• No results found

Rust, Ruimte en Natuur!

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Rust, Ruimte en Natuur!"

Copied!
128
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rust, Ruimte & Natuur!

Een onderzoek naar de mogelijkheden om de vrijetijdseconomie in Boekelo te

verbeteren door Product-Markt-Partner-Combinaties.

Mw. J. Kremer

Kenniscentrum Hospitality

Saxion, Deventer

(2)

Rust, Ruimte & Natuur!

Een onderzoek naar de mogelijkheden om de vrijetijdseconomie in Boekelo te

verbeteren door Product-Markt-Partner-Combinaties.

Joyce Kremer 2427357 Saxion Deventer Hoger Hotelonderwijs Hospitality Business School Deventer, 25 augustus 2014

Kremer, J. (2014) Rust, Ruimte & Groen!Een onderzoek naar de mogelijkheden om de vrijetijdseconomie in Boekelo te verbeteren door Product-Markt-Partner-Combinaties. Opdrachtgever:

Dhr. W. Terhürne Voorzitter Stichting BART Achterliggende opdrachtgever: Drs. M.W.J. Flooren

Kenniscentrum Hospitality, Saxion Afstudeercommissie:

Eerste examinator: Mw. H.M. Hattink, MSc Tweede examinator: Dhr. R. Klep

Onderzoeksdocent: Mw. A. van der Mey Onderzoeksassistent

(3)

Voorwoord

Voor u ligt het adviesrapport Rust, Ruimte & Natuur!. Dit rapport is geschreven als afstudeeropdracht voor de opleiding Hoger Hotelonderwijs (HHO) aan Saxion University of Applied Sciences te Deventer. De opdracht is uitgevoerd in opdracht van het Kenniscentrum Hospitality en de Stichting BART, de Boekelose Ondernemers Vereniging (BOV) en Stichting Dorpsraad. Het onderzoeken van de mogelijkheden om de vrijetijdseconomie te verbeteren en de markt in Boekelo in kaart te brengen sprak mij direct aan. Ik was erg benieuwd naar de mogelijkheden van Boekelo op toeristisch recreatief gebied en hoe dit onderzoek kan bijdragen aan het verhogen van de attractiviteit van Boekelo. De eerste uitdaging zat voor mij in het opdoen van (theoretische) kennis over de vrijetijdseconomie, waar ik als Hotelschool student totaal niet bekend mee was. Ik wist vooraf dat ik veel energie moest steken in de theorie, om mijn kennis op een goed niveau te krijgen. Een andere uitdaging vond ik het

produceren van een HBO-waardig advies waar de opdrachtgevers in Boekelo daadwerkelijk mee aan de slag kunnen.

De afgelopen maanden zijn intensief geweest en heel anders dan ik vooraf had kunnen bedenken. Er zijn momenten geweest waarop er grote stappen gemaakt werden en momenten waarop de voortgang te lang heeft stilgelegen. Het was af en toe moeilijk om door te zetten en nieuwe motivatie te vinden voor de volgende stappen in het onderzoek. Gedurende deze periode heb ik veel steun gehad aan de begeleiders van het Kenniscentrum. Ik wil daarom Michiel Flooren en Ellen de Ruiter bedanken voor alle tijd en energie die ze in mij hebben geïnvesteerd. Ik heb veel aan hun meningen gehad en heb van beide veel geleerd. In het bijzonder wil ik Wilfried Terhürne van Stichting BART bedanken voor de tijd die hij heeft geïnvesteerd in dit project als opdrachtgever. Daarnaast wil ik ook Steffan Nijmeijer (Boekelose Ondernemers Vereniging) en Jeroen Verhaak (Stichting Dorpsraad) bedanken voor hun medewerking en input in het onderzoek.

De ondernemers in Boekelo wil ik bedanken voor de gastvrijheid en meewerking tijdens het onderzoek. Ik heb me erg welkom gevoeld op alle afnamelocaties, waardoor ik op een prettige manier het

onderzoek uit kon voeren.

Tot slot wil ik mijn examinatoren Heleen Hattink en Ruud Klep bedanken voor de begeleiding, hun feedback en vertrouwen. Ik wens u veel plezier bij het lezen van deze thesis.

Augustus, 2014 Joyce Kremer

(4)

Managementsamenvatting

Boekelo wordt in het Koersdocument van de Gemeente Enschede (2007) genoemd als het ‘meest toeristische deel van Enschede in de meest klassieke zin van het woord’. Het Twentse dorp, gelegen vlakbij Enschede, kent een rijke historie in de zoutindustrie. De oude spoorlijn van de

MuseumBuurtSpoorweg (MBS) herinnert aan deze periode, evenals de diverse zouthuisjes in het landschap.

De aanleiding van het onderzoek is dat de opdrachtgever heeft geconstateerd dat de kwaliteit van Boekelo op toeristisch recreatief gebied achteruit gaat. Er is gebrek aan opvolging bij de huidige winkeliers en er is weinig animo van nieuwe ondernemers om zich te vestigen in Boekelo met leegstand als gevolg. Dit resulteert in een lagere attractiviteit van Boekelo voor bezoekers en een slechter

ondernemersklimaat voor huidige en potentiële ondernemers. Verder is geen kennis aanwezig over de huidige bezoeker in Boekelo.

Dit rapport moet inzicht geven over de aanwezige BSR-leefstijlen in Boekelo en hoe het vrijetijdsaanbod in Boekelo aangepast kan worden op deze BSR-leefstijlen. Het is daarbij belangrijk om de voordelen van samenwerkingen te benutten. De managementvraag in dit onderzoek luidt als volgt:

‘Op welke wijze kunnen ondernemende organisaties gezamenlijk inspelen op de behoeften van de markt in Boekelo, door het huidige vrijetijdsaanbod te verbeteren of uit te breiden met nieuwe vrijetijdsproducten in Product Markt Partner Combinaties?’

De managementvraag is beantwoord aan de hand van diverse deelvragen. Het advies is tot stand gekomen met informatie uit het theoretisch kader, een focusgroep met de opdrachtgevers, een observatie van het vrijetijdsaanbod en enquêteresultaten uit het veldonderzoek.

