• No results found

Ethische en professionele beweegreden bij plaatsen foto's MH17

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Ethische en professionele beweegreden bij plaatsen foto's MH17"

Copied!
86
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Media, Informatie en Communicatie

Afstudeerscriptie

Over professionele en ethische beweegredenen van

verschillende beeldredacties van Nederlandse

nieuwsmedia om bepaalde beelden van MH17 wel of

niet in hun medium te plaatsen

Joost Veenstra 500636622 1e beoordelaar: R. C. Slagt 2e beoordelaar: G. L. M. Verhoef Begeleider: H. J. Diekerhof Nieuws en Media 08-09-2015

(2)
(3)

Voorwoord

Deze afstudeerscriptie past in mijn profiel Nieuws en Media van de

bacheloropleiding Media, Informatie en Communicatie aan de Hogeschool van Amsterdam. De case waaraan ik mijn onderzoek heb opgehangen, trok op donderdag 17 juli 2014 direct mijn aandacht.

In de eerste plaats wil ik mijn begeleider en lector Hendrik Jan Diekerhof bedanken voor de goede begeleiding en ondersteuning tijdens het schrijven van mijn

afstudeerscriptie. Dankzij zijn feedback en adviezen kon ik mijn scriptie tot een goed einde brengen. Ook wil ik mijn dank uitspreken naar de geïnterviewden.

In deze scriptie probeer ik meer duidelijkheid te scheppen in wat de professionele en ethische beweegredenen zijn geweest van verschillende beeldredacties van Nederlandse nieuwsmedia om bepaalde beelden van MH17 wel of niet te plaatsen in hun medium.

Ik wens u daarbij veel leesplezier.

(4)

Managementsamenvatting

Schokkende beelden horen bij een ramp. Zeker als het gaat om bijvoorbeeld een bomaanslag in Pakistan of een watersnoodramp in India schromen de

Nederlandse nieuwsmedia er niet voor om gruwelijke beelden te laten zien waarop zelfs slachtoffers herkenbaar in beeld worden gebracht. Maar dan is het echter de vraag of deze Nederlandse nieuwsmedia ook choquerende en afschuwelijke beelden laten zien bij een ramp met veel Nederlandse slachtoffers.

Op donderdag 17 juli 2014 kwamen er bij de aanslag op vlucht MH17 van Malaysia Airlines liefst 196 Nederlanders om het leven. Nederlandse nieuwsmedia voerden, op de ietwat provocerende nieuwssite GeenStijl na, een terughoudend beleid in de visuele berichtgeving over MH17. Nederlandse kranten en nieuwswebsite Nu.nl hebben verschillende beweegredenen om geen heftige beelden te laten zien waarop slachtoffers herkenbaar zijn afgebeeld. Doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in wat de exacte professionele en ethische beweegredenen zijn geweest om bepaalde beelden over het onderwerp MH17 wel of niet in hun medium te plaatsen.

In dit afstudeeronderzoek wordt in eerste instantie uitvoerig gerapporteerd over de beeldcultuur van de Nederlandse kranten door de jaren heen en over ethiek in de journalistiek. In deze scriptie worden voorts vijf journalistieke dilemma’s uit de praktijk uitgebreid behandeld. Bovendien komen er in het onderzoek coördinatoren van beeldredacties en beeldredacteuren van zes verschillende Nederlandse kranten en twee verschillende nieuwswebsites aan het woord. Hen is tijdens vraaggesprekken gevraagd naar de beweegredenen om foto’s die als schokkend kunnen worden ervaren niet te plaatsen en om andere beelden wel te publiceren in hun medium.

Bovendien komen in dit afstudeeronderzoek twee ethici aan het woord die onder meer hun licht laten schijnen over wat wel of niet ethisch verantwoord is om te publiceren bij een ramp met veel Nederlandse slachtoffers. Tevens is een adjunct-hoofdredacteur geïnterviewd van het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP). Dit persbureau zet foto’s uit naar een databank waaruit Nederlandse nieuwsmedia kunnen putten. Hierin verschijnen ook foto’s van andere persbureaus.

Een mediasocioloog komt eveneens aan bod in dit onderzoek.

Uit de gevoerde interviews met coördinatoren van beeldredacties en

beeldredacteuren van Nederlandse nieuwsmedia kwam een aantal belangrijke bevindingen naar voren. Redenen om heftige beelden zoals losliggende ledematen of slachtoffers in hun adamskostuum niet te plaatsen, zijn:

▪ De allerbelangrijkste beweegreden om terughoudend te zijn in het plaatsen van beelden was omdat er een buitengewoon groot aantal Nederlanders is

omgekomen.

▪ Beeldredacties van Nederlandse nieuwsmedia willen hun lezers ’s morgens niet direct confronteren met foto’s van stoffelijke resten of lichamen van slachtoffers van vlucht MH17.

(5)

▪ Een ander motief van de beeldredacteuren is dat de nieuwswaarde ontbreekt bij schokkende en heftige beelden over MH17 en dat het niets toevoegt aan de berichtgeving.

▪ Een bijkomend argument is dat tijdens de berichtgeving over MH17 in de eerste week na de ramp nog lang niet ieder slachtoffer was geïdentificeerd. Tot op heden is er nog geen identificatie van twee slachtoffers van de vliegtuigramp.

▪ Nabestaanden zijn plots hun dierbaren verloren en beeldredacties willen hen dan zeker niet extra kwetsen in een heftige tijd.

(6)

Executive summary

Shocking news photos normally belongs to disasters. Certainly when it goes for example about a bombing in Pakistan or about a flood in India the Dutch news media are not cautious in showing the most horrible pictures where victims are recognizable. But it’s questionable whether this Dutch news media also show shocking and horrible pictures in a disaster with many Dutch victims.

On Thursday 17th of July 2014 in an attack on Malaysia Airlines Flight MH17 an unprecedented number of 196 Dutch passengers were killed. Dutch news media, except the provocative news site GeenStijl (in English: NoStyle), have pursued a cautious policy in the visual coverage about MH17 news. Dutch newspapers and the news site Nu.nl (in English: Now.nl) have different reasons for not showing violent pictures where victims are portrayed recognizable. The purpose of this thesis is to understand what the precise professional and ethical reasons have been for showing and not showing of some pictures about the subject MH17.

In this thesis is initially reported about the visual culture of the Dutch newspapers over the years and about ethics in journalism. In this thesis are also five journalistic dilemmas discussed extensively. Moreover, in this survey image editors and their coordinators of six different Dutch newspapers and two different news sites are speaking. During interviews they were asked about their motives for not showing shocking news pictures about MH17 and why they have published other pictures in their medium on the other hand.

Moreover, two ethicists expressed in this thesis about what is responsible and ethical to publish about a disaster with many victims from Holland. Also the deputy editor of Dutch Press Agency (ANP), who has set pictures about MH17 from photographers to databases where Dutch news media can make use of, has been interviewed for this thesis. A media sociologist is also appearing in this survey.

Five key findings from the interviews conducted with image editors and their coordinators of Dutch news media for now showing horrible pictures about MH17, such as loose limbs, victims in birthday suit or a picture of a victim in his airplane seat, are:

▪ The most important motive for being cautious in showing pictures was because of the large number of Dutch passengers of Flight MH17 who were killed.

▪ Image editors of Dutch newspapers didn’t want to directly confront their readers early in the morning with pictures of graphic content.

▪ Another argument of image editors is that the news value is missing by showing horrible and violent pictures of MH17 and it adds nothing to the reports.

▪ An additional argument is that during the coverage of MH17 still not every victim was identified in the first week after the disaster. So far there’s still no identification of two victims of the plane crash.

▪ Survivors lost their loved ones suddenly. Image editors didn’t want to hurt them extra in a miserable time of their lives.

(7)

Inhoud

1 Inleiding 10 1.1 Probleemsituatie 10 1.2 Probleemstelling 11 1.3 Doelstelling 11 2 Methoden en technieken 12 2.1 Literatuuronderzoek 12 2.2 Fieldresearch 13 2.3 Data-analyse 15 2.3.1 Begrippenlijst 15

3 Kranten in Nederland en hun beeldcultuur 16

3.1 Inleiding 16

3.2 Kranten in Nederland 16

3.3 Beeldcultuur Nederlandse kranten door de jaren heen 16

3.3.1 Van nieuwswaarde naar esthetische waarde 17

3.3.2 Opkomst multimedia 17

3.4 Ethische codes 17

3.4.1 Raad voor de Journalistiek 18

3.4.2 Ethiek volgens beeldredacteuren 18

3.4.3 Scepsis over ethiek 19

3.4.4 Beslismodel ethische kwesties 19

3.4.5 Redenen voor ethisch handelen 20

3.4.6 Tijdgebondenheid van ethiek 20

3.4.7 Invloed onlinejournalistiek op fotojournalistiek 20

3.5 Conclusie 21

4 Praktijkvoorbeelden ethische dilemma’s in de journalistiek 22

4.1 Inleiding 22

4.2 Aanslagen op World Trade Center 2001 22

4.2.1 Vragen en stellingen na foto vallende man 22

4.3 Moord op Pim Fortuyn 2002 23

4.4 Aanslag op treinen Madrid 2004 24

4.5 Moord op Theo van Gogh 2004 25

4.6 Vliegtuigramp Tripoli 2010 25

4.7 Terughoudendheid Nederlandse media 26

4.7.1 Yellow press 27

4.7.2 Privacy van slachtoffers 27

4.7.3 Standpunt Vereniging Landelijke Organisatie Slachtofferhulp 27

4.8 Conclusie 28

5 Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) en journalisten op rampplek MH17 29

5.1 Inleiding 29

(8)

5.3 Journalistieke kwaliteit ANP 29

5.4 Nieuwsfotografie ANP 30

5.4.1 Criteria nieuwsfoto 30

5.4.2 De drie b’s 31

5.5 Journalisten op rampplek van vlucht MH17 31

5.5.1 Fotograaf ANP op rampplek MH17 31

5.5.2 Instructies fotograaf ANP 32

5.5.3 Foto’s nabestaanden en persoonlijke spullen slachtoffers 32 5.5.4 Verslaggever RTL Nieuws en de Volkskrant op rampplek MH17 33

