Vraag nr. 399 van 24 juni 1997
van mevrouw VERA DUA
Strand Knokke-Heist – Plannen voor zwembad Uit het verslag van de West-Vlaamse provinciale adviescommissie voor "Provinciale Stimuli voor Toerisme" van 12 oktober 1996 blijkt dat de gemeente Knokke-Heist een zwembad wenst aan te leggen op het A l b e r t s t r a n d . Het project omvat een kuip met beweegbare vloer, d i e p z e e g o l v e n , recreatieve kuip, p e u t e r b i n n e n b a d e n , w h i r l p o o l s, groot en peuterbuitenbad, l i g w e i d e n ,c a f e t a r i a , f i t-nesscentrum en parking. De totale kostprijs wordt geraamd op 430 miljoen frank.
Aangezien het strand in de gewestplannen geen expliciete bestemming heeft, is het de V l a a m s e regering zelf die rechtstreeks haar toestemming dient te geven voor dit project. Tevens wens ik de minister eraan te herinneren dat in de zomer van 1996 op het strand van Zeebrugge een betonnen platform werd gerealiseerd. Volgens een krantenar-tikel ging de Vlaamse regering akkoord met de c o n s t r u c t i e, maar stelde zij dat dit de eerste en meteen ook de laatste zou zijn op het Belgische strand.
1. Is er reeds een beslissing genomen met betrek-king tot het dossier van het zwembad op het Albertstrand in Knokke ?
2. Is het inderdaad het beleid van de minister om alle vaste constructies op het strand te weren ?
Antwoord
Tot op heden werd nog geen officiële vergunnings-aanvraag ingediend.
In tegenstelling met wat de Vlaamse volksverte-genwoordiger stelt, komt de bevoegdheid tot het verlenen van de toestemming (lees : b o u w v e r g u n-ning) toe aan de gemachtigde ambtenaar bij wie overeenkomstig artikel 46 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, g e c o ö r d i n e e r d op 22 oktober 1996, een bouwaanvraag aanhangig wordt gemaakt. Dit was evenzo het geval bij het aangehaalde betonnen platform langs de westelijke strekdam van de haven van Zeebrugge.
Het lijkt mij evident dat nieuwe bouwaanvragen voor constructies op het strand het voorwerp moe-ten uitmaken van een grondige voorstudie in het kader van een voorafgaandelijk op te stellen plan
van aanleg, ter voorkoming van een structurele aantasting van dit natuurlijk patrimonium, dat de basis vormt voor het toeristisch attractief karakter van de kust.
Principieel moet in ieder geval worden gesteld dat de vaste constructies op het strand niet wenselijk zijn.