Vraag nr. 225 van 24 juni 1997
van mevrouw SONJA BECQ
Reprografieregeling – Financiële weerslag op onderwijs
In het verlengde van de federale wetgeving met betrekking tot de auteursrechten is een koninklijk besluit in de maak dat de vergoeding vastlegt (voor auteurs en uitgevers) voor het maken van kopies, zowel voor eigen als voor didactisch gebruik. Dit koninklijk besluit zal zeker gevolgen hebben voor de onderwijswereld, zowel voor de studenten (en hun ouders) als voor de leerkrachten en de scholen zelf.
1. Wordt in de voorgestelde regeling rekening gehouden met kopies voor "didactische doelein-den" en hoe wordt dit dan omschreven ?
2. Wordt/werd de minister betrokken bij de op-maak van dit koninklijk besluit en de gevolgen ervan voor de onderwijssector ?
3. Heeft de minister zicht op de mogelijke finan-ciële kosten van voormeld koninklijk besluit voor de onderwijssector (kleuter-, basis-, secun-dair, bijzonder, hoger, universitair, volwassenen-onderwijs, enz.) ?
4. Zal de Vlaamse overheid financieel tussenbeide komen of zal de meeruitgave die dit koninklijk besluit ongetwijfeld meebrengt, worden ver-haald op de scholen of de ouders, vermits in de werkingstoelagen tot op heden met deze uitga-ven geen rekening werd gehouden ?
Heeft de minister terzake reeds maatregelen uitgewerkt ?
Antwoord
Het koninklijk besluit betreffende de reprografie-vergoedingen is inmiddels goedgekeurd en zal ver-moedelijk eerlang in het Belgisch Staatsblad wor-den gepubliceerd.
1. In het besluit is een lager tarief vastgesteld (0,45 f r.) voor kopies van een beschermd werk, g e -maakt met een apparaat van een onderwijsin-stelling. Er is niet gekozen voor een aparte rege-ling voor kopies met didactische doeleinden, maar wel voor een gunstiger tarief voor alle
kopies van beschermde werken voor de onder-wijssector.
2. De gemeenschappen werden één maal verzocht om op zeer korte termijn hun mening te geven over het ontwerp van koninklijk besluit. E e n formeel overleg heeft niet plaatsgehad, ondanks de principiële opmerkingen die de gemeen-schappen bij het ontwerp hadden.
3. De financiële weerslag van de reprografierege-ling op de onderwijssector kan niet worden g e r a a m d . Er bestaan geen gegevens over het aantal kopies dat wordt gemaakt in het onder-w i j s. Dit aantal is overigens geen vast gegeven en kan jaarlijks wijzigen, waarbij verschillende factoren een rol spelen, zoals bijvoorbeeld het totaal aantal leerlingen, het aantal leerlingen in elk van de onderwijsniveaus of studierichtingen. Daarenboven rijst dan nog de vraag wat in het totale volume het aandeel kopies is van beschermde werken. Anderzijds worden door het koninklijk besluit ook forfaitaire vergoedin-gen ingevoerd op kopieermachines, duplicators, offsetmachines en scanners. Zonder over juiste gegevens te beschikken, mag toch worden aan-genomen dat de jaarlijkse meerkosten voor het onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap het bedrag van 100 miljoen zullen overtreffen. 4. Zodra het bedoelde koninklijk besluit in het
Belgisch Staatsblad gepubliceerd is, zal de weer-slag ervan op het onderwijs worden onderzocht en geëvalueerd en zullen de maatregelen wor-den getroffen die eventueel nodig zijn.