Om de juiste informatie te verzamelen in het onderzoek is het belangrijk toe te lichten wat wordt verstaan onder de vrijetijdseconomie. Flooren (2013) verdeelt de vrijetijdseconomie in Overijssel in toerisme, recreatie, kunst, cultuur, horeca, congressen, sport, wellness, entertainment en media. In dit onderzoek wordt de definitie van Flooren gehandhaafd, gezien de focus op de vrijetijdseconomie in Overijssel. Mommaas (2000) geeft aan dat de genoemde onderdelen ‘verbonden zijn met een

toenemend aantal producten, diensten en ruimtelijke omgevingen’. De regio Twente wordt gezien als interessant toeristisch gebied in Overijssel. Twente kent een goede verbinding met de Randstad via de A1en wordt gekenmerkt door hoogwaardige groene ruimte. De omgeving in Twente hangt sterk samen met de landgoederenensembles, de noaberschapcultuur, het industriële erfgoed, de economische innovatie en techniek. Mommaas (2000) stelt dat deze onderdelen gecombineerd moeten worden als thema’s om de vrijetijdseconomie te verbeteren.

Een van de mogelijkheden om Twente beter te positioneren is het ontwikkelen van Product-Markt-Partner-Combinaties (PMPC’s). Bij PMPC’s worden samenwerkingen gerealiseerd tussen twee of meerdere partijen, die een vrijetijdsproduct ontwikkelen voor een specifieke markt. Goed ontwikkelde PMPC’s verhogen de kwaliteit van het toeristische aanbod, wat resulteert in meer bezoekers en hogere bestedingen. Dit sluit aan bij de Visitor Journey Cycle (Flooren, 2013) waarbij de verschillende stappen van de gast worden besproken: zoeken, vinden, selecteren, kiezen, kopen, doen, ondergaan,

waarderen, herinneren, doorvertellen en bereid tot herhalen. De Visitor Journey Cycle draagt bij aan de beleving van de gast. Zodra de gast een bijzondere beleving ervaart, zal de gast bereid zijn meer geld uit te geven dan wanneer deze beleving niet aanwezig is.

(5)

Om een succesvolle PMPC te ontwikkelen, is het belangrijk om te weten wie de markt precies is. Er moet in beeld gebracht worden wat de kenmerken, de wensen en behoeften zijn, hiervoor is gebruik gemaakt van het BSR-model. Het BSR-model wordt ingedeeld in zeven leefstijlen, met elk hun eigen wensen en voorkeuren. Hulshof (2013) geeft aan dat er bij marktsegmentatie steeds vaker gebruik gemaakt wordt van leefstijlprofielen om bezoekers in kaart te brengen. Er wordt niet alleen gekeken naar de leeftijd of inkomenssituatie, maar vooral naar de wensen en voorkeuren wat betreft het vrijetijdsgedrag.

Het veldonderzoek heeft uitgewezen dat de BSR-leefstijlen Geel en Groen het best vertegenwoordigd zijn onder bezoekers in Boekelo. De opdrachtgevers hebben in de focusgroep aangegeven dat Geel en Groen leefstijlen zijn met potentieel in Boekelo. Ze zien een groeiende groep ouderen (Groen) en daarnaast is de groep gezinnen met kinderen en tweeverdieners (Geel) nog niet voldoende aanwezig in Boekelo. Dit zijn dan ook de twee doelgroepen waarop de aanbevelingen zijn gebaseerd. De

opdrachtgevers geven aan dat Boekelo staat voor rust, ruimte en groen. De enquêteresultaten wijzen uit dat het winkelaanbod, de gezelligheid, Hotel Bad Boekelo en de MBS het beste gewaardeerd worden in het dorp. Toch wensen de respondenten een uitbreiding van het winkelaanbod, bijvoorbeeld met meer speciaalzaken. Ook een wandelroute tussen Hotel Bad Boekelo en het dorpshart wordt genoemd als verbeterpunt. Uit de observatie van het vrijetijdsaanbod blijkt dat Geel momenteel aanbod mist voor kinderen. Voor Groen blijkt dat er geen dagelijks horeca aanbod is naar hun wens.

De PMPC’s die zijn ontwikkeld richten zich dan ook op Geel voor gezinnen met kinderen en horeca aanbod voor Groen. De PMPC voor gezinnen met kinderen draait om het creëren van dagentertainment voor het gezin, waarbij de aanwezige cultuur (zoutindustrie, MBS, oude fabriek op de Bleekerij)

gebruikt wordt voor een educatief karakter. Er zijn samenwerkingen mogelijk met diverse (horeca)ondernemers in de vorm van arrangementen. Het verbinden van cultuur, dagrecreatie en horeca leidt tot een dagje uit voor het hele gezin. Daarnaast worden de geschiedenis en kenmerken van Boekelo onder de aandacht gebracht. De PMPC voor Groen richt zich op de bezoekers die waarde hechten aan de landelijke omgeving in Boekelo en houden van fietsen en wandelen. Door horeca aanbod te creëren in de natuurlijke omgeving van het dorp wordt voldaan aan de wensen van deze groep. Het vrijetijdsaanbod in Boekelo wordt beter afgestemd op de wensen van de bezoekers, waardoor de bezoeker langer blijft en meer geld besteedt. Dit sluit aan bij de wens van de

opdrachtgever om bezoekers meer activiteiten te bieden, waardoor ze langer blijven en meer geld besteden.

Uit de confrontatiematrix is gebleken dat de PMPC voor gezinnen met kinderen op dit moment het meest geschikt om te implementeren, vooral door de (financiële) haalbaarheid en de tijdsduur waarop de PMPC gerealiseerd kan worden. Om de PMPC’s te implementeren moeten diverse stappen

ondernomen worden. Allereerst moeten de betrokken partijen diverse arrangementen uitwerken en zal gekeken moeten worden naar promotie. Verder moet gekeken worden naar de mogelijkheden voor subsidie, door de culturele koppeling van het concept.

