• No results found

Voortgang in autonomie : een studie naar de organisatorische gevolgen van financiële en personele beleidsbenutting in het basisonderwijs - Woord vooraf

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Voortgang in autonomie : een studie naar de organisatorische gevolgen van financiële en personele beleidsbenutting in het basisonderwijs - Woord vooraf"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

UvA-DARE is a service provided by the library of the University of Amsterdam (https://dare.uva.nl)

UvA-DARE (Digital Academic Repository)

Voortgang in autonomie : een studie naar de organisatorische gevolgen van

financiële en personele beleidsbenutting in het basisonderwijs

Majoor, D.J.M.

Publication date

2000

Link to publication

Citation for published version (APA):

Majoor, D. J. M. (2000). Voortgang in autonomie : een studie naar de organisatorische

gevolgen van financiële en personele beleidsbenutting in het basisonderwijs.

General rights

It is not permitted to download or to forward/distribute the text or part of it without the consent of the author(s) and/or copyright holder(s), other than for strictly personal, individual use, unless the work is under an open content license (like Creative Commons).

Disclaimer/Complaints regulations

If you believe that digital publication of certain material infringes any of your rights or (privacy) interests, please let the Library know, stating your reasons. In case of a legitimate complaint, the Library will make the material inaccessible and/or remove it from the website. Please Ask the Library: https://uba.uva.nl/en/contact, or a letter to: Library of the University of Amsterdam, Secretariat, Singel 425, 1012 WP Amsterdam, The Netherlands. You will be contacted as soon as possible.

(2)

Woordd vooraf

Alss mensen de afgelopen jaren naar mijn proefschrift vroegen, had ik vaak geenn zin om daar uitgebreid op in te gaan. Het is niet het meest boeiende on-derwerpp tijdens een feestje of etentje en soms was er weinig voortgang te mel-den.. O p een gegeven moment volstond iedereen met de vraag 'Wanneer is het af?\\ Eindelijk kan ik iedereen antwoord geven. Het is af. Dit is het moment omm met mijn onderzoek en de resultaten voor de dag te komen. Weinig men-senn weten waar het echt over gaat, dus voor velen zal het als een onthulling overkomen. .

Eenn aantal mensen heeft een belangrijke inhoudelijke rol gespeeld bij de tot-standkomingg van mijn proefschrift. Hen wil ik bij deze bedanken, in de eerste plaatss mijn promotor, Fons van Wielingen, die me op een prettige manier heeftt begeleid. Hij zette me iedere keer opnieuw aan het denken. Soms waren zijnn opmerkingen net puzzelstukjes die ik pas jaren later een plaats kon geven inn mijn proefschrift, waarbij ik ook steeds vaker besefte dat hij, jaren tevoren, gelijkk had gehad. Ook wil ik Sjoerd Karsten, mijn co-promotor bedanken, die mee al eerder tijdens mijn studie heeft begeleid en van wie ik al die jaren veel hebb geleerd.

Daarnaastt wü ik Edith Hooge bedanken. Zonder haar inhoudelijke opmer-kingenn en motiverende woorden was dit proefschrift waarschijnlijk nooit af gekomen.. De samenwerking met Edith is heel inspirerend geweest, vooral ookk omdat we elkaar heel aardig vinden. Onze vriendschap heeft het normale leven,, buiten het werk en onze proefschriften, zeker veraangenaamd. In dit verbandd spelen ook Pieter Boerman en Bob Witziers een rol. De congressen enn andere ontmoetingen die we met ons vieren hebben gehad zal ik niet ver-geten.. Verder wil ik hen bedanken voor het kritisch lezen van het concept vann dit proefschrift.

Ikk ben blij dat ik het werk aan mijn proefschrift altijd heb gecombineerd met 'eenn gewone baan', eerst bij het Algemeen Bureau Katholiek Onderwijs, nu bijj de onderwijsbegeleidingsdienst regio Arnhem. Ik wil al mijn vorige en huidigee collega's bedanken voor hun niet aflatende belangstelling. Daarnaast will met name Bartho Janssen bedanken, de directeur van het ABKO, die me dee mogelijkheid heeft geboden om naast mijn werk aan mijn proefschrift te werken. .

Bijj deze wil ik ook mijn vrienden bedanken. Ik noem er een paar bij naam. In dee eerste plaats Monique Renssen. Zij is al vanaf het moment dat ik ben gaan studerenn een heel belangrijke vriendin en staat altijd voor me klaar, ook als hett niet goed gaat. Naast het uitwisselen van onze sores hebben we ook voor-all veel leuke dingen met elkaar gedaan. Ook Joris zijn vriendschap is heel

(3)

waardevoll voor mij. Zijn relativerende opmerkingen komen altijd van pas en hett is nooit erg als ik een keer weinig tijd heb. Ik wil ook Anton bedanken, diee me de eerste jaren dat ik aan mijn proefschrift werkte heeft gestimuleerd dee vaart erin te krijgen en te houden.

Mijnn familie is een belangrijke constante factor in mijn leven. Mijn moeder heeftt me altijd moreel gesteund. In de periodes dat ik hard aan mijn proef-schriftt werkte, maar ook als ik het even rustig aan deed. Ze vraagt heel subtiel all jaren wanneer ze niet op de vakantie mag, in verband met de promotieda-tum,, als variant op de vraag wanneer 'het' af is. En dan is er natuurlijk Bram, diee als een echte broer altijd achter me staat, samen met zijn vrouw Angela. Tott slot wil ik mijn man Joost bedanken. Hij wist me iedere keer te overtui-genn dat het eind écht in zicht was, waardoor ik dat wat ik nog moest doen weerr een beetje kon relativeren en vol goede moed verder ging.

(4)
(5)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het tijdschrift stelt zijn kolommen open voor wetenschappelijke artike­ len die gekenmerkt worden door een zekere actuali­ teitswaarde en /of beleidsgerichtheid.

Cevolgen van verhuizingen over lange Lfstand voor het inkomen van gehuwde Inannen en vrouwen in Nederland, 1981-.. 1993

In the light of the demands made by a post industrial economy, this study explores the significance of external and internal flex­ ibility for labour processes, for

In hoe­ verre is de arbeidsmarkt in Nederland star en wat heeft dat voor een invloed op andere instituties in de economie, zoals het stelsel van sociale

Ouders brengen steeds meer tijd op hun werk door om­ dat ze het daar leuker vinden, zich meer op hun gemak voelen en zich meer kunnen ont­ spannen dan thuis, waar

Blijkbaar wordt ver­ ondersteld dat de onderkant van de arbeids­ markt uit een homogeen segment bestaat met één soort banen die zowel laagbetaald als laag-

Deze collectieve verwevenheid tussen werk­ gelegenheid en sociale zekerheid staat in schril contrast met de relatief losse relatie tussen bei­ de vraagstukken in de

Als ook voor deze groep de kans op betaald werk wordt beïnvloed door het soort leer- arbeids­ plaats dat men had tijdens de opleiding dan kan de zwakkere