• No results found

Vraag nr. 401 van 12 september 1997 van de heer GEORGES CARDOEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 401 van 12 september 1997 van de heer GEORGES CARDOEN"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 401

van 12 september 1997

van de heer GEORGES CARDOEN Huishoudelijk afval – Eenvormige tarifering Een studie uitgevoerd door de diensten van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVAM) wees uit dat in 1996 in Vlaanderen in totaal 2.893.516 ton huidshoudelijk afval werd ingezameld, dit is zo'n 492 kilogram per i n w o n e r. Voor deze inzameling en voor de verwij-dering van al dat afval betaalde een Vlaams gezin gemiddeld 3.424 frank.

De minister zou aan OVAM recentelijk de opdracht hebben gegeven een eenvormig systeem van tarifering en kostendekking voor de huishou-delijke afvalstoffen uit te werken. Dit systeem zou de minister vervolgens willen promoten bij de lokale besturen.

1. Is zo'n eenvormig systeem voor alle lokale besturen wel haalbaar ?

Zal dit systeem gebaseerd zijn op "gedifferen-tieerde tarifering" ? Op basis van aangeboden gewicht of ophaalfrequentie ?

2. Wat hoopt de minister te bereiken met een uni-form tariferingssysteem over heel Vlaanderen ? Vormt dit een onderdeel in het streven van de minister naar afvalreductie en afvalpreventie, en op welke manier ?

3. Zijn de lokale besturen bij de totstandkoming van dit uniform systeem betrokken ?

Werd de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten hiertoe uitgenodigd ?

4. Wat is, gelet op de hele discussie die momenteel wordt gevoerd rond het rapport van de Com-missie voor Bestuurlijke Organisatie, het uit-gangspunt van de minister bij dit alles : dat de inzameling en aanrekening van afval veeleer moet worden toevertrouwd aan de bevoegdheid van intercommunales of zelfs provincies, en bij -gevolg uit de gemeentelijke bevoegdheidssfeer moet worden gehaald ?

5. Hoe kan het eenvormige systeem worden gepromoot bij de lokale besturen ? Als onder-deel van de milieuconvenant ?

Antwoord

1. De functie van de gemeentelijke belastingen en retributiesystemen voor de inzameling en ver-werking van huishoudelijk afval kan tweeërlei zijn :

– de gemeentelijke belastingen en retributie-systemen zijn een vergoeding voor de aange-boden dienstverlening, namelijk de inzame-ling en verwerking van huishoudelijk afval ; – de gemeentelijke belastingen en

retributie-systemen kunnen eveneens dienen als een financieel instrument om de bevolking ertoe aan te zetten afval te voorkomen en/of mee te werken aan de selectieve inzameling van huishoudelijk afval.

Een forfaitaire belasting of retributie kan beide bovenvermelde functies niet vervullen, a a n g e-zien alle inwoners bij zulk een systeem evenveel dienen te betalen,ongeacht of zij nu veel of wei-nig afval aanbieden. Dit is zeker geen extra sti-mulans om mee te werken aan de voorkoming en de selectieve inzameling van afval.

Een systeem waarbij rekening wordt gehouden met de aangeboden hoeveelheid afval kan bovenvermelde functies wel vervullen. Dit sys-teem is rechtvaardiger en zal de gezinnen ertoe aanzetten afval te voorkomen en mee te werken aan de inzameling van huishoudelijk afval in de gemeenten waar die inzameling terdege is uitge-bouwd.

Om differentiatie in de tarieven naar gelang van de aangeboden hoeveelheden afval te verkrij-g e n , kunnen de retributies worden aanverkrij-gepast volgens verschillende grondslagen :

– de aanbiedingsfrequentie van containers ; – het aangeboden gewicht van het afval in

con-tainers ;

– de prijs van de verplicht te gebruiken vuilnis-zakken.

Een van de acties in het Uitvoeringsplan Huis-houdelijke Afvalstoffen 1997-2001 is erop gericht meer uniformiteit van de belasting op huishoudelijk afval te realiseren. Volgende ele-menten worden in het Uitvoeringsplan, bij dit streven naar meer uniformiteit, in elke gemeen -te minimaal aanbevolen bij de inzameling van de restfractie :

(2)

– in elke gemeente zal de huisvuilzak worden getarifeerd ;

– een basisbelasting voor huishoudelijk afval blijft behouden ;

– richtprijs voor de vuilniszak : minimum 30 frank per vuilniszak.

