• No results found

Vraag nr. 311 van 24 april 1997 van de heer GEORGES CARDOEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 311 van 24 april 1997 van de heer GEORGES CARDOEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 311 van 24 april 1997

van de heer GEORGES CARDOEN Afdelingen ROHM – Informatietaak

Sedert enkele maanden kunnen bouwers of ver-bouwers niet meer terecht bij de afdeling RO H M VlaamBrabant (Ruimtelijke Ordening, H u i s v e s-ting en Monumenten en Landschappen) met con-crete vragen rond hun bouw- of verbouwproject. Deze voorafgaandelijke vragen besparen zowel de betrokkenen zelf als de betrokken diensten noch-tans vaak heel wat zinloos werk. Goede informatie vooraf voorkomt nutteloze of verkeerde aanvra-g e n . In Vlaams-Brabant is dit op dit moment echter niet meer mogelijk.

1. Is deze veranderde werkwijze van kracht bij alle afdelingen ROHM ?

2. Is dit een initiatief van de minister ? 3. Wat is de reden van deze plotse wijziging ?

Past dit in de visie van de minister inzake een nieuwe politieke cultuur ?

Antwoord

Ik wijs erop dat de vraag van de Vlaamse volksver-tegenwoordiger gebaseerd is op foutieve informa-tie dat de dienst Ruimtelijke Ordening van de afdeling Rohm Vlaams-Brabant nog steeds bereik-baar is voor alle informatie omtrent bouwen of verbouwen.

De regeling inzake informatieverstrekking bij de dienst Ruimtelijke Ordening zit als volgt in mekaar.

– Wat de telefonische oproepen betreft.

De vragen over de stand van de dossiers wor-den door de secretariaten beantwoord. I n l i c h-tingen over de inhoud worden door de dossier-behandelaars verstrekt.

– De vragen van de gemeentebesturen, wat het bespreken van dossiers betreft. Na de afspraak kan het dossier worden besproken bij ons of op de gemeente, zoals vastgelegd bij de afspraak. De laatste regeling is van nut voor gemeenten die verder van Leuven verwijderd zijn.

– Wat de vragen tot voorafgaande bespreking van de dossiers door particulieren of architecten betreft.

Hier werd op basis van de opgedane ervaring geoordeeld dat er een wijziging in werkwijze zou moeten gebeuren, zonder dat er evenwel afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid voor iedere rechtzoekende om de passende informa-tie te verkrijgen. Daarom dient diegene die wenst geïnformeerd te worden over problemen in verband met ruimtelijke ordening, zich in eerste instantie te wenden tot de bevoegde dienst bij de gemeente. Daarna kan de gemeen-t e, indien zij digemeen-t nodig oordeelgemeen-t, een afspraak maken met de verantwoordelijke bij steden-b o u w. Het dossier kan dan tussen de drie betrokken partijen worden besproken.

Hierna volgt antwoord op de concrete vragen. 1 en 2.

De werkwijze zoals boven geschetst, is niet in alle ROHM-afdelingen van kracht. Het komt de afde-lingen toe eigen accenten te leggen in de wijze waarop aan informatieverstrekking wordt gedaan, onder meer rekening houdend met de personeels-m i d d e l e n . ROHM Vlaapersoneels-ms-Brabant heeft boven-d i e n , boven-door het beleggen van infosessies voor kleine groepen van Vlaams-Brabantse gemeenten over onder andere de werken van geringe omvang of nog de zogenaamde aanstiplijsten voor het volle-digheidsnazicht van dossiers, aangetoond dat ze de service aan de primaire klanten – de gemeenten – hoog in het vaandel voert.

3.

De werkwijze is door velerlei factoren geïnspi-reerd.

– Aan de basis lag de zorg om de dossiers tijdig te blijven afhandelen. Dit is toch net als de infor-matieverstrekking één van de voornaamste meetpunten van de klantvriendelijkheid. In dit verband moet worden gezegd dat in de cel Ruimtelijke Ordening Vlaams-Brabant 70 % van de dossiers op jaarbasis binnen de wettelijk vooropgestelde termijn wordt afgehandeld. Aangezien in deze berekening ook de vakantie-p e r i o d e s, met veel minder vakantie-personeel, w o r d e n meegerekend en er rekening moet worden gehouden met het percentage dossiers, w a a r b i j advies moet worden gevraagd aan andere bestu-ren is, dit cijfer zeer hoog.

(2)

– De informatieverstrekking zal vollediger en cor-recter zijn, indien ze tot stand komt tussen de drie betrokken partijen.

– De gemeentebesturen en de cel Ruimtelijke Ordening zullen niet meer tegen mekaar kun-nen worden uitgespeeld.

– Doordat de verschillende dossiers van dezelfde gemeente op dezelfde dag kunnen worden besproken, gaat er minder tijd verloren.

– De vragen die door de gemeenten onmiddellijk kunnen worden beantwoord, moeten niet meer naar Stedenbouw komen (bv. grond gelegen in een agrarisch gebied), zodat er meer tijd over-blijft voor andere problemen.

– Deze werkwijze zal uiteraard een bijkomende vorming betekenen voor de gemeenten, wat op minder lange termijn gaat neerkomen op een vermindering van het aantal door de gemeente doorverwezen dossiers. Naar de toekomst toe gaan de gemeentebesturen aldus beter gewa-pend zijn voor de taken die onder hun verant-woordelijkheid zullen komen volgens het ont-werpdecreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening.

Ik meen dat de hierboven beschreven werkwijze duidelijk maakt dat de informatieverstrekking bij ROHM Vlaams-Brabant niet in het gedrang is g e k o m e n , maar dat er werd gerationaliseerd en beter doordacht, zodat hiermee ten volle wordt voldaan aan de openbaarheid van bestuur, z o a l s voorgehouden in de nieuwe politieke cultuur.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De "vrijwilligheid", gezien vanuit het gemeente- bestuur, bestaat erin dat het, door het aanvaar- den of weigeren van de mobiliteitsconvenant, vrij kan beslissen om al

"Op verzoek van eigenaars van gronden waarvan de aaneengesloten oppervlakte kleiner is dan veer- tig hectare, kan de houder van het jachtrecht van het aangrenzende jachtterrein

Uit de besprekingen die mijn administratie met de betrokken gemeenten Dilbeek, Lennik en Roosdaal heeft gevoerd, blijkt dat de gemeen- ten gezamenlijk gekant zijn tegen

Het domein Ter Rijst in Heikruis (Pepingen) wordt in grote mate beheerd door de afdeling Bos en Groen.. Naast het bos, dat zeer goed onderhouden is en voor het ruime

: Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en

Daarnaast is bepaald in artikel 16, § 5 van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering dat, indien het bodemsanerings - project activiteiten of

Als modelkunstwerk wordt hiervoor "Le bordel imaginaire" genomen van Marcel Mariën.. Bij twin- tig meesterwerken uit de schilderkunst heeft Mariën vulgaire, shockerende

Artikel 1, § 2, 2° van optie 4 van de overeen- komst tussen het Vlaams Gewest en de gemeen- te over het gemeentelijk MINA-beleid (het gemeentelijke milieuconvenant)