• No results found

Knuffels bewijzen dat de MH17-ramp om mensen

ging

Joost Veenstra — Geplaatst in ethiek op dinsdag 8 september 2015, 11:29

E T H I E K Iedereen kan het beeld nog zo voor zich halen. Die pro-Russische rebel die een zwart-wit knuffelaapje omhoogtilt. Dit gebeurde op de rampplek waar het toestel van Malaysia Airlines neerkwam en waarbij bijna tweehonderd landgenoten omkwamen. Dat knuffelaapje werd wereldberoemd. Via omwegen kwam het knuffeltje overigens weer terug in Nederland waar het is meegegaan in het graf van de 11-jarige Milia van de Mortel uit Zwanenburg.

Hoewel we na het zien van deze foto direct de woorden ‘schoft’, ‘tuig’ en ‘sadist’ in de mond namen, bleek de waarheid toch even iets anders te liggen. De foto is namelijk een gestold moment en krantenlezers krijgen het vervolg niet te zien. De rebel legt het pluche beestje terug, doet zijn pet af en slaat een kruisje. Maar dan nog is de vraag: Moet deze rebel niet gewoon met zijn handen van die spullen afblijven? Die spullen zijn persoonlijk en bovendien van mensen die zijn omgekomen bij een oorlog waar ze niks mee te maken hadden.

Geeft dit journalisten dan wel het recht om hieraan te zitten? Nee, natuurlijk niet. Gebeurde dat dan? Ja! En bovendien was het ook nog eens een Nederlandse journaliste. Verslaggeefster Caroline van den Heuvel van EenVandaag ging door de persoonlijke spullen heen en bladerde door een persoonlijk reisverslag van een van de slachtoffers en las het ook nog eens voor. Colin Brazier van Sky News rommelde eveneens met

persoonlijke spullen op de rampplek, want zo pakte hij onder meer een sleutelbos en een tandenborstel uit een koffer. Het is bewijsmateriaal en daar moet je met je handen van afblijven. En fotografen dan? Met hun perskaart waarop staat dat ze bij erkende persbureaus werken. Mogen zij wel van alle persoonlijke eigendommen foto’s maken? Terwijl ethicus Theo Boer nog eens in zijn koffie roert, geeft hij blijk dat hij het ethisch onverantwoord vindt. ‘Ik ga ook niet de slaapkamer binnen van een wildvreemd iemand.’

Een slaapkamer dus. Maar is dit niet juist een heel mooie journalistieke invalshoek? Mits toestemming van de nabestaanden natuurlijk. En die had de Nederlandse fotografe Ilvy Njiokiktjien toen zij de slaapkamer van MH17-slachtoffers Bryce Fredriksz (23) en zijn vriendin Daisy Oehlers (20) fotografeerde. Njiokiktjien maakte voor New York Times de fotoserie ‘The empty spaces left behind by Malaysia Airlines crash’ die de leegtes laat zien die de slachtoffers van de ramp met vlucht MH17 hebben achtergelaten. Deze serie werd

later ook door NRC Handelsblad gepubliceerd. Gauw terug naar de rampplek waar de persoonlijke bezittingen van alle omgekomen passagiers hebben gelegen. Olaf Koens bracht namens RTL 4 gedetailleerd verslag uit via Twitter van wat hij aantrof op de rampplek aan persoonlijke spullen. Koens beschreef op Twitter dat hij onder meer de nieuwste Voetbal International, familiefoto’s uit Parijs zag liggen, een bikini, een knuffelgiraffe, boeken en een schriftje van Assepoester. Mede dankzij zijn indringende verslag (zonder foto’s) werd hij uitgeroepen tot Journalist van het Jaar 2014. Berichten van Koens over zijn waarnemingen op de rampplek werden honderden keren gedeeld op Twitter.

Maar dan onze Nederlandse kranten. Wat publiceerden zij aan beelden? Is dat

schokkend? Herkenbaar voor nabestaanden of valt het allemaal enigszins mee? De foto uit de intro waarop de rebel poseert met het knuffelaapje van de 11-jarige Milia is zowel te zien in Algemeen Dagblad, De Telegraaf, de Volkskrant , NRC Handelsblad en Het Parool. Trouw heeft de foto niet geplaatst. De vader en stiefmoeder van Milia kwamen ook om bij de ramp, maar haar broer van 19 bleef in Nederland en heeft de foto’s van de rebel met het knuffelbeest van zijn zusje zonder twijfel gezien.

