• No results found

Vraag nr. 31 van 29 november 2001 van de heer JOHAN MALCORPS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 31 van 29 november 2001 van de heer JOHAN MALCORPS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 31

van 29 november 2001

van de heer JOHAN MALCORPS Umicore Hoboken – Bufferzone

De tekst van het koninklijk besluit (KB) van 3 ok-tober 1979 houdende vaststelling van het gewest-plan Antwerpen vermeldt uitdrukkelijk, met ver-wijzing naar de hinder van het bedrijf Metallurgie H o b o k e n , dat een bufferzone moet worden aange-legd vanaf het recreatiegebied (buitenglacis Fort 8) tot de grens van Hemiksem.

Het gaat met name om een terrein van een goede 6 hectare in de vorm van een driehoek, met aan de westkant de spoorlijn A n t w e r p e n-Boom en 30 meter verder een reeks bedrijven, en aan de oost-kant de woonzone Nachtegalenhof met als dichtst-bijzijnde straat de Den Haaglaan. De bestemming van dit gebied is volgens (de kaarten van) het ge-westplan grotendeels parkgebied en voor een deel-tje gebied voor dagrecreatie.

Parkgebieden dienen volgens de toelichting bij het KB van 28 december 1972 een passieve recreatieve functie te vervullen (als wandel- en rustoord). H e t kan dus niet de bedoeling zijn ze te transformeren in gebieden voor actieve recreatie. Nog volgens de toelichting bij voornoemd KB moeten bufferzones in aanmerking komen voor groenaanplanting in-dien ze minder dan 250 meter breed zijn (wat hier het geval is). Beperkte sportaccommodatie is daar slechts aanvaardbaar indien de zone breder is dan 250 meter (wat niet het geval is) en indien de bufferzone geen milieuhygiënische bedoeling heeft (wat hier overduidelijk wel het geval is).

Op het totstandkomen van een buffer met opgaand groen tussen industrie en de woonwijk Nachtega-lenhof wordt overigens al lange tijd aangedrongen door de Medische Werkgroep Metallurgie, dit om in de woonwijk de neerslag van zware metalen ( l o o d , c a d m i u m , arseen) door Union Minière (in-middels Umicore) te beperken. Tegelijk zou door het realiseren van deze buffer ook andere hinder ( g e l u i d ,s t o f, visueel) van de spoorweg en ook van andere bedrijven worden beperkt.

Na meer dan twintig jaar is er echter nog altijd geen sprake van een serieuze buffer of de aanleg van een bufferbos, zoals gevraagd door de wijkbe-w o n e r s. De districtsraad van Hoboken steunt de buurt hierin (cfr. advies van 28 oktober 1998). Dit heeft alles te maken met de aanslepende be-twistingen rond de gronden van een landbouwer

die vlak achter de Den Haaglaan liggen en die het grootste deel van de bedoelde bufferzone beslaan. Op deze gronden werden eerst twee en nadien vijf p r i v é-voetbalterreinen aangelegd. Met drie kanti-nes/kleedkamers (waarvan zeker één totaal zonder vergunning) en twee beperkte autoparkings. Vo e t-b a l v e l d e n , kantines en parkings nemen ruim 5 % in b e s l a g. Voor de aanleg van de voetbalvelden wer-den zonder vergunning ophogingen uitgevoerd met steenpuin en werden ook 250 bomen gerooid. Wa t ingaat tegen de bestemming als bufferzone. Op 24 oktober 2001 werd de eigenaar daarvoor door de correctionele rechter in gebreke gesteld.