2. Het invoeren van een adequate vorm van huis-vuilbelasting en retributiesysteem is een instru-ment dat daadwerkelijk kan bijdragen tot het bereiken van de doelstellingen van het afval-s t o f f e n b e l e i d . Zoalafval-s in punt 1 reedafval-s werd ver-m e l d , kan een systeever-m van tarifering, w a a r b i j rekening wordt gehouden met de hoeveelheid afval die wordt aangeboden, de inwoners ertoe aanzetten om mee te werken aan allerlei pre-ventie- en recy c l a g e - i n i t i a t i e v e n , aangezien zij hiervoor financieel worden beloond. Bij het invoeren van zulk een systeem moet evenwel steeds rekening worden gehouden met eventu-ele neveneffecten, zoals onder andere sluikstor-ten en afvaltoerisme. Door te streven naar uni-formiteit kunnen deze neveneffecten worden verminderd.

3. Reeds in 1995 heeft de OVAM enkele aanbeve-lingen naar de gemeenten toe geformuleerd in verband met adequate vormen van huisvuilbe-l a s t i n g. Over deze aanbevehuisvuilbe-lingen werd toen overleg gepleegd met de Vereniging van Vlaam-se Steden en Gemeenten. Momenteel worden omtrent deze materie opnieuw gesprekken gevoerd tussen de OVAM en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten.

4. Het is helemaal niet de bedoeling om de belas-tingen en retributies voor de inzameling en ver-werking van huishoudelijk afval uit de gemeen-telijke bevoegdheidssfeer te halen.

5. Artikel 1, § 2, 2° van optie 4 van de overeen-komst tussen het Vlaams Gewest en de gemeen-te over het gemeengemeen-telijk MINA-beleid (het gemeentelijke milieuconvenant) bepaalt dat de gemeente zich ertoe verbindt een belasting-en/of retributiereglement uit te vaardigen voor de ophaling van huishoudelijke afvalstoffen, ter ondersteuning van een voorkomingsbeleid en van de selectieve inzameling van huishoudelijke a f v a l s t o f f e n . Een afschrift van het belasting-en/of retributiereglement dient aan de OVA M te worden bezorgd. In dit kader zal de OVAM nagaan of het belasting- en/of retributieregle-ment werkelijk kan bijdragen tot een

voorko-mingsbeleid en de selectieve inzameling van huishoudelijke afvalstoffen.

Tevens zal de OVAM begin 1998, na overleg met alle betrokken partijen, aanbevelingen naar de gemeenten formuleren in verband met de gemeentelijke belastingen en retributiesyste-m e n . Deze aanbevelingen retributiesyste-moeten beschouwd worden als leidraad en steun voor de gemeente bij de opmaak van een gemeentelijk belasting-en retributiesysteem.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

Op bladzijde 52 van het Jaarverslag 1996 van de ombudsman van de Vlaamse Gemeenschap lezen we volgende passage : "De ombudsman behandel- de de afgelopen jaren talrijke

– De vragen die door de gemeenten onmiddellijk kunnen worden beantwoord, moeten niet meer naar Stedenbouw komen (bv. grond gelegen in een agrarisch gebied), zodat er meer tijd

: Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Luc Martens, Vlaams minister van Cultuur, Gezin en

Daarnaast is bepaald in artikel 16, § 5 van het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering dat, indien het bodemsanerings - project activiteiten of

Als modelkunstwerk wordt hiervoor "Le bordel imaginaire" genomen van Marcel Mariën.. Bij twin- tig meesterwerken uit de schilderkunst heeft Mariën vulgaire, shockerende

Ondanks de steeds grotere nadruk die de V l a a m s e regering wenst te leggen op de Vlaamse aanwezig- heid in Brussel lijkt het mij dat meer en meer Vlaamse gewestelijke

Stallingen worden momenteel zeker nog niet belast door mijn administratie in het kader van het decreet op de leegstaande en/of verwaar- loosde bedrijfsruimten.. Wel heeft