• No results found

Column. Wegen naar een activerende verzorgingsstaat - Downloaden Download PDF

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Column. Wegen naar een activerende verzorgingsstaat - Downloaden Download PDF"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Sea Cantilion en Anne Thirion

Column

Wegen naar een activerende verzorgingsstaat

Er is een grote consensus om, via het aanwen­ den van uitkeringen, zorg- en dienstenarbeid (in de gezinnen, de private en de collectieve sector] om te turnen naar reguliere arbeid. In België gebeurt dit o.a. door het stelsel van de plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen (PWA). Het PWA-stelsel is een type subsidië­ ring, waarbij (langdurig) werklozen voor het verrichten van activiteiten die niet in het com­ merciële circuit vervuld worden, een netto-uur­ loon van 150 BEF (ca. ƒ 8,-) bovenop hun uitke­ ring kunnen verdienen. Het gaat dan bijvoor­ beeld om huishoudelijke taken, tuinonder­ houd, bewaking en begeleiding van zieken en kinderen, verfraaiing van de leefomgeving, voor- en naschoolse opvang, vormingsactivitei­ ten en onderhoudswerkzaamheden.

Dit bijverdienen is tot een maximum van 45 uur per maand (wat resulteert in een maxi­ male PWA-toeslag van 6.750 BEF per maand; circa ƒ 357,-) beperkt. De werkgever (particulie­ ren, plaatselijke overheden, onderwijsinstel­ lingen en niet-commerciële verenigingen) be­ taalt hiervoor tussen 200 en 300 BEF (circa ƒ 10,- tot ƒ 16,-) per uur. Voor particuliere ge­ bruikers is dit bedrag vrijgesteld van fiscale hef­ fingen en tot maximaal 80.000 BEF (circa ƒ 4.210,-) per jaar fiscaal aftrekbaar. Deze fisca­ le vrijstelling resulteert in een netto-kostprijs voor de particuliere gebruiker van ongeveer 150 BEF (circa ƒ 8,-) per uur en dat is ruim be­ neden de netto-kostprijs van een 'zwarte' huis­ houdelijke hulp (gemiddeld 250 tot 300 BEF per uur of ƒ 13,- tot ƒ 16,- per uur).

De sociale, politieke en economische verant­ woording voor het op deze manier aanwenden van uitkeringsgeld is gelegen in:

a de strijd tegen sociale uitsluiting, zowel als gevolg van een tekort aan inkomen als ge­ volg van een tekort aan werk;

b de invulling van latente behoeften naar zorg- en diensten die thans wegens een te hoge kostprijs onvervuld blijven;

c het overbruggen van het 'risico' dat werkge­ vers lopen bij het aanstellen van langdurig, laaggekwalificeerde werklozen.

Om deze doelstellingen - op duurzame wijze - te bereiken moeten subsidiëringssystemen aan de volgende voorwaarden voldoen. Ten eer­ ste moeten de bedoelde systemen 'opwaartse mobiliteit' stimuleren en de 'activering van po- tentialiteiten' vooropstellen om het risico van een duale arbeidsmarkt te ontwijken en om volwaardig inhoud te geven aan een beleid ter bestrijding van sociale uitsluiting. Ten tweede moet de subsidiëring streng gericht zijn op re­ gulier nieuw te scheppen activiteiten en een tijdelijk en uitzonderlijk karakter hebben, ten einde oversijpelingseffecten en concurrentie­ vervalsing te vermijden. Ten derde moet er van­ uit legitimiteitsoverwegingen en vanuit de doelstelling van opwaartse mobiliteit een billij­ ke verhouding blijven bestaan tussen de prijs van gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde ar­ beid van gelijke aard.

Beantwoordt het PWA aan deze voorwaar­ den? Het PWA-systeem bezorgde in maart 1997 aan 21.412 werklozen (ongeveer 20% van de bij het PWA ingeschreven werklozen) een inko- menssupplement. Het leidt geen twijfel dat vanuit het standpunt van (financiële) armoede­ bestrijding het PWA-stelsel positief beoordeeld moet worden, temeer daar de sociale zekerheid op dit vlak op duidelijke grenzen is gestoten.

* Bea Cantillon en AnneThirion zijn verbonden aan de UFSIA, Centrum voor Sociaal Beleid. Literatuuroverzicht is bij auteurs te verkrijgen.

(2)

Column

Vele werklozen evalueren bovendien de in- houd van hun PWA-werk als positief, zodat er van uitgegaan kan worden dat het PWA-stelsel naast een instrum ent van financiële armoede­ bestrijding ook een belangrijk instrument van maatschappelijke participatie kan zijn.

Toch dienen bij het PWA-stelsel de volgende kritische kanttekeningen te worden geplaatst. Ten eerste tonen standaardsimulaties aan dat het PWA-systeem de afhankelijksvallen van de werkloosheid versterkt. Vooral voor alleenver­ dieners en alleenstaande ouders en zowel bij de overgang naar een voltijdse baan (aan m ini­ mumloon] als naar een deeltijdse baan, is er nauwelijks een financiële prikkel of is het re­ sultaat zelfs negatief. Gegeven de kostprijs van het PWA-stelsel (thans netto ca. 770 miljoen BEF, exclusief werkloosheidsuitkeringen) is dit alleen te verantwoorden indien zulks (a) invul­ ling geeft aan effectief nieuwe behoeften en/of indien zulks (b) de opwaartse mobiliteit en de activering van de potentialiteiten van langdu­ rig werklozen stimuleert en aldus hun kansen op de arbeidsmarkt verhoogt.

