Vraag nr. 173
van 4 september 2000 van de heer JAN LOONES
Gemeentelijke ontmoetingscentra – Muziekbelas-ting
Volgens een Europese richtlijn en het koninklijk besluit (KB) van 5 juni 1999 moet iedereen die mu-ziek laat horen op een voor publiek toegankelijke plaats een billijke vergoeding betalen. Deze ver-goeding komt bovenop de gebruikelijke Sabam-b i j-drage en is bedoeld om de uitvoerende kunste-naars en producenten van wie de muziek wordt ge-draaid te vergoeden.
Deze regel geldt ook voor gemeenten en gemeen-telijke ontmoetingscentra, wat wel fikse meerkos-ten betekent voor de gebruikers : voor occasionele gebeurtenissen moet er immers 2.500 frank per 100 m2worden betaald.
Dit wordt door het werkveld beschreven als een onaanvaardbare belasting die vooral het vereni-g i n vereni-g s l e v e n , dat veelal vereni-gebruikmaakt van de ont-moetingscentra, zal treffen.
Zo zullen alle vrijwilligers- en non-p r o f i t o r g a n i s a-t i e s, alsook jeugdverenigingen, spora-tploegen en aanverwante instanties uit de sociaal-culturele sec-tor worden geconfronteerd met grote meerkosten wanneer ze een feest opzetten om hun kas te spij-zen.
Naar verluidt, heeft de Vlaamse overheid dit pro-bleem reeds aangekaart bij federaal minister Ve r-w i l g h e n , r-waarbij r-werd aangedrongen op een aparte regeling voor het verenigingsleven.
1. Heeft het overleg terzake met de federale over-heid en met de federale minister van Ju s t i t i e reeds iets opgeleverd ?
2. Welke maatregelen heeft de minister binnen zijn bevoegdheden eventueel genomen om de problematiek van "billijke vergoeding te verhel-pen ?
N.B. Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Johan Sauwens, Vlaams minister van Binnenlandse A a n g e l e g e n h e d e n , A m b t e n a-renzaken en Sport.
Gecoördineerd antwoord
1. Voorzover we er op dit ogenblik zicht op heb-b e n , heeft dit overleg inderdaad wat opgele-v e r d . Momenteel zou de opgele-voorbereiding opgele-van de invoering van de billijke vergoeding voor onder andere de socio-culturele en sportieve sector in de laatste fase zitten : ik verwacht elk ogenblik bericht van minister Verwilghen.
Volgens de laatste stand van zaken is het zo dat er verlaagde tarieven opgesteld zouden zijn voor een zeer ruim aantal verenigingen, v e e l ruimer trouwens dan enkel in de socio-culturele of sportieve sfeer. Deze billijke vergoeding zal immers ook impact hebben op welzijn, t o e r i s m e, . . . Vandaar ook dat ik diverse collega-ministers (de ministers Sauwens, L a n d u y t , Vogels en Va n-derpoorten) bij dit overleg heb betrokken en dat er een werkgroep, bestaande uit medewer-kers van de betrokken ministers, werd opgericht waar deze materie geregeld werd besproken. D e sectoren zelf waarop deze verlaagde tarieven van toepassing zijn, zouden zeer ruim worden o m s c h r e v e n . De tarieven bepaald voor gelegen-heden met dans zullen mijns inziens jammer ge-noeg nog steeds vrij hoog liggen.
Zodra de paritaire commissie die de tarieven definitief moet vastleggen haar werk gedaan h e e f t , hoop ik spoedig te worden geïnformeerd. Hiertoe heb ik midden september nog een brief verstuurd naar minister Verwilghen.
2. Tijdens de onderhandelingen is er zeer geregeld overleg geweest tussen de "sector" en mijn ka-b i n e t . Ook de andere sectoren werden door de betrokken kabinetten geïnformeerd. D a a r e n b o-ven hebben we bij de minister van Justitie aan-gedrongen op een degelijke informatiecampag-ne naar de diverse sectoren toe. Hierin is toege-stemd.
Het spreekt natuurlijk voor zich dat wij de ver-enigingen in de betrokken sectoren niet finan-cieel bijkomend gaan ondersteunen : V l a a m s e subsidies toekennen om federale reglementen te betalen, lijkt mij niet echt een geschikte keuze.