(6)

Inhoudsopgave

Voorwoord 3 Managementsamenvatting 4 Inhoudsopgave 6 1. Inleiding 8 1.1 Introductie op de vrijetijdseconomie 8 1.2 De opdrachtgevers 8

1.3 Aanleiding en relevantie van het onderzoek 9 1.4 Managementvraag en deelvragen 10 1.5 Globale Work Breakdown Structure 10

1.6 Leeswijzer 10 2. Theoretisch kader 11 2.1 Vrijetijdseconomie in Overijssel 11 2.2 Vrijetijdseconomie in Twente 12 2.3 Product-Markt-Partner-Combinaties 12 2.4 Markt 13

2.4.1 Doelgroepsegmentatie met het BSR-model 14

2.5 Product 15 2.6 Partners 17 3. Methodologische verantwoording 19 3.1 Verantwoording managementvraag 19 3.2 Onderzoeksstrategie 19 3.2.1 Gekozen onderzoeksstrategie 19 3.2.2 Kwalitatief onderzoek 20 3.2.3 Kwantitatief onderzoek 21 3.2.4 Analysetechnieken 22

3.2.5 Randvoorwaarden van het onderzoek 22

4. Onderzoeksresultaten 23 4.1 Resultaten focusgroep 23 4.1.1 Product 23 4.1.2 Markt 24 4.1.3 Partners 24 4.2 Resultaten enquête 25 4.2.1 Algemeen 25

4.2.2 Verdieping Gele BSR-leefstijl 27 4.2.3 Verdieping overige leefstijlen 28 4.2.4 Verbanden tussen de bezoekredenen en de kenmerken 29

4.3 Observatie vrijetijdsaanbod 30 5. Conclusies 32 6. Discussie 36 6.1 Betrouwbaarheid 36 6.2 Validiteit 37 6.2.1 Begripsvaliditeit 37 6.2.2 Interne validiteit 37 6.2.3 Externe validiteit 38 6.3 Eigen bevindingen 38

(7)

7. Advies 39

7.1 Alternatieven 39

7.1.1 Gezinnen met kinderen 40

7.1.2 Koffiestop 42

7.1.3 Risico’s 43

7.1.4 Confrontatiematrix 43

7.1.5 Toelichting 45

7.2 Draagvlak voor het advies 46

7.3 Implementatie 46

7.3.1 PDCA-cyclus 47

7.3.2 Financiële consequenties van het advies 46

Nawoord 48

Literatuurlijst 50

Bijlagen 54

I. Notulen bijeenkomst Boekelo 55

II. Toelichting van de zeven leefstijlen 58

III. Opbouw veldonderzoek 66

IV. Interviewguide 68

V. Transcript focusgroep 71

VI. Codering interview 92

VII. Enquête 104

VIII. Locatieverantwoording` 108

IX. Enquêteresultaten 109

Tabel 1: Herkomst van de bezoeker 109

Tabel 2: Bezoekfrequentie 109

Tabel 3: Kernkwaliteiten 110

Tabel 4: Verbeterpunten 110

Tabel 5: Missende onderdelen 111 Tabel 6: Herkomst gele bezoekers 111

Tabel 7: Uitgaan 112

Tabel 8: Ribhouse Texas 112

Tabel 9: Vakantie in omgeving (inclusief Hotel Bad Boekelo) 112 Tabel 10: Winkelen voor plezier 112

Tabel 11: Inwoners 112

X. Observatie van het vrijetijdsaanbod 113 XI. Aanvraagformulier subsidieverordening culturele activiteiten 124

(8)

1. Inleiding

In het Koersdocument van de Gemeente Enschede (Oosterman, 2007) wordt Boekelo genoemd als ‘meest toeristische deel van Enschede in de meest klassieke zin van het woord’. Boekelo kenmerkt zich door een groene recreatieve omgeving waar diverse toeristische functies gevestigd zijn. In deze thesis wordt een blik geworpen op de vrijetijdsindustrie in Boekelo, als aanvulling hierop volgt een introductie op de algemene vrijetijdseconomie.

1.1 Introductie op de vrijetijdseconomie

De vrijetijdseconomie is een begrip dat een steeds grotere rol is gaan spelen in de levens van mensen. Na de Tweede Wereldoorlog werden vrije tijd en toerisme beschouwd als ‘een verleidelijke afleiding van de wereld van plicht, nut en noodzaak’. De VROM-Raad (2006) benoemt vrije tijd als ‘de tijd dat zij noch werken noch zorgtaken vervullen’. Die tijd waarin mensen niet werken of zorgtaken vervullen, zijn zij bezig met vermaak in de vorm van winkelen. Dineren, recreëren of helemaal niets doen.

Volgens de VROM-raad (2006, p. 9) bestaat de vrijetijdseconomie uit; sport en entertainment, kunst, cultuur, natuur en recreatie. Flooren (2014, PPT) verdeelt de vrijetijdssector in Overijssel in de onderdelen toerisme, recreatie, kunst, cultuur, horeca, congressen, sport, wellness, entertainment en media. In dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van de verdeling van Flooren, aangezien deze is toegespitst op de vrijetijdssector in Overijssel. Mommaas (2000, p. 15) geeft aan dat de genoemde onderdelen ‘verbonden zijn met een toenemend aantal producten, diensten en ruimtelijke

omgevingen’. Met andere woorden, de onderdelen van de vrijetijdseconomie leveren steeds meer producten op, waarvoor steeds meer diensten nodig zijn (bijvoorbeeld openbaar vervoer) in uiteenlopende omgevingen. Dit heeft als gevolg dat de vrijetijdseconomie een impuls geeft aan de productie-, distributie en dienstensector. Volgens Flooren (in Lüdtke, 2012, p. 32) is de huidige consument erg individueel ingesteld en heeft hij een grote diversiteit aan behoeftes, hij wil dat het aanbod aangepast wordt aan specifieke wensen. Dit heeft geleid tot een meer vraaggestuurde markt met als gevolg dat de markt dynamischer, actiever en innovatiever moet zijn om zich te onderscheiden van de concurrentie. Gevolg van deze dynamiek in de vrijetijdseconomie is de manier waarop de sectoren onderling samenhangen en elkaar versterken.

Op economisch gebied is de vrijetijdseconomie een steeds grotere rol gaan spelen. De

vrijetijdseconomie is een belangrijke bron van werkgelegenheid, in Overijssel is de sector goed voor 6% van de totale werkgelegenheid. Het totaal aan toeristisch-recreatieve bestedingen in Twente door Nederlandse en buitenlandse gasten bedroeg in 2011 ruim 745 miljoen euro (Twents Toerisme

Monitor, 2012). Mommaas (2000, p. 15) benadrukt de belangrijke economische betekenis van vrije tijd als volgt: ‘Het aantal gedragsalternatieven voor de vrijetijdsbesteding is aanzienlijk toegenomen: van de sfeer van hobby’s, doe-het-zelf, audio en video, tot dagrecreatie en toerisme, horeca,

cultuurparticipatie, toeschouwersport en fitness’. Het is daarbij van belang dat de gedragsalternatieven verbonden zijn met ‘een toenemend aantal producten, diensten en ruimtelijke omgevingen’, zoals themaparken, bioscopen, winkelcentra, binnensteden, recreatiegebieden en landschappen.

