Vraag nr. 29 van 9 november 1999 van de heer CARL DECALUWE

Vraag nr. 29

van 9 november 1999

van de heer CARL DECALUWE

Sociaal patrimonium – Leegstand

Het komt vaak voor dat het patrimonium van

er-kende vennootschappen leegstaat in afwachting

van verbouwingswerken. Kraakpandacties van

daklozen hebben in het verleden aangetoond dat

die leegstand langere tijd kan duren.

1. Kan de minister mij een overzicht geven, per

ar-r o n d i s s e m e n t , van de sociale huuar-rwoningen en

appartementen die meer dan één jaar leegstaan ?

2. Kan de minister mij de verhouding geven tussen

het totale patrimonium en het

leegstandspatri-monium ?

3. Kan de minister mij specifieke gegevens

bezor-gen per erkende vennootschap voor de

arron-dissementen Kortrijk-Roeselare-Tielt ?

4. Wat is de oorzaak van deze langdurige

leeg-stand ? Welke maatregelen worden er genomen

om dit te verhelpen ?

Antwoord

1. Als bijlage 1 wordt een overzicht gegeven, p e r

a r r o n d i s s e m e n t , van de leegstand van sociale

woningen en appartementen die minder en

meer dan één jaar leegstaan (toestand op 31

de-cember 1998 – E = eengezinswoning, A =

ap-partement).

2. Op 31 december 1998 stonden in totaal 3.595

woningen leeg, waarvan 1.583 langer dan één

j a a r. Dat is respectievelijk 2,83 % en 1,24 % van

het totale patrimonium.

3. Als bijlage 2 worden de specifieke gegevens

vermeld per sociale huisvestingsmaatschappij

voor de arrondissementen Ko r t r i j k-R o e s e l a r

e-Tielt (waarbij geen onderscheid kan worden

ge-maakt volgens de duur van de leegstand en het

type van de woning).

4. De redenen voor de leegstand van de 3.595

wo-ningen kunnen als volgt worden onderverdeeld

(som van alle redenen = 100 % – toestand op

31 december 1998) :

– 64 % van de woningen stonden leeg wegens

aan de gang zijnde renovatiewerken of met

het oog op nog uit te voeren

renovatiewer-ken ;

– 12,59 % van de woningen stonden leeg voor

sloop;

– 2,38 % van de woningen stonden leeg voor

de herhuisvesting van huurders die hun

wo-ning moeten verlaten voor uit te voeren

re-novatiewerken of van wie de woning zou

worden gesloopt;

– 3,5 % van de woningen stonden leeg bij

ge-brek aan kandidaat-huurders;

– 1,28 % stonden leeg wegens het overlijden

van de huurder;

– 16,25 % van de woningen stonden leeg om

andere dan de voormelde redenen:

kieskeurigheid bij de toewijzing van een

h u u r w o n i n g : indien er voor een bepaalde

lo-catie sociale woningen zijn met een

verschil-lend comfortniveau, worden de minder

kwa-litatieve woningen dikwijls geweigerd;

opfrissing en kleine herstellingswerken van

woningen bij huurderswissel;

huurderswissel;

uitdrijving van huurders.

Zoals blijkt uit de voormelde gegevens is ± 79 %

van de leegstand het gevolg van renovatie, sloop en

de ermee gepaard gaande verplichte

herhuisves-t i n g. Heherhuisves-t merendeel van de resherhuisves-terende leegsherhuisves-tand is

te wijten aan huurderswissel. De cijfergegevens zijn

op datum van 31 december 1998 en betreffen dus

een momentopname.