De Volkskrant heeft beelden gepubliceerd van een roze koffer met daarin kinderspullen. Deze koffer ligt open en de boeken ‘Mees Kees op de kast’ en ‘Te koop: 1 vriendin’, een broodtrommel van Minnie Mouse en het tijdschrift Girlz liggen er onder meer in. Ook Algemeen Dagblad plaatste een foto van een boek van een van de slachtoffers, namelijk ‘Tussen de palen’, een kinderboek over een goaltjesdief. De Volkskrant plaatste verder foto’s waarop de meest recente Voetbal International is te zien (die Koens beschreef), het tijdschrift Helden, maar ook een barbiepop – die er trouwens bij ligt alsof zij zelf één van de 298 passagiers van het toestel was. Was dit alles? Nee, want de Volkskrant heeft ook beelden gepubliceerd waarop een trui met ‘I love Amsterdam’ is te zien, het boek

‘Gezocht: redder in nood!’ van auteur Rachel Gibson en een Lonely Planet boekje over Bali en Lombok. Deze laatste foto werd ook gebruikt door Het Parool.

De Telegraaf en Algemeen Dagblad plaatsten foto’s van dichtgeklapte paspoorten die dus ook niet herkenbaar kunnen zijn voor nabestaanden. Toch blijft het een tiental paspoorten van Nederlanders dat ergens in Oost-Oekraïne ligt waar het helemaal niet hoort te liggen.

Overigens plaatste GeenStijl wél een foto van een opengeklapt paspoort, namelijk die van de 60-jarige Jolette Nuesink uit Den Haag. Deze foto kwam oorspronkelijk bij Twitter vandaan. Zowel Algemeen Dagblad, de Volkskrant als Het Parool publiceerde beelden waar koffers en reistassen van de omgekomen slachtoffers op staan. Trouw kwam op de proppen met een foto van journalist uit Australië die een koffer onderzoekt en spulletjes daaruit oppakt.

‘Een schande’, noemt Boer het vanuit een bovenkamer in Amersfoort, dat journalisten hebben lopen wroeten tussen de persoonlijke bagage. ‘Ik ga ook niet op Schiphol de koffer openmaken van een wildvreemd iemand. Dus waarom in Oost-Oekraïne ineens wel? Ja hij ligt open, kun je zeggen. Maar dat was natuurlijk niet de bedoeling.’ De ethicus krabbelt lichtelijk terug en vindt dat persoonlijke spullen wel mogen worden afgebeeld in kranten

als het bij het hele beeld past, maar dat het niet opzettelijk mag worden gedaan. ‘Want’, zo redeneert hij, ‘je kunt ook niet zeggen dat je helemaal niks mag laten zien.’ Toch vindt hij dat persoonlijke spullen bij het privédomein horen. Volgens Johan Groeneveld, adjunct- directeur bij ANP, gaat het erom of foto’s van persoonlijke spullen van dichtbij of veraf zijn gefotografeerd en speelt het ook mee op welk moment de foto’s hiervan zijn

gepubliceerd. Groeneveld vindt dat koffers, broodtrommels en knuffels de stille getuigen zijn van het feit dat er mensen zijn omgekomen.

Hoe verantwoorden beeldredacteuren van Nederlandse kranten hun handelen? Bart Rost van Algemeen Dagblad vindt bagage niet zo choquerend. ‘Maar het moet niet zo zijn dat je de adreslabels ziet zitten’, zegt Rost, nadat we net naar een ander ‘hok’ zijn gedirigeerd op de redactie van AD in Rotterdam. De beeldredacteur heeft naar eigen zeggen niet zo precies gelet op de persoonlijke spullen op foto’s en beweert dat hij ook niet om de bagage heen kon, want het lag overal op de rampplek.

Wilco Willemsen is ook beeldredacteur bij AD en vindt dat met het tonen van spullen de krant laat zien dat het om mensen gaat. De barbiepop waar eerder in dit artikel over werd geschreven en in de Volkskrant werd geplaatst, mocht niet mee in AD. Dat terwijl

Willemsen dit zo’n mooie foto vond in de zin van verbeelding. Toch ligt er een lichaam, maar het is een pop. ‘Ik heb er een paar keer mijn best voor gedaan, maar de foto werd door collega’s als te gruwelijk en te direct ervaren’. De foto was bedoeld voor de bijlage die AD in november 2014 uitbracht over de slachtoffers.

