Vraag nr. 244 van 17 april 1997
van de heer GEORGES BEERDEN
Jachtdecreet – Jachtrecht in bijzondere gevallen Het Jachtdecreet van 1991 regelt in hoofdstuk V I I de wildschade.
Artikel 24 vraagt echter dat de "Vlaamse Executie-ve of de door haar aangestelde ambtenaar of de beheerder van de wildbeheersingseenheid, d e voorwaarden vastlegt omtrent het jachtrecht in bij-zondere gevallen".
1. Is dit gebeurd ? Zo ja, wat zijn deze voorwaar-den ?
2. Welke uitvoering werd tot op heden aan dit hoofdstuk VII gegeven ?
Antwoord
Artikel 24, derde lid, van het Jachtdecreet van 24 juli 1991 bepaalt het volgende :
"Op verzoek van eigenaars van gronden waarvan de aaneengesloten oppervlakte kleiner is dan veer-tig hectare, kan de houder van het jachtrecht van het aangrenzende jachtterrein bij afwezigheid van een minnelijke regeling, verplicht worden het jachtrecht op eerstgenoemde gronden te verwer-v e n , zulks nadat de Vlaamse regering of de door haar aangestelde ambtenaar of de beheerder van de wildbeheerseenheid deze verwerving opportuun oordeelt in het kader van de doelstellingen van dit decreet en de voorwaarden heeft vastgesteld." Artikel 15 van het besluit van de Vlaamse regering van 16 juni 1993 betreffende de jacht in het V l a a m s Gewest voor de periode van 1 juli 1993 tot 30 juni 1 9 9 8 , heeft hieraan deels uitvoering gegeven door de woudmeester van de provincie waarin het jacht terrein of het grootste deel ervan gelegen is aan te wijzen als bevoegde ambtenaar.
Er zijn geen dossiers waarbij deze regeling diende te worden toegepast.