In antwoord op een vorige parlementaire vraag (schriftelijke vraag nr. 307 van 22 april 1997) ant-woordde de toen bevoegde minister : "De actieve recreatie die nu wordt ontplooid in het gebied is slechts toelaatbaar voorzover ze verenigbaar is zowel met de bestemmingsvoorschriften, als met de goede plaatselijke ordening, die vereist dat de zone fungeert als buffergebied" (Bulletin van Vragen en A n t w o o rden nr. 16 van 30 mei 1997, b l z .1 5 4 0-1 5 4 1 – red.). Dit laatste is dus duidelijk niet het geval. De stad A n t w e r p e n , verantwoordelijk voor de aan-leg van het buffergebied, is in gebreke gebleven. Meer zelfs, de stad heeft actief meegeholpen aan de uitrusting van de voetbalterreinen, onder meer door de besteding van een goede 750.000 frank S I F-geld voor verlichting en netten rond de terrei-nen (SIF : Sociaal Impulsfonds).

Maar ook het bedrijf zelf draagt mee verantwoor-d e l i j k h e i verantwoor-d . Volgens verantwoor-de laatste wijziging van verantwoor-de mi-lieuvergunning is de uitbouw van een bufferzone n o d i g. Op de bedrijfsterreinen zelf zijn wel delen van een bufferzone gepland, maar aan de Den Haaglaan ontbreekt in elk geval een geloofwaardi-ge buffer, ook aan de kant van het bedrijf.

1. Is de verplichting om een bufferzone aan te leg-gen in het hierboven beschreven gebied nog steeds van kracht ?

Op wie rust deze verplichting juist ? In welke sanctie is voorzien als na jaren deze verplichting niet wordt nageleefd ?

Welke maatregelen worden genomen om de aanleg van deze bufferzone, nodig voor de be-scherming van de gezondheid van de omwonen-den, alsnog te garanderen ?

(2)

be-stemmingsvoorschriften van het gewestplan ? Zo neen, welke stappen worden gedaan om te komen tot een situatie die volkomen conform het gewestplan is en waarbij niet langer voort-durende bouwmisdrijven worden gedoogd ? 3. Is het niet wenselijk dat de minister of zijn

dien-sten tot een vergelijk trachten te komen met alle betrokkenen, waarbij de verschillende func-ties voor het gebied op mekaar worden afs t e m d , zodanig dat een volwaardige buffer ge-creëerd wordt (een bufferbos), met eventueel nog ruimte voor een speelweide en een beperk-ter aantal sportvelden ?

N.B. Een vraag over de milieuaspecten van deze problematiek werd gesteld aan mevrouw Ve r a D u a , Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw.

Antwoord

1. Op het gewestplan is de betrokken driehoekige zone tussen het bedrijventerrein van Umicore en de woonwijk Nachtegalenhof nog steeds aan-geduid als parkgebied.

Dit betekent dat het volgende voorschrift van parkgebieden dient te worden gerespecteerd : "Parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig te worden ingericht dat ze in de al dan niet verstedelijkte gebieden hun sociale functie kunnen vervullen." Bij de definitieve vaststelling van het gewest-plan werd geoordeeld dat deze gronden binnen de bestemming parkgebied tevens als een bufferzone kunnen fungeren en/of worden inge-r i c h t . Dit betekent dat bij de aanleg van het parkgebied enerzijds rekening moet worden ge-houden met deze uitspraak, maar dat anderzijds geen expliciet bouwverbod geldt.

De voorschriften van het gewestplan blijven de enige geldende restricties voor dit gebied, a a n-gezien er geen bijzonder plan van aanleg is op-gemaakt dat afwijkt van, of een verdere invul-ling geeft aan deze bestemming.

De door het gewestplan voorgeschreven be-stemmingen worden in principe gerealiseerd via het vergunningenbeleid, in die zin dat steden-bouwkundige vergunningen enkel kunnen wor-den verleend voorzover ze in overeenstemming zijn met de vigerende bestemmingsvoorschrif-t e n . Anderzijds kan bestemmingsvoorschrif-te allen bestemmingsvoorschrif-tijde worden opge-treden tegen werken, handelingen of

wijzigin-gen die worden opgericht, doorgevoerd en/of in stand gehouden zonder dat de vereiste steden-bouwkundige vergunning is verkregen, of wer-ken die een inbreuk uitmawer-ken op rechtstreeks op de rechtsonderhorige van toepassing zijnde voorschriften.

