ADVIES Nr 05 / 2001 van 28 februari 2001.
O. Ref. : 10 / A / 2001 / 005
BETREFT : Ontwerpamendement van de Regering betreffende artikel 44/1 van de wet van 5 augustus 1992 op het politieambt.
De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,
Gelet op artikel 22 van de Grondwet,
Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, inzonderheid op artikel 29,
Gelet op de adviesaanvraag van de Minister van Justitie van 1 februari 2001,
Gelet op het verslag van de Heer De Schutter,
Brengt op 28 februari 2001 het volgende advies uit :
I. VOORWERP VAN HET ONTWERP VAN AMENDEMENT.
---
In het kader van het beheer van de informatieverwerking overeenkomstig de artikelen 44/1 tot 44/11 van de wet op het politieambt van 5 augustus 1992, zoals gewijzigd door de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, stelt zich de vraag of de verwerking van gevoelige gegevens overeenkomstig artikel 6 van de privacywet van 8 december 1992, zoals gewijzigd door de wet van 11 december 1998 alsnog door de politiediensten mogelijk zal zijn.
De wet inzake de hervorming van de politiediensten voorziet immers in de afschaffing van artikel 39 van de wet op het politieambt, i.e. de huidige wettelijke basis voor de politie om gevoelige gegevens te verwerken in het raam van de privacywet van 8 december 1992.
Overeenkomstig de nieuwe versie van de privacywet van 11 december 1998 (art. 6) is de
verwerking van gevoelige gegevens in principe verboden. Uitzonderingen zijn echter opgenomen in het tweede lid van art. 6.
Uit de analyses daarvan blijkt dat verwerkingen van gevoelige gegevens door politiediensten in het kader van hun bestuurlijke en gerechtelijke opdrachten niet expliciet als toegelaten vermeld staan.
Alleen zou men zich eventueel kunnen beroepen op littera f) van art. 6 § 2 (verwerking
noodzakelijk voor de vaststelling, de uitoefening of de verdediging van een recht in rechte) of nog littera l (verwerking om een andere belangrijke reden van publiek belang door een wet, een decreet of ordonnantie toegelaten).
Teneinde alle onzekerheid weg te nemen, wenst de Regering in de wet op het politieambt in artikel 44/1 een nieuwe alinea in te voegen teneinde de wettelijke grondslag voor verwerking van
dergelijke gegevens mogelijk te maken.
Het is immers duidelijk dat in de uitoefening van hun taken dergelijke gegevens noodzakelijk of nuttig kunnen zijn in een bepaalde finaliteit (bv. bestrijding van pedofilie), mits in achtneming van de overige bepalingen van de wetgeving op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
(voorzien in art. 44/2)
II. BESPREKING.
---
Het amendement beperkt er zicht toe een algemene toelating tot verwerking van de gevoelige gegevens aan de politiediensten te verlenen. De modaliteiten ervan zullen door de Koning bepaald worden.
Zo de Commissie geen bezwaar heeft tegen het duidelijk en ondubbelzinnig juridisch vastleggen van het verwerkingsrecht, is zij niettemin van oordeel dat -gezien het uitermate privacygevoelige karakter van gegevens onder art. 6 privacywet- de vastlegging van de uitvoeringsmodaliteiten onderworpen moet worden aan het voorafgaandelijk advies van de Commissie.
Dit kan geschieden door :
1° invoeging in het tweede lid van het ontwerp van.
… door de Koning, na advies van de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer, ….
of
2° aanvulling van art. 44/10 door vermelding van art. 44/.1, tweede lid.
Zo deze laatste oplossing qua wetgevingstechniek de betere lijkt, verzet de Commissie, wat betreft dit artikel, zich echter tegen de mogelijkheid van het verplicht advies af te stappen in geval van hoogdringendheid en dit gezien het bijzonder karakter van de gegevens.
In Art. 44/10 zou dus een nieuw lid moeten opgenomen worden:
“De uitvoeringsmaatregelen bedoeld in artikel 44/1 tweede lid, worden genomen na advies van de Commissie voor Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer”.
III. CONCLUSIE.
---
Mits rekening gehouden wordt met bovenvermelde bemerking, brengt de Commissie een gunstig advies uit.
Voor de secretaris, De voorzitter,
wettig verhinderd,
(get.) G. POPLEU (get.) P. THOMAS
adjunct-adviseur.