Vraag nr. 150 van 13 maart 1997
van mevrouw SONJA BECQ Kinderopvang – FCUD-subsidies
Artikel 62 van de sociale programmawet van 29 april 1996 bepaalt dat de financiering voor de nor-male werking van het Fonds voor Collectieve Ui t-rustingen en Diensten (FCUD) wordt stopgezet op 1 juli 1997. Deze werking heeft betrekking op : – gezins- en bejaardenhulp, voor ongeveer 275
miljoen (160 miljoen voor Vlaanderen) ;
– k i n d e r d a g o p v a n g, voor ongeveer 275 miljoen (130 miljoen voor V l a a n d e r e n ) , met daarnaast nog 400 miljoen voor leningen ;
– bijzondere opvang – opvang van zieke kinde-ren en opvang buiten de gewone werkukinde-ren, voor ongeveer 77 miljoen (35 miljoen voor Vlaanderen).
Om deze opdracht voor 1996 te kunnen uitoefe-n e uitoefe-n , werd voor eeuitoefe-n laatste keer eeuitoefe-n iuitoefe-njectie vauitoefe-n 600 miljoen toegestaan (ministerraad 24/11/1995). Teneinde tot een definitieve regeling te komen, werd in diezelfde ministerraad beslist tot een over-leg tussen de federale regering en de gemeenschap-p e n . Aangezien dit overleg niet (tijdig) tot stand k w a m , voorzag de federale regering in een laatste o v e r g a n g s r e g e l i n g, waarbij 325 miljoen werd over-geheveld van de Rijksdienst voor Kinderbijslag naar het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en D i e n s t e n . Een bedrag dat tot 650 miljoen kan wor-den opgetrokken, op voorwaarde dat de gemeen-schappen in hun begroting voor 1998 de nodige middelen inschrijven voor het voortzetten van deze initiatieven (KB 27/1/97).
De rechtszekerheid voor de diensten en de perso-neelsleden die er tewerkgesteld zijn, vereist dat een en ander niet op de lange baan wordt geschoven en dat snel duidelijkheid wordt geschapen.
1. Werd terzake overleg gepleegd met de federale overheid en/of de Franse Gemeenschap ? Zo neen, neemt de Vlaamse Gemeenschap daartoe initiatieven ?
2. Is deze problematiek op het niveau van de Vlaamse regering reeds aangekaart ?
Zo ja, werd er beslist om het wegvallen van de financiering van het Fonds voor Collectieve Uit-rustingen en Diensten zelf op te vangen ?
Antwoord
1. Zoals ik reeds in vroegere commissiebesprekin-gen heb aangehaald, in antwoord op interpella-ties dienaangaande, heb ik diverse overlegmo-menten gebruikt.
Allereerst ben ik rechtstreeks in overleg getre-den met de bevoegde federale minister, mevrouw Magda De Galan, op 10 maart 1997. De mondelinge afspraken heb ik schriftelijk bevestigd en overgezonden aan premier Je a n -Luc Dehaene en federaal begrotingsminister Herman Van Rompuy.
Verder heb ik overleg gepleegd met de voorzit-ter van het beheerscomité van het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten, s e n a t o r Bea Cantillon.
2. Deze problematiek werd reeds te berde gebracht op de vergadering van de V l a a m s e regering op 4 maart 1997.
De Vlaamse regering heeft bevestigd dat de in de begroting 1997 ingeschreven kredieten voor overname van de financiering van het FCUD zullen worden aangewend voor de kinderdag-verblijven en voor de buitenschoolse opvang. Voor de taken die de diensten gezins- en bejaar-denhulp vervullen in het kader van de zoge-naamde traditionele opdrachten van het FCUD, zijn in de begroting 1997 geen middelen inge-schreven.