5.6 Conclusie 33

6 Beeldgebruik Nederlandse nieuwsmedia MH17 34

6.1 Inleiding 34

6.2 De Telegraaf 34

6.2.1 Beeldanalyse De Telegraaf 34

6.2.2 Beweegredenen beeldredactie 35

6.3 Algemeen Dagblad 36

6.3.1 Beeldanalyse Algemeen Dagblad 36

6.3.2 Beweegredenen beeldredactie 37 6.4 De Volkskrant 38 6.4.1 Beeldanalyse de Volkskrant 38 6.4.2 Beweegredenen fotoredactie 38 6.5 NRC Handelsblad 39 6.5.1 Beeldanalyse NRC Handelsblad 39 6.5.2 Beweegredenen fotoredactie 40 6.6 Trouw 40 6.6.1 Beeldanalyse Trouw 40 6.6.2 Beweegredenen fotoredactie 41 6.7 Het Parool 41

6.7.1 Beeldanalyse Het Parool 41

6.7.2 Beweegredenen beeldredactie 42 6.8 Nu.nl 43 6.8.1 Beeldanalyse Nu.nl 43 6.8.2 Beweegredenen beeldredactie 43 6.9 GeenStijl 43 6.9.1 Beeldanalyse GeenStijl 43 6.9.2 Beweegredenen redactie 44

6.10 Niet gebruikte beelden 44

6.11 Conclusie 46

7 Conclusie 47

8 Evaluatie onderzoek 49

(9)

10 Literatuurlijst 56

Bijlage I

Interview Peter Vasterman 59

Interview Natalia Toret 65

Interview Floris Lok 71

Bijlage II

(10)

1 Inleiding

1.1 Probleemsituatie

Beeldredacties van Nederlandse nieuwsmedia zijn dagelijks bezig met het

selecteren, ontwikkelen, afstemmen en samenstellen van nieuwsbeelden voor hun krant of website. Dit klinkt als dagelijkse kost en routine voor een foto- of

beeldredacteur van bijvoorbeeld NRC Handelsblad. Zeker als het lichte onderwerpen betreft die niet zo snel heftige of schokkende beelden zullen opleveren, zoals Prinsjesdag, het WK Voetbal of de eerste zomerse dag in Nederland.

Maar ook hebben ze regelmatig te kampen met dilemma’s en slaat de twijfel toe. Een dilemma kan zijn dat een fotoredacteur aan de ene kant de waarheid wil laten zien, maar aan de andere kant een foto te gruwelijk vindt. Wat doen

fotoredacteuren in zo’n situatie? Wat mij daarom benieuwt, is hoe beeldredacties van Nederlandse nieuwsmedia afwegingen hebben gemaakt om bepaalde foto’s van de ramp met vlucht MH17 wel of niet te plaatsen in hun medium. Het interesseert mij wat de exacte beweegredenen zijn geweest om bepaalde foto’s wel of niet te plaatsen in een medium en welke beelden persbureaus hebben aangeleverd en welke zijn gebruikt. Dit is wat ik mij daags na de ramp afvroeg nadat ik verschillende Nederlandse kranten en nieuwswebsites bekeek en tot de ontdekking kwam dat ik geen slachtoffers of stoffelijke resten zag. Doorgaans is dat wel te zien bij rampen die elders op de wereld gebeuren.

Maar wat was er nu precies gebeurd op donderdagmiddag 17 juli 2014, zo aan het eind van de middag? Een vliegtuig van Malaysia Airlines met aan boord 298 passagiers werd boven Oekraïens grondgebied uit de lucht geschoten door vermoedelijk een Boek-raket die door Rusland is geleverd aan pro-Russische separatisten (Lanting, 16 mei 2015). Van de bijna driehonderd omgekomen passagiers kwamen er 196 uit Nederland (NOS, 31 juli 2014). Waarnemers van de Organisatie voor Samenwerking en Veiligheid (OVSE) zorgden voor repatriatie van stoffelijke resten en bezittingen van de slachtoffers en van wrakstukken van het vliegtuig (NU.nl, 4 december 2014). De OVSE werd tegengehouden en zelfs weggestuurd door gewapende pro-Russische separatisten. Het waren vooral journalisten die hun werk konden uitoefenen op de rampplek. De pro-Russische separatisten waren bang dat de OVSE de belangen van de Verenigde Staten en Oekraïne dient (NU.nl, 30 juli 2014). Fotografen maakten op de rampplek foto’s die zij op hun beurt weer leverden aan het persbureau waarvoor ze werken. Deze persbureaus zetten de beelden vervolgens, na een schifting, weer uit naar databanken waar Nederlandse kranten uit kunnen putten.

Beeldredacties van Nederlandse kranten stonden vervolgens voor een lastige opgave. Bij deze ramp met ongelukkig veel Nederlandse slachtoffers moeten zij natuurlijk rekening houden met de duizenden nabestaanden in Nederland. Die wil je geen extra pijn doen. Maar toch kleven er dubbele gevoelens aan, want is het geen censuur om bepaalde beelden opzettelijk niet te plaatsen?

(11)

Over de grens deden media minder moeilijk wat betreft het plaatsen van schokkende beelden over MH17. Neem de Belgische krant De Standaard. Oorlogsfotograaf Jérôme Sessini die werkt voor het agentschap Magnum Photos fotografeerde een slachtoffer dat nog ingesnoerd in zijn passagiersstoel zat. Deze foto verscheen op zaterdag 19 juli 2014 op de voorpagina van de krant uit

Vlaanderen (Vanlommel, 25 juli 2014). De krant is in Nederland te koop en de kans was groot dat het een Nederlander betrof op de foto. Nederlandse media hebben de foto wellicht om deze reden niet gepubliceerd.

Een ander voorbeeld is de foto die het Amerikaanse magazine TIME plaatste. Ook dit beeld is gemaakt door Sessini. Op deze foto is een slachtoffer te zien dat door het dak van een woning is gevallen. Nederlandse kranten of nieuwswebsites hebben dit beeld niet geplaatst (Jinek, 26 januari 2015). De website GeenStijl, die zichzelf tendentieus, ongefundeerd en nodeloos kwetsend noemt, heeft in

tegenstelling tot andere Nederlandse media wel schokkende beelden geplaatst, zoals paspoorten en lichamen van de slachtoffers (Beukel, 17 juli 2014). Dilemma’s op beeldredacties zijn er eigenlijk al sinds fotografie bestaat. Het dilemma specifiek over beelden van MH17 ontstond op beeldredacties van Nederlandse nieuwsmedia op donderdag 17 juli 2014. Dit was de dag waarop het toestel van Malaysia Airlines crashte.

1.2 Probleemstelling

De probleemstelling van mijn afstudeerscriptie luidt: Wat zijn de professionele en ethische beweegredenen geweest van verschillende beeldredacties van

Nederlandse nieuwsmedia om bepaalde foto’s van de ramp van vlucht MH17 wel of niet in hun medium te plaatsen?

1.3 Doelstelling

Na de beantwoording van mijn probleemstelling wil ik inzicht verkrijgen in hoe verschillende beeldredacties van Nederlandse nieuwsmedia, zowel kranten als nieuwswebsites, beelden hebben geselecteerd die te maken hebben met de ramp van vlucht MH17.

(12)

2 Methoden en technieken

Hieronder staat beschreven op welke manier ik literatuuronderzoek en veldonderzoek ga toepassen bij het schrijven van mijn afstudeerscriptie.

2.1 Literatuuronderzoek

In het boek ‘Wat is onderzoek?’ schrijft Nel Verhoeven dat veldonderzoek pas kan worden gedaan nadat er eerst gedegen literatuuronderzoek is gepleegd. Het is namelijk essentieel om goed te weten wat de definitie van ethiek is en welke vormen van ethiek er bestaan. Bovendien is het raadzaam om op zoek te gaan naar praktijkvoorbeelden uit het verleden waarbij ethiek in de journalistiek een grote rol speelde. Ook is het handzaam om te kijken naar de typen ethische kwesties voordat ik mijn interviews afneem met foto- en beeldredacteuren en deskundigen uit de mediawereld tijdens mijn veldonderzoek. Daarnaast is het verstandig om exact te weten wat de taken van een journalist zijn en wat de basisprincipes zijn in de journalistiek. Tot slot is het praktisch om te onderzoeken welke functie het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) heeft. Voor het literatuuronderzoek gebruik ik zowel boeken als het digitale web.

Hoewel ik een bovengemiddelde interesse in het onderwerp MH17 heb, is het toch bedachtzaam om het onderwerp zelf eens heel goed te bestuderen. De vliegramp is nog steeds dagelijks in het nieuws en ik zit er dan ook dicht op. Het is mijns inziens belangrijk om veel over MH17 te blijven lezen in kranten, op websites en in tijdschriften met het oog op de interviews. Ik dien namelijk als interviewer goed te weten over welk onderwerp ik praat en het is pijnlijk om van bepaalde of essentiële elementen niet op de hoogte te zijn tijdens een vraaggesprek. De website van LexisNexis bevat voldoende artikelen om informatie op te zoeken over de

rampvlucht. Daarnaast gebruik ik Blendle om krantenartikelen te lezen over MH17.

De website TOLX kan ik bovendien gebruiken om informatie te achterhalen over MH17. Dit is een databank van alle programma’s die de Nederlandse Publiek Omroepbestel (NPO) heeft uitgezonden. Het is mogelijk om op de website van TOLX een zoekopdracht in te geven. Ik stuit dan onder meer op uitzendingen van onder meer Hollandse Zaken (Omroep Max), Nieuwsuur (NOS en NTR),

EenVandaag (AVROTROS), Pauw (VARA) en NOS Journaal.

Bij de beantwoording van mijn eerste deelvraag over ethiek in de journalistiek wil ik gebruik maken van twee verschillende boeken.

▪ Media-ethiek, geschreven door Huub Evers

▪ Communicatie en ethiek, geschreven door Rob van Es Media-ethiek

Huub Evers is de man in Nederland wat betreft media en ethiek. Zijn boek Media-ethiek omvat veel informatie over Media-ethiek in de journalistiek. Evers geeft een uitgebreide definitie van het begrip, talloze voorbeelden van ethische kwesties in

(13)

de media, verschillende typen ethische kwesties en interessante

praktijkvoorbeelden en beweringen van mediadeskundigen en voormalig journalisten over hun visie op ethiek voor journalisten.

