• No results found

Vraag nr. 77 van 11 mei 2000 van de heer DIDIER RAMOUDT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 77 van 11 mei 2000 van de heer DIDIER RAMOUDT"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 77 van 11 mei 2000

van de heer DIDIER RAMOUDT

Autoradiotaks – Opmerkingen Vlaamse Ombuds-dienst

In het jaarverslag van de Vlaamse Ombudsdienst staat te lezen (Vlaamse Ombudsdienst, Ja a r v e r s l a g 1999, blz. 77 – red.) :

" Vele burgers gaan er [...] van uit dat een schrap-ping van de nummerplaat bij de Federale Dienst voor Inschrijvingen van de Voertuigen (DIV) auto-matisch tot schrapping van de luistertaks leidt. D a t is echter niet het geval. De schrapping in het D I V-register heeft momenteel geen enkel gevolg voor de heffing van een luistertaks. Alhoewel de gegevens van de DIV blijkbaar ter beschikking staan van de Belastingdienst voor Vlaanderen (in de service level agreement met CIPAL verleent de Vlaamse Gemeenschap toestemming aan CIPA L tot het gebruik van de bestanden van DIV), w o r-den ze niet gebruikt voor het bijwerken van het be-l a s t i n g k o h i e r. Zobe-lang er geen wettige opzegging is blijft de heffing dus lopen."

Mutatis mutandis geldt het bovenstaande ook voor televisie en de relatie tussen de kabelmaatschappij-en kabelmaatschappij-en de Belastingdikabelmaatschappij-enst voor Vlaanderkabelmaatschappij-en.

1. Hoe komt het dat in deze materie geen twéé-richtingsverkeer geldt ? Waarom worden de ge-gevens die bij de DIV binnenkomen niet door-gespeeld naar de Belastingdienst voor V l a a n d e-ren ?

2. Is eraan gedacht om, in het kader van de admi-nistratieve vereenvoudiging en naast de andere voorstellen die door de minister-president wor-den voorbereid, ook hieromtrent voorstellen te formuleren ?

3. Welk gevolg wordt gegeven aan de aanbeveling van de Vlaamse Ombudsdienst dat de Belas-tingdienst voor Vlaanderen in dergelijke geval-len de betrokkenen dient te informeren over de juiste opzegregeling ( A a n b e v e l i n g e n : i b i d . , b l z . 92-93 en blz. 170-17 – red.).

Antwoord

1. De opzegging van een toestel wordt geregeld bij artikel 15 van de wet van 13 juli 1987 inzake k i j k- en luistergeld. Dit artikel stipuleert : " a l wie geen houder meer is van één of meer auto-radiotoestellen of van een televisietoestel moet dit schriftelijk mededelen aan de Dienst

Kijk-en Luistergeld vóór de in artikel 7 bepaalde ui-terste betaaldatum, met opgave van de bestem-ming die aan de toestellen werd gegeven en eventueel van de naam of de benaming en het adres van de nieuwe houder. Indien deze ver-plichting niet wordt nageleefd, moet het kijk- e n luistergeld voor de volgende periode worden gekweten".

Artikel 7 van voornoemde wet stipuleert dat het k i j k- en luistergeld verschuldigd is voor perio-des van twaalf achtereenvolgende maanden, a f-hankelijk van de beginletter van de naam of be-naming van de houder. Voor houders van wie de naam begint met een letter van A tot en met J begint deze jaarlijkse periode op 1 april, w e r d de uiterste betaaldatum vastgesteld op 31 mei en eindigt deze jaarlijkse periode op 31 maart van het volgende jaar ; voor de houders van wie de naam begint met een letter van K tot en met Z begint deze jaarlijkse periode op 1 oktober, werd de uiterste betaaldatum vastgesteld op 30 november en eindigt deze periode op 30 sep-tember van het volgende jaar.

