• No results found

Vraag nr. 28 van 10 oktober 2003 van de heer FRANCIS VERMEIREN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 28 van 10 oktober 2003 van de heer FRANCIS VERMEIREN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 28

van 10 oktober 2003

van de heer FRANCIS VERMEIREN Energie-audit – Procedure

In het kader van de duurzame ontwikkeling werd in de wet van 10 augustus 2001 houdende hervor-ming van de personenbelasting, door de federale minister van Financiën een artikel 33 ingelast dat een belastingvermindering in het vooruitzicht stel-de voor stel-de uitgaven gedaan door stel-de eigenaar van een woning die één of meer welomschreven ener-giebesparende werken zou laten uitvoeren. D i e vermindering zou van toepassing zijn op werken uitgevoerd vanaf 1 januari 2003.

Uit het antwoord op mijn schriftelijke parlementai-re vraag nr. 337 van 20 juni 2003 blijkt dat die be-lastingvermindering (nota bene van 500 euro) een maat voor niets zal zijn (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 1 van 3 oktober 2003, blz. 124). Knelpunt is inderdaad dat de Vlaamse regering voor de uitvoering van energie-audits in woningen mikt op reeds actief zijnde professionele energie-adviseurs die reeds enige ervaring hebben met e n e r g i e-a u d i t s. Het zou om een overgangsregeling g a a n , die later opengetrokken zou worden tot een bredere selectiebasis van kandidaat-e n e r g i e-a u d i-t o r s. Er zouden ook zelfsi-tandigen kunnen worden ingeschakeld actief op het vlak van de energievoor-z i e n i n g e n . Eveneens energievoor-zou een specifieke opleiding tot gecertificeerd energie-auditor voor woningen worden georganiseerd.

Uiteindelijk blijft er nog de prijs die een erkend e n e r g i e-auditor mag aanrekenen. Die zou volgens het antwoord op mijn vraag nr. 337 in verhouding staan tot de geleverde diensten.

De vraag rijst of het fiscaal voordeel voor de uit-voering van energiebesparende maatregelen nog de moeite loont om deze te laten uitvoeren en te laten controleren door een energie-a u d i t o r. M o e t inderdaad deze audit gebeuren vóór de werken vermeld onder de punten 1 tot en met 5 die op een belastingvermindering recht geven, worden aange-vat ? Mocht dit het geval zijn, dan is het uitgesloten dat ook maar één belastingplichtige deze maatre-gel zou kunnen genieten, aangezien op dit ogenblik elk initiatief om aanspraak te maken op een fiscaal voordeel niet meer tot concrete uitvoering kan lei-d e n . Deze maatregel gellei-dt slechts voor één jaar, dus voor werken in de loop van 2003, dat ten einde loopt.

Waarom kan geen factuur volstaan, a f g e l e v e r d door een erkend aannemer, zonder een beroep te moeten doen op een energie-auditor ? Is dit geen bijkomende administratieve rompslomp, terwijl de regering juist de vereenvoudiging van de procedu-re in het vooruitzicht stelde ?

Kan de minister meedelen wanneer eindelijk klaar-heid en duidelijkklaar-heid zal kunnen worden gescha-pen in dit administratief kluwen ?

Antwoord

(2)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ingevolge de resolutie van het Vlaams Parlement van 20 juni 2001 over het spoorwegbeleid waarin om een strategisch MER wordt gevraagd voor lan- g e t e r m i j n p l a n n e n , wordt

In dit verband vernam ik dan ook graag of door Aquafin reeds de mogelijkheid onder ogen werd genomen om, bij de verwerking van het residu van de waterzuivering, het

ve die de Vlaamse gemeenten die deze KWZI's moeten aanleggen, zullen moeten doen om tegen 2009 te voldoen aan de door de Europese Commissie gestelde eisen inzake het

2° televisieomroepprogramma's van de door de Vlaamse Gemeenschap erkende parti- culiere televisieomroepen, die zich richten tot de gehele Vlaamse Gemeenschap zoals bedoeld in

Binnen de groep van de onderzoekscentra nemen de Vlaamse onderzoeksinstellingen (het Interuniversitair Micro-elektronica Cen- trum IMEC, de Vlaamse Instelling voor Te c

In februari 2001 werd door de Vlaamse Instel- ling voor Technologisch Onderzoek (VITO) een B B T-studie naar technieken voor de verwerking van te verwijderen huishoudelijke

Binnen dit project zullen dan alleszins enkele metingen in Wielsbeke uitgevoerd worden3. Vo l- gens de planning zou dit project uiterlijk begin 2004 opgestart

H e t aandeel van de industrie in het eindverbruik van aardgas (exclusief het aardgas voor de elek- triciteitscentrales) bedraagt 50%.. 83% van het aardgas dat de