Communicatie en ethiek

In het boek ‘Communicatie en ethiek’ gaat Rob van Es in op de motieven om moreel verantwoord te handelen in de journalistiek. Collectieve redenen en individuele redenen komen onder meer aan bod. Ook de professionele, publieke en organisationele waarden worden besproken. Van Es heeft het ook over de verantwoordelijkheid in de communicatie, zowel de morele als de publieke. Het drie ringenmodel, een doordacht model voor ethische positiebepaling, wordt daarnaast niet overgeslagen in het boek. Voorts haal ik aanvullende informatie over ethiek van het internet, zoals websites van universiteiten.

Voor de beantwoording van mijn tweede deelvraag ben ik van plan het boek Media-ethiek van Huub Evers te gebruiken, omdat hierin een aantal ethische dilemma’s worden beschreven uit de journalistiek. Bovendien staan er op de website van de Raad van Journalistiek ook voorbeelden van ethische kwesties uit het verleden. Het antwoord op deelvraag drie hoop ik te vinden door interviews met fotograaf Pierre Crom te treffen en nuttige en te stuiten op bruikbare informatie over ANP. Op haar eigen website heeft ANP ook informatie over zichzelf staan.

Door deze literatuur te gebruiken hoop ik antwoord te kunnen geven op mijn eerste drie deelvragen:

▪ Deelvraag 1: Wat is ethiek en de beeldcultuur van Nederlandse kranten? ▪ Deelvraag 2: Wat zijn journalistieke dilemma’s uit het verleden?

▪ Deelvraag 3: Wat doet een persbureau?

Indien ik niet voldoende antwoord krijg op een onderzoeksvraag middels deskresearch, probeer ik hier vervolgens met fieldresearch achter te komen.

2.2 Fieldresearch

Nadat ik mijn literatuuronderzoek heb afgerond, ben ik toe aan mijn fieldresearch. Het meest essentiële van dit onderzoek zijn de diepte-interviews die ik ga

afnemen. Aangezien er in Nederland veel verschillende nieuwsmedia zijn, houd ik meerdere interviews. Een beperkt aantal interviews kan namelijk niet voldoende antwoord geven op mijn probleemstelling en vertegenwoordigt niet voldoende. Om deze reden plan ik interviews in met onder meer tien beeldredacteuren, een directeur van een persbureau en een mediasocioloog.

De keuze voor diepte-interviews is gemaakt, omdat ik dan dieper kan ingaan op mijn onderwerp dan met een groepsdiscussie. Bovendien heb ik de mogelijkheid om door te vragen naar motivaties, gedachten en ideeën.

In het boek ‘Onderzoeksmethoden’ van Hennie Boeije, Harm ’t Hart en Joop Hox staat dat een kwalitatief interview ‘een vorm van een gesprek is waarin één iemand

(14)

zich bepaalt tot het stellen van vragen over gedragingen, opvattingen, houdingen en ervaringen’. Mijn probleemstelling gaat over beweegredenen van

beeldredacties. Wat dat betreft is het dus het beste om diepte-interviews te houden omdat ik echt op zoek ben naar de beweegredenen.

De vierde deelvraag van dit onderzoek gaat over welke beelden over MH17 de verschillende Nederlandse nieuwsmedia hebben gebruikt. Om antwoord te vinden op deze deelvraag onderzoek ik de beelden die de vijf grootste kranten van Nederland (De Telegraaf, Algemeen Dagblad, de Volkskrant, NRC Handelsblad en Trouw) en Het Parool hebben gepubliceerd in de eerste week na de ramp. Het is mogelijk om deze beelden op te vragen en toegestuurd te krijgen. Dit weet ik uit ervaring bij mijn stage bij Haarlems Dagblad, dat onderdeel is van De Telegraaf. Aldaar was het mogelijk om een echt exemplaar of een pdf van oudere kranten op te sturen. Ik wil de vergelijking maken met websites en ook beeldredacteuren spreken van deze nieuwswebsites. Hierdoor kan ik een vergelijking trekken tussen printmedia onderling en met digitale nieuwswebsites. Nieuwswebsites waarvan ik het gebruik van MH17-beelden wil onderzoeken, zijn NU.nl en GeenStijl.

Ik heb van de volgende personen toezeggingen om hen te interviewen wanneer ik aan de slag ga met mijn veldonderzoek. In een later stadium hoop ik een redacteur van GeenStijl te interviewen.

▪ Hajar Elouarrat is tegenwoordig lifestyle redacteur voor NU.nl. Ten tijde van de ramp met vlucht MH17 was zij echter nog in functie als beeldredacteur bij de nieuwswebsite.

▪ Gerrit-Jan van Ek is chef van de fotoredactie van de Volkskrant.

▪ Johannes Dalhuijsen is coördinator van de beeldredactie van De Telegraaf. ▪ Peter Schoonen werkt als beeldredacteur bij De Telegraaf.

▪ Bart Roost is beeldredactiecoördinator van Algemeen Dagblad. ▪ Wilco Willemsen werkt eveneens bij Algemeen Dagblad, maar dan als beeldredacteur.

▪ Natalia Toret is beeldredacteur bij NRC Handelsblad.

▪ Jeanette de Vos is in dienst als beeldredacteur bij dagblad Trouw.

▪ Joost van Weerdenburg is coördinator van de beeldredactie van de Amsterdamse middagkrant Het Parool.

▪ Floris Lok werkt als beeldredacteur bij Het Parool.

▪ Mediasocioloog Peter Vasterman is verbonden aan de Universiteit van

Amsterdam als hoogleraar journalistiek en wordt regelmatig door kwaliteitsmedia benaderd.

▪ Martijn Kleppe is onderzoeker van persfotografie en heeft beelden van MH17 gemonitord. Kleppe is verbonden aan zowel de Erasmus Universiteit in Rotterdam en aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

▪ Huub Evers is media-ethicus en schrijver van het boek Media-ethiek. Evers is tegenwoordig freelanceronderzoeker en tevens lid van de Raad voor de Journalistiek.

▪ Theo Boer is ethicus en werd onder meer bevraagd door RTL Nieuws naar aanleiding van de lezing die forensisch anatoom George Maat heeft gegeven. Boer is verbonden als hoogleraar ethiek aan de Protestants Theologische Universiteit

(15)

▪ Johan Groeneveld is adjunct-directeur bij Algemeen Nederlands Persbureau (ANP).

▪ Bart Nijman, alias Van Rossem, is redacteur bij GeenStijl.*

* Nijman is in een later stadium geïnterviewd via de mail. GeenStijl is niet de meest

open redactie van Nederland en wilde geen live interview geven. Ook was het niet mogelijk om een telefonisch interview af te nemen.

Matrix deelvragen/methode van onderzoek

Deskresearch Fieldresearch Internationale component Kwantitatief onderzoek Kwalitatief onderzoek Deelvraag 1 X X Deelvraag 2 X X Deelvraag 3 X X Deelvraag 4 X Deelvraag 5 X

2.3 Data-analyse

Gegevens van kwalitatief onderzoek bestaan veelal uit teksten, zoals interviews. De analyse van gegevens uit kwalitatief onderzoek loopt daarom ook anders als bij kwantitatief onderzoek. Bij kwantitatief onderzoek bestaan de gegevens vaak uit getallen. Het is dus zaak om bij kwalitatief onderzoek te letten op woordgebruik tijdens de interviews. Dat betekent dat ik ga coderen oftewel: het proces waarin de onderzoeker gegevens categoriseert en deze categorieën benoemt met één of meerdere trefwoorden.

2.3.1 Begrippenlijst

Afschuwelijke, choquerende, heftige of schokkende beelden: Beelden waarop lichamen van slachtoffers van de ramp met vlucht MH17 dan wel stoffelijke resten van de omgekomen passagiers zijn te zien.

(16)

3 Kranten in Nederland en hun beeldcultuur

3.1 Inleiding

In de probleemstelling van deze afstudeerscriptie wordt gesproken over Nederlandse nieuwsmedia. Kranten zijn daar in Nederland een belangrijk onderdeel van. In dit eerste hoofdstuk wordt daarom dieper ingegaan op de Nederlandse dagbladen, hun beeldcultuur en over ethiek bij de kranten.

3.2 Kranten in Nederland

Allereerst wordt gekeken naar kranten met het grootst aantal abonnees in Nederland in het laatste kwartaal van het jaar 2014. De Telegraaf is de grootste krant van Nederland met ruim 460.000 abonnees en Algemeen Dagblad volgt op plek twee met 342.691 stuks. De Volkskrant heeft iets meer dan 220.000

abonnees en wordt gevolgd door NRC Handelsblad met 152.401 stuks. Dagblad Trouw tikte in het laatste kwartaal van 2014 bijna een aantal van 90.000 abonnees aan. Het Parool had in het laatste kwartaal van 2014 net iets minder dan 50.000 abonnees (HOI, 2014).

Het aantal krantenabonnees in Nederland steeg tot 1980 jaarlijks. Echter is er sinds 1997 sprake van een jaarlijkse daling (Bakker en Scholten, 2011). De cijfers van Het Oplage Instituut (HOI) bevestigen dit. Zo heeft bijvoorbeeld De Telegraaf in het vierde kwartaal van 2012 meer dan 500.000 abonnees, NRC Handelsblad bijna 190.000 abonnees tikt Het Parool bijna de zestigduizend

abonnementenhouders aan (HOI, 2012).

3.3 Beeldcultuur Nederlandse kranten door de jaren heen

Ten tweede wordt gekeken hoe de beeldcultuur zich vanaf het begin in

Nederlandse kranten heeft afgespeeld. Bernadette Kester en Martijn Kleppe stellen in hun onderzoek Persfotografie in Nederland 1837-2014 (2014) dat de eerste nieuwsfoto in een Nederlandse krant werd gepubliceerd op 24 februari 1890. Dit gebeurde in De Amsterdamsche Courant en het betrof een beeld van een afgebrande Amsterdamse Schouwburg. De krant was trots en meldde dat zij de eerste krant in zowel binnen- als buitenland was die dit resultaat had bereikt.

