• No results found

Vraag nr. 18 van 27 juni 2003 van de heer CARL DECALUWE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 18 van 27 juni 2003 van de heer CARL DECALUWE"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 18 van 27 juni 2003

van de heer CARL DECALUWE

Vlaamse Huisvestingsmaatschappij – Vastleggingen

Graag zou ik de minister enkele vragen willen stel-len over de evolutie van vastlegging van de be-schikbare investeringsbudgetten van de V l a a m s e Huisvestingsmaatschappij (VHM).

1. Kan de minister een jaarlijkse evolutie geven voor de jaren 2001, 2002 en zo mogelijk 2003 in-zake het vastleggingspercentage van de beschik-bare investeringsbudgetten, waarbij volgende elementen aan bod komen : de concrete jaarlijk-se investeringsbudgetten/investeringsplafond, de jaarlijkse V H M-vastlegging en het jaarlijkse vastleggingspercentage ? Kan dit voor de ver-schillende luiken van het investeringsprogram-m a , nainvesteringsprogram-melijk de huursector, de koopsector en de sociale leningen aan particulieren ?

2. Kunnen er grote verschillen waargenomen wor-den tussen de jaarlijkse vastleggingspercenta-ges ?

Wat zijn de oorzaken van de eventuele verschil-len ?

3. Welke maatregelen worden genomen om de vastleggingspercentages zo hoog mogelijk te houden ?

Antwoord

1. Zoals bekend, bestaat het investeringsprogram-ma van de VHM uit twee luiken, namelijk een programma voor de huursector en een pro-gramma voor de eigendomssector.

Het investeringsprogramma in de eigendoms-sector wordt sinds 2002 integraal gericht naar de sociale leningen1. Sinds die datum worden de bouwactiviteiten van de socialehuisvestings-maatschappijen gefinancierd met de eigen mid-delen van de sector. In 2001 was het investe-ringsprogramma nog deels gericht naar de fi-nanciering van de bouwactiviteiten en deels naar sociale leningen aan particulieren.

In de huursector gaan de investeringen hoofd-zakelijk naar de bouw- of vervangingsbouw van sociale huurwoningen en naar de renovatie van het eigen patrimonium. Daarnaast is er binnen dat huurprogramma ook in een budget voorzien voor de aankoop van goede huurwoningen en is er sinds 2002 ook een klein budget gereserveerd voor de verwerving van gronden.

(2)

Huursector

Jaar Investerings- VHM- % VHM- %

plafond2 vastleggingen t/m vastleggingen vastleggingen vastleggingen 31/12 v/h op 31/12 vh op 01/09/2003 op 01/09/2003 begrotingsjaar begrotingsjaar 2001 176.248.000 € 156.964.000 € 89,06 % 176.237.000 € 99,99 % 2002 205.253.000 € 158.696.000 € 77,31 % 193.517.000 € 94,28 % 2003 223.615.000 € n.v.t. n.v.t. 22.238.000 € 10% Eigendomssector Jaar Investerings- VHM- % VHM- %

plafond3 vastleggingen t/m vastleggingen vastleggingen vastleggingen 31/12 v/h op 31/12 vh op 01/09/2003 op 01/09/2003 begrotingsjaar begrotingsjaar

2001 87.581.000 € 82.999.000 € 94,77 % 87.390.000 € 99,78 % 2002 87.581.000 € 85.460.000 € 97,58 % 87.550.000 € 99,96 % 2003 88.894.000 € n.v.t. n.v.t. 39.731.000 € 44,69 %

1 Dit krediet kan bestaan uit een goedkope lening voor de aankoop door particulieren van door socialehuisvestingsmaatschap-pijen opgerichte sociale woningen. Daarnaast worden er ook sociale leningen verstrekt aan particulieren voor individuele ver-richtingen op de private woonmarkt.

2 Bedragen afgerond op duizendtallen. 3 Bedragen afgerond op duizendtallen.

2. De tabel leert dat er in de huursector een lichte vertraging is opgetreden in de vastleggingen en dit vooral vanaf 2002, met een vastleggingsper-centage van 77,31% op 31 december van dat be-g r o t i n be-g s j a a r. In 2001 bedroebe-g dat percentabe-ge nog ruim 89%. In de koopsector blijft het vast-leggingspercentage met respectievelijk 95% en 97% op 31/12 van de begrotingsjaren 2001 en 2002 behoorlijk hoog.

De lichte vertraging in de huursector mag geen reden zijn tot ongerustheid. De ervaring leert immers dat de VHM er steeds in geslaagd is om de budgetten die haar ter beschikking werden gesteld nagenoeg integraal te benutten. Zo is het budget van 2001 voor 99,99% vastgelegd en is ook het budget van 2002 reeds voor bijna 95% aangewend, terwijl er intussen op dat pro-gramma nog meer dan voldoende aanbestedin-gen hebben plaatsgevonden om op enkele maanden tijd alle kredieten ook effectief aan te wenden.

