• No results found

Vraag nr. 26 van 24 oktober 2002 van de heer JAN VERFAILLIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 26 van 24 oktober 2002 van de heer JAN VERFAILLIE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 26

van 24 oktober 2002

van de heer JAN VERFAILLIE Windturbines – Gistel en Veurne

Op dit ogenblik loopt de procedure van een gewes-telijk ruimgewes-telijk uitvoeringsplan voor windturbines. Hiertoe werden drie We s t-Vlaamse gemeenten ge-selecteerd : G i s t e l , Oostkamp en Ve u r n e. Het plan houdt de bouw in van windmolens langs de E40. Het verdoken aspect "ongevallenpotentieel" is tot op heden een onbekend gegeven. Naast het "rotor-w i e k-ejectie"risico moet in dit verband ook aan-dacht worden besteed aan de mogelijke afleiding van chauffeurs door de bewegende turbines. O n-langs liet de administratie Wegen en Verkeer – met dezelfde motivatie – spandoeken wegnemen. En dezelfde administratie oordeelde een tijd gele-den (opruimcampagne 27-31 mei 2002) dat de wild-groei aan reclameborden van allerlei slag niet al-leen de wegen ontsiert, maar ook gevaarlijke ver-keerstoestanden veroorzaakt door de visuele aflei-ding van de chauffeurs.

Ook de energiebijdrage – die hier pietluttig is – kan in vraag worden gesteld.

De vraag rijst ook of onze provincie en regio moe-ten worden opgezadeld met een vérreikende visu-ele bezoedeling, terwijl de draagkracht van onze s t r e e k , met de schaarse waardevolle landschappen die er nog resten, terzake zo goed als zero is. Ten slotte rijzen vragen m.b. t . de gegarandeerde elektriciteitsbevoorrading vanuit die turbines. N o o r d-Duitsland werd dit jaar, bij gebrek aan w i n d , getroffen door twee "black-o u t s " . De vervan-gingsstroom kwam uit Frankrijk (nucleaire stroom) en transiteerde door ons land, waardoor ons net plots overbelast werd. Periodieke afwezigheid van wind komt meer voor op het land dan op zee. 1. Worden bovenvermelde gemeenten van nabij

betrokken en voldoende geïnformeerd bij de mogelijke bouw van windturbines op hun grondgebied?

Werd terzake reeds overleg gepleegd? Zo ja, wat was het resultaat?

2. Is het verdoken aspect "ongevallenpotentieel" voldoende bestudeerd?

Zo ja, wat was de conclusie? Zo neen, is men van plan om dat te onderzoeken?

3. In hoeverre zijn de adviezen – naar aanleiding van het verslag van de plenaire vergadering – van de luchtmachtbasis van Koksijde en van de luchthaven van Oostende reeds geëvalueerd? Wat zijn de conclusies?

4. Hoever staat het met de procedure van het be-trokken ruimtelijk uitvoeringspIan (RUP) ? Welke stappen moeten nog ondernomen wor-den ?

Wanneer zal het openbaar onderzoek plaatsvin-den?

5. Is er reeds een inpasbaarheidsstudie uitgevoerd rond de geplande windturbines ?

Gaat de minister er niet van uit dat het onaan-v a a r d b a a r, zo niet uitgesloten is om in het be-trokken landbouwgebied ten zuiden van Gistel zulke turbines te bouwen, door het vérstrekken-de bezoevérstrekken-delingseffect en vérstrekken-de nabijheid en vérstrekken-de om-vang van de bebouwingskern ?

6. Werd reeds nagegaan hoe men windstille perio-des gaat opvangen?

Antwoord

1. De locaties waarvoor gewestelijke RUP's in procedure zijn, betreffen in eerste instantie lo-caties waarvoor één of meerdere aanvragen voor stedenbouwkundige vergunning werden ingediend en die vervolgens werden getoetst aan een aantal ruimtelijke principes en naar schaal kunnen voldoen aan de behoefte aan bo-venlokale zones.

Binnen de procedure tot opmaak van een ge-westelijk RU P is bepaald dat de adviserende in-stanties – waaronder de betrokken gemeente-besturen – reeds in een vroeg stadium (voor-ontwerpfase) een standpunt kunnen innemen. Dit standpunt wordt toegelicht in de plenaire vergadering , waarvan een verslag is opgemaakt. Een tweede formeel standpunt ten aanzien van het gewestelijk RUP kan de gemeente formule-ren naar aanleiding van het openbaar onder-zoek dat binnenkort plaatsvindt.

