Vraag nr. 171 van 20 januari 1997
van mevrouw VERA DUA
Drongengoedhoeve Knesselare – Bestemmingsw i j-ziging
De Drongengoedhoeve in Knesselare werd in 1993 aangekocht door een privé-eigenaar met het doel daar een grootschalig horeca-complex te vestigen. Aangezien deze site volgens het gewestplan gele-gen is in natuurgebied en de hoeve zelf beschermd i s, werd de vergunning tot bestemmingswijziging, na lokaal protest en negatief advies van A r o h m (administratie Ruimtelijke Ordening, H u i s v e s t i n g en Monumenten en Landschappen), g e w e i g e r d door het college van burgemeester en schepenen. In beroep werd de aanvraag eveneens geweigerd door de bestendige deputatie. Momenteel loopt nog een beroepsprocedure bij de minister van Ruimtelijke Ordening.
Ondanks deze weigeringen wordt de hoeve nog steeds als feestzaal uitgebaat en dit zonder vergun-ning.
Ondertussen werden ook ingrijpende werken uit-gevoerd die nochtans vergunningsplichtig zijn. H e t college van burgemeester en schepenen weigert de werken te laten stilleggen, ondanks aandringen van diverse instanties.
Ondertussen escaleren de spanningen: een ambte-naar werd aangevallen en verwond, het voertuig van een lid van een plaatselijke natuurvereniging werd beschadigd, de gerechtsdeskundige werd de toegang tot het domein geweigerd.
Het wordt dus hoog tijd dat er krachtdadig wordt opgetreden in dit dossier.
1. Heeft de minister reeds een beslissing genomen over de vergunningsaanvraag in beroep ? 2. Welke stappen heeft de minister reeds gezet om
een definitief einde te maken aan deze illegale toestand ?
3. Eist het departement van de minister het herstel van de oorspronkelijke toestand ?
Antwoord
1. Over het beroep van de particulier tegen de beslissing van de bestendige deputatie werd gestatueerd.
Het beroep van de particulier werd inderdaad verworpen bij besluit van 18 november 1996. 2. Vernoemd besluit werd op 6 december 1996 aan
de particulier genotificeerd, zodat het duidelijk weze dat er geen sprake kan zijn van regularisa-tievergunning.
Mijn administratie heeft mij verder bevestigd dat de gepaste herstelvordering bij het parket werd ingeleid.
3. De vordering tot herstel is gebaseerd op art. 65 § 1a van de stedenbouwwet, namelijk :
– herstel van de plaats in de vorige staat ; – staken van de strijdige bestemming