1.2 Opdrachtgevers

Deze thesis is uitgevoerd in opdracht van de Stichting BART, de Boekelose Ondernemers Vereniging (BOV) en de Stichting Dorpsraad Boekelo. Wilfried Terhürne, voorzitter van Stichting BART, fungeert als aanspreekpunt vanuit de drie partijen. Een uitgebreide beschrijving van de drie opdrachtgevers is te vinden in paragraaf 2.6. De achterliggende opdrachtgever is het Kenniscentrum Hospitality van Saxion. Het Kenniscentrum Hospitality is gericht op praktijkgericht onderzoek op gebied van hospitality,

(9)

waarbij afstudeerprojecten toegewezen worden aan studenten. Er zijn diverse samenwerkingsverbanden met organisaties en bedrijven, waar vraagstukken uit voortvloeien die als basis dienen voor een

afstudeerthesis. Het Kenniscentrum Hospitality wil zo studenten kennis op laten doen die gebruikt kan worden in het onderwijs, terwijl de studenten opdrachtgevers helpen met hun onderzoek.

Deze thesis is onderdeel van een samenwerkingsverband tussen de Provincie Overijssel en het Kenniscentrum Hospitality, waarbij onderzocht wordt wat de mogelijkheden zijn om Product-Markt-Partner-Combinaties (PMPC’s) te ontwikkelen in Overijssel. De Provincie Overijssel (2013) definieert een PMPC als ‘combinaties van vrijetijdseconomische producten of diensten die door samenwerkende ondernemers of organisaties ontwikkeld zijn voor de bezoekers of bewoners van Overijssel’. PMPC’s verhogen de kwaliteit van het toeristische aanbod, met meer bezoekers en hogere bestedingen als gevolg. Hierdoor stijgt de werkgelegenheid in de toeristische sector en wordt de bekendheid van de toeristische merken in Overijssel vergroot. De PMPC-regeling wordt uitgevoerd door ondernemers in de vrijetijdssector in Overijssel en organisaties op het gebied van cultuur, natuur, zorg en sport (Provincie Overijssel; vrijetijdseconomie in Overijssel, 2013). De PMPC-regeling betekent simpelweg dat diverse partners (stakeholders) bij elkaar gebracht worden om samen te werken aan een (toeristisch) product voor een bepaalde markt. In paragraaf 2.3 wordt de oorsprong van de PMPC toegelicht aan de hand van de groeimatrix van Ansoff.

1.3 Aanleiding en relevantie van het onderzoek

In het oriënterende gesprek met betrokkenen van de Stichting BART, de BOV en de Stichting Dorpsraad op 11 november 2013 is gemeld dat er tijdens de werkzaamheden die op dat moment plaatsvinden op de Beckumerstraat de bezoekersstromen in Boekelo zo goed als stil liggen. Er zijn weinig toeristische activiteiten, wat resulteert in een verslechterde attractiviteit van het dorp. Er is gebrek aan opvolging bij de huidige winkeliers en er is weinig animo van nieuwe ondernemers om zich te vestigen in Boekelo met leegstand als gevolg. Terhürne (2013) benoemt het belang van een goed ondernemersklimaat in Boekelo, momenteel zijn ondernemers angstig om klandizie kwijt te raken aan collega’s. Onder het ondernemersklimaat vallen volgens Terhürne (2013) allereerst de vestigingsplaats voor de

ondernemers, met een gunstige locatie, voldoende faciliteiten en de vraag vanuit de markt naar producten. Ten tweede wordt de attractiewaarde van Boekelo voor bezoekers genoemd, met andere woorden wat heeft Boekelo te bieden waardoor ondernemers zich willen vestigen.

Volgend probleem is dat er geen kennis aanwezig is over de huidige en potentiële bezoekers in Boekelo. Dit onderzoek moet inzichtelijk maken wie de bezoekers zijn, waar ze vandaan komen, in welk segment ze geplaatst kunnen worden en wat de wensen en behoeften zijn (notulen bijeenkomst Boekelo, 2013. Zie bijlage I). Om de attractiviteit en het ondernemersklimaat in Boekelo te verbeteren wordt gekeken hoe het vrijetijdsaanbod afgestemd kan worden op de bezoekers. Door een betere afstemming te realiseren, moet de gehele kwaliteit van de vrijetijdseconomie in Boekelo verbeteren. Dit adviesrapport heeft als doel om de opdrachtgevers de juiste, relevante informatie te verschaffen over de markt, het product en de partners in Boekelo, waardoor de kwaliteit van de vrijetijdseconomie in Boekelo verbeterd kan worden. Verder kan het adviesrapport een positieve impuls geven aan het ondernemersklimaat, doordat informatie over de bezoekersstromen inzichtelijk worden gemaakt. Met deze informatie over de bezoekers kunnen de opdrachtgevers zich inzetten om nieuwe ondernemers te enthousiasmeren zich te vestigen in Boekelo. Ze kunnen laten zien welke bezoekers aanwezig zijn in Boekelo en wat de wensen en behoeften van deze bezoekers zijn.

(10)

1.4 Managementvraag en deelvragen

Op basis van bovenstaande informatie is de volgende managementvraag geformuleerd:

‘Op welke wijze kunnen ondernemende organisaties gezamenlijk inspelen op de behoeften van de markt in Boekelo, door het huidige vrijetijdsaanbod te verbeteren of uit te breiden met nieuwe vrijetijdsproducten in Product-Markt-Partner-Combinaties?’

Om antwoord te geven op de managementvraag zijn de volgende deelvragen geformuleerd.

1. Wat zijn de kernkwaliteiten van het product Boekelo met betrekking tot de vrijetijdseconomie? 2. Welke BSR-leefstijlen zijn vertegenwoordigd onder de bezoekers in Boekelo?

3. Op welke wijze kan het vrijetijdsaanbod in Boekelo ingedeeld worden aan de hand van het BSR-model?

4. Op welke wijze kan het vrijetijdsaanbod in Boekelo aangepast worden aan de wensen en behoeften van de vertegenwoordigers van de aanwezige leefstijlen in Boekelo?