Toch betekende deze eerste foto nog echter geen doorbraak in de persfotografie. Hoewel er incidenteel kleine foto’s in Nederlandse kranten verschenen, ontstond er pas vanaf begin jaren twintig van de 20e eeuw meer ruimte voor persfoto’s. Zo verschenen de foto’s toen op halve of hele pagina’s van de kranten. De Telegraaf publiceerde in 1921 voor het eerst een foto op een halve pagina en een jaar later plaatste de krant gemiddeld zo’n twaalf foto’s per dag. Hiermee was de trend gezet en besloten ook andere kranten foto’s te plaatsen. De Nieuwe Rotterdamsche Courant plaatste in 1927 voor het eerst een foto in haar krant, al duurde het daarna

(17)

tot 1938 voordat de krant ook op haar voorpagina foto’s publiceerde. Redacteur W.N. Van der Hout van de avondkrant Het Vaderland (krant die bestond tot 1982) vond foto’s in de krant slechts ‘amusementjes’ en ‘opkikkertjes’. Van der Hout vond dat foto’s te veel plaats innamen in vergelijking met hun waarde en betekenis. Bovendien was er ook sprake van beeldmanipulatie en dat zorgde ook regelmatig voor ophef. Dat betekende dat er enige weerstand was tegen het gebruik van foto’s in kranten (Kester; Kleppe, 2014).

Door de komst van fotopersbureaus vanaf begin jaren veertig van de 20e eeuw ontstond er een bloeiperiode voor de persfotografie. De kwaliteit van de

fotojournalistiek verbeterde en er was sprake van professionalisering. Mede door de komst van competities als de Zilveren Camera en World Press Photo ging de kwaliteit omhoog van foto’s. In de tweede helft van de 20e eeuw waren er in Nederlandse kranten cameratechnische verbeteringen van foto’s te zien, zoals een betere technische beheersing van licht en snelheid. Het duurde echter tot de jaren tachtig voordat in de nieuwsfotojournalistiek ook kleurenfoto’s opdoken. Hierna kwam de opkomst van amateurfoto’s die worden gemaakt met camera’s van mobiele telefoons. De eerste foto met een mobiele telefoon die een prominente plek in de krant kreeg, verscheen echter pas in 2004. Dit waren foto’s van de moord op Theo van Gogh en foto’s van de Tsunamiramp (Kester; Kleppe, 2014). 3.3.1 Van nieuwswaarde naar esthetische waarde

Foto’s in kranten hebben tegenwoordig niet langer alleen een ondersteunende functie als illustratie. Een afbeelding vertelt het verhaal zelf en zegt meer dan grote lappen tekst. In de persfotografie gaat het bovendien niet altijd meer om de

nieuwswaarde. De esthetische kwaliteit van een foto is nu minstens zo belangrijk geworden. Dat betekent dat een foto zo uniek, opvallend en afwijkend mogelijk moet zijn. Een foto op de voorpagina van een krant hoeft niet meer het harde nieuws te brengen. Human interest is belangrijker geworden en een krant moet er aantrekkelijk uitzien voor de lezer (Evers, 2007).

3.3.2 Opkomst multimedia

Hoewel een krant aantrekkelijk moet zijn voor de lezer, speelt een krant toch in op het feit dat de jongere lezer zich niet meer automatisch laat informeren door kranten. Het publiek is om nieuws te vergaren niet meer in eerste aangewezen op de krant. Veel mensen maken tegenwoordig alleen nog maar gebruik van televisie en internet als informatievoorzieningen. Wijlen socioloog Pierre Bourdieu uit Frankrijk vindt dat de televisie een monopolie heeft op de gedachtevorming van een zeer groot deel van de bevolking. Door de veranderende beeldcultuur is persfotografie uiteindelijk geworden tot fotojournalistiek, waarmee wordt bedoeld dat de foto het verhaal zelf is (Evers, 2007).

3.4 Ethische codes

In de fotojournalistiek is ethiek belangrijk. Het Van Dale Groot woordenboek van de Nederlandse taal omschrijft het begrip ethiek als geheel van morele principes (Van Dale, z.j.). Ethiek is afgeleid van het Griekse woord ethos, wat ‘zedelijk handelen’

(18)

of ‘gewoonte’ betekent. Ethiek wordt vaak in één adem genoemd met normen en waarden (Ethische dilemma’s, z.j.).

Ethicus Theo Boer en hoogleraar ethiek aan de Theologische Universiteit Kampen, meent in een interview dat ethiek te maken heeft met het goede en het juiste doen. De diepste grond van ethiek is ervoor te zorgen dat het met mensen goed gaat. Ethiek is volgens Boer de wetenschappelijke studie van de moraal. Moraal behelst alle normen en waarden over hoe mensen moeten handelen.

3.4.1 Raad voor de Journalistiek

De Raad voor de Journalistiek is een onafhankelijk opererende organisatie voor zelfregulering in de media waar belanghebbenden een klacht kunnen indienen. De Raad heeft voor journalisten een leidraad opgesteld om zowel goede als

smaakvolle journalistiek te waarborgen. In de leidraad wordt aandacht geschonken aan de persoonlijke levenssfeer en het respect voor de mens. In artikel C.1 staat geschreven dat de privacy van personen niet mag worden aangetast in een publicatie dan redelijkerwijs noodzakelijk is. Inbreuk op de privacy is onzorgvuldig als deze niet in verhouding staat met het maatschappelijke belang van de

publicatie. Ook mogen journalisten geen foto’s publiceren en geen beelden uitzenden die zijn gemaakt van personen in niet algemeen toegankelijke ruimten zonder hun toestemming (Leidraad Raad voor de Journalistiek, 2015).

3.4.2 Ethiek volgens beeldredacteuren

Kranten hebben zichzelf geen geschreven ethische codes of regels toegelegd wat betreft beeldgebruik, zo blijkt uit interviews. Bart Rost is coördinator van de beeldredactie van Algemeen Dagblad en spreekt in een vraaggesprek van zowel een gevoelskwestie als een dunne lijn om te bepalen wat wel en wat niet ethisch verantwoord is om aan beeld in de krant te plaatsen. ,,Er staat nergens op een papiertje geschreven wat wel of niet mag.’’

Johannes Dalhuijsen, coördinator beeldredactie van De Telegraaf, bevestigt dit in een interview. Dalhuijsen heeft het over ‘ongeschreven wetten’ als het over ethiek gaat. Deze weten verschillen volgens de coördinator echter wel per krant.

Dalhuijsen noemt het ‘puur onderbuikgevoel’ als het gaat om beelden die wel of niet in een krant kunnen worden gepubliceerd.

Een duidelijke begripsomschrijving van ethiek kan Natalia Toret, fotoredacteur NRC Handelsblad niet geven in een vraaggesprek. Toch zegt Toret dat ethisch handelen bij elke gebeurtenis anders is en er vervolgens een nieuwe afweging gemaakt dient te worden.

Fotoredacteur Jeanette de Vos van Trouw beweert in een tweegesprek dat ethiek gaat om geoorloofd te handelen. Het begrip ethiek omschrijft De Vos als ‘een soort gevoel wat je kunt verantwoorden en wat billijk is’. Het is volgens De Vos de vraag tot waar je gaat en waar je stopt als krant en wat acceptabel is om te tonen aan de lezers.

(19)

3.4.3 Scepsis over ethiek

Toch wordt er ook getwijfeld aan het bestaan van ethiek. Zo ook door Joost van Weerdenburg, coördinator van de beeldredactie van Het Parool. ,,Je hebt als journalist vrijheid van meningsuiting en als je daar ethiek overheen laat gaan, kun je eigenlijk niks meer laten zien’’, beweert Van Weerdenburg in een interview. De coördinator bekent wel dat hij bij het plaatsen van foto’s rekening houdt met bepaalde bevolkingsgroepen en met lezers van Het Parool. Die overweging noemt Van Weerdenburg belangrijker dan de ethiek zelf.

Redacteur Bart Nijman (alias Van Rossem) van het online nieuwsmedium GeenStijl meent zelfs in een interview dat ‘de ethiek’ niet bestaat. ,,Evenals dat journalisten geen homogene groep is. We (GeenStijl, red.) zijn van mening dat er geen enkele ‘ethiek’ zou moeten gelden tegen het in beeld brengen van hoe de werkelijkheid er uitziet. Dat klinkt namelijk niet ‘ethisch’, maar als censuur’’, vindt Nijman.

Mediasocioloog Peter Vasterman laat in een vraaggesprek weten dat hij het enigszins ook zelfcensuur vindt om bepaalde beelden die als schokkend kunnen worden ervaren niet te plaatsen. Mensen worden van iets onthouden wat ze misschien hadden moeten weten.

3.4.4 Beslismodel ethische kwesties

Toch moeten beeldredacteuren keuzes maken en hebben zij bovendien dagelijks te maken met deadlines van de krant. Er moeten dus beslissingen gemaakt worden en die komen op een bepaalde manier tot stand. Ethische beslissingen worden bij Algemeen Dagblad nooit door één persoon genomen. Beeldredacteuren van Algemeen Dagblad hangen op hun redactie een muur vol met opvallende nieuwsfoto’s op groot formaat. ,,Dat komt harder binnen dan op een

computerscherm’’, beweert coördinator beeldredactie Bart Rost van Algemeen Dagblad in een interview. Bovendien zijn details op de foto hierdoor beter

zichtbaar. Hierna wordt een besluit genomen door iedereen die zich op de redactie met het onderwerp heeft bemoeid.

De hoofdredacteur van Trouw hakt de knoop door als er twijfel is ontstaan bij de eindredactie over een bepaalde foto die de beeldredactie wil gebruiken. Dit is echter volgens fotoredacteur Jeanette de Vos van Trouw niet de normale gang van zaken. ,,Het gaat natuurlijk niet altijd zo, maar bij twijfel wordt de hoofdredacteur geraadpleegd’’, zegt De Vos in een vraaggesprek.

