• No results found

Vraag nr. 267 van 24 februari 2004 van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 267 van 24 februari 2004 van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 267 van 24 februari 2004

van de heer ANDRE-EMIEL BOGAERT Verruiming Westerschelde – Stand van zaken De verdere verdieping van de Westerschelde is een oud zeer, dat al decennialang op de Belgisch-Ne-derlandse bilaterale onderhandelingstafel ligt en naderhand op de Nederlands-Vlaamse.

In 1995 kwamen Vlaanderen en Nederland over-een dat de vaargeul naar Antwerpen verruimd (verruiming in de zin van verbreding en verdie-ping) zou worden tot 48/43/38 voet. De betekenis hiervan kan moeilijk worden overschat, a a n g e z i e n schepen met een maximale diepgang van 48 voet (= 48 x 0,3 meter) dan in één getij naar A n t w e r p e n kunnen varen en schepen met een maximale diep-gang van 43 voet in één getij de We s t e r s c h e l d e kunnen afvaren, terwijl schepen met een diepgang van 38 voet onafhankelijk van het getij op de We s-terschelde kunnen varen.

Het verruimingsverdrag voorziet in verruimings-w e r k z a a m h e d e n ,verruimings-w r a k k e n b e r g i n g, aanleg van geul-wandverdedigingen en een natuurcompensatiepro-g r a m m a . Tussen juli 1997 en juli 1998 werd de vaar-wegverruiming 48/43 in de Westerschelde uitge-v o e r d . Naderhand werd hieromtrent een rapport n e e r g e l e g d , waarin de evaluatie van de effecten van de verruiming en de bijbehorende bagger-, stort- en zandwinstrategie wordt beschreven. D e z e evaluaties zijn gebaseerd op meetgegevens die in het kader van het project MOVE (Monitoring Ve r-ruiming Westerschelde) werden verzameld.

Het evaluatierapport 2003 "Monitoring van de ef-fecten van de verruiming 48'/43' – een verruimde blik op de waargenomen ontwikkelingen" werd door de beheerder van de We s t e r s c h e l d e, R i j k s w a-terstaat Directie Zeeland, op 26 juni 2003 aan de Technische Scheldecommissie aangeboden. B e h a l-ve de algemene waardering voor het rapport zelf en het onderkennen van het belang van de monito-r i n g, wemonito-rden wel enige kanttekeningen geplaatst bij een aantal conclusies uit het rapport (onverwachte ontwikkelingen van waterstanden, kleine verlaging van laagwaterstanden, geen extra stijging van h o o g w a t e r s t a n d e n , morfologische ontwikkelingen, status quo ondiep watergebied en platen).

Na de vaststelling van de Langetermijnvisie Schel-d estuarium in 1997 zijn NeSchel-derlanSchel-d en V l a a n Schel-d e-ren begonnen met de ontwikkeling van een geza-menlijk beleidsproces omtrent de veiligheid, t o e-gankelijkheid en natuurlijkheid van het estuarium, met als belangrijkste principe het behoud van het

m e e r g e u l e n s t e l s e l . Uit het evaluatierapport 2003 blijkt dat Nederland en Vlaanderen zijn overeen-gekomen het MOV E-onderzoek verder gezamen-lijk te voeren. De rapportage 2003 geldt als een soort tussenevaluatie, met als doelstellingen : h e t evalueren van de effecten van enerzijds de verrui-ming zelf en anderzijds de bagger-, s t o r t- en zand-winstrategie.