5. Welke ondernemende organisaties zijn mogelijk interessant voor samenwerkingen binnen en met de vrijetijdseconomie?

1.5 Globale Work Breakdown Structure

1.6 Leeswijzer

Dit adviesrapport is verdeeld diverse onderdelen, waarbij de structuur van Product-Markt-Partner-Combinaties waar mogelijk is aangehouden. In hoofdstuk 2 staat het theoretisch kader, waarin met behulp van literatuuronderzoek belangrijke kernbegrippen uitgewerkt worden. In hoofdstuk 3 is de methodologische verantwoording uitgewerkt. Hier worden de onderzoeksmethodes, de gekozen onderzoeksstrategie, de waarnemingsmethoden, de analysetechnieken en de betrouwbaarheid en validiteit van het onderzoek besproken. Hoofdstuk 4 gaat in op de resultaten van het veldonderzoek, waarna in hoofdstuk 5 vervolgd wordt met de conclusies. Hoofdstuk 6 betreft een discussie, over de kwaliteit, betrouwbaarheid en validiteit van het onderzoek. In hoofdstuk 7 zijn de alternatieve oplossingen uitgewerkt en beargumenteerd, wat uiteindelijk leidt tot een aanbeveling.

Literatuuronderzoek: - Theoretisch kader - Begrippen definiëren - Modellen definiëren Veldonderzoek: - Focusgroep - Enquete - Observatie vrijetijdsaanbod Resultaten: - Analyse focusgroep (transcript en coderen) - Analyseren enquete (SPSS) - Analyseren observatie Conclusie: - Alternatieve oplossingen - Advies - Implementatie

(11)

2.Theoretisch kader

In het literatuuronderzoek wordt het fundament gelegd voor het veldonderzoek op basis van eerdere onderzoeken. Belangrijke begrippen worden aan de hand van bestaande literatuur uitgelegd, zodat duidelijkheid ontstaat over het onderwerp. In hoofdstuk 1 is de betekenis van de vrijetijdseconomie uitgelegd, in dit hoofdstuk wordt de vrijetijdseconomie in Overijssel en Twente besproken. Vervolgens wordt het begrip Product-Markt-Partner-Combinaties (PMPC’s) van de Provincie Overijssel en Saxion Hogescholen toegelicht. De PMPC-regeling is leidend in deze thesis, het literatuuronderzoek is om die reden onderverdeeld in de onderdelen van de PMPC-regeling: het product Boekelo, de markt in Boekelo en de partners in Boekelo. De opdrachtgever heeft daarnaast aangegeven dat de focus in het

onderzoek dient te liggen op een marktonderzoek. Vanuit het Kenniscentrum Hospitality is het gebruik van het BSR-model een gegeven voorwaarde, de markt in Boekelo zal om die reden gesegmenteerd worden aan de hand van het BSR-model.

2.1 Vrijetijdseconomie in Overijssel

Mommaas (2010, p.32) stelt dat de ontwikkeling van vrije tijd, recreatie en toerisme in Nederland in grote lijnen is terug te vinden in de geschiedenis van de vrijetijdseconomie in Overijssel. De beleving van toerisme en recreatie is massaler geworden, door de toegenomen welvaart en grotere hoeveelheid vrije tijd waar men over kan beschikken. Consumenten worden kritischer in hun keuzes voor een omgeving. In Overijssel is een sterke groei zichtbaar van het aantal evenementen in stedelijke context. Aan de andere kant is er een groeiende vraag naar landschappelijk maatwerk voor het verblijf in groene omgevingen. Overijssel heeft op het gebied van vrijetijdsbesteding uitgebreide mogelijkheden, voor zowel de stedelijke als de landelijke recreant. In figuur 2.1 is te zien welke activiteiten vooral zijn uitgevoerd in Overijssel in 2012-2013 volgens het NBTC NIPO.

Opvallend is dat veruit het grootste deel van de

vrijetijdsbesteding plaatsvindt in de natuur, in de vorm van buitenrecreatie en

waterrecreatie- en sport. Funshoppen en uitgaan zijn ook goed verantwoord. Op landschappelijk gebied heeft Overijssel alles te bieden: klei- en polderlandschappen, veengebieden,

zandgronden, beekdalen en stuwwallen. Er zijn zes

bekende gebieden te vinden in Overijssel, allen bekend om afzonderlijke culturele

gebiedskenmerken: de kop van Overijssel, de IJsseldelta, het Vechtdal, de IJsselvallei, Salland en Twente. Deze gebieden zijn ook op bestuurlijk niveau terug te vinden, denk aan organisaties als Regio Twente en Salland Natuurlijk Gastvrij, die de kwaliteit en bekendheid van de regio’s willen vergroten. De verscheidenheid van gebieden, landschappen en aantrekkelijke steden maakt dat Overijssel op

recreatief gebied veel potentie heeft. Mommaas (2010, p. 117) geeft als kanttekening dat het toerisme

(12)

eenvoudig georganiseerd is in Overijssel, met veel verouderde accommodaties. Daarnaast is de fysieke infrastructuur onderontwikkeld, waardoor Overijssel niet in alle richtingen even goed doorkruisbaar is.

2.2 Vrijetijdseconomie in Twente

Nederland kent een aantal robuuste landschappen die worden ingezet om het toerisme te versterken, denk hierbij aan het Waddengebied, de Veluwe of de Deltawerken. Mommaas (2010, p.121) geeft aan dat het voor Overijssel een uitdaging is om concrete beelden te produceren die gebaseerd zijn op ruimtelijke kenmerken. Een karakteristiek kenmerk is water; de IJssel, de Vecht en de Wieden

Weerribben verbinden het westelijk deel van Overijssel. Een ander sterk karakteristiek kenmerk hangt samen met de aanwezigheid van vele landgoederen in het oostelijk deel van Overijssel; Landgoed Twente.

Twente kent een goede verbinding met de Randstad via de A1en wordt gekenmerkt door hoogwaardige groene ruimte. De omgeving in Twente hangt sterk samen met de landgoederenensembles, de

noaberschapcultuur, het industriële erfgoed, de economische innovatie en techniek. De combinatie van deze punten moeten als thema gebruikt worden. Mommaas (2010, p. 174) omschrijft Twente als volgt: ‘Centraal staat de kleinschalige kwaliteit van het landschap, met zijn afwisselende kamers

(natuurgebieden, landgoederen, extensieve veeteelt, industrieel erfgoed) en de bijbehorende biodiversiteit, in aansluiting op het stedelijke parkenlandschap’.

