• No results found

Vraag nr. 146 van 15 mei 1996 van de heer GEORGES CARDOEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 146 van 15 mei 1996 van de heer GEORGES CARDOEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 146 van 15 mei 1996

van de heer GEORGES CARDOEN Werken – Schade ten laste van gemeenten

In vele gemeenten is er na de uitvoering van grote wer-ken, zoals bijvoorbeeld de aanleg van collectoren door Aquafin, vaak bijzonder veel schade aan wegen, fiets-paden en voetfiets-paden. Die schade is zowel gevolg van de werken zelf, als van de bijkomende effecten daarvan, zoals omleiding van het verkeer en dergelijke.

Vreemd genoeg zijn het de gemeenten, en niet de uit-voerders van de werken, die moeten opdraaien voor de kosten van herstel. Ook het opmaken van een plaatsbe-schrijving belet doorgaans niet dat uiteindelijk de gemeenten zelf de dupe zijn.

Momenteel zijn aannemers van grote werken verplicht een waarborg te storten. Deze waarborg vormt een soort stok achter de deur bij latere schade. Hij slaat echter uitsluitend op de werken zelf en kan dus niet worden aangewend voor de boven beschreven bijko-mende schade aan het wegennet.

De vraag rijst dan ook of het toepassingsgebied van de waarborg niet moet worden uitgebreid, zodat ook zulke bijkomende schade wordt gedekt. Ofwel zouden de gemeenten een bijkomende waarborg moeten kunnen eisen van de uitvoerders van werken – in dit voor-beeld Aquafin – voor alle bijkomende schade aan wegen, voetpaden, fietspaden en dergelijke.

Heeft de minister ter zake reeds initiatieven genomen ? N.B. : Deze vraag werden eveneens gesteld aan de heer Leo Peeters, Vlaams minister van Binnen-landse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting.

Antwoord

Er moet een onderscheid worden gemaakt tussen scha-de veroorzaakt door scha-de aannemer, voorzien in het con-tract tot uitvoering van een openbaar werk enerzijds, en extra-contractuele schade veroorzaakt door dezelfde aannemer en/of de bouwheer (bv. Aquafin) anderzijds. Voor de contractuele schade verwijs ik naar artikel 30 van het ministerieel besluit van 10 augustus 1977, dat de algemene aannemingsvoorwaarden van de over-heidsopdrachten regelt. Dit verplicht de aannemer alle voorzorgen en maatregelen te nemen om schade in het algemeen te vermijden en geen hinder te veroorzaken aan diensten van openbaar nut, waartoe de openbare wegen onbetwistbaar behoren (§ 1) ; hij staat tevens in voor de bescherming, instandhouding en integriteit van bestaande constructies zoals wegen (§ 2) ; te dien einde worden in type- en bijzondere bestekken bijzondere bepalingen opgenomen, waarbij schade aan gemeente-wegen door de aannemer moet worden hersteld en ten laste genomen.

Extra-contractuele schade wordt geregeld door artikel 1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek en slaat zowel op de aannemer als op de bouwheer ; hiertoe moet er voldaan zijn aan de drie bekende

voorwaar-d e n : bewijs van voorwaar-de schavoorwaar-de, bewijs van voorwaar-de fout en bewijs van het oorzakelijk verband tussen beide.

Voor de werken die de NV Aquafin uitvoert, wordt deze schade gedekt door een verzekeringspolis.

Het is in de praktijk niet steeds evident wie aansprake-lijk is voor een bepaald schadegeval en in welke mate, zeker niet bij schade aan openbare wegen die als omlei-ding worden gebruikt. Bovendien worden de artikels van de wegcode (art. 7.2) en het Veldwetboek (art. 88, 9e), die oneigenlijk gebruik van en schade aan de open-bare weg verbieden, niet door alle weggebruikers nage-leefd, zoals het grote aantal overladen vrachtwagens bewijst.

De contractuele borgsom dient enkel als onderpand voor het nakomen van de contractuele verplichtingen van de aannemer (cf. art. 7, § 2 ministerieel besluit van 10 augustus 1977). Slechts bij vertraging in de uitvoe-ring, bij gehele of gedeeltelijke niet-uitvoering en bij ontbinding of verbreking van de overeenkomst, kan zij (in laatste instantie) worden aangewend om schuldvor-deringen van het bestuur te delgen (§ 1). Schade aan derden kan dus niet op de borgsom worden verhaald. De NV Aquafin is in haar hoedanigheid van mandata-ris van het Vlaams Gewest voor de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheid over de waterzuivering, eveneens onderworpen aan de reglementering op de overheidsopdrachten, zodat voor haar dezelfde princi-pes gelden.

Mijn administratie heeft ter zake overleg gepleegd met de administratie van mijn collega Leo Peeters, Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Stedelijk Beleid en Huisvesting. Voor het standpunt van mijn collega verwijs ik naar zijn antwoord op deze parlemen-taire vraag.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien de aannemer zijn contractuele verplichtingen tot vermijding van schade aan openbare wegen niet nakomt, waartoe hij nochtans gehouden is krachtens artikel 30 van

Zo fungeren zij als contactpersoon tussen het loka- le schoolteam en de directeur en zorgen zij onder meer voor de interne organisatie, voor schoolfeesten, och- tend- en

Aangezien het mijn overtuiging is dat een per- manente infrastructuur op het vlak van wetenschaps- communicatie een uitgebreide bijdrage kan leveren tot het sensibiliseren en

Het is correct dat in het kader van de begrotings- opmaak 1997 de Vlaamse regering op mijn voorstel een budget heeft vrijgemaakt voor een nieuw pro- ject dat gericht is op

Kleinere gemeenten hebben vaak niet voldoende opgeleid personeel ter beschik- king om aan alle verplichtingen die momenteel op de gemeenten afkomen binnen de

Enkel en alleen indien de aanleg van een welbe- paald fietspad prioritair bevonden wordt op basis van objecitieve criteria, zal de administra- tie Wegen en Verkeer het fietspad

De wet van 26 maart 1971 op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging bepaalt het belastbaar feit van de heffing en de heffingsverplichtingen.

In de verklaring van de Vlaamse regering betreffende de algemeen maatschappelijke situatie en betreffende de krachtlijnen van de begroting 1997 kondigde de minister-president