Vraag nr. 371 van 3 juni 1997
van mevrouw VERA DUA
Bestemming militair domein Ursel – Plannen voor luchthaven
De laatste tijd staat de uitbouw van een regionale burgerluchthaven in Ursel en de daarbijhorende problematiek volop in de actualiteit. Er zijn de uit-spraken en initiatieven van diverse plaatselijke p o l i t i c i , de uitgelekte interne streekvisienota’s, d e recentelijk aangekondigde studie naar de economi-sche haalbaarheid van het project.
Deze voorbarige plannenmakerij leidt tot algeme-ne verontrusting van de bevolking, die zich terecht bekommert om de impact van een dergelijk initia-tief op de leefomgeving en de natuurwaarde van haar regio.
1. In hoeverre is de minister op de hoogte van deze plannen ? Werd hij daaromtrent reeds benaderd door politici, plaatselijke initiatieven of privé-personen ?
2. Heeft de minister kennis van eventuele plannen van de militaire overheid om het militair domein van Ursel af te stoten of te vervreem-den ? Indien dit het geval is, welke bestem-mingswijziging wordt daarbij overwogen ? 3. Acht de minister de uitbouw van een
burger-luchthaven in deze regio verenigbaar met de basisdoelstellingen van het Ruimtelijk Struc-tuurplan Vlaanderen ? Zo ja, op basis van welke argumenten ? Zo neen,op basis van welke argu-menten ?
Antwoord
Mijn administratie werd tot dusver niet benaderd, noch door politici, noch door privé-personen, m e t de vraag om de luchthaven van Ursel uit te bou-wen tot een regionale burgerluchthaven. Zij heeft evenmin kennis van eventuele plannen van de mili-taire overheid om het militair domein in Ursel af te stoten of te vervreemden.
In het ontwerp-Ruimtelijk Structuurplan V l a a n d e-ren wordt Zaventem geselecteerd als internationa-le luchthaven en worden Deurne en Oostende geselecteerd als regionale luchthavens. De overige v l i e g v e l d e n , ook dit in Ursel, worden van lokaal belang geacht. Ik acht de uitbouw van een burger-luchthaven in deze regio dan ook niet verenigbaar
met de basisdoelstellingen van het ontwerp-Ruim-telijk Structuurplan Vlaanderen.
Volgens het ontwerp-Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen moet worden onderzocht in welke mate deze vliegvelden van lokaal belang inzake gebruik kunnen worden geoptimaliseerd met het oog op het recreatie- en scholingsvliegen. De con-crete ontwikkeling van de terreinen moet worden afgewogen tegen de ruimtelijke ontwikkelingsper-spectieven voor woonkernen, n a t u u r, bos en land-bouw én tegen het beleid ten aanzien van de stilte-gebieden.