Ten tweede dient te worden opgemerkt dat gegeven de aard van de toegelaten PWA-activi- teiten niet zozeer nieuwe activiteiten vorm krijgen maar veeleer sprake is van een ver­ schuiving van de informele (onbetaalde zorg­ en dienstenarbeid en zwart werk) naar de for­ mele (dezelfde taken in het gesubsidieerde cir­ cuit) sector. Deze verschuiving leidt tot billijk- heidsproblemen. Bepaalde categorieën van per­ sonen (o.a. thuiswerkende vrouwen en vrijwil­ lig deeltijds werkenden) zullen deze zorg- en dienstenarbeid namelijk blijven verrichtten in de informele sector en zullen hiervoor bijge­ volg niet worden vergoed, terwijl categorieën die wel kunnen deelnemen aan het gesubsidi­ eerde circuit (vergoede werklozen) dezelfde ta­ ken verrichten en daar inkomen bovenop hun uitkering mee verwerven.

Ten derde dient gesteld dat het PWA-systeem - vanuit de opzet - weinig gericht is op het ac­ tiveren van langdurig werklozen: de koppeling aan opleiding en vorming is zo goed als afwe­ zig; de verrichte arbeid blijft een uitgesproken niet-professioneel karakter behouden; het recht op een werkloosheidsuitkering (en der­

halve de gesubsidieerde PWA-activiteit) is on­ beperkt in duur; PWA'ers worden voor het bemiddelings- en opleidingsbeleid zelfs on­ zichtbaar in zoverre zij zich kunnen laten vrij­ stellen van de verplichte inschrijving als werk­ zoekende.

Ten vierde heeft het feit dat werkgevers meer dan gecompenseerd worden voor de (ver­ meende) risico's bij het aanstellen van langdu­ rig werklozen voor gevolg dat er wellicht valse concurrentie ontstaat met bepaalde sectoren in de markt. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de (vanuit een bepaalde iogica terechte) vraag van schoonmaakbedrijven om een gelijkaardige subsidiëring te ontvangen.

Ten slotte kan de vraag worden gesteld of de fiscale aftrekken, die voornamelijk hogere ge­ zinsinkomens ten goede komen, wel in ver­ houding staan tot het beoogde doel (nl. het 'witten' van zwart werk).

In het licht van deze kritische overwegingen verdient het o.i. aanbeveling het PWA-stelsel te herzien. Ten eerste, door het stelsel in te scha­ kelen in een sequentieel systeem van beperkte perioden waarin werkloosheid, vorming en ge­ subsidieerde arbeid afgewisseld worden. Ten tweede door de middelen ter stimulering van eenvoudige diensten- en zorgarbeid te ver­ schuiven van louter fiscale 'incentives' voor werkgevers naar meer kwalitatieve voordelen die verband houden m et de kwaliteit van de ge­ leverde prestaties (door professionalisering via vorming en beroepsopleiding). Ten derde ver­ dient het aanbeveling om het onttrekken van huishoudelijke arbeid aan het informele cir­ cuit minder door subsidiëring en meer door een soepel(er) statuut voor huishoudpersoneel en door het veralgemenen van het principe van het (beperkte) 'bijverdienen' te laten verlopen. Ten vierde, voor zover zulke nieuwe context is gerealiseerd, door het verruimen van de subsi­ diëring tot de collectieve, de semi-collectieve en private sector. Dit biedt aan werklozen de kans om in een georganiseerd collectief ver­ band te werken (eerder dan zoals nu het geval is, in een individuele relatie gebruiker/tewerk- gestelde werkloze). Dit zal hun participatiekan- sen ongetwijfeld verbeteren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

The federal Family Homes on Reserves and Matrimonial Interests or Rights Act has been designed to address the high risk of prolonged exposure to spousal violence and the legal

While contributions to surveillance studies generally explain social monitoring in terms of top- down or hierarchal forms of power (i.e. police, state, Big Brother), which

Patient interview and injury variables: Patients were interviewed regarding the cause of injury (including violence) or medical problem which brought them to the ED, alcohol use,

Both Cyril and Sameena note the short-term nature of DFATD (Department of Foreign A airs, Trade, and Development Canada) postings allows for an array of work in di erent places.

A Role for the NMDA Receptor in Synaptic Plasticity in the Hippocampus of the Fmr1 Transgenic Mouse Model of Fragile X

By predicting false belief task performance from false sign task performance (non-mental pictorial representations), metalinguistic task performance (non-mental

The type V secretion system family of proteins contains secreted proteins that i) contain all the information required for translocation through the cell envelope

Study 1, the pilot for Study 2, involved: (1) compiling the Driving Awareness Questionnaire (DAQ) to ascertain older drivers levels of awareness regarding older driver safety