Vraag nr. 172 van 15 april 1997
van de heer GEORGES CARDOEN Lokaal bouwbeleid – Kritiek ombudsman
Op bladzijde 52 van het Jaarverslag 1996 van de ombudsman van de Vlaamse Gemeenschap lezen we volgende passage : "De ombudsman behandel-de behandel-de afgelopen jaren talrijke dossiers waarbij wer-kelijk onbehoorlijk bestuur van de lokale overheid werd vastgesteld. Bouwinbreuken werden toch maar in orde gebracht, regularisaties werden al dan niet toegestaan. Niet zelden speelde de politieke aanhorigheid van de overtreder daarbij een rol". Gezien de ernst van deze beschuldiging naar onze lokale overheden toe kreeg ik van de minister graag antwoord op volgende vragen.
1. Is deze informatie juist ?
2. Over hoeveel concrete dossiers gaat het in bovenvermelde passage ? In welke gemeenten ? 3. Hoe heeft de ombudsman deze informatie onderzocht om tot dergelijke analyse te komen ? 4. Welke stappen werden door de ombudsman
ondernomen bij het vaststellen van dergelijk onbehoorlijk bestuur van de lokale overheid ? Werd met de betrokken besturen contact opge-nomen ?
Werden sancties genomen ?
Op dezelfde bladzijde lezen we ook : "Aan de tele-foon zeggen sommige ambtenaren dat zij wel weten dat bepaalde ingrepen niet door de beugel k u n n e n , maar dat zij de ingreep moeten uitvoeren van de bevoegde schepen of de burgemeester. Sommige bouwdossiers blijven maandenlang geblokkeerd bij het lokale bestuur en toevallig hebben de aanvragers de verkeerde kleur".
5. Is deze informatie juist ?
6. Over hoeveel concrete dossiers gaat het in deze passage ? In welke gemeenten ?
7. Kan de minister mij een overzicht bezorgen van de bouwdossiers waarvan de ombudsman heeft vastgesteld dat ze maandenlang geblokkeerd bleven bij het lokale bestuur ?
N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Eddy Baldewijns, Vlaams minister van Openbare Werken, Vervoer en Ruimtelijke Ordening.
Antwoord
Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Eddy Baldewijns, Vlaams minister van Openbare We r k e n , Vervoer en Ruimtelijke Ordening.