Ook bij de Volkskrant moet de hoofdredactie regelmatig worden betrokken bij de totstandkoming van beeldkeuzes . ,,De beeldredactie van de Volkskrant sluit zo’n twee of drie keer per dag kort met de hoofdredactie’’, meent Gerrit-Jan van Ek, chef fotoredactie van de Volkskrant in een interview. Dit gebeurt enkel als het een twijfelgeval betreft. Dan wordt bijvoorbeeld besloten om terughoudend te zijn in de visuele berichtgeving.

Coördinator Joost van Weerdenburg van Het Parool vertelt in een interview dat hij voordat de ochtendvergadering begint twintig bruikbare foto’s per onderwerp uitzoekt. Deze beelden legt hij voor in een vergadering met de hoofdredactie,

(20)

opmaak en de eindredactie. Hierna wordt na overleg met elkaar bepaald welke beelden worden gebruikt.

3.4.5 Redenen voor ethisch handelen

Er zijn zowel maatschappelijke als individuele redenen om ethisch verantwoord te handelen. Collectieve redenen zijn dat we anders geen maatschappelijke orde hebben waardoor er een samenleving ontstaat waar iedereen voor zichzelf leeft en angst overheersend is. Een samenleving is dus beter af als het zich aan morele principes houdt. Een individuele reden om ethisch verantwoord te handelen is om daar zelf gelukkiger van te worden. Dit kan door respectvol naar andere personen te zijn, zoals bijvoorbeeld naar nabestaanden of slachtoffers. Een ander individueel motief is dat zelfkennis wordt verworven door het ethisch verantwoord handelen (Es, van., 2007).

3.4.6 Tijdgebondenheid van ethiek

Ethiek is niet blijvend, verandert voortdurend en is daarom dus tijdgebonden. In de publieke discussie, in vakdebatten en in uitspraken van de Raad voor de

Journalistiek zijn klachten op het terrein van seks en algemeen fatsoen niet meer aan te treffen. Hieruit blijkt dat hoe tijdgebonden ethiek is. In een tijd van sterk en snel verschuivende morele opvattingen kunnen foto’s vandaag worden ervaren als aanstootgevend, maar morgen volkomen worden geaccepteerd en normaal bevonden. Ook reageren ouderen hevig ontdaan op bepaalde foto’s waarbij juist jongeren hun schouders ophalen (Evers, 2007).

Beeldredacteur Floris Lok van Het Parool merkt ook een verschuiving op. Lok beweert in een interview dat kranten lang geleden foto’s plaatsten van de oorlog in Vietnam waar mensen door hun hoofd werden geschoten. ,,Dat zie ik niet zo gauw meer gebeuren’’, zegt de beeldredacteur. De beschikbaarheid van deze beelden is er wel, maar de foto’s komen niet meer in de krant. Terughoudendheid en

betutteling zijn volgens Lok hiervan de oorzaken.

De beeldcultuur verandert sterk in Nederlandse kranten. De Volkskrant ontving bijvoorbeeld in 1995 elke dag 250 nieuwsfoto’s van persbureaus. Dit aantal

groeide in 2010 naar 10.000 foto’s. In 2014 liep het zelfs op tot 15.000 beelden per dag die de krant ontving van persbureaus. Ook het aantal beelden dat kranten dagelijks gebruiken, groeit jaarlijks. De Telegraaf publiceerde in 1933 gemiddeld 22 foto’s per dag en in 1999 dagelijks gemiddeld 55 beelden. In 2010 was dit aantal gestegen naar een gemiddelde hoeveelheid van 75 foto’s per dag (Kester; Kleppe, 2014).

3.4.7 Invloed onlinejournalistiek op fotojournalistiek

De digitale technologie heeft de laatste jaren invloed op de fotojournalistiek, zoals de verspreiding van beelden via internet, de digitale fotografie en de komst van burgerjournalistiek. Nieuwswebsites hebben geen binding met de klassieke krant. Hierdoor hebben zij wellicht niet of minder met morele standaarden te maken die kranten wel hebben. Internet is een medium zonder tradities en routines. De vaste normen zoals gebruikelijk zijn in de traditionele media zijn op het internet anders. Op het web kunnen onjuistheden in artikelen continu worden aangepast. Kranten moeten in zo’n geval een rectificatie doen. Onlinejournalistiek staat er bovendien

(21)

bekend om een bericht te snel te publiceren. Aangezien onlinejournalistiek gebaat is bij snelheid van berichtgeving, kunnen hierdoor fouten ontstaan, zoals eerlijkheid en nauwkeurigheid. Nieuwsberichten op internet kunnen geplaatst zijn hoewel de feiten nog niet zijn geverifieerd (Evers, 2007).

3.5 Conclusie

De Telegraaf is de grootste krant van Nederland. Het aantal abonnees loopt echter wel jaarlijks achteruit. Het duurde even voordat na 1890, toen de eerste foto in een Nederlandse krant verscheen, er een doorbrak kwam in de persfotografie. Na de komst van persbureaus rond de jaren veertig van de 20e eeuw was er sprake van een bloeiperiode in de persfotografie en verbeterde de kwaliteit van de

fotojournalistiek. Tegenwoordig dienen foto’s in de journalistiek niet alleen meer ter illustratie en gaat het in de persfotografie niet altijd om de nieuwswaarde. De esthetiek is belangrijk geworden. Het gaat er nu om hoe opvallend en uniek een foto is. Fotojournalisten hebben te maken met ethiek. Dat geldt ook voor

beeldredacteuren van Nederlandse kranten. In de ethiek gaat het om

ongeschreven wetten en ethische keuzes worden vaak op gevoel gedaan. Ethiek verandert bovendien voortdurend. Zo konden er bijvoorbeeld vroeger foto’s worden geplaatst in de krant die tegenwoordig niet meer gepubliceerd kunnen worden, omdat dit ethisch onverantwoord zou zijn.

(22)

4 Praktijkvoorbeelden ethische dilemma’s in

de journalistiek

4.1 Inleiding

Nieuwsfoto’s van gruwelijke gebeurtenissen die als schokkend kunnen worden ervaren, hebben in het verleden tot hevige discussie en grote verontwaardiging geleid. Hieronder volgt een aantal voorbeelden van deze gebeurtenissen uit het verleden. Ook wordt in dit hoofdstuk de terughoudendheid in de Nederlandse media besproken.

4.2 Aanslagen op World Trade Center 2001

Na de aanslagen op het World Trade Center in New York op 11 september 2001 werd een specifieke foto als ‘zeer schokkend’ ervaren en leidde tot discussie. Het betrof destijds een afbeelding van een springende man uit het raam van een van de bovenste verdieping van de brandende en instortende wolkenkrabber. Deze man viel te pletter op de grond (Evers, 2007).

De publicatie van de foto kwam aan als een stomp in de maag voor de

Amerikaanse bevolking (Boevink, 2010). Kranten die deze foto hebben geplaatst, zoals The New York Times, kregen van hun lezers de wind van voren. Lezers vonden het niet prettig om een foto te zien van de vallende man uit de

wolkenkrabber (Blankesteijn, 2010). The New York Times en andere kranten die deze foto hadden geplaatst, werden sensatiezucht, exploitatie van verdriet en voyeurisme verweten. Bovendien werd de foto na publicatie taboe verklaard. Media zouden de foto van de springende man niet meer laten zien (Boevink, 2010).

Media moeten zich afvragen of het moreel te verantwoorden is om deze foto te publiceren en wat het nut daarvan is. Bovendien moeten media de afweging maken wat het zwaarst moet wegen: de privacybescherming van slachtoffers en hun nabestaanden of de plicht om lezers naar behoren te informeren (Evers, 2007).

4.2.1 Vragen en stellingen na foto vallende man

De foto van de vallende man uit het World Trade Center zorgde voor veel ophef. Daarom formuleerden de Zwitserse journalisten Christof Kaufmann en Fabienne Stalder in hun artikel ‘In de dood vallende mensen’ (2002) een aantal vragen en stellingen over het publiceren van schokkende beelden.

Het tweetal vraagt zich in eerste instantie in het artikel af of het helpt om bepaalde beelden te laten zien. Het publiceren van foto’s kan de publieke opinie wakker schudden en ervoor zorgen dat er een publiek debat op gang komt. Een andere vraag die voor publicatie van een foto gesteld moet worden, is of de gebeurtenis

(23)

op de foto uniek en historisch is. Het publiceren van een foto die als schokkend kan worden ervaren, is alleen te rechtvaardigen wanneer een van deze twee aspecten aan de orde is (Stalder; Kaufmann, 2002)..

Over de identiteit van de springende man uit het World Trade Center is veel gespeculeerd (Bosch van Rosenthal, 11 september 2011). Kaufmann en Stalder stellen de vraag of de afgebeelde persoon als individu is te identificeren en of met de publicatie de menselijke waardigheid wordt aangetast (Stalder; Kaufmann, 2002).

De Zwitserse journalisten vinden dat beeldredacteuren van kranten zich moeten inleven in wat de lezer krijgt te zien. Beeldredacteuren moeten zich daarom afvragen of zij zelf bepaalde foto’s willen zie die als schokkend kunnen worden ervaren (Stalder; Kaufmann, 2002). .

Kaufmann en Stalder richten zich in het artikel ook op de schade die een publicatie teweeg kan brengen. Dit geldt zowel voor de persoon op de foto als voor de krantenlezer. Ook moet gekeken worden naar het recht van de dode om met rust gelaten te worden. Er moet een afweging gemaakt worden of dit zwaarder weegt dan het algemeen belang van publicatie van een historische gebeurtenis.

Tot slot stellen Kaufmann en Stalder dat het belangrijk is om afstomping van de lezer tegen te gaan. Het publiceren van schokkende beelden zonder maat te houden, kan leiden tot verharding (Stalder; Kaufmann, 2002).

4.3 Moord op Pim Fortuyn 2002

Politicus Pim Fortuyn werd op 6 mei 2002 in koelen bloede vermoord op het Mediapark te Hilversum. Een aantal Nederlandse dagbladen plaatste een dag later een foto van de neergeschoten politicus. Fortuyn was hierop duidelijk herkenbaar. De Volkskrant was één van de kranten die deze schokkende foto plaatste op haar voorpagina. Lezers van deze krant vonden het respectloos, ontluisterend en mensonterend dat deze foto op de voorpagina van de Volkskrant was gepubliceerd (Evers, 2007). Zowel De Telegraaf, Algemeen Dagblad als Het Parool plaatste op haar voorpagina de foto waarop de vermoorde politicus herkenbaar te zien was (NRC, 6 mei 2012).