Om de aanleg van de bufferzone te garanderen, kan de stad Antwerpen het initiatief nemen om een bijzonder plan van aanleg op te maken. I n dit bijzonder plan van aanleg zou kunnen wor-den bepaald dat slechts een beperkt aantal sportvelden is toegelaten en dat de rest van het terrein volledig beplant moet zijn met vooral hoge bomen. Op die manier wordt de bestem-ming van het gewestplan verfijnd vastgelegd, e n moet na de definitieve goedkeuring van het bij-zonder plan van aanleg elke volgende bouwaan-vraag van de eigenaar deze nieuwe, s t r i k t e r e stedenbouwkundige voorschriften naleven. 2. Zoals de Vlaamse volksvertegenwoordiger

heeft gesteld, is actieve recreatie in een parkge-bied slechts toelaatbaar voorzover deze verenig-baar is met de sociale functie van een parkge-b i e d , en is het in geen geval de parkge-bedoeling park-gebieden te transformeren tot park-gebieden voor actieve recreatie.

Vanuit deze visie kunnen inderdaad vragen ge-steld worden bij de overeenstemming van de huidige inrichting van het gebied met de voor-schriften van het gewestplan. Bij gebrek aan planologische initiatieven vanwege de stad A n t-werpen kan de bevoegde stedenbouwkundige inspecteur een herstelvordering in de zin van ar-tikel 149 van het decreet van 18 mei houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening inlei-den bij het parket van A n t w e r p e n , teneinde de instandhouding van de diverse op het terrein vastgestelde stedenbouwkundige inbreuken te doen ophouden.

3. Conform het subsidiariteitprincipe – waarbij ieder beleidsniveau bevoegd is voor zijn materie – is het in eerste instantie de taak van de stad Antwerpen om ervoor te zorgen dat het gebied wordt aangelegd als een volwaardige bufferzone tussen Umicore en de omliggende woonzones. Zoals reeds gezegd, is het wenselijk dat de stad een bijzonder plan van aanleg opmaakt waarin de inrichting van dit gebied als bufferzone strikt wordt vastgelegd en waaraan elke volgende bouwaanvraag wordt getoetst.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Toen vorig jaar de huurovereenkomst tussen stad en Vlaams Gewest afliep voor een kleine zone tus- sen Ring en Singel, ook ter hoogte van de Bors- beekbrug (een zone met

Ik zal alvast opdracht geven aan de OVAM om na te gaan of diegenen die niet gereageerd heb- ben op de aanmaning toch niet in aanmerking kunnen komen voor het verkrijgen van het

Onder impuls van de Dienst voor de Scheep- vaart werden voor een deel van de terreinen van de firma Van Damme in staat van faillisse- m e n t , intussen nieuwe huurders

Het ta- rief voor het geregeld vervoer op het net van het s t a d s- en streekvervoer van het Vlaams Gewest voor de -25-jarigen (Buzzy Pazz) kon daarentegen vanaf 1 juli 2001

Het verslag over de stand van zaken en uitvoering van de preventieve maatregelen en aanbevelingen in- zake de veiligheid werd opgesteld tegen 1 juni 2001 door een extern deskundige,

Daarbij is het "inkomensverlies" dat volgens arti- kel 19, § 1 in aanmerking komt voor de toekenning van de bedoelde vergoeding, het actuele verlies dat een mandataris

Opgemerkt dient te worden dat OVAM uitslui- tend op de hoogte wordt gebracht wanneer het de overbrenging betreft van zogenaamde oran- je- en rodelijstafvalstoffen, dit zijn

Aangezien de Stichting Vlaams Erfgoed erf- pachthouder is van de site, kan deze vraag niet beantwoord worden vanuit mijn bevoegdheden5. De Vlaamse Vervoermaatschappij