Coördinator Johannes Dalhuijsen van de beeldredactie van De Telegraaf wilde vooral voorzichtig zijn in het tonen van persoonlijke spullen, zoals koffertjes en leesboekjes. Dit komt ook overeen met de hierboven geschreven analyse.

Joost van Weerdenburg zet als coördinator de lijnen uit op de beeldredactie van Het Parool. Hij vindt dat de krant persoonlijke spullen mag laten zien en heeft hier zelf geen enkel probleem mee. In de redactiekeuken van Het Parool vertelt Van Weerdenburg bovendien dat hij er soms niet eens omheen kan. ‘Als ik wrakstukken wil laten zien en daar toevallig persoonlijke spullen liggen.’

In dezelfde keuken en identieke setting, maar wel met een andere beeldredacteur, vertelt Floris Lok dat hij het tonen van persoonlijke eigendommen ook wel goed acht, al gaat het laten zien van opengeklapte paspoort hem wel iets te ver. En de rebel met de knuffel van Milia? Dat moet wel kunnen volgens Lok.

Zijn er ook kritischere beeldredacties in Nederland die niet ‘alles maar goed vinden’? Absoluut. Trouw plaatste bijvoorbeeld geen foto’s van knuffels. ‘Want stel je voor als opa of oma dat je een knuffel van je kleinkind herkent’, stelt De Vos. Maar vond zij dit eigenlijk wel? Nee, want ze was er zelfs verbaasd over. ‘Een Winnie de Poeh beertje, ga je daarvan over de rooie als je dat ziet?’. Dit zou een stille getuige zijn volgens De Vos en het bloed spat er niet van af. ‘Het is een ding en niet een mens’. De hoofdredactie besloot om de reden dat het te heftig zou zijn beelden van knuffels niet te plaatsen tot onbegrip van

De Vos. Ze had moeite met het besluit en vindt een knuffel abstract en tevens een mooi symbool.

Natalia Toret van NRC Handelsblad zegt dat haar krant heel terughoudend is geweest en omarmt de denkwijze van de hoofdredactie van Trouw. Ze zegt namelijk voor

nabestaanden herkenbare knuffels niet in de krant zijn gekomen. Maar ook een schoen niet, want die is ook te identificeren door familieleden. Dat de krant wel een foto plaatste van een Lonely Planet boekje, maakt volgens Toret niet zodanig uit. ‘Daar zijn er zoveel van.’

Mediasocioloog Peter Vasterman en tevens hoogleraar journalistiek aan de Universiteit van Amsterdam vindt het wel erg ver gaan als je geen knuffel of koffer kunt laten zien. ‘Ik vind het een beetje onzin.’ Het voorlezen uit een dagboek, zoals Caroline van den Heuvel, gaat volgens hem wel ook te ver. Maar persoonlijke spullen geven juist een menselijk karakter aan een ramp, vindt Vasterman. Toch geldt het alleen voor nabestaanden voor wie het niet goed is als zij voordurend met beelden worden geconfronteerd, want dan kunnen ze het volgens Vasterman niet rustig verwerken.

Media-ethicus Huub Evers ziet bovendien wel het risico dat Nederlandse kranten niet willen lopen. Mensen kunnen aan de hand van bagage herkennen of iets van hun overleden dierbaren is. ‘Dat risico loop je, hoewel het anders is dan het laten zien van lijken.’

Het knuffelaapje. Milia kreeg het van haar oma die het aapje aanvankelijk thuis in een vitrine wilde zetten. Maar ze bedacht zich en dus legde ze de knuffel in de kist bij haar kleindochter. Dalhuijsen bekeek de videobeelden terug en zag dat er een ander verhaal achter de wereldberoemde de foto van het aapje bleek te zitten. De foto werd twee uur voor het ‘sluiten’ van de krant aangeleverd via een databank. De coördinator van de beeldredactie van De Telegraaf zegt dat hij zag dat de man geschokt het beertje optilde en het met respect teruglegt en een kruisje slaat. ‘En dus niet een foute wodka prijsschieter die respectloos een knuffel van de grond pakt en een schop geeft.’