• No results found

Vraag nr. 135van 13 mei 1996van mevrouw VERA DUA

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 135van 13 mei 1996van mevrouw VERA DUA"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 135 van 13 mei 1996

van mevrouw VERA DUA

Reytmeersen Oudenaarde – Ecologisch impulsgebied Reeds sinds het begin van de jaren '90 werkt het pro-vinciebestuur van Oost-Vlaanderen aan de uitbouw van het Scheldevalleiproject. Met dit project wil men in de vallei van de Bovenschelde tussen Kluisbergen en Gent meer aandacht schenken aan het landschap, de natuur en de cultuurhistorische aspecten. Dit Scheldevalleipro-ject kadert volledig binnen het concept van de Groene Hoofdstructuur.

De realisatie van dit Scheldevalleiproject komt echter sterk in het gedrang door de geplande realisatie van een industriegebied in de Reytmeersen in Oudenaarde. Dit gebied maakt integraal deel uit van het nagenoeg ononderbroken open alluviaal gebied op de rechteroe-ver van de Schelde. Deze meersen zijn in de Groene Hoofdstructuur opgenomen als natuurontwikkelingsge-bied. In de beleidsbrief van de minister wordt gesteld dat de mogelijkheden zullen worden onderzocht om bijkomend één ecologisch impulsgebied per provincie te realiseren.

1. Erkent de minister het belang van deze Reytmeer-sen als potentieel waardevol natuurgebied in de Scheldevallei ?

2. Werden er reeds beslissingen genomen inzake de nieuwe ecologische impulsgebieden en zo ja, wel-ke ?

3. Welke stappen werden er reeds ondernomen om tot erkenning van de Reytmeer sen als ecologisch impulsgebied te komen ?

Antwoord

1. Het oorspronkelijke meerskarakter van de Reyt-meersen is teloorgegaan door opspuitingen met niet-verontreinigd slib. Sindsdien is het gebied ech-ter op een spontane manier opnieuw door de natuur ingenomen en is het geëvolueerd naar een struweel met specifieke soorten. Daarom heeft het gebied zelfs na de opspuitingen mogelijkheden voor natuurontwikkeling. Destijds werd het in het ont-werp van Groene Hoofdstructuur dan ook aange-duid als natuurontwikkelingsgebied. De bestem-ming als natuurgebied komt hieraan tegemoet. Bovendien maken de Reytmeersen deel uit van het nagenoeg ononderbroken open alluviale gebied op de rechterscheldeoever tussen de centra van Gavere en Oudenaarde. Aan de overzijde van de Schelde ligt een erkend natuurreservaat. Daardoor heeft het gebied een functie in het grotere geheel van het natuurgebied van de Bovenschelde.

2. en 3. Er werden nog geen beslissingen genomen omtrent ni euwe ecologis che impulsgebieden. Momenteel worden in het kader van de besprekin-gen over het ontwerp van decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, de bestaan-de projecten van ecologische impulsgebiebestaan-den geëva-lueerd.

Ik wil daarbij opmerken dat ecologische impulsge-bieden een ambtelijke werkingsoppervlakte bezit-ten van gemiddeld 10.000 ha. De Reytmeersen heb-ben een oppervlakte van ongeveer 50 ha.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op welke wijze zullen zowel voetgangers als fietsers op een vlotte en veilige manier deze afrit van de A17 ter hoogte van de Ke i b e r g- straat kunnen kruisen..

Artikel 15 § 6 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, gewijzigd door het decreet van 20 december

In artikel 15 § 2 van het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen, g e w i j- zigd door het

Uit deze gegevens kan de dierlijke productie per ha (productiedruk), h e t gebruik van dierlijke mest per ha (gebruiks- druk) en het bedrijfsmatig overschot

In het decreet van 23 januari 1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontrei- niging door meststoffen, gewijzigd door het decreet van 20 december 1995,

Dit artikel werd door het decreet van 20 december 1995 niet gewijzigd, maar in artikel 31, § 2 krijgt de Stuurgroep Vlaamse Mestproblematiek de opdracht voor 1 mei 1996 en

Het is inderdaad omwille van de bijzondere natuurwaarden die in het gebied aanwezig zijn, dat de Vlaamse regering in een aangepaste gebiedsbestemming heeft voorzien voor

De lokalen die dit wel zijn (volgens rubriek 32.1 van titel I van het Vlarem en omzendbrief van 20 maart 1997 – Belgisch Staatsblad 15 april 1997) moeten voldoen aan de