Huidig burgemeester Pieter Broertjes van Hilversum en destijds hoofdredacteur van de Volkskrant vindt dat het moet kunnen om deze foto te plaatsen. Hij sprak van een politieke moord die on-Nederlands was. ,,De moord op Fortuyn is een historisch moment in de Nederlandse geschiedenis en een krant kan zich daaraan niet onttrekken.’’ Broertjes vergeleek de moord op Fortuyn met de moord op de Amerikaanse president John F. Kennedy in 1963 (Evers, 2007).

De ombudsman van de Volkskrant liet destijds weten dat het niet de bedoeling was om voor opschudding te zorgen. Hij liet optekenen dat de keuze om de foto van de vermoorde Fortuyn te plaatsen puur op journalistieke gronden is gemaakt en niet uit sensatiezucht (Evers, 2007).

(24)

Broertjes beweerde toentertijd dat het niet netjes was naar de nabestaanden en vrienden toe van Fortuyn. Broertjes vond echter dat deze verschrikkelijke moord alles overstijgt (Evers, 2007).

De Telegraaf toonde ook de foto van Fortuyn, al ging daar wel enige discussie aan vooraf. De krant had ook kunnen kiezen voor een foto van waarop het lichaam van de politicus was afgedekt met een laken. Fortuyn was echter een belangrijk figuur in de Nederlandse politiek en dus koos de krant er toch voor om de foto te plaatsen. ,,De moord had een enorme politieke impact en heeft een

aardverschuiving teweeggebracht in Nederland’’, zegt beeldredactiecoördinator Johannes Dalhuijsen van De Telegraaf.

Dat Fortuyn een prominent figuur was en zelf veelvuldig de aandacht van de media opzocht, heeft er volgens media-ethicus Huub Evers toe geleid dat kranten niet te ver zijn gegaan. Evers meent dat het moeilijk is om een grens te trekken in wat fatsoenlijk is, omdat er nou eenmaal geen objectieve criteria bestaan waaraan journalisten zich moeten houden (Trouw, 8 mei 2002).

Twee vragen zijn bovendien belangrijk als er een ethische beslissing gemaakt moet worden: is de gebeurtenis die de journalist in beeld wil brengen van een zo grote maatschappelijke of historische betekenis dat daarmee de schok

gerechtvaardigd wordt? En: is het tonen van onaangename details noodzakelijk voor een goed begrip van de gebeurtenis? (Evers, 2007)

4.4 Aanslag op treinen Madrid 2004

Er kan echter ook sprake zijn van manipulatie van een nieuwsfoto. Hierover werd hevig gediscussieerd na de aanslagen in Madrid. Op 11 maart 2004 werd op een aantal plaatsen in Madrid een bom in een rijdende trein tot ontploffing gebracht. Tien bomaanslagen op vier forensentreinen kostten vervolgens aan tweehonderd mensen het leven. Bij de aanslagen raakten ook veel mensen gewond, van wie sommigen zelfs gruwelijk zijn verminkt. Kranten hadden de volgende dag op hun voorpagina foto’s geplaatst van de aanslagen (Evers, 2007).

Een specifieke foto zorgde voor veel discussie (Evers, 2007). Desalniettemin zag niet iedereen hetzelfde op de foto, want voor sommige krantenlezers was de foto toch iets verschrikkelijker dan voor andere lezers. Naast de treinrails lag namelijk een afgerukt lichaamsdeel. Echter bleek dit afschuwelijke detail op sommige foto’s verdwenen. De Britse kranten The Daily Telegraph en The Times en de krant De Stentor uit Nederland hadden het lichaamsdeel laten verdwijnen. The Guardian verwijderde de rode kleur van het bloed op de foto. De Duitse krant Der Spiegel veranderde niks aan de foto, maar drukte tekst over het losgerukte lichaamsdeel heen. De krant USA Today koos voor de makkelijkste oplossing en sneed de onderkant van de foto er simpelweg af. Kranten die de foto zonder retouchering publiceerden, waren de Volkskrant en de Belgische krant De Standaard (Bem, 25 maart 2004).

(25)

4.5 Moord op Theo van Gogh 2004

Regisseur en columnist Theo van Gogh werd op 2 november 2004 in Amsterdam op straat vermoord door Mohammed B. (Volkskrant, 2 november 2014). De Telegraaf publiceerde een dag later een foto op haar voorpagina waarop de vermoorde Theo van Gogh liggend is te zien met een mes diep in zijn borstkas. Deze foto is gemaakt door een voorbijganger die de foto in eerste instantie maakte om deze naar zijn vrienden door te sturen. Pas nadat deze passant op teletekst las dat het om Van Gogh ging, realiseerde hij dat de foto nog wel eens veel waarde kon hebben (Kester; Kleppe, 2014). De foto zorgde in Nederland voor heftige discussies (Evers, 2007).

De amateurfotograaf besloot om contact op te nemen met De Telegraaf. De krant kocht de foto exclusief van hem en plaatste deze foto dus een dag later op de voorpagina. Echter heeft deze foto niet de kwaliteit wanneer deze zou zijn gemaakt door een professionele fotograaf, maar de foto kan als gruwelijk worden ervaren en heeft nieuwswaarde. Bovendien was het lichaam van de vermoorde Van Gogh reeds bedekt toen de eerste fotojournalisten op de plaatst delict arriveerden (Kester; Kleppe, 2014).

Media-ethicus Huub Evers zegt in een interview begrip te tonen voor de

beeldredactie van De Telegraaf. Evers beweert namelijk dat de krant geen andere foto kon plaatsen, omdat die er simpelweg niet was. De media-ethicus zegt dat de krant haar lezers een deel van de waarheid onthoudt als het geen foto zou

publiceren. Bovendien speelt het volgens Evers mee dat Van Gogh een bekende Nederlander was die zo nu en dan richting moslims provoceerde.

Beeldredacteur Peter Schoonen van De Telegraaf zegt in een interview dat als bekende publieke figuren als Pim Fortuyn of Theo van Gogh ergens vermoord op de grond liggen, dit ook getoond moet worden aan de lezers.

4.6 Vliegtuigramp Tripoli 2010

Op 12 mei 2010 stortte een vliegtuig van Afriqiyah Airways neer nabij de Libische hoofdstad Tripoli. Hierbij kwamen zeventig Nederlanders om het leven (NU.nl, 28 februari 2013). Toenmalig premier Jan-Peter Balkenende riep de media een aantal dagen later op om nabestaanden van het vliegtuigongeluk rust te gunnen bij de verwerking van hun verlies en verdriet (ANP, 18 mei 2010).

De enige overlevende van deze ramp in 2010 was de 9-jarige Ruben van Assouw. Libische staatstelevisie zonden enkele uren na de ramp beelden uit van Ruben in zijn ziekenhuisbed. Deze beelden kwamen ook op de Nederlandse televisie en werden tevens via internetwebsites verspreid. Kranten volgden en lieten eveneens beelden van de enige overlevende van de vliegtuigramp zien in zijn ziekenhuisbed waar hij werd omringd door medisch personeel (Raad voor de Journalistiek, 2010).

De Raad voor de Journalistiek beoordeelde dat het beeld van Ruben in het ziekenhuis het verhaal van de ramp vertelt. Het is echter wel schending van de privacy van Ruben, omdat het gaat over een weerloos, vermoedelijk

(26)

getraumatiseerd en minderjarig persoon. Dit staat op gespannen voet met wat hierover in de leidraad staat geschreven, namelijk dat het niet is toegestaan om foto’s te publiceren die zijn gemaakt in een besloten ruimte. In dit geval is de ziekenhuiskamer dus de besloten ruimte. De Raad vindt het echter

gerechtvaardigd om deze foto te publiceren door de uitzonderlijk grote

nieuwswaarde en zeggingskracht van de foto. Bovendien speelt het ook een rol dat deze foto via internet al wereldwijd verspreid was (Raad voor de Journalistiek, 2010).

Het oordeel van De Raad was dat de maatschappelijke grenzen bij het plaatsen van de foto van Ruben niet zijn overschreden (Raad voor de Journalistiek, 2010).

4.7 Terughoudendheid Nederlandse media

Hoewel de foto van de vermoorde Pim Fortuyn in een aantal Nederlandse kranten stond en ook de foto van Ruben in De Telegraaf verscheen, voeren Nederlandse dagbladen doorgaans een terughoudend beleid. Nederlandse kranten hebben hun eigen normen en verantwoordelijkheden. Niemand dwingt hen een terughoudend beleid te voeren, maar de kranten leggen zich deze beperking zelf op. Geen enkele krant gaat over de schreef of is niet terughoudend. Een reden hiervan is dat lezers het ook niet zouden accepteren. Een schokeffect teweegbrengen mag namelijk nooit het doel zijn van een krant (Evers, 2007).

Mediasocioloog Peter Hofstede vindt niet alleen dat Nederlandse nieuwsmedia terughoudend zijn, hij vindt zelfs dat ze tè terughoudend zijn. Hofstede beweert dat een krant niet bedoeld is om een omzwachtelde weergave van de werkelijkheid te laten zien. Hij begrijpt dat het niet fijn is om naar foto’s te kijken van dode kinderen die ergens onder het puin vandaan gehaald worden. ,,Maar dat is wel de

werkelijkheid. Dus moet je het laten zien. Nederlandse media zijn veel te kalm.’’ (Evers, 2007).

Hofstede noemt als voorbeeld een aanslag in Kana in Libanon (2006) waarbij veertig kinderen om het leven kwamen. ,,Laat die beelden toch zien, je moet wel tonen wat er gebeurt. Daar komt bij: deze aanslag is een ontzettend belangrijk moment in de oorlog.’’ De mediasocioloog weet dat Arabische media hier anders mee omspringen dan de Nederlandse media. ,,Nederland moet een doorgaans keurig landje zijn in een verder woelige wereld en daarom willen we bij ons ontbijt geen krant met een dood kind op de voorpagina. De media laten zich daar te veel door leiden. Laat ze zo snel mogelijk al die versluieringmechanismen van zich afwerpen.’’ (Evers, 2007 p. 162).

