Vraag nr. 27
van 29 november 2002
van de heer CARL DECALUWE Wetenschapsparken – Stand van zaken
Het researchpark Kortrijk werd na afloop van de juridische problematiek hernomen en goedgekeurd in de gewestplanwijziging van 2001. Blijkbaar zijn er ondertussen nieuwe juridische betwistingen. E r dient bovendien nog een bijzonder plan van aanleg ( B PA) te worden opgemaakt vooraleer de uitvoe-ring kan starten. Eind 2000 werden het Innovatie-en IncubatiecInnovatie-entrum. Kortrijk (IICK) Innovatie-en het Vlaams Kunststoffencentrum opgestart op de ter-reinen van de Kulak.
Niettegenstaande de juridische problematiek van het researchpark werd de filosofie achter dit pro-ject (stimuleren research, i n n o v a t i e, s p i n-offs in eigen regio) verder ontwikkeld via de oprichting en werking van het IICK en via de oprichting van het informeel netwerk Kortrijk.Innovatie (Kortrijk.IN). Naar aanleiding van zijn bezoek aan Rebak, h e t streekplatform arrondissement Ko r t r i j k , en aan het I I C K , verwees de minister naar een verhoging van de contingenten wetenschapsparken voor de uni-v e r s i t e i t e n . Dit opent perspectieuni-ven uni-voor een bij-komende zone, door een beroep te doen op een deel van het pakket dat zal worden toegewezen aan de KUL.
1. Wat is de stand van zaken betreffende de verho-ging van de contingenten wetenschapsparken voor de universiteiten ?
2. Is er reeds een uitbreiding ? Zo ja, waar en vol-gens welke criteria ?
Wat is de concrete invulling ?
Wat zijn de budgettaire consequenties ?
3. In welke mate wordt er ook aan een bijkomen-de zone in Kortrijk gedacht ?
Antwoord
1. De verhoging van de contingenten werd opge-nomen in het ontwerp van besluit van de Vlaamse regering houdende subsidiëring van b e d r i j v e n t e r r e i n e n , wetenschapsparken en be-d r i j f s g e b o u w e n . Tijbe-dens zijn eerstvolgenbe-de ver-gadering zal de Vlaamse Interuniversitaire Raad hierover zijn advies uitbrengen.
Zodra het decreet betreffende het economisch ondersteuningsbeleid is goedgekeurd zal de procedure tot goedkeuring van het ontwerp be-sluit van de Vlaamse regering gestart worden. 2. Voormeld ontwerp van besluit voorziet de
vol-gende contingenten :
– VUB : 50 ha : geen verhoging ; was ook geen vragende partij ;
– UCG : 100 ha = verdubbeling ;
– KUL : 100 ha = verdubbeling, waarvan 10 ha voor de campus Ko r t r i j k , met een eventuele aanvullende optie van maximaal 10 ha voor Kortrijk ;
– Transnationale Universiteit Limburg Cam-pus Diepenbeek : 23 ha
– UA : 32 ha = verhoging met 12 ha.
Deze contingenten zullen met ingang van de datum van dit besluit vierjaarlijks geëvalueerd worden waarna ze na advies van de Vlaamse In-teruniversitaire Raad door de Vlaamse regering aangepast kunnen worden.
De grootte van de bijkomende contingenten werd bepaald op basis van de behoeften die mede door de universiteiten werden vastge-s t e l d . Hiervoor golden alvastge-s criteria : de bezetting van de huidige wetenschapsparken, de bezetting van de incubatie- en innovatiecentra, de ver-wachte doorgroeibedrijven van deze centra, d e nog te verwachten wetenschappelijke ontwikke-lingen en de spin-offs van de universiteiten. De concrete invulling van deze contingenten zal afhangen van de mate waarin deze verwachtin-gen ingevuld worden en zal verschillen van uni-versiteit tot uniuni-versiteit. De invulling kan ook gefaseerd verlopen en de vierjaarlijkse evaluatie maakt bijsturingen steeds mogelijk.
De kosten voor de aanleg van de openbare in-frastructuur kan volgens het ontwerp van subsi-diebesluit nog steeds aan 85 % van de subsidia-bele kosten gefinancierd worden.
Ervan uitgaande dat de gemiddelde subsidie-kost voor wetenschapsparken 77.000 euro per ha bedraagt, mag de budgettaire impact geschat worden op 8.739.500 euro.
Aan een gemiddelde van ongeveer 20 ha per jaar zou dit een jaarlijkse weerslag hebben van 1.543.000 euro.
3. Voor de zone Kortrijk ligt voor het huidig we-tenschapspark grenzend aan de campus van de universiteit nog steeds een bedrag van 668.834 euro vast.