Het Twents Bureau voor Toerisme (TBT) werkt sinds 2008 samen met VVV’s en ondernemers aan de positionering van het toeristisch merk Twente in Nederland, Duitsland en België). ‘Twente. Landgoed

van Nederland’ is een begrip geworden en zet Twente neer als een streek met een hoge kwaliteit van leven, ontspannen, onthaasten en genieten. Om de positieve ontwikkeling van de regio vol te houden heeft de Regio Twente in hun toerismebeleid, het

Uitvoeringsprogramma Vrije Tijd Twente (UVT), vijf ambities geformuleerd.

1) De gast wordt verleid om naar Twente te komen. 2) De gast kan eenvoudig naar Twente komen. 3) De gast voelt zich welkom in Twente.

4) De gast blijft langer en beleeft Twente intensiever. 5) De gast komt graag naar Twente terug.

Het doel is om een stijging van de toeristische omzet te

realiseren en daardoor een bijdrage te leveren aan de economie van Twente (Regio Twente, 2009). Volgens de Regio Twente ervaart de gast Twente als ‘een goed bereikbare, bijzonder gastvrije en groene regio met on-Nederlandse, glooiende landschappen, met karakteristieke boerderijen en landhuizen’. Ook rust, ruimte, natuur in combinatie met dynamische steden en het goede netwerk van routes en paden worden genoemd als kernkwaliteiten van de regio.

2.3 Product-Markt-Partner-Combinaties

Een van de mogelijkheden om Twente beter te positioneren is het ontwikkelen van Product-Markt-Partner-Combinaties (PMPC’s). Goed ontwikkelde PMPC’s verhogen de kwaliteit van het toeristische aanbod, met meer bezoekers en een hogere besteding als gevolg. De oorsprong van PMPC’s wordt gevonden in de groeimatrix van Ansoff. Gasperz (2009) zegt hierover; ‘de groeimatrix van Ansoff geeft een beeld van mogelijke groeistrategieën die een bedrijf kan volgen. Een bedrijf heeft de keuze om nieuwe of bestaande producten of diensten af te zetten in nieuwe of bestaande markten’. Deze groeistrategieën kunnen leiden tot nieuwe Product-Markt-Combinaties (PMC’s). In de matrix worden

Figuur 2.1 – Regio Twente (2009). Uitvoeringsprogramma Vrije Tijd Twente

(13)

combinaties gezocht tussen huidige en nieuwe producten en huidige en nieuwe markten en wordt verdeeld in vier strategieën.

- Marktpenetratie: Een huidig product op een huidige markt, bijvoorbeeld het openen van een nieuw filiaal.

- Productontwikkeling: Een nieuw product op een huidige markt, bijvoorbeeld een nieuw assortiment.

- Marktontwikkeling: Een huidig product op een nieuwe markt, bijvoorbeeld het assortiment - aanbieden via een nieuw kanaal als internet.

- Diversificatie: Een nieuw product op een nieuwe markt,

- bijvoorbeeld met een nieuw product lanceren in een vreemd land als China.

Ansoff geeft aan dat de groei alleen stapsgewijs plaatsvindt. Er vindt pas diversificatie plaats als er marktpenetratie, productontwikkeling en

marktontwikkeling is gedaan (Van Vliet, z.d.). Voor regio’s is het belangrijk zich te onderscheiden door een eigen identiteit te ontwikkelen. Om ervoor te zorgen dat de gehele regio dezelfde identiteit opbouwt is het belangrijk om samenwerkingen te realiseren tussen organisaties, verenigingen, besturen, ondernemers en inwoners. Zo kan een goede concurrentiepositie gecreëerd worden. De toevoeging Partners aan PMC staat voor het belang van samenwerken. Om een succesvol PMPC te ontwikkelen is het belangrijk om de juiste partners te vinden die hun krachten willen bundelen in een samenwerking, maar ook te weten voor welke markt een product ontwikkeld wordt. De volgende onderdelen in het theoretisch kader zullen zich dan ook richten op het Product, de Partners en de Markt.

2.4 Markt

Om een succesvol PMPC te ontwikkelen, is het belangrijk te weten wie de markt precies is. Er moet in beeld gebracht worden wat de kenmerken, de wensen en behoeften zijn. Hedendaagse gasten zijn veeleisend en kritisch. Flooren (2011) zegt hierover het volgende: ‘De steeds beter opgeleide

Westerse burger van de 21e eeuw staat zelf aan het stuur van zijn leven. Hij ontwerpt zelf zijn programma van wonen, werken en recreëren en navigeert als bewoner en bezoeker in zijn leefomgeving met een eigen mentale kaart. Dit als individu betekenis aan zijn leven geven [...] maakt vraagsturing

onvermijdelijk en heeft consequenties voor dienstverleners in toerisme en vrije tijd. Niet het aanbod van een regio, maar het programma van de individuele bezoeker op een bepaalde tijd en plaats staat centraal. Persoonlijke verlangens en motieven

bepalen diens zoektocht naar betekenis’. De belevenis van de vrijetijdsproducten speelt voor gasten een grote rol, mensen willen een persoonlijke ervaring die bijblijft en die delen met anderen (J.J. de Labije, 2010). De reis van de bezoeker kan in kaart gebracht worden door plaats en tijd, met daarbij de herkenning van de meeste betekenisvolle belevenissen in de Visitors Journey Cycle (Flooren, 2013, Powerpoint). In de Visitor Journey Cycle worden de verschillende stappen van het doorlopen van de reis van de gast in de tijd: zoeken, vinden, selecteren, kiezen, kopen, doen, ondergaan, waarderen,

herinneren, doorvertellen en bereid tot herhalen. Voor de ondernemers betekent dit dat het belangrijk is om te kijken naar hoe er toegevoegde waarde gecreëerd kan worden. Zodra de gast een bijzondere

Figuur 2.2 – Kremer, J. (2014). Groeimatrix van Ansoff

Figuur 2.3 - Figuur 2.3 - M.W.J. Flooren (2013). Guest Journey

(14)

beleving ervaart, zal hij ook bereid zijn hier meer geld voor uit te geven dan wanneer hij deze beleving mist.