De Vlaamse volksvertegenwoordiger veronder-stelt ten onrechte dat de Belastingdienst voor Vlaanderen – Kijk- en Luistergeld een ingeko-hierd luistergeld kan annuleren op basis van ge-gevens van de DIV. Deze procedure is niet op-genomen in de vigerende wetgeving inzake kijk-en luistergeld. Voor de Belastingdikijk-enst voor Vlaanderen – Kijk- en Luistergeld zijn deze ge-gevens bijgevolg louter informatief. B o v e n d i e n impliceert de schrapping van een bepaalde nummerplaat niet noodzakelijk dat men geen houder meer is van een autoradiotoestel (bv. b i j vervanging wagen of aanvraag nieuwe nummer-p l a a t ) . Ook zou bij het automatisch schranummer-pnummer-pen van autoradiotoestellen op basis van bij de DIV geschrapte nummerplaten niet worden voldaan aan de wettelijke vereiste dat, bij opzegging van een toestel, de bestemming ervan moet worden meegedeeld.

(2)

De Belastingdienst voor Vlaanderen – Kijk- e n Luistergeld is anderzijds wel verplicht om de nieuwe kabelabonnees aan te schrijven en hen uit te nodigen hun situatie inzake het al dan niet houden van een televisietoestel mee te delen, wat dan ook maandelijks gebeurt met de brief V L N 1 3 1 1 . Deze verplichting vindt haar oor-sprong in artikel 10 § 4 van de wet van 13 juli 1987 inzake kijk- en luistergeld.

2. Onmiddellijk na de start van de nieuwe regering werd onder impuls van mijn kabinet en van de bevoegde administratie binnen de Vlaamse Ge-meenschap een vroegere werkgroep opnieuw g e a c t i v e e r d . De bedoeling van deze werkgroep is eerst binnen de drie bevoegde gemeenschap-pen tot een consensus m.b. t . de te wijzigen arti-kels te komen, waarna de werkgroep met een vertegenwoordiger van de federaal bevoegde minister zou worden uitgebreid. De materie is namelijk een federale aangelegenheid, w a a r b i j dus een wijziging via het federale parlement moet worden goedgekeurd mits uiteraard de goedkeuring ervan door de drie parlementen van de gemeenschappen.

De werkgroep heeft reeds een aantal besprekin-gen achter de rug, waarbij reeds diverse voor-stellen voor een klantvriendelijker karakter van de wet werden besproken.

3. De te vervullen formaliteiten qua opzegging van een toestel staan duidelijk vermeld op de keerzijde van de aanslagbiljetten, zodat onwe-tendheid niet kan worden ingeroepen. O o k wordt de houder hierover geïnformeerd via de folder van de Belastingdienst voor V l a a n d e r e n – Kijk- en Luistergeld en ook via de website op I n t e r n e t . Ook tijdens mediacampagnes, die ge-regeld worden georganiseerd, komt dit item aan bod.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit is structureel ingebouwd in het decreet van 31 maart 1993 houdende vaststelling van het Charter van de We r k z o e k e n d e, dat inhoudt dat iedere werkzoekende

Op voornoemde wet is er echter een uitzondering, namelijk volgens artikel 4 is het bedoelde verbod niet van toepassing wanneer voor de aanwerving van personeel een

Onverminderd de bepalingen van het koninklijk besluit van 9 mei 1977 tot uitvoering van de wet van 17 juli 1975 betreffende de toegang van gehan- dicapten tot voor het

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Renaat Landuyt, Vlaams minister van Werkgelegenheid

Hoeveel en welke van de steden en gemeenten wier dossier in eerste instantie niet ontvankelijk werd verklaard, dienden geen aangepast dossier in.. Waarom werd het dossier van

Het graduaatsdiploma van de opleidingen van één cyclus van de hogescholen zou – gezien de driejarige studieduur – in aanmerking kunnen komen als afsluitend diploma van de

Dergelijke activiteiten georganiseerd door scholen zijn gereglementeerd door onder andere het ko- ninklijk besluit (KB) van 12 februari 1976 (Bel- gisch Staatsblad van 8

I n- dien deze steden niet over de vereiste culturele in- frastructuur beschikken, is het dus mogelijk dat een andere stad of gemeente die wel over een goed uitgerust