Tot daar de technische kant van het dossier om-trent de verruiming van de We s t e r s c h e l d e. Dit dos-sier heeft evenwel ook een belangrijke economi-sche component, waaromtrent in een technisch mo-nitoringrapport weinig of niet wordt gesproken. Het is algemeen bekend dat de concurrentiepositie tussen Nederland en Vlaanderen in het algemeen en tussen Rotterdam en Antwerpen in het bijzon-der (ook tussen Terneuzen en Vlissingen enerzijds en Zeebrugge en Gent anderzijds) eveneens een zeer belangrijke rol speelt in de bilaterale afhande-ling van de verdieping van de Westerschelde en de gevolgen hiervan voor de bereikbaarheid van A n t-w e r p e n . Sommigen hebben de indruk dat België en Vlaanderen in het verleden vrij veel leergeld heb-ben moeten betalen en goodwill hebheb-ben moeten tonen om één en ander uit de brand te slepen. Zo nam Vlaanderen op een bepaald ogenblik zelfs onderhoudswerken op Nederlands grondgebied ten eigen laste. Boze tongen beweren ook dat Ne-derland zeer inschikkelijk is wat het opstellen van rapporten betreft, maar veel minder wat de daad-werkelijke uitvoering betreft van bepaalde werk-zaamheden die voordelig zijn voor Vlaanderen en zijn havenbeleid.

Dit alles moet uiteraard worden gezien in het bre-dere concept van de door de Vlaamse regering sterk geaccentueerde poorten van V l a a n d e r e n , enerzijds de nationale luchthaven van Zaventem en de regionale luchthavens van Antwerpen en O o s t e n d e, en anderzijds de haven van A n t w e r p e n en de havens van Zeebrugge en Gent (dit alles ge-koppeld aan een aangepast en uitgebreid spoorwe-gennet met inbegrip van HST en de IJzeren Rijn). Het hoeft geen betoog dat ook in het verenigd Eu-ropa van de 21ste eeuw de landen en regio's hun eigen sociaal-economisch areaal wensen te verde-d i g e n . Neverde-derlanverde-d verde-doet verde-dit in het verde-dossier van verde-de Westerschelde op een vrij gewiekste wijze. Feit is en blijft dat Vlaanderen alles in het werk moet stel-len om de toegankelijkheid van de belangrijkste p o o r t , namelijk de haven van A n t w e r p e n ,o p t i m a a l te vrijwaren.

(2)

tijds-pad aanhouden. Naar verluidt, hebben de eerstvol-gende gesprekken tussen Vlaanderen en Neder-land in de loop van de maand mei eerstkomend p l a a t s. Het is dan ook van determinerend belang deze onderhandelingen zo goed mogelijk voor te bereiden en zich als Vlaamse regering hierbij ge-steund te weten door het Vlaams Parlement. 1. Op welke wijze nam de Vlaamse regering

ken-nis van het evaluatierapport MOVE 2003, w e l k e besluiten werden hieruit getrokken en welke beslissingen getroffen ?

2. Kwam er inderdaad tussen Vlaanderen en Ne-derland een akkoord tot stand om het M OV E-onderzoek in de toekomst gezamenlijk verder uit te voeren, terwijl tot op heden de Ne-derlandse beheerder van de Westerschelde de enige rapporteur was ?

3. Wat is de stand van zaken, en vooral van de ak-koorden tussen Vlaanderen en Nederland om-trent de aan de gang zijnde en/of de reeds be-sliste werkzaamheden in het kader van het pro-ject Verruiming Westerschelde 48/43/38 ?

4. Welke primordiale eisen wenst de Vlaamse re-gering in de eerstvolgende onderhandelingsron-de bij voorrang te laten agenonderhandelingsron-deren ?

5. Zijn de respectieve inspanningen van V l a a n d e-ren en Nederland m.b. t . het dossier We s t e r s c h e l-de in evenwicht, of moet Vlaanl-deren meer h a n d-e n-s p a n-diensten verrichten om een zo groot mogelijke bereikbaarheid van de A n t-werpse haven te realiseren ?

6. In hoeverre worden de rechtmatige belangen van de Belgische en vooral dan van de V l a a m s e aannemers mee in het beleid en de onderhande-lingen opgenomen ?