(2)

ontwikke-ling van een zone voor windturbines moet mo-gelijk maken.

Hierin wordt enkel het algemeen ruimtelijk kader aangegeven waarbinnen deze ontwikke-ling mogelijk is. Dit kader werd voorgelegd aan de adviserende instanties en besproken in ple-naire vergadering. Uit deze vergadering zijn geen overwegende bezwaren gekomen die de stopzetting van het RUP voor Gistel zouden noodzakelijk maken.

De verdere uitwerking en afweging (exacte lo-c a t i e, type turbines, r i t m i e k , ...) zijn elementen die maar op basis van een gedetailleerd (tech-nisch) onderzoek zullen leiden tot de aanvraag voor stedenbouwkundige vergunning.

3. Heel correct leidde het ongunstig advies van Belgocontrol voor de locatie in Veurne tot de stopzetting van de RU P - p r o c e d u r e. Z o w e l Belgocontrol als de administratie Wegen en Verkeer – afdeling Personenvervoer en Lucht-havens leverden een gunstig advies met voor-waarden voor de locatie in Gistel.

Aan deze voorwaarden werd voldaan door ex-pliciet een hoogtebeperking in de voorschriften bij dit RUP in te schrijven.

4. Het RUP "zone voor windturbines" in Gistel werd op 27 september 2002 door de Vlaamse re-gering voorlopig vastgesteld. Na die datum had de administratie 30 dagen de tijd voor aankon-diging van het openbaar onderzoek. Dit is intus-sen gebeurd. Het openbaar onderzoek loopt van 12 november 2002 tot en met 10 januari 2003. Het verder verloop van de procedure gebeurt als volgt : bundelen en coördineren van advie-z e n , opmerkingen en beadvie-zwaren door V l a c o r o, die aan de Vlaamse regering een gemotiveerd advies verleent binnen 90 dagen (120 dagen bij een termijnverlening) na het einde van het openbaar onderzoek (Vlacoro : Vlaamse Com -missie voor Ruimtelijke Ordening – red.). Daarop beschikt de Vlaamse regering over 180 dagen na het openbaar onderzoek om het plan definitief vast te stellen. 60 dagen na definitieve vaststelling dient het besluit te zijn gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.

5. Zie antwoord op vraag 2. Zoals blijkt uit de toe-lichtingsnota werd de locatie in Gistel onder meer in aanmerking genomen op basis van de mogelijkheid tot bundeling met het hoofdwe-gennet in relatie met de "verstedelijkte" kern Gistel.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om dat te bereiken, wordt er tweemaal per jaar ge- maaid en wordt het maaisel geperst in balen en af- gevoerd naar een composteerinstallatie?. Worden bovenvermelde werken gegund

Er verscheen recentelijk in de pers dat door de te- leurstellende resultaten van juli 2002 het kabinet geneigd is om de exploitatie- en investeringsenve- loppe van 0,5 miljoen euro

De aanleg van een rotonde met het oog op een betere verkeersafwik- keling dient te worden bestudeerd in het licht van de opties van het gemeentelijk mobiliteitsplan voor D i k s m u i

Het voorstel omvatte de doortrekking van de A 1 9 tot Steenstraete, een nieuwe verbindingsweg van Steenstraete tot het zuiden van Oostvleteren en een modernisering van de huidige

Ik stel voor dat op het moment dat het project- team voor de tracering van de verbindingsweg van start gaat, de resultaten van het onderzoek van de lokale gemeenschap op een

Wa n n e e r vossen veeleer als "koppel" in kleinere territo- ria gaan leven, in plaats van in grotere territoria in sociale groepen (waarin slechts één nest

Is de minister op de hoogte van de vraag van het college van burgemeester en schepenen van Koksijde om de opheffing van het bouwverbod door te trekken naar de aanpalende

Het betreft in vijf gevallen in- frastructurele aanpassingen aan kruispunten met verkeerslichten om een conflictvrije ver- keerslichtenregeling mogelijk te maken.. I n de