• No results found

6 Beeldgebruik Nederlandse nieuwsmedia MH

6.10 Niet gebruikte beelden

De beeldredactie van Het Parool heeft voor dit onderzoek vijf beelden beschikbaar gesteld die de krant van officiële en erkende persbureaus aangeleverd heeft gekregen, maar vervolgens niet heeft gepubliceerd in de krant. Redenen van dit besluit waren dat de foto’s ethisch onverantwoord zouden zijn of te choquerend waren.

Foto I: Op de foto is een slachtoffer te zien dat naakt op zijn of haar rug in een grasveld ligt. Het is op de foto niet te zien of het een mannelijk of een vrouwelijk slachtoffer betreft. Het slachtoffer is provisorisch bedekt met een doorzichtig zeil. Een voet van het slachtoffer steekt onder het zeil door. In elke hoek van het rechthoekige zeil ligt een steen die ervoor dient te zorgen dat de doorzichtige bedekking over het slachtoffer blijft liggen.

Foto II: Aan boord van vlucht MH17 van Malaysia Airlines zaten tachtig kinderen van de in totaal 298 passagiers (BBC, 20 juli 2014). Op deze foto is een jong slachtoffer te zien dat eveneens is ontdaan van haar kleding. Het slachtoffer ligt op zijn of haar buik op een grasveld en is met zijn of haar hoofd op de rechterarm beland. De benen van het slachtoffer zijn wijd geopend. Het is aannemelijk dat het slachtoffer op de foto een jong meisje betreft, vanwege de lengte van het lichaam en de langere haardracht. Op de rug, armen en benen van het oorlogsslachtoffer zijn zwarte vegen te zien.

Foto III: Het is zeer aannemelijk dat de persoon op deze foto een volwassen slachtoffer is gezien de lengte van het lichaam. De persoon heeft in tegenstelling tot de slachtoffers op de eerste twee foto’s nog wel kleding om het lichaam. Het slachtoffer droeg een donkerblauwe broek en een grijs of lichtblauw shirt. Het slachtoffer ligt op zijn of haar buik en is door de val in een afwijkende houding terecht gekomen. Een arm lijkt ‘gekruld’, de benen staan dwars van elkaar en de rug is opzij gebogen. Het hoofd van het slachtoffer ligt onder een vliegtuigstoel. Naast het slachtoffer staat een klein boompje waaraan een wit vlaggetje is gehangen.

Foto IV: Hoogstwaarschijnlijk is op deze foto een vrouwelijk slachtoffer van de ramp met vlucht MH17 te zien. Dit valt af te lezen aan de kleding en aan de langere haardracht. De persoon op de foto ligt met haar hoofd in een grasveld. De vrouw heeft haar bovenkleding nog aan op de foto. De onderkant van het lichaam is gruwelijker en lijkt door de val op de grond van tien kilometer hoogte negentig graden gedraaid ten opzichte van het bovenlichaam. De linkerbroekspijp van de lichtblauwe spijkerbroek is volledig afgescheurd, waardoor het linkerbeen bloot ligt. Het opmerkelijke aan de foto is dat in de rechterbroekspijp van het slachtoffer geen been is te zien. Gedeeltelijk is op het slachtoffer een stuk van het vliegtuig

gevallen, wat ernstig lijkt op drie vliegtuigstoelen. Het is duidelijk te zien dat het slachtoffer een zwartkleurig shirtje zonder mouwen draagt met daarop witte

FOTO: POLARIS/CAPUCINE GRANIER-DEFERRE

Foto V: Het slachtoffer op deze foto ligt op zijn of haar rug in het veld met hoog groeiend gras. De wind en de val naar beneden hebben er niet voor gezorgd dat het shirt van het lijf van het slachtoffer is gerukt. Het shirt hangt voor het gezicht van het slachtoffer. Hierdoor is het gelaat dus niet te zien. De persoon op de foto lijkt geen onderlichaam meer te hebben. Bovendien is slechts één arm van het slachtoffer op de foto te zien.

6.11 Conclusie

In dit hoofdstuk wordt het beeldgebruik van een zestal Nederlandse kranten besproken wat betreft het gebruik van beelden over MH17. Het gaat om de beelden die gebruikt zijn in de eerste week na de ramp. Bovendien komen ook de beweegredenen naar voren om bepaalde beelden wel of niet te plaatsen. De redenen om geen schokkende beelden te plaatsen lopen uiteen. Zo willen

beeldredacteuren van kranten hun lezers op de vroege morgen niet overvallen met heftige beelden. Bovendien willen beeldredacteuren nabestaanden geen pijn doen door foto’s te plaatsen van slachtoffers of stoffelijke resten. Het speelt eveneens mee dat er veel Nederlanders zijn omgekomen bij de ramp. Daarnaast waren in de eerste week na de ramp ook niet alle familieleden van de slachtoffers op de hoogte. Beeldredacteuren twijfelen bovendien over de toegevoegde waarde aan het nieuws om choquerende beelden waarop slachtoffers zijn te zien te plaatsen.