Antwoord

1. De Vlaamse regering werd met een mededeling op de hoogte gesteld van de resultaten van het evaluatierapport MOVE.

Aangezien het hier een tussenevaluatie betreft, heeft de Vlaamse regering op basis van dit rap-port geen definitieve beleidsbeslissingen geno-men.

2. In het verdrag van 17 januari 1995 werd over-eengekomen dat Nederland zou instaan voor de

monitoring van de mogelijke effecten van de verruiming van de vaarweg in de Westerschelde. In de schoot van de Technische Scheldecommis-sie werd tussen Nederland en Vlaanderen thans formeel afgesproken dat een volgende rappor-tage gezamenlijk zal worden opgesteld.

3. Het project Verruiming Westerschelde 48/43/38 in het kader van het Verruimingsverdrag van 17 januari 1995, werd gedurende de maand maart 2004 officieel afgerond met het afsluiten van de werkzaamheden voor de verruiming van wrak-ken.

4. In overeenstemming met de resolutie van het Vlaams Parlement van 15 mei 2001 betreffende de Langetermijnvisie Schelde-estuarium en con-form de afspraken met Nederland, vastgelegd in het Memorandum van Vlissingen van 4 maart 2 0 0 2 , wordt thans samen met Nederland een concrete ontwikkelingsschets op middellange termijn voorbereid. Hiervoor worden onder meer een strategische MER ( m i l i e u e f f e c t e n r a p -portage – red.) en een maatschappelijkekostenbatenanalyse uitgevoerd door de V l a a m s -Nederlandse gemeenschappelijke projectorga-nisatie ProSes.

Grensoverschrijdend werd afgesproken om tegen het einde van dit jaar politieke besluiten over deze ontwikkelingsschets te nemen. D e modaliteiten voor de uitvoering van de projec-ten die in de ontwikkelingsschets zijn opgeno-m e n , zullen het voorwerp uitopgeno-maken van onder-h a n d e l i n g e n . Ter voorbereiding onder-hiervan, w o r d t thans een taskforce belast met de voorbereiding van het Vlaamse standpunt in het vooruitzicht van deze onderhandelingen.

5. Ik heb momenteel geen enkele indicatie dat er globaal op dit vlak een onevenwichtigheid zou zijn tussen Nederland en Vlaanderen.

Beide leveren grote inspanningen om invulling te geven aan alle afspraken gemaakt in het Me-morandum van V l i s s i n g e n . Ook financieel is de inspanning gelijk verdeeld. Elk betaald 50 % van de kosten.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit vloeit niet enkel voort uit de praktische onmogelijkheid van een dergelijke raadpleging maar eveneens uit het aspect intuïtu personae van dergelijke prestaties en uit de

– geregeld bij decreet van 5 april 1995 tot oprichting van de Vlaamse Opera, artikel 23 – kwalificatievereisten worden nergens expliciet omschreven.. – rechten en plichten

Er werd voor de bijstand in een geschil of in een gerechtelijke procedure geen beroep gedaan op de regelgeving inzake overheidsopdrachten omdat deze niet van toepassing is..

De Raad van State zegt in een advies van 14 juni 1978 over deze problematiek dat niet alle diensten verstrekt door beoefenaars van vrije beroepen (bijvoorbeeld artsen,

De subsidiërende overheid heeft met al deze orga- nisaties een convenant afgesloten waarin de moda- liteiten inzake de werking, de financiële middelen en de opvolging ervan

6 8 , 5 d e lid van het KB van 8-1-1 9 9 6 , dat de kwalitatieve selectie regelt bij beperkte procedures en on- derhandelingsprocedures met voorafgaande be- kendmaking en luidt

Er werd voor de bijstand in een geschil of in een gerechtelijke procedure geen beroep gedaan op de regelgeving inzake overheidsopdrachten omdat deze niet toepasselijk is. Dit

De Vlaamse regering is vertegenwoordigd in de Vlaamse openbare instelling Toerisme V l a a n d e re n door twee commissarissen van de Vlaamse rege- r i n g, één commissaris namens