Vraag nr. 353 van 27 juni 2003
van de heer DIRK DE COCK
Dender – Oversteekplaatsen voor fietsers en wan-delaars
Het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap kon-digde onlangs in persartikelen (Het Nieuwsblad, Editie Denderstreek, van 19 juni 2003) aan dat op termijn alle sassen, stuwen en andere kunstwerken op de Dender en andere rivieren verboden zullen worden voor voetgangers en fietsers. Een voorval twee jaar geleden in Oostende, toen bij een school-bezoek aan een sas een ongeval gebeurde, l e i d d e tot deze beslissing.
Een eerste slachtoffer van deze politiek uit zoge-naamde "veiligheidsoverwegingen" is het Bellesas, een oversteekplaats aan de Dender tussen Dender-belle en Mespelare. Lokale actiecomités tekenen mijns inziens dan ook terecht protest aan tegen de sluiting van dit Bellesas. Zo lopen er immers twee grote-routepaden over dit sas. Onlangs nog fietste de voorganger van de minister, de heer Steve Ste-v a e r t , het gloednieuwe fiets- en wandelpad langs het jaagpad tussen Dendermonde en Aalst in. In het Vlaams regeerakkoord van 1999 werd door deze Vlaamse regering overeengekomen dat er een v o e t- en fietspadennetwerk in heel V l a a n d e r e n noodzakelijk was. Daartoe zou de Vlaamse regring een Vlaams Totaalplan Fiets opstellen. " B e-langrijke budgettaire inspanningen moeten daarbij worden geleverd voor de kwalitatieve heraanleg van doortochten en de herinrichting van zwarte punten inzake verkeersveiligheid, o. m . via het zo-veel mogelijk realiseren van afgescheiden fietspa-den langs doortochten voor het woon-w e r k-s c h o o l-verkeer".
Inmiddels is in de schoot van de Vlaamse regering dit Vlaams Totaalplan Fiets goedgekeurd en werd het besproken in de Commissie voor Openbare We r k e n , Mobiliteit en Energie (14 en 21 januari 2 0 0 3 , Stuk 1542). Ons inziens druisen dergelijke in-g r e p e n , zoals aan het Bellesas, in tein-gen de ambities van het regeerakkoord en de doelstellingen van het Vlaams Totaalplan Fi e t s. De veiligheid van de fiet-sers moet gegarandeerd zijn, en wanneer blijkt dat die niet gegarandeerd kan worden, moeten er in-grepen gebeuren. Voor ons ligt de oplossing even-wel in renovatie, niet in sluiting.
1. Klopt het dat op termijn uit veiligheidsoverwe-gingen alle sassen, stuwen en andere kunstwer-ken op de Dender en andere rivieren verboden zullen worden voor voetgangers en fietsers ?
Hoe valt dergelijke beslissing te rijmen met de ambities van het Vlaams regeerakkoord van 1999 ?
2. Zijn er zichtbare of onzichtbare gebreken aan het sas in Denderbelle ? Zijn die eventuele ge-breken van die aard dat de veiligheid van fiet-sers en voetgangers in het gedrang komt ? 3. Indien er zichtbare of onzichtbare gebreken
z i j n , wordt hiervoor dan een herstelling overwo-gen ?
4. Geldt de sluiting van het Bellesas als een defini-tieve sluiting, of moet die veeleer beschouwd worden als een tijdelijke maatregel ?
Ziet de minister heil in renovatie, zodat op ter-mijn het sas opnieuw aan de noodzakelijke vei-ligheidsvoorschriften voldoet ?
Antwoord
1. In het kader van de toepassing van de wet op het welzijn werden de afgelopen maanden de kunstwerken in beheer bij de administratie Wa-terwegen en Zeewezen (AWZ) (Bovenschelde) o n d e r z o c h t . Op basis van een risicoanalyse wer-den te ondernemen acties geïwer-dentificeerd die de veiligheid van de werknemers van het Ministe-rie van de Vlaamse Gemeenschap en van de al dan niet toevallige bezoekers moeten garande-ren.
Voor een aantal stuwsluizen houdt dit inder-daad in dat de toegang tot de sluis en in het bij-zonder de passage over de sluisdeuren onmoge-lijk moet worden gemaakt.
Momenteel wordt door de administratie een globaal plan van aanpak uitgewerkt. Op be-paalde plaatsen, zoals Denderbelle, werd als voorlopige maatregel middels een hekken de toegang tot de sluisdeuren onmogelijk gemaakt. Inmiddels werd op 27 juni de toegang opnieuw o p e n g e m a a k t , na plaatsing van tijdelijke afslui-tingen waardoor de passanten in veilige omstan-digheden de Dender kunnen dwarsen. In een latere fase zullen definitieve omheiningen wor-den geplaatst.
2 en 3. Het gaat niet om zichtbare of onzichtbare g e b r e k e n , maar om risicofactoren die door de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming werden bepaald en op basis waarvan remedië-rende maatregelen moeten worden genomen teneinde het risico tot een aanvaardbaar niveau te beperken.