Vraag nr. 42 van 31 januari 1996
van mevrouw VERA DUA
Provinciale subsidiëring – Subsidies en financiële reser-ves
In de Antwerpse provincieraad is beroering ontstaan over de toepassing van de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aan-wending van sommige subsidies.
Uit de bepalingen van artikel 3, 5 en 7 van deze wet lei-den sommigen af dat verenigingen die over financiële reserves beschikken, niet voor provinciale subsidiëring in aanmerking zouden komen, omdat het bestaan van deze reserves zou aantonen dat ze de subsidie niet gebruiken "voor het doel waarvoor ze werd toege-kend". Er wordt zelfs beweerd dat subsidies alleen mogen dienen voor het "aanzuiveren van de tekorten". 1. Klopt deze interpretatie van artikel 3, 5 en 7 van de
wet van 14 november 1983 inderdaad ?
2. Zijn er ergens grenzen bepaald waarbinnen de pro-vinciale subsidiëring moet gesitueerd zijn en zijn er richtlijnen inzake de correcte, concrete interpretatie van "het doel waarvoor ze werden toegekend" ? Antwoord
Voor de controle op de toekenning en op de aanwen-ding van subsidies die de provincie rechtstreeks of onrechtstreeks verstrekt aan rechtspersonen of natuur-lijke personen, is inderdaad de desbetreffende wet van 14 november 1983 van toepassing.
Artikel 4 van deze wet bepaalt dat, behoudens in de gevallen dat een wettelijke of een reglementaire bepa-ling daarin voorziet, elke beslissing tot verlening van een toelage de aard, de omvang en de aanwendings-voorwaarden ervan moet bepalen en tevens moet ver-melden welke verantwoording van de begunstigde wordt geëist alsook, in voorkomend geval, de termijnen waarbinnen de verantwoording moet worden gegeven. Krachtens dit artikel is het de subsidiërende overheid zelf, in casu de provincieraad, die in het toekenningsbe-sluit bepaalt voor welk doel de toelage mag worden aangewend.
De wet van 14 november 1983 sluit op zich financiële reservevorming niet uit. Dat kan eigenlijk worden beschouwd als een aanwendingsmodaliteit van de sub-sidie en kan derhalve in het toekenningsbesluit worden opgenomen.
Toch moet het aanleggen van reserves met behulp van werkingssubsidies op een ernstige grondslag gebeuren. Zo is het raadzaam dat, met het oog op de beheersing van de subsidiëring en omwille van de gelijke behande-ling van alle subsidieverkrijgers, de grenzen en de voor-waarden voor de reservevorming worden vastgelegd in een algemeen reglement. Eventueel kunnen aanvullen-de bepalingen woraanvullen-den opgenomen wanneer aanvullen-de specifie-ke omstandigheden in sommige sectoren dit vereisen. Het algemeen belang vereist dat door betoelaagde ver-enigingen zuinig en voorzichtig wordt omgesprongen met overheidsgelden.
Nochtans mag niet uit het oog worden verloren dat toe-lagen kunnen worden gestort door diverse overheden, terwijl de verkrijger niet altijd in de mogelijkheid ver-keert om binnen het lopend kalenderjaar de verant-woorde uitgaven te verrichten. Het samenlezen van balans, rekeningen en verslag inzake beheer en finan-ciële toestand, jaarlijks te bezorgen aan de verstrekker van de toelage, zal hieromtrent duidelijkheid verschaf-fen.