Ethicus Theo Boer zegt in een interview dat hij het verbijsterend vindt wat Hofstede beweert. Hij is het zeer oneens met de mediasocioloog. Boer vindt de stijlregel ‘het is toch gebeurd dus dan laten we dat zien’ vreemd. ,,Dan is er dus ook niks tegen het bespioneren van het koningspaar als ze liggen te zonnen, want dat is ook gebeurd. Het is een argument dat niet overtuigt.’’ De ethicus noemt het klinkklare nonsens om alles in beeld te brengen wat er is gebeurd.

(27)

4.7.1 Yellow press

In tegenstelling tot andere landen zijn er in Nederland geen media die aan ‘gele journalistiek’ doen. Deze journalistiek, in het Engels aangeduid als yellow press, richt zich nauwelijks op de kwaliteit van de berichtgeving, maar meer op de sensatie. Dit gebeurt door bijvoorbeeld grote en schreeuwerige krantenkoppen en schokkende beelden (Ensie, 8 april 2015). ,,De Telegraaf is bij ons de yellow press’’, zegt fotoredacteur Jeanette de Vos van Trouw in een interview. ,,Dat vinden we dus al heel erg heftig, maar als je het internationaal beschouwt, valt het heel erg mee.’’

4.7.2 Privacy van slachtoffers

De ombudsman van de Volkskrant schreef op 1 april 2006 in zijn column in de krant dat de redactie zich geen raad weet met slachtoffers en hun privacy niet respecteert. Onopzettelijk, hoopt de ombudsman maar dan moet het wel puur uit onnadenkendheid zijn geweest. In het stijlboek van de krant stond slechts één korte alinea geschreven over privacy van slachtoffers. Het verbaast de

ombudsman van destijds dat zelfs die ene schamele alinea niet eens wordt nageleefd. De identiteit van een slachtoffer mag niet bekend worden gemaakt, tenzij er aanzienlijke argumenten tegenover staan dit wel te doen. ,,Als het noemen van de naam geen zinnige informatie toevoegt aan de beschrijving van het voorval, laat het dan maar weg’’, schreef hij in 2006 (Evers, 2007).

4.7.3 Standpunt Vereniging Landelijke Organisatie Slachtofferhulp

De Vereniging Landelijke Organisatie Slachtofferhulp (LOS) vindt dat journalisten behoedzaam moeten omgaan met persoonlijke gegevens. Een aantal Nederlandse kranten plaatste eind jaren tachtig de volledige naam van een 22-jarige Groningse vrouw die werd verkracht en vermoord. Ook werden er destijds beelden getoond, zoals die van de fiets van het slachtoffer en een foto van de plek waar het onheil zich heeft afgespeeld. Nabestaanden van het slachtoffer dienden een klacht in bij de Raad voor de Journalistiek (Evers, 2007).

De LOS vindt dat de kranten destijds over de schreef zijn gegaan. De organisatie vond het hierna tijd voor een duidelijke norm waar journalisten rekening mee moeten houden en diende een klacht in bij de Raad. Die norm luidt dat er geen namen van slachtoffers van ongelukken en geweldsmisdrijven meer in de krant mogen komen. Initialen, leeftijd en de woonplaats zijn alleen het vermelden waard. Slachtoffers behoren net zoveel anonimiteit te krijgen als een dader. Er mag echter van deze regel worden afgeweken, zo blijkt. Wanneer het slachtoffer een publiek figuur is of het journalistiek relevant is om het wel te vermelden, mag het wel. De Raad voor de Journalistiek had daarentegen eerder uitgesproken dat het zowel gebruikelijk als aanvaardbaar is om in de berichtgeving over rampen of ongelukken de volledige namen te noemen van de slachtoffers. Een reden om dit te doen is om misverstanden te voorkomen omtrent de identiteit (Evers, 2007).

Desalniettemin stelde de Raad dat belangen van nabestaanden soms zwaarder moeten wegen en de pers op dat moment een grote hoeveelheid aan

terughoudendheid moet aannemen. Normaal gesproken dienen nabestaanden van slachtoffers van een misdrijf met rust te worden gelaten tenzij er sprake is van publieke belangen. De Raad deed overigens niet veel met de klacht van de LOS.

(28)

Zij wil namelijk dat een nieuwsbericht zoveel mogelijk feitelijke gegevens herbergt. Hierdoor krijgt de lezer een waarheidsgetrouw en controleerbaar nieuwsfeit

voorgelegd. Hier staat echter tegenover dat journalisten zich moeten afvragen of er nabestaanden gekwetst kunnen worden bij plaatsing van een foto waarop een slachtoffer herkenbaar staat afgedrukt. Herkenbaarheid moet worden vermeden als zware leedtoevoeging een gevolg kan zijn. Bovendien moeten de details van het ongeluk of misdrijf worden weggelaten als dit niet noodzakelijk is. Journalisten moeten eveneens weten of nabestaanden op de hoogte zijn (Evers, 2007).

4.8 Conclusie

In de journalistiek hebben zich verschillende ethische dilemma’s afgespeeld. Nederlandse kranten hebben bijvoorbeeld foto’s geplaatst van de vermoorde politicus Pim Fortuyn, die herkenbaar in beeld werd gebracht. In Amerika kregen veel kranten kritiek op zich af toen zij een foto plaatsten van een man die uit het World Trade Center sprong nadat twee vliegtuigen door de wolkenkrabbers heen vlogen. De Telegraaf heeft in Nederland beelden gebruikt die andere kranten niet hebben gepubliceerd, zoals de foto van de vermoorde Theo van Gogh en de foto van de 9-jarige Ruben die een vliegtuigramp overleefde. Bovendien kunnen nieuwsfoto’s ook gemanipuleerd worden. Zo is er op de foto van de bomaanslag in Madrid (2004) door verschillende kranten een afgerukt lichaamsdeel verwijderd. Nederlandse kranten voeren doorgaans een terughoudend beleid. Deze beperking hebben kranten zichzelf opgelegd.

(29)

5 Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) en

journalisten op rampplek MH17

5.1 Inleiding

Nederlandse nieuwsmedia zijn afnemer bij zowel nationale als verschillende internationale (foto)persbureaus. Reuters, Agence France-Presse (AFP), Associated Press (AP), Getty Images en het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) zijn hiervan voorbeelden. Het ANP werd in 1934 opgericht op initiatief van de Nederlandse dagbladen. De kranten zagen het belang in van een gezamenlijke persdienst die het nieuws voor hen zou voorzien (ANP; Over, z.j.).

5.2 Over het ANP

Het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) verzorgt al jarenlang snel, onafhankelijk en betrouwbaar nieuws en verkoopt dit aan mediaklanten, zoals kranten en televisieprogramma’s. Kwaliteit en betrouwbaarheid staan voorop, dat is immers het journalistieke bestaansrecht van het persbureau. De vorm waarin het nieuws wordt geleverd is echter sterk gewijzigd de laatste jaren, zowel in tekst als in foto en andere journalistieke producten (ANP; Over, z.j.).

Bovendien heeft het persbureau een netwerk over de hele wereld door samen te werken met tientallen andere gerenommeerde persbureaus en is het ANP aandeelhouder van het Europese fotoagentschap EPA (ANP; Over, z.j.).

Vandaag de dag heeft de komst van internet en smartphones het tempo van nieuwsverspreiding behoorlijk verhoogd. Het ANP heeft daarom de productie en de werkwijze daar de laatste jaren op aangepast. Niet alleen kranten maken gebruik van de aangeleverde teksten en beelden van het ANP, maar ook de digitale platforms. Jaarlijks produceert het Nederlandse persagentschap zo’n 160.000 nieuwsberichten en 100.000 foto’s (ANP; Over, z.j.).

Het Nederlandse persbureau Novum Nieuws is per 1 januari 2015 overgenomen door het ANP. Dit was tevens de enige concurrent in Nederland voor ANP. Bij de overname zijn bijna veertig banen verloren. Het afgeslankte Novum Nieuws is verder gegaan met vijftien mensen. De reden voor de verkoop was dat Novum onvoldoende klanten had (Rogmans, 18 september 2014).

5.3 Journalistieke kwaliteit ANP

Het ANP bericht onafgebroken aan nieuwsberichten en nieuwsfotografie. Dat betekent dat het persbureau 24 uur per dag werkt om onder andere kranten en nieuwswebsites te voorzien van het laatste nieuws in tekst en beeld. Bovendien

(30)

behoren het kiezen uit een steeds groter wordende nieuwsstroom, checken van nieuwsfeiten, valideren en agenderen tot de kerntaken van het persbureau.

Hoewel berichten van het ANP als bron of ter inspiratie van een artikel kunnen worden gebruikt, worden dikwijls berichten letterlijk overgenomen en geplaatst door nieuwsmedia. Dit gebeurt met name door websites.

Het ANP streeft ernaar om altijd kwaliteit te leveren en zich te houden aan ethiek. Berichten moeten tevens voldoen aan hoge maatstaven die het bedrijf zichzelf heeft toegelegd. Zo checkt het ANP berichten bij twijfel nogmaals. Bij

aanhoudende twijfel volgt er geen publicatie. Het persbureau past evenzeer zo snel mogelijk hoor en wederhoor toe. Het ANP vindt snelheid een vereiste, maar het mag niet ten koste gaan van de betrouwbaarheid van het nieuws (ANP; Nieuwsdienst, z.j.).

5.4 Nieuwsfotografie ANP

De fotoredactie van het ANP levert de hele dag door nieuw beeldmateriaal van de belangrijkste gebeurtenissen in het binnenland. Elke dag worden van de twaalf belangrijkste onderwerpen uit het nieuws foto’s gemaakt. De foto’s komen onder andere uit de nieuwscategorieën sport, economie en entertainment. Bovendien komen er dagelijks ook nog eens bijna vierduizend foto’s binnen van buitenlandse persbureaus. Voor calamiteiten in het buitenland is er een speciaal daarvoor opgeleid rampenteam beschikbaar dat altijd een verslaggever en fotograaf naar het buitenland kan uitzenden (ANP Foto, z.j.).

