Vraag nr. 137 van 16 maart 2000
van de heer JAN LOONES Kustbossen – Stand van zaken
Eind oktober 1999 vroeg ik de minister naar de stand van zaken omtrent de verwerving van Vlaamse kustbossen, en naar de termijn van uit-voering van dit dossier (Handelingen C24 van 28 oktober 1999, blz. 1-3 – red.).
De minister ging toen akkoord met mijn standpunt omtrent de noodzaak van de toeristische meer-waarde bij de aanleg van kustbossen, en beloofde betrokkenheid van de gemeenten bij de reglemen-tering daaromtrent.
Voorts bepaalde de minister de timing voor de af-ronding van de voorbereidingen en het voorleggen van de plannen aan het Vlaams Parlement op een viertal maanden, dus rond eind februari.
Deze termijn is intussen verstreken.
1. We r d e n , zoals door de minister beloofd, de lo-kale besturen en de plaatselijke bevolking be-trokken in dit dossier ? Hoe is dat concreet ge-beurd ?
2. Hoever staat het momenteel met de voorberei-ding van die plannen ? Is de voorbereivoorberei-ding reeds rond ?
3. Wanneer worden de plannen voorgelegd aan het Vlaams Parlement ?
Antwoord
1. Het lijkt mij nodig enige duidelijkheid te bren-gen in de aanpak van de bosuitbreiding en de aanleg van grootschalige bossen in de vorm van stadsbossen en regionale bossen. De bosuitbrei-ding zal inderdaad planmatig gebeuren. Ik heb de indruk dat dit verkeerdelijk de verwachting schept dat deze bossen op één kaart op niveau van V l a a n d e r e n , eventueel opgedeeld naar re-g i o ' s, zullen worden aanre-gere-geven. Ik herhaal nogmaals mijn antwoord op de vermelde vraag om uitleg over dit onderwerp, namelijk dat er geen plan "Vlaamse kustbossen" bestaat of in de maak is.
Met "planmatig" bedoel ik dat een programma wordt vastgelegd met de jaarlijks beschikbare middelen om fasegewijs nieuwe projecten op te
s t a r t e n . Nieuwe projecten starten met een loka-l i s a t i e s t u d i e, gevoloka-lgd door een haaloka-lbaarheidson- haalbaarheidson-d e r z o e k . Tijhaalbaarheidson-dens haalbaarheidson-de haalbaarheihaalbaarheidson-dsfase worhaalbaarheidson-dt ook nagegaan op welke wijze de bestemming van de terreinen met het oog op een duurzaam bos wettelijk moet worden verankerd. Ten slotte wordt dan de concrete realisatie van de bosaan-leg aangevat.
Uiteraard worden de lokale besturen (provin-cies en gemeenten) van in het begin betrokken bij deze projecten. De prioriteit van de projec-ten wordt enerzijds bepaald door de agenda van de afdeling Ruimtelijke Planning tot afbakening van de stedelijke gebieden. Het is immers van het grootste belang dat de geschikte locaties voor de stadsbossen in de afbakeningsprocessen van de stedelijke gebieden worden ingebracht. Anderzijds wordt de volgorde van aanpak mee bepaald door het lokale draagvlak voor derge-lijke projecten. Wanneer er een duidederge-lijke vraag is van lokale besturen met een engagement om dergelijke projecten mee te helpen realiseren en ook van verenigingen en organisaties, zal hier-mee uiteraard rekening worden gehouden. 2. Het is wel zo dat in 1996 door de afdeling Bos
en Groen een ontwerp van bosstructuur voor Vlaanderen werd u i t g e w e r k t , in uitvoering van de bepaling van het Ruimtelijk Structuurplan V l a a n d e r e n . Deze bosstructuur diende, na afwe-g i n afwe-g, te worden afwe-geïnteafwe-greerd in een natuurstruc-tuur en vervolgens diende er ook een toetsing te gebeuren met een voorstel van agrarische struc-t u u r. Bij mijn aanstruc-treden heb ik opdrachstruc-t gege-ven aan de diensten die onder mijn bevoegd-heid vallen, om deze afbakeningsprocessen op-nieuw op te nemen en hierin versneld tot resul-taten te komen. In verschillende technische werkgroepen wordt hieraan gewerkt.
In het ontwerp van bosstructuur zijn zoekzones voor bosuitbreiding opgenomen. Na afweging met de natuurstructuur en agrarische structuur zullen de behouden zoekzones voor bosuitbrei-ding worden opgenomen in de volgende docu-m e n t e n . Het is docu-mijn de verantwoordelijkheid deze voorstellen in te brengen in het plannings-proces van Ruimtelijke Ordening tot afbake-ning van de structuren van het buitengebied. I n het planningsproces van Ruimtelijke Ordening is in een ruime consultatieronde voorzien. 3. Op elk moment is een discussie in het V l a a m s
