Vraag nr. 102 van 28 februari 2003
van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT Overheidsgebouwen – Brandverzekering
De felle brand in het Koninklijk Atheneum in A n t-werpen van 15 januari laatstleden was en is ook rechtstreeks aanleiding tot heel wat polemiek om-trent het niet verzekerd zijn van dit cultuur-h i s t o-risch belangrijk openbaar patrimonium. M e n i g e Vlaming zal de wenkbrauwen hebben gefronst toen de afgevaardigde van het gemeenschapson-derwijs in het televisiejournaal kwam verklaren dat dit gebouw niet verzekerd was ; meer nog, dat dit zelfs het geval is voor alle schoolgebouwen van de ARGO (in tegenstelling tot het vrij onderwijs, waar alle gebouwen verzekerd zijn). De betrokken ambtenaar voegde er zelfs aan toe dat dit ook geldt voor alle andere gebouwen van de Vlaamse Ge-meenschap.
Aangezien de gebouwen van de Vlaamse Gemeen-schap als zodanig behoren tot de bevoegdheid van de minister en aangezien dit ook blijkt uit zijn be-leidsprioriteiten 2002, wordt onderhavige vraag dan ook aan de minister gericht.
Uit de verklaringen van de betrokken ambtenaar in de media (VTM-Nieuws) blijkt dat de ARGO in een bepaald jaar 115 miljoen frank heeft uitgege-ven aan brandschade, terwijl de globale kosten aan brandpolissen 56 miljoen frank bedragen. B e g r i j p e wie kan ! De geschreven media (De Standaard, 16/01/03) hanteren evenwel andere cijfers ; e e n k o s t e n-batenanalyse wees uit dat de jaarlijkse schade aan gebouwen van het gemeenschapsonder-wijs 372.000 euro bedraagt, terwijl een brandpolis voor de 664 schoolgebouwen van het gemeen-schapsonderwijs 1,4 miljoen euro zou kosten. H e t gemeenschapsonderwijs besloot hieruit om dan zelf maar als risiconemer op te treden, zoals de overheid ook deed eind jaren tachtig met de toen-malige gebouwen van het rijksonderwijs.
Een gelijkaardige situatie zou zich ook voordoen m . b. t . de administratieve gebouwen van de V l a a m-se Gemeenschap. Dit houdt volgens mij echter ver-regaande risico's in. Stel dat een gebouw van pak-weg 50 miljoen euro pak-wegens brand wordt vernield en de Vlaamse Gemeenschap zichzelf verzekert, dan kan men zich afvragen wat de financiële conse-quenties daarvan zijn.
1. Is het inderdaad zo dat de gebouwen van de Vlaamse Gemeenschap als zodanig niet verze-kerd zijn tegen brand ? Met andere woorden,
treedt de Vlaamse Gemeenschap daarvoor zelf als verzekeraar op ?
Zo ja, welke zijn de financiële implicaties hier-van op de overeenstemmende uitgaven voor brandschade ?
Zo neen, hoe en bij wie zijn de betrokken ge-bouwen dan verzekerd ?
2. Heeft de Vlaamse Gemeenschap zich in het al-gemeen voldoende ingedekt voor de mogelijke gevolgen van branden/of waterschade, nu het onroerend patrimonium steeds maar in omvang en waarde stijgt ?
3. Over hoeveel onroerende goederen spreken we in hoofde van de Vlaamse Gemeenschap ?
Antwoord
Als antwoord op de vraag van de Vlaamse volks-vertegenwoordiger in verband met de verzekering van de gebouwen van het Ministerie van de V l a a m-se Gemeenschap, kan in de lijn van het antwoord op zijn mondelinge vraag betreffende hetzelfde on-derwerp het volgende gemeld worden.
De Vlaamse overheid opteert ervoor om voor de meeste gebouwen zelf als verzekeraar op te treden, aangezien de verzekering van het hele patrimoni-um van ongeveer 2.500 gebouwen een enorme fi-nanciële inspanning zou betekenen.
Volgens gegevens opgezocht in het Kadaster, o n s geleverd door de Administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, bedraagt de ge-schatte waarde van de gebouwen in het bezit van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap on-geveer 1,53 miljard euro. Deze waardering stemt overeen met de nieuwbouwwaarde van alle pan-d e n , pan-de specifieke panpan-den zoals musea inbegrepen. Een brandpolis voor alle gebouwen in eigendom zou elk jaar ongeveer 2,3 miljoen euro (excl. l a s t e n en taksen) kosten.
B r u s s e l , het Errera-gebouw (Brussel), het Graaf de Fe r r a r i s-gebouw (Brussel) en het Hendrik Cons-ciencegebouw (Brussel) verzekerd. Deze gebou-wen vertegenwoordigen een totale nieuwbouw-waarde van 211 miljoen euro. De kostprijs van deze verzekeringen bedraagt 105.400 euro (excl. l a s t e n en taksen).