• No results found

Vraag nr. 29 van 3 oktober 1996 van mevrouw VERA DUA

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 29 van 3 oktober 1996 van mevrouw VERA DUA"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 29 van 3 oktober 1996

van mevrouw VERA DUA

Vloethemveld Zedelgem – Militair oefenterrein Uit het antwoord van de federale minister van Landsverdediging Poncelet op een schriftelijke vraag van volksvertegenwoordiger Lozie, blijkt dat de minister "beslist heeft om de zuidelijke helft van het kwartier Vloethemveld te behouden als militair domein, ten behoeve van de school voor onderofficieren en van andere eenheden van de K r i j g s m a c h t " . Volgens de minister is er immers een nieuwe behoefte ontstaan aan een geschikt oefen-terrein in de onmiddellijke omgeving van de s c h o o l . Nochtans stond het ganse domein op de lijst van de domeinen die, in het kader van de her-structurering van de krijgsmacht, in aanmerking komen voor vervreemding.

Intussen is het genoemde domein definitief op het gewestplan ingekleurd als "natuurgebied met wetenschappelijke waarde".

Wettelijk is bepaald dat in dergelijk natuurgebied "enkel de handelingen en werken toegestaan zijn die nodig zijn voor de actieve of passieve bescher-ming van het gebied". Het lijkt me dan ook over-duidelijk dat in dit gebied ook geen militaire activi-teiten kunnen plaatsvinden.

1. Kan de zuidelijke helft van V l o e t h e m v e l d gezien zijn nieuwe bestemming op het gewest-plan nog als militair oefenterrein worden gebruikt ?

2. Zijn militaire oefeningen en activiteiten niet in strijd met de bestemming van het gewestplan ? Zo neen, waarom niet ?

3. Welke stappen overweegt de minister om te voorkomen dat dit gebied inderdaad gebruikt zal worden als militair oefenterrein ?

Antwoord

Ingevolge het besluit van de Vlaamse regering van 5 april 1995 houdende vaststelling van een gedeelte van het gewestplan Brugge-Oostkust, werd het voormalige militaire domein van Zedelgem – ter plaatse "Vloethemveld" – geheel bestemd als "natuurgebied met wetenschappelijke waarde – R " , behoudens twee kleinere deelzones die een bestemming kregen als een zone voor "natuuredu-catieve infrastructuur – NE", waarvoor de

bepalin-gen van het aanvullend stedenbouwkundig voor-schrift – artikel 3 – gelden.

In de marge van de bestemmingen die voor dit ex-militaire domein werden vastgesteld in voormelde g e w e s t p l a n w i j z i g i n g, wil ik er eveneens op wijzen dat dit volledige domein begrepen is in de bescher-ming als landschap van het "Vloethemveld te Zedelgem en Ja b b e k e " , definitief vastgesteld bij MB (ministerieel besluit) van 9 juni 1995.

1. en 2. Het gebruik van de betrokken terreinen als militair oefenterrein is strijdig met de ordenings-maatregelen voor de R-gebieden, zoals die zijn bepaald in artikel 13 § 4.3.2. van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplan-n e gewestplan-n . Voormelde activiteitegewestplan-n zijgewestplan-n evegewestplan-neegewestplan-ns strijdig met het in de inleiding van dit antwoord vermel-de stevermel-denbouwkundig voorschrift van vermel-de zone NE en met bepaalde beschermingsvoorschriften opgenomen in het voormelde MB inzake bescherming als landschap. De militaire overheid moet zich zoals de gewone burger houden aan de bestemmingen van het gewestplan, zodat kan worden gesteld dat militaire activiteiten in dit gebied in principe niet op een legale wijze kun-nen plaatsvinden. Terzake moet evenwel worden opgemerkt dat niet-vergunningsplichtige werken en handelingen vanuit de wet op de stedenbouw niet kunnen voorkomen, noch worden gesanctio-n e e r d . Daaregesanctio-nbovegesanctio-n begesanctio-n ik gesanctio-nog gesanctio-niet officieel op de hoogte gesteld van de handelingen die de militaire overheid in het domein plant.

3. Ik zal de minister van Landsverdediging een brief schrijven waarin zal worden gewezen op de bestemmingen en de ordeningsmaatregelen die gelden voor het betrokken gebied. Ik zal hem tevens wijzen op de bijkomende bescher-mingsmaatregelen bepaald in het MB van 9 augustus 1995 omtrent de bescherming van het betrokken gebied als landschap.

Ten slotte kan ik verwijzen naar het antwoord dat ik heb gegeven naar aanleiding van de mon-delinge vraag van de heer Jan Caubergs in de Commissie Ruimtelijke Ordening, O p e n b a r e Werken en Vervoer op 22 oktober 1996 over een mogelijke bouwovertreding op het militaire domein van Leopoldsburg (Beknopt Verslag nr. 9 van 13 november 1996, Bijlage, blz. 44 – red.).

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het ontwerpbesluit van de Vlaamse regering houdende statuut en organisatie van de Vlaam- se wetenschappelijke instellingen en de regeling van de rechtspositie van het personeel

De meeste klasse II-stortplaatsen wei- geren dit slib, hetzij omdat ze worden beheerd door een intercommunale die enkel materiaal aanvaardt van de aangesloten gemeenten, hetzij

Er werd in de loop van het productiejaar 1995 geen aanvraag tot afname van dierlijk mesto- verschot ingediend, dus werd er geen afzet- heffing geïnd voor

Welk bedrag aan compensaties moet worden uitbetaald aan de producenten waarvan cultuur- gronden gelegen zijn in de beschermde zones zoals bedoeld in artikel 15 § 4.. Hoeveel

Artikel 15 § 3 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, gewijzigd door het decreet van 20 december

In het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontrei- niging door meststoffen, gewijzigd door het decreet van 20 december 1995,

In artikel 6 van het mestdecreet is bepaald dat producenten die gebruik maken van laag-fosfor- voeder, mits goedkeuring door de Mestbank en voor de bedrijfssituatie 1996, de in

cent van deze niet-gezinsveeteeltbedrijven kan de bedoelde notificatie niet krijgen wegens de bedrijfsgrootte en hoeveel procent kan deze notificatie niet krijgen omdat