Adjunct-hoofdredacteur Johan Groeneveld van het ANP wil dat fotografen van zijn persagentschap hun eigen stempel drukken op de foto’s die zij maken. Ook moeten de beelden van een onderscheidende kwaliteit zijn. Het gaat hierbij vooral om de combinatie van creativiteit en vakmanschap. Het ANP vindt het belangrijk om het beste uit een onderwerp te halen en hier dan ook de allermooiste beelden bij te maken (Dupho, 16 juli 2012).

Groeneveld vindt dat ANP-foto’s iets speciaals moeten brengen en op een bepaalde manier gefotografeerd moeten worden. Dat moet op een bepaalde manier zodat andere fotografen het niet kunnen nadoen. Als voorbeeld neemt Groeneveld dat een fotograaf van het ANP niet vóór het podium van een popartiest moet staan, maar op het podium zelf. Bovendien weet de adjunct ook dat er in tegenstelling tot jaren geleden tegenwoordig veel meer rekening wordt gehouden met verschillende soorten afnemers. Zo zijn er klanten met eigen doelgroepen en bijbehorende specificaties (Dupho, 16 juli 2012).

5.4.1 Criteria nieuwsfoto

Groeneveld zegt in een interview dat er geen checklist is waarop staat welke foto’s wel en welke foto’s niet kunnen worden uitgezet naar afnemers uit de media. Het ANP neemt bij elke foto een aparte afweging. Hiervoor geldt bovendien een aantal criteria. Dat zijn goede smaak, privacy, leedtoevoeging en de journalistieke belangen. Daarnaast wordt gekeken of een foto niet te plastisch, schokkend, kwetsend of überhaupt wel nodig is. Ook stelt Groeneveld zich wel eens de vraag

(31)

of iets op een andere manier kan worden weergegeven in plaats van een

schokkende foto door te sturen. Een middenweg? Nee. De adjunct-hoofdredacteur zegt in een interview dat hij dat een verkeerde uitdrukking vindt. ,,Ethiek is niet alleen een kwestie of iets wel of niet mag, maar ook of het op een andere manier kan.’’ Ethiek is volgens Groeneveld het bewust proberen om iets op een

smaakvollere manier te doen.

5.4.2 De drie b’s

Ethiek staat hoog in het vaandel bij het ANP. Het persbureau heeft de zogeheten drie b’s bedacht. Deze b’s staan voor bloed, bloot en botten. Hierbij wordt gekeken of beelden functioneel, relevant en smaakvol zijn. Adjunct-hoofddirecteur Johan Groeneveld van het ANP is bedenker van deze code. Groeneveld zegt in een interview dat de keuze voor bloed, bloot of botten niet over een nacht ijs gaat. ,,Bij de drie b’s moet je echt nadenken’’, beweert de adjunct-hoofdredacteur.

Bovendien vraagt het ANP zich ook af of haar klanten wel zitten te wachten op bepaalde foto’s die als schokkend of heftig kunnen worden ervaren. Het

persbureau wil absoluut niet misleidend zijn. Foto’s moeten dus ‘waar’ zijn. Dat is het allerbelangrijkste uitgangspunt van het Nederlandse persbureau. Daarna komt de kwestie van ethiek. ,,De afweging gaat niet over óf wij het laten zien, maar hoe wij het laten zien. Dat is de essentie van journalistiek. Daar zijn we voor’’, beweert Groeneveld in het vraaggesprek.

5.5 Journalisten op rampplek van vlucht MH17

Oorlogsverslaggever Hans Jaap Melissen schreef in 2010 het artikel ‘In rampenverslaggeving verliezen de feiten van de emoties’. Melissen stelt in dit artikel dat rampen met enthousiasme worden onthaald door de media. Misschien nog wel meer dan een oorlog. De oorlogsverslaggever maakt wel de kanttekening dat het niet alle rampen betreft. Een ramp moet namelijk wel een ramp voor de journalisten zijn en die er het liefst direct is, zoals een vliegtuigramp. Melissen spreekt van ‘rampenporno’ als journalisten het ergste en schokkendste van een ramp willen laten zien (Melissen, 21 december 2010).

Op 17 juli 2014 voltrok zich een vliegtuigramp. Boven Oost-Oekraïne werd een toestel van Malaysia Airlines met vluchtnummer MH17 uit de lucht geschoten. Hierbij kwamen 196 Nederlanders om het leven (Trouw, 31 juli 2014). De

Nederlandse fotograaf Pierre Crom was enkele uren na de ramp een van de eerste fotografen op de rampplek. Hij werd vastgelegd door het ANP om exclusief voor het Nederlandse persbureau foto’s te maken (Hendriks, 28 juli 2014).

5.5.1 Fotograaf ANP op rampplek MH17

Op het moment dat fotograaf Crom arriveerde op de rampplek was het reeds donker geworden. Nooit eerder was de fotograaf op zo’n grote rampplek geweest. ,,Het was heel onwerkelijk. Het leek op een Frans landschap met korenvelden en zonnebloemen, maar nu was alles zwartgeblakerd’’, beweert Crom (Hendriks, 28 juli 2014).

(32)

Veel foto’s kon Crom op de eerste avond niet maken. ,,Want’’, zo redeneert hij, ,,er is een avondklok en dan moet je op tijd in je hotel zijn.’’ De fotograaf ging vanaf de volgende dag aan het werk voor het ANP. Crom zag veel lijken en menselijke resten liggen op de rampplek. Het ANP vroeg Crom om geen lichamen van slachtoffers te fotograferen. ,,Uiteraard heb ik geen foto’s gemaakt waarop lijken herkenbaar zouden zijn, dat wilde ANP ook niet.’’ De fotograaf vindt dat er met zo’n situatie menselijk moet worden omgegaan (Hendriks, 28 juli 2014).

Echter vond Crom het zeker niet gemakkelijk om zijn werk te doen op de rampplek. De fotograaf beweert dat de rebellen heel strikt werden en hij niet op de rampplek mocht komen op het moment dat er waarnemers van de Organisatie voor

Samenwerking en Veiligheid (OVSE) waren (Hendriks, 28 juli 2014). Deze organisatie zorgde voor repatriatie van stoffelijke resten en bezittingen van de slachtoffers en van wrakstukken van het vliegtuig (NU.nl, 4 december 2014). Als Crom in de ochtend naar de rampplek ging, was hij helemaal alleen en had hij op dat moment alle vrijheid om te fotograferen. De fotograaf kon vastleggen wat hij wilde, maar toch bleef het een onwijs gevaarlijk gebied (Hendriks, 28 juli 2014).

5.5.2 Instructies fotograaf ANP

Crom kreeg geen instructies mee van het ANP. De fotograaf mocht alles

vastleggen. De vraag was vervolgens welke foto’s het ANP wel of niet uitzet naar databanken van kranten en nieuwswebsites. ,,Het zou dom zijn om vanuit een bureau in Rijswijk (waar de redactie van ANP is gehuisvest, red.) instructies te geven over hoe hij (Pierre Crom, red.) in zo’n rampgebied moet handelen’’, laat Groeneveld optekenen in een interview.

Groeneveld vond het niet nodig om foto’s waarop lichamen te zien zijn door te zetten naar databanken waar onder andere kranten uit kunnen putten. Het

uitgangspunt van de adjunct-hoofdredacteur was dat het niet nodig is om foto’s van lichamen van de slachtoffers door te sturen, omdat het veel mensen kan kwetsen. Bovendien dient het ANP volgens Groeneveld geen journalistiek belang dat daar overheen gaat. ,,Wij konden het heel goed laten zien hoe de rampplek eruit zag zonder dat het nodig was om herkenbare lichaamsdelen te laten zien. Ik vind dat een kwestie van goede smaak’’, beweert de adjunct-hoofdredacteur van het ANP in een vraaggesprek.

Het ANP heeft bepaalde foto’s van Crom niet uitgezet naar haar klanten uit de mediawereld. De redenen om dit niet te doen zijn volgens de

adjunct-hoofdredacteur dat de foto’s ‘te plastisch’ en ‘te zeer graphic content’ waren. ,,En er komt bij dat we het vanwege journalistieke redenen ook niet nodig vonden’’, aldus Groeneveld in een interview.

5.5.3 Foto’s nabestaanden en persoonlijke spullen slachtoffers

Het ANP wilde niet dat haar fotografen de eerste dagen na de ramp nabestaanden van slachtoffers herkenbaar in beeld brachten. Het leed moest dus op een andere manier beeldend worden getoond. Daarom koost het ANP ervoor om

nabestaanden op de rug te fotograferen, waarop verdriet eveneens nadrukkelijk te zien was. Groeneveld meent in een interview dat het ANP zoekt naar beelden met

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het was niet mogelijk om het project in de volle  breedte uit te voeren. Dat werd o.a. veroorzaakt 

En daaraan werken we alweer met vernieuwde moed, want onze kalender staat al weer op papier, en zo te zien zal die opnieuw extra gevuld zijn!. Er blijven alleen nog de beurzen

Ze komen niet eerst terecht in het mapje met verwijderde foto’s op

Mijn broer Alain had na de middelbare school geen zin om verder te studeren en vertrok meteen naar New York om daar werk te zoeken?. Dankzij de connecties van mijn

- Mocht je ze niet zien, dan kun je op mediafilter klikken en alle datums selecteren of de maand, de laatst toegevoegde foto’s komen bovenaan te staan.. - Je kunt bij de

• Bovenaan het scherm staat een menubalk met verschillende knoppen, zoals Bewerken, Selectie, Aanpassen en Filter.. • Onder de menubalk staat een reeks knoppen, verdeeld over

Deelname aan de quiz is gratis en u wordt ontvangen met een kopje koffie of thee en iets lekkers. Voor een gezellige ambiance wordt gezorgd. In Wagenberg wordt nog geflyerd en

De Nederlandse, in Zuid-Afrika woonachtige modefoto- graaf irza Schaap (49) voegt zich met haar fotoboek Plastic Ocean in de traditie de donkere zijde van het be- staan tot kunst