• No results found

Vraag nr.159van 9 januari 1997van de heer GEORGES CARDOEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.159van 9 januari 1997van de heer GEORGES CARDOEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 159 van 9 januari 1997

van de heer GEORGES CARDOEN Vervoerkaarten voor steuntrekkers – Opzet

Via de krant verneem ik dat per 1 mei 1997 de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn een con-tract zou opmaken met de OCMW’s. Die zouden vervoerkaarten kunnen inkopen tegen verminderd tarief en ze op hun beurt gratis ter beschikking stellen van de steuntrekkers.

Ik juich deze sociale maatregel alleszins toe. To c h stel ik mij vragen bij de concrete uitwerking van dit voorstel.

1. Klopt de informatie over die geplande maatre-gel ?

2. Worden deze gratis ter beschikking gestelde vervoerkaarten op naam afgeleverd, of zullen de OCMW’s voor de naamvermelding zorgen ? 3. Wordt door deze handelwijze de privacy van de

steuntrekker niet geschonden ? Zal de gestelde maatregel er niet toe leiden dat de stelregels inzake discretie binnen de OCMW- w e t g e v i n g worden overtreden ? Hoe denkt de minister deze problematiek een behoorlijke oplossing te geven ?

Antwoord

1. In de beheersovereenkomst 1997-2001 afgeslo-ten tussen de Vlaamse regering en De Lijn, is in artikel 9 § 3 opgenomen dat De Lijn voor 1 mei 1997 een globaal contract zal opmaken dat aan alle betrokken instellingen zal worden voorge-legd. De tekst luidt als volgt :

" Teneinde de mobiliteit en de reïntegratie van de kansarmen in de samenleving te verbeteren, zal de maatschappij voor 1 mei 1997 een globaal contract opmaken dat aan alle betrokken instel-lingen zal worden voorgelegd en dat minimum zal omvatten :

– het verlenen van de toelating aan de betrok-ken instellingen om vervoerbewijzen af te leveren aan kansarmen en hun gezinsleden en aan gelijkgestelden die het bestaansmini-mum ontvangen, zonder dat hierbij het bestaansminimum wordt aangetast ;

– de maatschappij zal de hierboven genoemde vervoerbewijzen tegen verminderde prijzen ter beschikking stellen ;

– de beslissing tot het verlenen van het ver-voersvoordeel zal bij de betrokken instelling liggen ;

– een controlemechanisme dat misbruiken uit-sluit ;

– de bepalingen van deze paragraaf kunnen geen dotatie-verhoging tot gevolg hebben, tenzij de regering bijkomende bepalingen vast zou leggen die een inkomstenverlies veroorzaken voor de maatschappij ;

– de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn vervullen de loket-functie naar de kansarmen toe.

De maatschappij verbindt er zich toe om dit contract voor 1 mei 1997 ter goedkeuring aan de voogdijminister voor te leggen.

Eén jaar na de inwerkingtreding van de formu-l e, zoaformu-ls beschreven in deze paragraaf, zaformu-l de maatschappij een evaluatieverslag aan de voog-dijminister voorleggen."

2. De modaliteiten van de aflevering van vervoer-bewijzen aan kansarmen en hun gezinsleden en aan gelijkgestelden die het bestaansminimum o n t v a n g e n , worden in eerste instantie bepaald in overleg met de afdeling Maatschappelijk Welzijn van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG).

3. De vervoerbewijzen die worden afgeleverd, zijn uiteraard anoniem.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

– De vragen die door de gemeenten onmiddellijk kunnen worden beantwoord, moeten niet meer naar Stedenbouw komen (bv. grond gelegen in een agrarisch gebied), zodat er meer tijd

Uit de besprekingen die mijn administratie met de betrokken gemeenten Dilbeek, Lennik en Roosdaal heeft gevoerd, blijkt dat de gemeen- ten gezamenlijk gekant zijn tegen

Het domein Ter Rijst in Heikruis (Pepingen) wordt in grote mate beheerd door de afdeling Bos en Groen.. Naast het bos, dat zeer goed onderhouden is en voor het ruime

: Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en

Daarnaast is bepaald in artikel 16, § 5 van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering dat, indien het bodemsanerings - project activiteiten of

Als modelkunstwerk wordt hiervoor "Le bordel imaginaire" genomen van Marcel Mariën.. Bij twin- tig meesterwerken uit de schilderkunst heeft Mariën vulgaire, shockerende

Artikel 1, § 2, 2° van optie 4 van de overeen- komst tussen het Vlaams Gewest en de gemeen- te over het gemeentelijk MINA-beleid (het gemeentelijke milieuconvenant)

Ondanks de steeds grotere nadruk die de V l a a m s e regering wenst te leggen op de Vlaamse aanwezig- heid in Brussel lijkt het mij dat meer en meer Vlaamse gewestelijke