten, samenwerking met toeristische initiatieven en verkoop van hoeveproducten.

(2)

2. Het Streekplatform Westhoek heeft de intentie om dergelijk project als hefboomproject in te dienen.

Eens het voorstel van charter ingediend, zal het volgens de geëigende procedure worden behan-d e l behan-d , waarbij onbehan-der meer het abehan-dvies zal worbehan-den gevraagd van alle relevante administraties en Vlaamse openbare instellingen (VOI).

3. Een deskundig projectcoördinator is zinvol, zeker indien deze projectcoördinator zelf initia-tieven neemt onder meer op vlak van de pro-m o t i e, … teneinde de werkopro-mgeving waarin de uitbaters van buurtwinkels in de We s t h o e k d o r-pen actief zijn, fundamenteel te verbeteren. 4. Aangezien het een nieuw initiatief betreft en

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Momenteel zou de voorbereiding van de invoering van de billijke vergoeding voor onder andere de socio-culturele en sportieve sector in de laatste fase zitten : ik verwacht elk

Naar aanleiding van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van Brussel-stad om "Boterhammen in het Park" definitief uit het Warandepark te bannen, en

Werden de concrete voorstellen voor het op- richten van een Toeristisch-Recreatief Informa- tiecentrum op Vlaams niveau, zoals voorgesteld door de Vlaamse Raad voor het Toerisme

Om tot een concreet en haalbaar voorstel te komen voor een masters- (of equivalente) onder- w i j s cyclus To e r i s m e, adviseert de Vlaamse Raad voor het Toerisme

In Vlaanderen werden tot nu toe reeds bepaal- de maatregelen genomen voor de bescherming en instandhouding van soorten en habitats in de speciale beschermingszones.1. tikel 6 van

Ikzelf heb in het voorjaar opdracht gegeven aan de afdeling Natuur om een dossier voor te be- reiden waarin wordt onderzocht onder welke modaliteiten de wettelijke verplichting van

Naar aanleiding van de opmaak van het Uitvoe- ringsplan Huishoudelijke Afvalstoffen 1997- 2001 werden voor de kustgemeenten correctie- factoren (> 1) berekend waarmee

Voor de verspreiding van de persmededelingen van de Vlaamse regering, de Vlaamse ministers en het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap is een contract afgesloten met het