• No results found

Vraag nr.99 van 6 januari 1997 van de heer LUDO SANNEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.99 van 6 januari 1997 van de heer LUDO SANNEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 99 van 6 januari 1997

van de heer LUDO SANNEN

Participatieraden – Naleving oprichtingstermijn De installatie van een participatieraad behoort tot de subsidieringsvoorwaarden voor een vrije school. De inrichtende macht draagt hierbij de eindverant-woordelijkheid.

Die participatieraden moesten in de loop van 1996 gevormd worden. Nochtans presteert een school het om dit zo laattijdig te organiseren dat de parti-cipatieraad pas begin 1997 operationeel zal zijn. Is het verantwoord om dan nog te gaan spreken over de criteria voor de verdeling van het lestijden-pakket ? Het kan toch niet dat er halfweg het schooljaar nog fundamentele wijzigingen plaats-hebben ?

Toch had het urenlestijdenpakket reeds voorwerp moeten uitmaken van een overleg tussen de inrich-tende macht en een vertegenwoordiging van het p e r s o n e e l . Er is echter geen bilateraal overleg, noch met de officiële COC-afvaardiging (Christelijke Onderwijscentrale), noch met de AC O D -afvaardiging (Algemene Centrale der Openbare Diensten).

Overtreedt de inrichtende macht hiermee niet het syndicaal statuut ?

Kan een inrichtende macht de wettelijke verzuch-tingen van tijdelijken, van terbeschikkinggestelden en van andere personeelsleden die via de bij wet bepaalde kanalen om overleg vragen, u i t s t e l l e n en/of afstellen en zomaar naast zich neerleggen ?

Antwoord

Het decreet van 23 oktober 1991 betreffende de medezeggenschap in het gesubsidieerd onderwijs verplicht de inrichtende machten binnen het gesubsidieerd onderwijs om in iedere school een participatieraad op te richten en om in die partici-patieraad de ouders, het personeel en de lokale gemeenschap te informeren over bepaalde mate-r i e s, voomate-r andemate-re matemate-ries hun advies te vmate-ragen en over nog andere aangelegenheden overleg te ple-gen.

De vaststelling van de criteria voor de aanwending van het lestijdenpakket en de uren-leraar vormt

een van die aangelegenheden waarover in de parti-cipatieraad moet worden overlegd.

Het mandaat van de participatieraden die na het in werking treden van vermeld decreet werden opge-r i c h t , veopge-rliep op het einde van het schooljaaopge-r 1995-1996 ; de inrichtende machten dienden dus nieuwe verkiezingen te organiseren.

Indien dat om welke reden dan ook niet gebeurd i s, kan klacht worden ingediend bij het bevoegd p a r t i c i p a t i e c o l l e g e, opgericht in de schoot van de Vlaamse Onderwijsraad. Het participatiecollege kan de regering adviseren een sanctie op te leggen. Die sanctie kan voor een inrichtende macht die in gebreke is een terugvordering van werkingsmidde-len inhouden.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Via een permanente opvolgingscommissie dient de NV Tessenderlo Chemie de bevolking te informe- ren over de resultaten van de onderzoeken naar technieken tot verdere reductie van

In de studie die het studiebureau Iwaco in opdracht van de Nederlandse provincie Lim- burg in 1988 heeft uitgevoerd aan Nederlandse z i j d e, werd besloten dat

heeft KS (en diens rechtsopvolger Mij- nen/HWP/LRM) zich ertoe verbonden om alle kosten die werden gemaakt of gedragen door de investeerder voor de realisatie van het

In de vergunning van 1 juni 1995, verleend door de bestendige deputatie en bevestigd door de beslis- sing van de Vlaamse minister voor Leefmilieu bij de beroepsprocedure, wordt

Artikel 5.17.1.3 van Vlarem II bis bepaalt dat het verboden is een inrichting als bedoeld in artikel 5.17.1.1 (industriële activiteiten en opslagplaatsen met risico’s van

Het is evident dat dit voor grote verontreinigde oppervlaktes economisch niet haalbaar is (kost- prijzen van meer dan 2.000 frank per ton voor afgraven en reinigen),

OVAM-bodemsaneringen – Stand van zaken In het besluit van de Vlaamse regering houdende vaststelling van de lijst van de bodemsaneringen waarvan de uitvoering ambtshalve door

Heeft de minister reeds maatregelen genomen om de dyslexie binnen het gewoon onderwijs te begeleiden en zo ja wanneer en welke, w e l k e evaluatie werd daaraan