• No results found

Vraag nr. 28 van 29 november 2002 van de heer CARL DECALUWE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 28 van 29 november 2002 van de heer CARL DECALUWE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 28

van 29 november 2002

van de heer CARL DECALUWE LAR II Kortrijk – Subsidiëring

In het voorstel van afbakening regionaal-s t e d e l i j k gebied Kortrijk is 30 ha bestemd voor een bijko-mende zone voor transport en logistiek.

Op basis van een studie heeft Rebak, het streek-platform arrondissement Ko r t r i j k , eind 2001 aan het Vlaams Gewest voorgesteld om de locatie te bestemmen via het ruimtelijk uitvoeringsplan. D e stadsbesturen van Kortrijk en Menen hebben, n a een nieuwe consultatie, bevestigd dat zij opteren voor de uitbreiding ten zuiden van de autoweg E17.

Het studieproject "vernieuwende ruimtelijke con-cepten voor transportlogistieke vestiging" werd goedgekeurd als streekcharterproject. Via deze subsidiëring zou de minister de verdere t r a n s p o r t-logistieke ontwikkeling van de regio on-dersteunen.

1. Welke ondersteuning voor de studies en vesti-gingsplaatsen werd reeds uitbetaald door het Vlaams Gewest in het kader van de zoektocht naar geschikte locaties voor transport-l o g i s t i e k e knooppunten ?

2. Welke subsidiëring trekt de minister voor dit project uit ?

3. Welke voorwaarden dienen nog vervuld te wor-den om LAR II operationeel te maken ?

Antwoord

1. Een aantal studies werden in opdracht van het Vlaams Gewest gemaakt rond het thema trans-port en logistiek.

In januari 1998 werd in opdracht van A r o h m het onderzoek "Inplanting van een transport- e n d i s t r i b u t i e zone in het gewestplan Ko r t r i j k " o p g e-l e v e r d . Het onderzoek onderzocht in het Ko r t-rijkse een vijftiental locaties waar een transport-en logistieke zone zou kunntransport-en ingeplant wor-d e n , uitgaanwor-de van wor-de ruimtevraag van het be-drijf Van Marcke Logistics. Vier locaties werden in het kader van dit onderzoek naar voren ge-schoven als een mogelijke locatie voor het be-drijf

De zoekcriteria van dit onderzoek waren iets anders dan de vraag die nu in het kader van de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk gesteld wordt. De voorgestelde zones zijn dus niet per definitie de zones die op dit ogenblik in aanmerking komen voor inplanting van een transport- en distributiezone.

Eveneens in opdracht van Arohm maakte Idea Consult het onderzoek ' R u i m t e l i j k - e c o n o m i s ch e aspecten van de ontwikkelingen in transport, d i s -tributie en logistiek in V l a a n d e r e n '. De studie werd opgeleverd in april 2001 en behandelt vooral de ruimtelijke aspecten van transport, distributie en logistiek. Aangaande Ko r t r i j k blijkt uit de studie :

1) dat Kortrijk in overeenstemming met het RSV een van de concentratiepunten is inza-ke vestigingspatroon van ondernemingen in transport, distributie en logistiek

2) dat Kortrijk een groeias is op de verbinding Antwerpen-Gent-Rijsel (E17)

3) dat Kortrijk in aanmerking komt voor een g r o o t , modern gemengd, minstens bimodaal ontsloten bedrijventerrein

Een derde studie is getiteld "Europese Distributie -centra en Value Added Activities in Vlaanderen : E c o n o m i s che betekenis en concurrentiepositie". U i t deze studie blijkt de kwaliteit van Vlaanderen op vlak van en de mogelijkheden die transport, d i s t r i-butie en logistiek bieden voor V l a a n d e r e n .V l a a n-deren blijkt de ideale locatie binnen Europa voor de vestiging van EDC's, t r a n s p o r t b e d r i j v e n , Va l u e Added Logistics enz.

2. De subsidiëring voor de bijkomende zone voor transport en logistiek (LAR II) is tweedelig : 1) Het streekcharterproject LAR 11

(2)

en Ko r t r i j k . Een eerste schijf van 40 procent van de toegekende subsidie werd reeds uit-betaald.

De bedoeling van het hefboomproject is t w e e d e l i g. In een eerste fase wordt, via een extern bureau, onderzocht aan welk concept de inrichting van een transport-logistiek cen-trum vandaag moet beantwoorden. D a a r b i j komen de economisch-functionele en infra-structurele noden van het transport-l o g i s t i e-ke bedrijfsleven aan bod en de gevolgen daarvan voor de te plannen basisinfrastruc-tuur op de transportzone (wegen, p a r k i n g s, g e b o u w e n ,s p o o r, o v e r s l a g, a f w a t e r i n g ) .D e z e eerste fase ging recent van start met de zoek-tocht naar een extern onderzoeksbureau. Eén offerte bereikte de intercommunale L e i e d a l , maar er werd aan een onderzoeks-bureau tot dusver nog geen opdracht gege-ven.

In een tweede fase wordt de studie vertaald naar een concreet concept van ruimtelijke l a y-out voor het logistiek centrum. U i t e r a a r d kan de tweede fase pas van start gaan op het ogenblik dat de locatie van de LAR 11 de-finitief bepaald werd.

2) Naast het streekcharterproject dat het con-cept van transport- en logistieke zone onder-z o e k t , komt het nieuwe bedrijventerrein ui-teraard in aanmerking voor de reguliere sub-s i d i e. Binnen de voorwaarden van het sub-subsub-si- subsi-diebesluit kan de ontwikkelaar, de intercom-munale Leiedal dus, subsidies aanvragen voor de aanleg en uitrusting van het bedrij-venterrein.

3. In de eerste plaats dient LAR 11 in het Ruimte-lijk Uitvoeringsplan horende bij de afbakening van het regionaalstedelijk gebied Kortrijk een locatie te krijgen (de bestemming). Het RU P dient dan de reguliere procedure voor een RU P te doorlopen, te beginnen met een plenaire ver-g a d e r i n ver-g, voorlopiver-ge vaststellinver-g door de Vlaamse regering, een openbaar onderzoek en de definitieve bekrachtiging door de V l a a m s e regering.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze vraag werd gesteld aan de heer Luc Van den Brande, minister-president van de Vlaam- se regering, Vlaams minister van Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Weten- schap

Deze vraag werd eveneens gesteld aan de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media..

Het antwoord op deze vraag behoort tot de be- voegdheid van de heer Dirk Van Mechelen, V l a a m s minister van Economie, Ruimtelijke Ordening

1. Deze vraag zal worden beantwoord door de heer Steve Stevaert, minister vice-president van de Vlaamse regering, in het kader van zijn ant- woord op zijn vraag nr. Deze vraag

van de heer CARL DECALUWE Verwijlintresten – Stand van zaken Zie :. Minister-president van de Vlaamse regering

Vlaams minister van Financiën en Begroting, Ruimtelijke Ordening, Wetenschappen en Techno- logische Innovatie.

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën, Begroting en Ruimtelijke

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Financiën en Begroting en Ruimtelijke