Om een beleving te creëren voor de bezoekers is het van belang te weten wat het profiel van de bezoeker is, oftewel de markt te segmenteren. De markt kan gezien worden als het geheel van

bezoekers, producten en behoeften. Bezoekers kunnen gesegmenteerd worden op basis van geografie, demografie, psychografie en gedrag. Kotler (2009) definieert marktsegmentatie als ‘het indelen van de markt in afzonderlijke klantengroepen met verschillende behoeften, kenmerken of gedragingen die mogelijk een apart product of een aparte marketingmix vereisen’ (Kotler, 2009, p.138, 359). Oftewel, bij marktsegmentatie wordt de markt verdeeld in meerdere, kleinere segmenten. De aantrekkelijkheid van elk segment wordt geëvalueerd, waardoor uiteindelijk een of meerdere interessante segmenten overblijven. Vervolgens wordt besloten op welke segmenten het bedrijf zich gaat richten, de zogenaamde doelgroepkeuze. Kotler (2009) omschrijft een doelgroep als ‘een groep klanten met gelijke behoeften of eigenschappen, waarop het bedrijf zich wil richten’. De uiteindelijke positionering van het Boekelose vrijetijdsaanbod is uitermate belangrijk. Positionering wordt door Kotler (2009) als volgt omschreven: ‘positionering zorgt ervoor dat het marktaanbod een duidelijke, onderscheidende, wenselijke plaats inneemt in het hoofd van de doelconsument’. In dit onderzoek wordt gebruikt gemaakt van het BSR-model als segmentatiemethode, vastgesteld als randvoorwaarde door het Saxion Kenniscentrum Hospitality. In verband met de relevantie op het onderwerp wordt enkel het BSR-model toegelicht als segmentatiemodel.

2.4.1 Doelgroepsegmentatie met het BSR-model

In 2008 is RECRON, de vereniging van recreatieondernemers Nederland, samen met Smart Agent Company begonnen met de Gastvrijheid Innovatie Campagne. Het doel van de campagne is om de gast in de gehele verblijfssector in Nederland in beeld te brengen op basis van leefstijlsegmentatie. In 2010 is RECRON in samenwerking met de provincies ook een onderzoek naar dagrecreatie gestart. Op het gebied van marktsegmentatie zijn zij van mening dat ‘socio-demografische criteria alléén steeds minder goed in staat zijn om de lifestyle consument van vandaag in doelgroepen onder te brengen’. Het model bekijkt sociologische kenmerken en psychografische kenmerken. Psychografische

kenmerken geven zicht op wensen, motieven, behoeften en interesses van mensen en is weergegeven op de verticale as (RECRON, z.d.).

Het KennispuntOost (2013) geeft het belang van doelgroepsegmentatie met het BSR-model aan: - Het geeft een duidelijk beeld van de wensen van gasten en klanten;

- Het zorgt voor een betere afstemming van de communicatie naar gasten en klanten; - Het aanbod van speciale arrangementen kan beter afgestemd worden op gasten en klanten; - Het biedt mogelijkheden om gerichte samenwerkingen aan te gaan met bedrijven;

- De inrichting en de faciliteiten kunnen beter afgestemd worden op de gasten en klanten. Deze inzichten in de doelgroep hebben als gevolg dat een beter bereik ontstaat onder gasten en klanten. Door de segmentatie is bekend hoe een bepaalde doelgroep het beste bereikt kan worden, bijvoorbeeld via e-mail, applicaties, brieven of face-to-face contact. Er is sprake van een heel gerichte benadering van de doelgroep. Doordat het aanbod beter wordt afgestemd, wordt ook een hogere mate van tevredenheid onder de doelgroep bereikt. Dit heeft als gevolg dat de gasten en klanten sneller terug komen, wat leidt tot meer afzet en een hogere omzet.

Volgens Hulshof (2013) maken steeds meer overheden en ondernemers gebruik van leefstijlprofielen om hun bezoekers en inwoners in kaart te brengen. Er wordt niet alleen gekeken naar leeftijd of de inkomenssituatie, maar vooral naar de wensen en voorkeuren van mensen wat betreft vrijetijdsgedrag. De Gastvrijheid Innovatie Campagne verdeelt inwoners van gemeenten en bezoekers in verschillende leefstijlen, het zogenaamde Brand Strategy Research model (BSR-model) van het onderzoeksbureau SmartAgent Company. Volgens RECRON (2013) ‘stelt het de wensen en voorkeuren van vakantiegangers

(15)

en recreanten centraal en geeft daarmee een waardevolle aanvulling ten opzichte van demografische segmentatie. Ondernemers kunnen hun aanbod nog beter afstemmen op de behoefte van hun gasten’. Een belangrijk voordeel van het BSR-model is dat het model is omarmd door de vrijetijdssector en overheid, gezien de samenwerking met de Koninklijke Horeca Nederland en de investeringen van diverse provincies in de ontwikkeling van het BSR-model. Elke leefstijl wordt gekenmerkt door een kleur en heeft een onderscheidend profiel op basis van sociologische en psychologische dimensies.

Traditionele kenmerken als opleiding, geslacht, leeftijd, mediagebruik en vrijetijdsbestedingen worden hieraan toegevoegd. Gevolg is dat zeven typen bezoekers naar voren komen, genaamd Uitbundig Geel, Gezellig Lime, Rustig Groen, Ingetogen Aqua, Stijlvol en Luxe Blauw, Avontuurlijk Paars en Creatief en Inspirerend Rood (Hulshof, 2013). KennispuntOost heeft in de loop der jaren vele gemeentes in Nederland ingekleurd aan de hand van het BSR-model, het is belangrijk te vermelden dat de inwoners zijn ingekleurd en niet de bezoekers.

Uitgebreide uitleg van alle BSR-leefstijlen is te vinden in bijlage II.

.

2.5 Product

In deze paragraaf wordt uiteengezet waar het product Boekelo, met andere woorden het vrijetijdsaanbod in Boekelo, uit bestaat, wat de kwaliteit is en hoe het vrijetijdsaanbod aangepast kan worden op

aanwezige leefstijlen.

De BOV, Stichting BART en de Dorpsraad Boekelo willen Boekelo op de kaart zetten als bestemming voor wonen, werken (ondernemen), winkelen en recreëren. Zoals benoemd in paragraaf 1.1 wordt de vrijetijdssector in Overijssel onderverdeeld in toerisme, recreatie, kunst, cultuur, horeca, congressen, sport, wellness, entertainment en media (Flooren, 2014). Alle producten en faciliteiten in Boekelo die passen bij deze onderdelen, horen bij het vrijetijdsaanbod in Boekelo.

