Vraag nr. 256 van 30 april 1997
van de heer LUDO SANNEN
B e s t e m m i n g swijziging Smeerpijp – A f v a l w a t e r Tessenderlo Chemie
Onlangs maakte de minister bekend dat de afval-collector langs het Albertkanaal (de beruchte Smeerpijp) zal worden gebruikt voor het transport van drinkwater.
Deze beslissing heeft tot gevolg dat het bedrijf Te s-senderlo Chemie het industrieel afvalwater dus niet meer kan afvoeren via deze collector.
De recentste lozingsvergunningen van dit bedrijf (1986) werden echter verleend in afwachting van het in gebruik nemen van de collector.
1. Worden de lozingsvergunningen gewijzigd op basis van de beslissing van de minister ?
2. Moet Tessenderlo Chemie in kader van het bovenvermelde een nieuwe lozingsvergunning aanvragen, of wordt deze procedure ambtshalve ingezet ?
3. Op welke wijze kan het zoutgehalte van het geloosde water worden beperkt ?
4. Wordt de werkgroep rond de problematiek van het afvalwater en de sanering van de Laak nog s a m e n g e r o e p e n , of wordt een nieuwe werk-groep samengesteld ?
5. Indien een nieuwe werkgroep is (of wordt) samengesteld, welke diensten en instanties heb-ben dan zitting in deze werkgroep ?
Antwoord Vragen 1, 2 en 3
De NV Tessenderlo Chemie beschikt momenteel over twee lozingsvergunningen, o o r s p r o n k e l i j k daterend van november 1986, voor de lozing van bedrijfsafvalwater respectievelijk afkomstig van de anorganische en de organische productie-eenhe-den.
Als gevolg van de ondertekening op 27 september 1996 van de overeenkomst tussen drinkwatermaat-schappijen en het Vlaams Gewest, waardoor de afvalwatercollector volledig zal worden gebruikt voor drinkwatertransport, blijft als enig realistisch
alternatief de bestendiging van lozing van de afval-waters van de NV Tessenderlo Chemie in de Laak en de Wi n t e r b e e k . Deze lozing mag in geen enkel geval het bereiken van de oppervlaktewaterkwali-teitsdoelstellingen voor het water van de Laak en de Winterbeek in het gedrang brengen, met uitzon-d e r i n g, voor uitzon-de eerstkomenuitzon-de jaren, van uitzon-de para-meters chloride, sulfaat en het geleidingsvermogen. In het licht van de in de titel I van het Vlarem op-genomen vierjaarlijkse ambtshalve evaluatie van de lozingsvergunning wordt aan de NV Te s s e n d e r-lo Chemie, overeenkomstig de V l a r e m - p r o c e d u r e, de verplichting opgelegd de inspanningen onver-minderd voort te zetten in het zoeken naar tech-nieken met wetenschappelijk onderzoek die op ter-mijn ook het gehalte aan zout kunnen reduceren, dermate dat de oorspronkelijke zoetwaterecologie van de Laak en de Winterbeek kan worden her-steld.
Vragen 4 en 5
Via een permanente opvolgingscommissie dient de NV Tessenderlo Chemie de bevolking te informe-ren over de resultaten van de onderzoeken naar technieken tot verdere reductie van het zoutgehal-t e, en van de mezoutgehal-tingen van de kwalizoutgehal-teizoutgehal-t van hezoutgehal-t geloosde afvalwater die het bedrijf overeenkomstig titel II van het Vlarem en de milieuvergunning moet uitvoeren.
In deze permanente opvolgingscommissie hebben de volgende vertegenwoordigers zitting :
– een afgevaardigde aangewezen door elk van de colleges van burgemeester en schepenen van de gemeenten Laakdal, Tessenderlo, Kwaadmeche-len, Westerlo, Zichem en Diest ;
– een afgevaardigde aangewezen door elk van de gemeentelijke milieuraden van dezelfde gemeenten ;
– een afgevaardigde aangewezen door elk van de bestendige deputaties van de provincieraden van de provincies A n t w e r p e n , Limburg en Vlaams-Brabant ;
– een afgevaardigde van de afdeling Milieuver-gunningen van de administratie Milieu-,Natuur-, Land- en Waterbeheer (Aminal) ;
– een afgevaardigde van de afdeling Water van Aminal ;
– een afgevaardigde van de Vlaamse Milieumaat-schappij (VMM) ;
– een vertegenwoordiger van het bedrijf ; – de milieucoördinator van het bedrijf ;
– een milieudeskundige erkend in de discipline "water" aangewezen door het bedrijf.