Enige nuancering is hier op zijn plaats als men weet dat de investeringsbudgetten sinds 1998 fors werden verhoogd (van amper 60 miljoen euro in 1998 naar ruim 223 miljoen euro in

2 0 0 3 ) . In absolute getallen zijn de concrete in-vesteringen en dito vastleggingen dan ook jaar na jaar gestegen. Ondanks die markante verho-ging van de budgetten blijven de vastlegverho-gingen dus toch op een meer dan behoorlijk peil, z e k e r als men weet dat :

– de vastleggingen van de VHM – in tegen-stelling tot heel wat andere subsidiestelsels – niet gebeuren op basis van een ontwerpdos-s i e r, maar integendeel op baontwerpdos-siontwerpdos-s van een goed-keuring van een gunning ;

– er heel wat randvoorwaarden zijn die de voortgang van een project kunnen beïnvloe-den en vertragen, zoals bijvoorbeeld het ver-krijgen van een stedenbouwkundige vergun-ning, de aanleg van infrastructuur, ...

– sommige gunningsprocedures moeten wor-den heropgestart indien er ongunstige prij-zen werden genoteerd bij de eerste lancering van de offerte ;

(3)

In de eigendomssector noteerde men ook de slechtste resultaten in de jaren 1996 en 1997, maar evolueerde men nadien geleidelijk naar de actuele vastleggingspercentages van circa 95% en meer. Uiteraard speelt hier de grote vraag van particulieren naar saneringsleningen een doorslaggevende rol.

Wat de uitvoering van de investeringsprogram-ma's in 2003 betreft, kan ik melden dat ook in 2003 de voortgang van de projecten op schema z i t . In de eigendomssector is er reeds 44,69% van het beschikbare budget effectief vastgelegd en zitten er nog heel wat aanvragen voor sociale leningen in de pijplijn. Hier kunnen wellicht zonder problemen de resultaten van de twee vo-rige begrotingsjaren geëvenaard worden. In de huursector konden met 10% nog maar weinig vastleggingen op basis van de gunningen geno-teerd worden, maar ook in deze sector wordt geen verdere terugval in de vastleggingen ver-w a c h t . I n t e g e n d e e l , met reeds 97,76% goedge-keurde voorontwerpen en 85,07% van de de-finitieve ontwerpen ingediend, wordt verwacht dat zoals in de vorige begrotingsjaren de meeste aanbestedingen nog in het najaar zullen kunnen plaatsvinden.

3. Dat de vastleggingen – ondanks de forse ver-hogingen van de budgetten – toch op een be-hoorlijk peil blijven, is onder meer het resultaat van het actieplan dat de VHM hanteert tenein-de tenein-de uitvoering van tenein-de investeringsprogram-ma's maximaal binnen één en hetzelfde begro-tingsjaar te laten verlopen.

Dat actieplan voorziet in een actieve, d o o r l o-pende opvolging van de projecten en in strikte termijnen voor de indiening en goedkeuring van de ontwerpen voor de projecten. Wanneer een project vertraging dreigt op te lopen, wordt het in de regel uitgesteld en vervangen door een re-serveproject.

Daarnaast nam de VHM in de loop van de voorbije jaren ook nog volgende initiatieven om de vastleggingen en activiteiten op kruissnel-heid te houden :

– de opvolging van de structuurplanning en het overleg terzake met de provinciale dé-p u t é s, waarbij afsdé-praken werden gemaakt omtrent de aandacht in die planning voor de sociale huisvesting ;

– de lancering door de VHM van het initiatief inzake de "aankoop van goede woningen"

via het V H M-i n v e s t e r i n g s p r o g r a m m a . D i t initiatief werd gunstig onthaald omdat het nauw aansluit op het beleid van kleinschalig-h e i d , i n b r e i d i n g s g e r i c kleinschalig-h t kleinschalig-h e i d , en de idee van de vermenging met private woningen in zich draagt ;

– de SHM's worden continu gestimuleerd en gemotiveerd om maximaal alle mogelijkhe-den te benutten, onder meer door bilaterale c o n t a c t e n , maar ook via de actieve participa-tie aan het lokale woonoverleg (bv. A n t w e r-p e n , G e n t ,M e c h e l e n , We s t h o e k ,M e e t j e s l a n d + de ronde in samenwerking met A r o h m langs de minder actieve V l a a m s-B r a b a n t s e gemeenten) ;

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze contingenten zullen met ingang van de datum van dit besluit vierjaarlijks geëvalueerd worden waarna ze na advies van de Vlaamse In- teruniversitaire Raad door de

241 van 28 februari 2003 blijkt dat het bijkomend onder- zoek naar de bodemverontreiniging op de bermen van de autosnelweg E17 in Rekkem-Menen reeds is uitgevoerd maar dat het

Kan de minister, per provincie, een evolutie geven van de laatste vijf jaar van de spoorvor- ming op autosnelwegen en andere gewestwegen (verhouding aantal km wegen versus

In het Belgisch Staatsblad van 15 januari 2003 werd het besluit van de Vlaamse regering van 20 december 2002 gepubliceerd tot intrekking van pa- ragraaf drie in artikel 24

Provincie Antwerpen : OCMW Dossier succesvol afgerond Provincie Antwerpen 865 49 Arrondissement Antwerpen 816 29 Arrondissement Mechelen 28 11 Arrondissement Turnhout 21 9

werden recentelijk beëindigd, voor de provincie Antwerpen moeten de twee resterende velden- quêtes einde augustus, begin september worden afgrond.. Van de huidige twee enquêteurs

In de andere gevallen werd tijdens het beschrijvend bodemonderzoek vastgesteld dat het ging om historische veront- reiniging die geen bedreiging vormde, was de

Zo neen, in welke mate vormt deze problema- tiek een bedreiging voor het niet halen van de wettelijke Europese nonnen?. In welke alternatieven