Vraag nr. 133 van 6 juni 2002
van de heer CARL DECALUWE Aquafin – BTW-tarief
In het najaar van 2001 werd bekend dat de federale overheid het verlaagde BTW-tarief (6 %) betwist dat Aquafin op haar facturen aan de Vlaamse over-heid heeft aangerekend. De Belgische staat eist dat in de toekomst een tarief van 21 % BTW toegepast w o r d t . Ook voor de periode 1996-2001 zou dit ta-rief betaald moeten worden op de reeds uitgereikte facturen.
Dit zou een zeer zware hypotheek leggen op de Vlaamse begroting voor de volgende jaren en het failliet van het waterzuiveringsbeleid in V l a a n d e-ren kunnen betekenen.
De Vlaamse regering weet zich gesteund door een aanbeveling van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV).
Aquafin heeft recentelijk een rechtsgeding ingeleid tegen de Belgische staat. Hierdoor is de terugvor-dering van meer dan 200 miljoen euro geschorst. 1. Wat is de stand van zaken in dit dossier ?
2. Is de zaak reeds voorgekomen ? Wanneer wordt een uitspraak ten gronde verwacht ?
Antwoord
Op 6 november 2001 deelden de Centrale Diensten van de Administratie van de Ondernemings- en In-komensfiscaliteit aan Aquafin NV hun standpunt mee dat de handelingen van Aquafin NV ten aan-zien van het Vlaams Gewest zijn onderworpen aan het BTW-tarief van 21%.
Voor de handelingen van september 1996 tot sep-tember 2001 werd door de Administratie van de I n v o r d e r i n g, sector BTW, een navordering inge-s t e l d , middelinge-s een dwangbevel uitgevaardigd op 8 januari 2002, voor een bedrag van 189.772.305 euro + 18.977.216 euro boete + interesten ten belope van 0,80 % per maand op verschuldigde BTW vanaf 21 oktober 2001.
Het Vlaams Gewest en Aquafin NV betwisten de toepassing van het BTW-tarief van 21 % en elke navordering van een vermeend tekort aan aangere-kende BTW.
Bij brief van 12 februari 2002 hebben de V l a a m s e minister van Leefmilieu en Landbouw en de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, I n-n o v a t i e, Media en-n Ruimtelijke Orden-nin-ng het advo-catenkantoor Dauginet & Co aangesteld om het Vlaams Gewest bij te staan en te vertegenwoordi-gen in alle zaken die verband houden met de be-slissingen en vorderingen uitgaande van de federa-le BTW-administraties en om hiertoe alfedera-le nodige initiatieven te nemen voor bevoegde rechtbanken en de bevoegde federale kabinetten en administra-ties.
Met dagvaarding en verzoekschrift van 15 f e b r u a r i 2 0 0 2 verzette Aquafin NV zich tegen het uitgevaar-digde dwangbevel en vorderde middels haar dag-vaarding en verzoekschrift de terugbetaling van het door haar aan het Vlaams Gewest aangereken-de en aan aangereken-de bevoegaangereken-de feaangereken-derale administratie afge-dragen verschil van 15 % BTW sedert 8 n o v e m b e r 2 0 0 1 , op 15 februari 2002 bepaald op 13.496.077,00 e u r o, alsmede van alle bedragen die zij nog zal aan-rekenen en afdragen uit hoofde van de toepassing van het BTW-tarief van 21 % in plaats van 6 %. De zaak werd op de inleidingszitting zoals gebrui-kelijk "naar de rol" verzonden, d . w. z . voor onbe-paalde tijd uitgesteld. Alle partijen krijgen daar-mee de mogelijkheid om hun standpunten schrifte-lijk te formuleren in de vorm van conclusies. Op 15 april 2002 werd opdracht gegeven aan bo-venvermeld advocatenkantoor om een alternatieve structuur uit te werken voor het doorrekenen van de kosten voor waterzuivering middels de factuur van het waterverbruik. Momenteel wordt de laat-ste hand gelegd aan een voorlaat-stel hieromtrent. Op basis hiervan zal in eerste orde met de federale instanties onderhandeld worden teneinde een com-promis of dading af te sluiten, met het oog op het maximaal reduceren van vermelde navordering en op het vermijden van het van dan af geldende BTW-tarief van 21 %.
De vraag wanneer een uitspraak ten gronde kan worden verwacht, kan dan ook op dit moment niet beantwoord worden.
