• No results found

Vraag nr. 331 van 2 juli 1997 van de heer GEORGES CARDOEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 331 van 2 juli 1997 van de heer GEORGES CARDOEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 331 van 2 juli 1997

van de heer GEORGES CARDOEN

OVAM-saneringen – Informatie gemeentebesturen De diensten van OVAM (Openbare A f v a l s t o f f e n-maatschappij voor het Vlaams Gewest) zijn op een aantal plaatsen in Vlaanderen gestart met de ambtshalve sanering van bedrijfsterreinen aller-hande.

In een aantal gevallen gaat die sanering gepaard met een oriënterend, en vaak ook met een beschrij-vend bodemonderzoek.

1. Hoe verloopt de procedure bij ambtshalve sane-ring van een bedrijf ?

2. Is OVAM verplicht de gemeentebesturen te melden dat een ambtshalve sanering of een bodemonderzoek in dat verband wordt uitge-voerd ?

Zo ja, hoe is dat geregeld ? Zo neen, waarom is dat niet opgelegd ?

3. Wanneer en in welke mate worden het college van burgemeester en schepenen, of de burge-meester in zijn hoedanigheid van hoofd van de g e m e e n t e p o l i t i e, bij zo'n ambtshalve sanering betrokken ?

4. Is OVAM verplicht om de resultaten van een dergelijk oriënterend, respectievelijk beschrij-vend bodemonderzoek mee te delen aan de gemeentebesturen waar de te saneren inrichting zich bevindt ?

Worden ze in praktijk meegedeeld aan besturen die erom vragen ?

Hoe is dit eventueel geregeld ?

Mocht deze verplichting niet bestaan, wat is de reden daarvoor ? Moet dan niet dringend in zo'n informatieplicht worden voorzien ? ;

Antwoord

1. De ambtshalve tussenkomst door OVAM bij bodemsanering is geregeld in de artikels 45, 46 en 47 van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering. Bij bodemsane-ring dient men volgende stappen te onderschei-den :

– het uitvoeren van het oriënterend bodemon-derzoek ;

– het uitvoeren van het beschrijvend bode-monderzoek ;

– het opstellen van het bodemsaneringsproject ; – het uitvoeren van de bodemsaneringswerken ; – het eventueel verzekeren van de nazorg. 2. Als OVAM een dossier betreffende een

veront-reinigde grond aanlegt, bezorgt ze onverwijld een bodemattest aan de gemeente van de plaats waar de verontreinigde grond gelegen is. Wijzi-gingen van de gegevens opgenomen in het attest worden eveneens meegedeeld aan eigenaar, gebruiker en gemeente. Bij het doorlopen van de verschillende fasen van de bodemsanering wordt de gemeente dus via de bodemattesten op de hoogte gebracht van het verloop van een dossier.

Daarnaast is bepaald in artikel 16, § 5 van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering dat, indien het bodemsanerings -project activiteiten of inrichtingen omvat die krachtens het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning vergunnings-plichtig zijn, OVAM het bodemsaneringsproject voor advies voorlegt aan het college van burge-meester en schepenen van de gemeente waar de percelen gelegen zijn waarop de bodemsane-ringswerken zullen worden uitgevoerd.

Verder is het zo dat OVAM in veel gevallen de gemeenten betrekt bij of op de hoogte houdt van de onderzoeken of de bodemsaneringswer-ken die worden uitgevoerd. Wat de ambtshalve bodemsaneringswerken betreft, is het zo dat OVAM de gemeenten informeert op een verga-dering vooraleer de werken worden opgestart. 3. Zoals vermeld onder punt 2 wordt het college

van burgemeester en schepenen via de verplich-te adviesvraag in verband met het opgesverplich-telde bodemsaneringsproject op de hoogte gebracht van het geplande ambtshalve bodemsanerings-p r o j e c t , en kan het hierobodemsanerings-p eventuele bezwaren of opmerkingen formuleren waarmee rekening zal worden gehouden vooraleer het project con-form wordt verklaard. Het concon-formiteitsattest wordt overgemaakt aan het college van burge-meester en schepenen.

OVAM is bevoegd om de eigenaars en gebrui-kers van gronden waar bodemsaneringswerken of andere maatregelen opgenomen in het bodemsaneringsdecreet moeten worden uitge-v o e r d , het beuitge-vel te geuitge-ven om de door OVA M

(2)

aangewezen personen op deze gronden toe te laten, zodat ze ter plaatse de nodige verrichtin-gen kunnen doen. Bij de uitvoering van hun opdracht kunnen de ambtenaren van OVAM de bijstand van de gemeentepolitie en de rijks-wacht vorderen, dit in toepassing van artikel 22, § 1 van het decreet van 22 februari 1995 be-treffende de bodemsanering.

4. Zoals reeds vermeld onder punt 1, wordt de gemeente bij het doorlopen van de verschillen-de fasen van verschillen-de boverschillen-demsanering via verschillen-de boverschillen-demat- bodemat-t e s bodemat-t e n , waarin hebodemat-t resulbodemat-taabodemat-t van de onderzoek vermeld staat, op de hoogte gebracht van het verloop van een dossier. De rapporten van een ambtshalve oriënterend of beschrijvend bodem-onderzoek kunnen conform de wetgeving betreffende openbaarheid van bestuur steeds bij OVAM worden geraadpleegd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op bladzijde 52 van het Jaarverslag 1996 van de ombudsman van de Vlaamse Gemeenschap lezen we volgende passage : "De ombudsman behandel- de de afgelopen jaren talrijke

– De vragen die door de gemeenten onmiddellijk kunnen worden beantwoord, moeten niet meer naar Stedenbouw komen (bv. grond gelegen in een agrarisch gebied), zodat er meer tijd

Uit de besprekingen die mijn administratie met de betrokken gemeenten Dilbeek, Lennik en Roosdaal heeft gevoerd, blijkt dat de gemeen- ten gezamenlijk gekant zijn tegen

Het domein Ter Rijst in Heikruis (Pepingen) wordt in grote mate beheerd door de afdeling Bos en Groen.. Naast het bos, dat zeer goed onderhouden is en voor het ruime

: Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en

Als modelkunstwerk wordt hiervoor "Le bordel imaginaire" genomen van Marcel Mariën.. Bij twin- tig meesterwerken uit de schilderkunst heeft Mariën vulgaire, shockerende

Artikel 1, § 2, 2° van optie 4 van de overeen- komst tussen het Vlaams Gewest en de gemeen- te over het gemeentelijk MINA-beleid (het gemeentelijke milieuconvenant)

Ondanks de steeds grotere nadruk die de V l a a m s e regering wenst te leggen op de Vlaamse aanwezig- heid in Brussel lijkt het mij dat meer en meer Vlaamse gewestelijke