7 Conclusie

‘’Wat zijn de professionele en ethische beweegredenen geweest van verschillende beeldredacties van Nederlandse nieuwsmedia om bepaalde foto’s van de ramp van vlucht MH17 wel of niet in hun medium te plaatsen?’’

Zo luidt de probleemstelling van dit afstudeeronderzoek. Om het antwoord op deze stelling zo deugdelijk en betrouwbaar mogelijk te maken, zijn tien beeldredacteuren en een nieuwsredacteur van verschillende Nederlandse nieuwsmedia geïnterviewd om hen te ondervragen naar motieven.

Het heeft echter lang geduurd voordat de fotojournalistiek in de Nederlandse kranten op gang kwam. De bloeiperiode van persfotografie ontstond namelijk rond de jaren veertig van de 20e eeuw nadat de eerste foto in de krant al verscheen in 1890. Foto’s in de journalistieke veranderen van functie. Beelden in bijvoorbeeld kranten hoeven niet altijd nieuwswaardig te zijn, want de esthetiek is belangrijk geworden. Dat betekent dat een foto opvallend en uniek moet zijn. Toch hebben fotojournalisten nog steeds te maken met ethiek, al verandert die ethiek

voortdurend. Bepaalde foto’s konden vroeger wel geplaatst worden, maar tegenwoordig niet meer. Beeldredacteuren van kranten hebben ook dagelijks te maken met ethische kwesties. In ethiek gaat het om ongeschreven wetten en ethische keuzes worden vaak op gevoel gedaan.

De journalistiek is in het verleden verschillende ethische kwesties rijk. Nederlandse kranten hebben foto’s geplaatst van de vermoorde politicus Pim Fortuyn die ook nog eens herkenbaar was afgebeeld. Dit leidde tot ontzette en verontwaardigde reacties bij de lezers. In Amerika kregen kranten kritiek omdat zij een foto hebben gepubliceerd van een man die uit het brandende World Trade Center springt. In Nederland heeft De Telegraaf ethische afwegingen gemaakt toen de krant een foto van de vermoorde Theo van Gogh op de voorpagina afdrukte en een beeld

publiceerde van de 9-jarige Ruben die als enige een vliegtuigramp overleefde. Het kan ook voorkomen dat foto’s gemanipuleerd worden, zoals bij de bomaanslag in Madrid (2004). Verschillende kranten verwijderde een afgerukt lichaamsdeel van de foto. Nederlandse kranten voeren doorgaans een terughoudend beleid.

Krantenfoto’s komen voordat ze in de krant staan bij een persbureau vandaan. Het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) verzorgt al jarenlang foto’s aan afnemers uit de mediawereld. Het persbureau vindt goede smaak, privacy en de

journalistieke belangen criteria voor een goede nieuwsfoto. Bovendien moet een foto niet te plastisch zijn, te schokkend of kwetsend. Volgens het ANP is ethiek niet alleen een kwestie of iets wel of niet mag, maar ook of het maken van foto’s op een andere smaakvollere manier kan.

Nederlandse nieuwsmedia zijn in het plaatsen van foto’s over MH17 terughoudend geweest en hebben geen foto’s geplaatst waarop slachtoffers of stoffelijke resten van omgekomen passagiers zijn te zien. Een aantal kranten hebben wel foto’s van slachtoffers geplaatst die voor de ramp zijn gemaakt. De Telegraaf heeft hiervan de meeste foto’s geplaatst. Bovendien zijn door verschillende dagbladen ook nabestaanden van de slachtoffers herkenbaar in beeld gebracht. Ook foto’s van

persoonlijke spullen van de slachtoffers hebben in Nederlandse kranten gestaan. NRC Handelsblad koos er echter voor om geen foto’s van slachtoffers voor de ramp, nabestaanden of persoonlijke spullen af te drukken in de krant.

Tien beeldredacteuren zijn in dit onderzoek gevraagd naar hun professionele en ethische beweegredenen bij het plaatsen van bepaalde beelden over MH17. Een vaak gehoord motief om geen slachtoffers of stoffelijke resten te publiceren, was omdat veel slachtoffers van de ramp uit Nederland kwamen. Wat bovendien sterk meespeelde was dat het plaatsen van schokkende beelden niets zou toevoegen aan de berichtgeving en dat foto’s van lichamen en stoffelijke resten geen

nieuwswaarde hebben. Ook willen kranten nabestaanden geen leed toevoegen en speelt het ook mee dat er nog geen enkel slachtoffer was geïdentificeerd in de eerste week na de ramp. Het motief om krantenlezers op de vroege morgen niet te confronteren met heftige beelden heeft ook meegespeeld bij beeldredacteuren. Kranten willen zo actueel mogelijk blijven en op het gegeven moment horen daar dan geen beelden van lichamen of stoffelijke resten meer bij. Bovendien heeft het gegeven dat niet alle familieleden van de slachtoffers op de hoogte van de ramp waren, meegespeeld om terughoudend op te treden als krant.