• No results found

Vraag nr. 10 van 11 oktober 2002 van de heer FRANCIS VERMEIREN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 10 van 11 oktober 2002 van de heer FRANCIS VERMEIREN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 10

van 11 oktober 2002

van de heer FRANCIS VERMEIREN

Afvalwaterzuivering – Kostprijs en subsidiëring Volgens de Europese richtlijn stedelijk afvalwater moet tegen 2009 het oppervlaktewater in V l a a n d e-ren dat thans niet beantwoordt aan de kwaliteits-normen vastgelegd door de Europese Commissie gezuiverd zijn. Het gaat om het huishoudelijk af-v a l w a t e r. Momenteel af-voldoet slechts 52 % aan deze vereiste.

Door extra grootschalige rioolwaterzuiveringsin-stallaties (RWZI) moet dit percentage evolueren naar 75 %.

Voor het overige moeten de gemeenten investeren in rioleringen en kleinschalige waterzuiveringsin-stallaties (KWZI's). Eigenaars van woningen die niet zijn aangesloten op de rioleringen moeten zelf hun afvalwater zuiveren.

1. Voor de gemeenten zullen subsidies worden toegekend.

Zal dit ook het geval zijn voor particulieren niet aangesloten op de riolering ?

Aangezien Aquafin het afvalwater en de regen door afzonderlijke buizen wil leiden, zullen deze particulieren zelf moeten instaan voor de zuive-ring in eigen installaties ?

Voor welk percentage van de kosten zullen zij eventueel op subsidies kunnen rekenen ? 2. Heeft men reeds een idee van de globale

uitga-ve die de Vlaamse gemeenten die deze KWZI's moeten aanleggen, zullen moeten doen om tegen 2009 te voldoen aan de door de Europese Commissie gestelde eisen inzake het stedelijk afvalwater ?

Bezit men enige aanwijzing over de uitgaven die een particulier te zijnen laste zal moeten nemen voor de realisatie van een installatie voor de zuivering van het door hem geproduceerde af-valwater ?

Antwoord

1. In tegenstelling tot de datum vermeld in de aan-hef van de vraag dienen conform de EU richt-lijn stedelijk afvalwater tegen eind 2005 alle

lo-zingen van stedelijk afvalwater geloosd via een rioleringsstelsel gesaneerd te zijn ( E U : E u r o p e -se Unie – red.). Lozingen die niet in een riole-ringsstelsel aangesloten op een RWZI terecht-komen dienen op een afdoende wijze behan-deld te worden.

Deze richtlijn werd voor Vlaanderen geïmple-menteerd in titel 11 van het V l a r e m , w a a r i n sinds 1995 de verschillende zuiveringszones en de bijhorende lozingsvoorwaarden zijn inge-schreven.

Het is inderdaad zo dat in gebieden waar noch het gewest, noch de gemeente in investeringen v o o r z i e n , de burger zelf dient in te staan voor de zuivering van het huishoudelijk afvalwater. Het scheiden van het afvalwater en hemelwater heeft niets te maken met de werkwijze van Aquafin of het verplicht zijn om eventueel zelf te zuiveren. Het scheiden van het afvalwater en hemelwater is vooral ingegeven vanuit milieu-o milieu-o g p u n t . In dit kader dient milieu-opgemerkt dat wie zelf zijn afvalwater moet behandelen, ook tot een scheiding van de stromen zal moeten over-gaan aangezien de individuele zuiveringsinstal-laties niet functioneren indien het hemelwater hierop is aangesloten.

Sinds 1999 worden deze particulieren financieel ondersteund door het gewest via de kanalen van het toen geldende Milieuconvenant tussen ge-meenten en het Vlaams Gewest. Ook in de mo-menteel geldende samenwerkingsovereenkomst is deze financiële ondersteuning overgenomen. Uiteraard geldt de financiële ondersteuning door het gewest enkel voor gemeenten die de samenwerkingsovereenkomst ondertekend heb-ben en hierdoor zich engageerden om ook een gemeentelijk subsidiereglement uit te vaardi-g e n . De tevaardi-gemoetkominvaardi-g aan de particulier is bijgevolg verschillend van gemeente tot ge-m e e n t e. Het aandeel van de gewestelijke subsi-die beloopt minimaal een gelijk bedrag als de gemeente maar bedraagt maximaal 1.000,00 euro per installatie. Naast de particulier onder-steunt het gewest ook het lokale bestuur als compensatie voor de administratieve verwer-king van de dossiers.

(2)

totnogtoe niet mogelijk geweest een correct beeld te krijgen van de uitgaven van de V l a a m-se gemeenten voor het geheel van de waterzui-v e r i n g, laat staan wat de aanleg waterzui-van KWZI's be-treft.

In het kader van de lopende opdrachten "zone-ring" en "Masterplanning" moet het mogelijk zijn te bepalen tot hoe ver de collectieve infra-structuur reikt. Daarbij dient in overleg met de gemeente verder uitgemaakt te worden waar een KWZI aangewezen is. Op basis van de ca-paciteit van deze KWZI's zal de bouw ervan tot de gewestelijke of de gemeentelijke taken beho-r e n . Eens deze beho-randvoobeho-rwaabeho-rden bekend zijn, zal een inschatting kunnen gemaakt worden van de kosten voor KWZI's.

Momenteel zijn dus nog geen cijfers ter beschik-king in verband met de globale uitgave voor de Vlaamse gemeenten voor de aanleg van KW-ZI's.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Bestaat er reeds overleg met de toeristische diensten van het Brussels Gewest voor de reva- lorisatie van het bekken van de Zenne, dat trou- wens enige tijd geleden het

De totale kosten voor de deelname aan de beurs in de vorm van stands en dergelijke be- droegen voor het Ministerie van de V l a a m s e Gemeenschap in 1996 675.112,06

Hiervan is 39 % uit- gemond in een positieve sollicitatie op basis van deze extra opleiding ; 39 % van de werkzoekenden hebben hun opleiding volbracht en solliciteren op basis van

Niet alle personen die aangesteld worden als postdoctorale onderzoeker zetten na het beëin- digen van dit mandaat hun loopbaan aan de universiteit voort, zij gaan ook naar

Fe b e l- auto V Z W, het beheersorganisme voor afge- dankte voertuigen dat in werking is getreden in uitvoering van de milieubeleidsovereenkomst afgedankte voertuigen, schat

Veel eigenaars maken gebruik van lage intrestvoe- ten om zich een groter comfort te veroorloven of om hun elektriciteits- en gasfactuur te verlichten door passende isolatie van

In voormeld jaarverslag wordt verwezen naar een nota die in 2002 zou worden opgesteld met het oog op een integrale visie op dat gebied inzake econo- mische

H e t aandeel van de industrie in het eindverbruik van aardgas (exclusief het aardgas voor de elek- triciteitscentrales) bedraagt 50%.. 83% van het aardgas dat de