• No results found

Vraag nr.26van 9 oktober 1997van mevrouw SONJA BECQ

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.26van 9 oktober 1997van mevrouw SONJA BECQ"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 26 van 9 oktober 1997

van mevrouw SONJA BECQ

Kind en Gezin Vlaams-Brabant – Provinciale zetel Enige tijd geleden werd door de Leuvense ge-meenteraad een resolutie aangenomen waarbij wordt aangedrongen om de provinciale zetel van Kind en Gezin voor de regio Vlaams-Brabant en Brussel naar Leuven over te brengen.

Nochtans is daar mijn inziens weinig aanleiding t o e. Bovendien is voor de regio Brussel de V l a a m s e verankering belangrijk. Tenslotte wordt de concre-te dienstverlening opgenomen, ofwel door de soci-aal verpleegkundigen in de verscheidene gemeen-t e n , ofwel vanuigemeen-t de regiohuizen die gedecengemeen-trali- gedecentrali-seerd zijn georganigedecentrali-seerd.

1. Op grond van welke criteria (in het algemeen) worden de provinciale zetels van Kind en Gezin vastgelegd ? Wat waren de concrete motieven voor de locatie van de zetel van V l a a m s - B r a-bant ?

2. Is er enige aanleiding (zoals bijvoorbeeld de opzeg van huur) voor Kind en Gezin of voor de minister om de provinciale zetel te verplaatsen ? 3. In hoeverre is de plaats van de provinciale zetel

bepalend voor de kwaliteit van de dienstverle-ning ?

Antwoord

1. Het criterium voor de vastlegging van de pro-vinciale zetels vloeit rechtstreeks voort uit de deconcentratie van de opdrachten van de instel-ling Kind en Gezin.

De beleidsunits – centrale afdelingen – hui-zen in de hoofdzetel in Brussel. De operationele divisies – provinciale afdelingen – realiseren de operationele werking van de instelling. Deze operationele divisies zijn provinciaal georgani-seerd,wat inhoudt dat in principe elke provincie over een divisie beschikt. De motivatie voor de oprichting van provinciale diensten ligt vooral in een directe, nabije ondersteuning van de werkzaamheden van Kind en Gezin op het vlak van preventieve zorg en kinderopvang.

In die context zijn de jongste jaren de provincia-le diensten van Kind en Gezin sterk ontwikkeld en zijn de operationele activiteiten die in de

hoofdzetel plaatsvonden grotendeels naar die diensten overgeheveld.

2. De oprichting van de nieuwe provincie Vlaams-Brabant heeft tot gevolg dat op dit ogenblik in deze provincie geen provinciale zetel is gelegen. De provinciale zetel was immers – vóór de tot-standkoming van de provincie V l a a m s - B r a b a n t – in Brussel (wel apart van de hoofdzetel) gevestigd. Op dit ogenblik functioneert de pro-vinciale dienst in Brussel zowel voor Brussel als voor de provincie Vlaams-Brabant.

Deze functionering op zich stelt echter geen problemen en er is dan ook geen enkele functio -n e l e rede-n om op dit oge-nblik tot verplaatsi-ng of splitsing van de provinciale zetel te besluiten. Een eventuele splitsing zou een niet geringe kostprijs voor de instelling inhouden.

3. Er is geen relatie tussen de ligging van de pro-vinciale zetel en de kwaliteit van de dienstverle-ning.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Aangezien het gaat om een territoriaal werkge- legenheidspact en de inbreng vanuit de regio hier van het grootste belang is, zijn hiervoor noch vanuit de Europese

Vorige week stelde Kind en Gezin haar jaarrapport 1996 voor, met daarin ook de resultaten met betrekking tot de werking van de consultatiebu- reaus voor het jonge kind, na

Ik merk verder op dat in het jaarrapport 1997 over het Sociaal Impulsfonds onder andere de nodige aandacht zal worden besteed aan de verschillende beleidsdomeinen waarbinnen de

In het verlengde van de federale wetgeving met betrekking tot de auteursrechten is een koninklijk besluit in de maak dat de vergoeding vastlegt (voor auteurs en uitgevers) voor

Zowel binnen het algemeen welzijnswerk, Kind en G e z i n , als het Vlaams Fonds voor de Sociale Inte- gratie van Personen met een Handicap (VFSIPH) worden programma's voor

Kan per gemeente worden aangegeven hoeveel werkgelegenheid er via de SIF-middelen werd gecreëerd (uitgedrukt in fulltime-equivalenten) met opgave van de SIF-middelen die

Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leefmilieu

Van bij de start van het experiment (1 oktober 1996) tot en met 31 december 1997 hebben 1.793 cliënten zich bij de ATB-diensten aange- meld voor het starten van een individuele