In het Koersdocument van de Gemeente Enschede (Oosterman, 2007) wordt Boekelo genoemd als ‘meest toeristische deel van Enschede in de klassieke zin van het woord’. Er worden vier attracties voor het gehele gezin genoemd, de MuseumBuurtSpoorlijn (MBS), de Zoutboortoren, de rondleidingen door de Grolsch brouwerij en de minidierentuin Zoo Labyrinth. Momenteel is de minidierentuin Zoo Labyrinth gesloten (RTV Oost, 2010), in oriënterende gesprekken met ondernemers in Boekelo is aangegeven dat er ondernemers zijn die mogelijkheden zien.

De gewenste ontwikkelingen die zijn genoemd in het Koersdocument zijn: - Attractief vervoer tussen Boekelo en het centrum van Enschede; - Fysieke loopverbinding tussen de Grolsch Brouwerij en het dorpshart; - Uitbreiding van Resort Bad Boekelo met extra wellness voorzieningen;

(16)

- Erkenning van Boekelo als officieel Kuuroord in de Duitse classificatie;

- Uitbreiding van de Grolsch Brouwerij als attractie (minimaal 100.000 bezoekers); - Geleidelijke toevoeging van kleinschalige horeca en toeristische winkeltjes.

Uit bovenstaande gegevens kan geconcludeerd worden dat er momenteel enkele toeristische trekpleisters aanwezig zijn, namelijk Resort Bad Boekelo, de Grolsch Brouwerij en de MBS. In oriënterende gesprekken met de BOV (2013) zijn ook Shortgolf Spielehof en de Military Boekelo aangegeven als interessant voor het vrijetijdsaanbod in Boekelo. De Military Boekelo is een

internationaal driedaags paardenevenement en trekt jaarlijks meer dan 60.000 bezoekers. Het laatste decennium is de Military Boekelo vijf keer door ruiters gekozen tot beste Military ter wereld. Jaarlijks staan gemiddeld 30 Olympische deelnemers aan de start van de Military (Military Boekelo, 2013). Zout, industrieel erfgoed en de bedrijvigheid in het gebied worden genoemd als aantrekkelijke dragers voor het coulisselandschap rondom Boekelo. Er zijn diverse recreatieve routes gerealiseerd, aangegeven op historische markepalen. In en rondom Boekelo zijn vele zouthuisjes en boortorens te vinden. Het bedrijf Akzo Nobel uit Hengelo haalt al tientallen jaren zout uit de bodem van het gebied. De boorputten werden afgeschermd met kleine Saksische zouthuisjes. Twee van de zes overgebleven zouthuisjes zijn benoemd tot rijksmonument. Het Resort Bad Boekelo is vroeger begonnen als

zoutwaterbad en er is een zoutmuseum te vinden in Delden (Zoutmarke, 2013). In de gesprekken heeft de BOV aangegeven dat het interessant kan zijn de mogelijkheden te bekijken hoe de voormalige zoutindustrie beter gebruikt kan worden in het vrijetijdsaanbod in Boekelo, bijvoorbeeld door

samenwerkingen met de Zoutmarke of de MBS. Ook zijn er kansen mogelijk gedurende de Military, de BOV geeft aan dat er momenteel weinig extra bezoekers naar Boekelo trekken tijdens het evenement. De VROM-raad (2006, p. 14) schrijft in het rapport ‘Groeten uit Holland’ dat organisaties binnen de vrijetijdssector teveel focussen op wat er binnen de eigen sector gebeurt en te weinig focust op andere sectoren. Dit heeft een negatief effect op het productaanbod, omdat er weinig samenhang is tussen de producten. Om regionale samenwerking te bevorderen en de vrijetijdsproducten binnen de sector te verbeteren, geeft de VROM-raad de volgende aanbevelingen:

- Het ontwikkelen van regionale (beeld)verhalen als basis voor vernieuwing - Het sluiten van nieuwe vraaggestuurde allianties, in relatie tot nieuwe markten. Regionale (beeld)verhalen

Regionale (beeld)verhalen kunnen een positieve impuls geven aan regionale samenwerkingen. Door gezamenlijk na te denken over de sterke punten van een regio, kan een product ontstaan waar meerdere sectoren voordeel uit halen. Door deze verhalen moeten ondernemers enthousiast worden om mee te denken, het gaat over het vinden van een verbinding tussen vroeger en nu. De regionale (beeld)verhalen kunnen leiden tot nieuwe en onverwachte samenwerkingsverbanden, zo wordt buiten de sector gezocht naar verbindende schakels (VROM-raad, 2006, p. 14).

Vraaggestuurde allianties

In de huidige economie kiest de consument zelf. Consumenten kiezen voor arrangementen,

combinaties van producten en omgevingen. Dit heeft als gevolg dat het aanbod van vermaak, vervoer en verblijf steeds meer met elkaar vervlochten worden. De VROM-Raad (2006, p. 14) ziet het als een uitdaging om arrangementen te ontwikkelen die de specifieke kwaliteiten van een gebied verbindt met de vraag van de consument. Nieuwe samenwerkingsverbanden worden gesloten met ondernemers binnen en buiten de vrijetijdssector.

Bij het beoordelen van het vrijetijdsaanbod in Boekelo is het belangrijk te weten welk beeld mensen in hun hoofd hebben als ze denken aan Boekelo. De positionering van het marktaanbod (Kotler, 2009) is hierbij belangrijk. Positionering zorgt voor een onderscheidende en duidelijke plaats in het hoofd van de

(17)

doelconsument. De kernkwaliteiten van een gebied worden gevonden in de positieve betekenis van personen aan een gebied.

2.6 Partners

In paragraaf 1.2 zijn de opdrachtgevers van de thesis kort geïntroduceerd. In deze paragraaf worden de opdrachtgevers verder toegelicht, waarna vervolgens de koppeling naar samenwerkingen gemaakt wordt.

De Boekelose Ondernemers Vereniging (BOV) is opgericht in 1981 om de belangen te behartigen voor aangesloten ondernemers in het dorp Boekelo. Een van de taken van de BOV is het onder de aandacht brengen van de aangesloten ondernemingen bij het publiek.

De Stichting Dorpsraad Boekelo zet zich in om de algemene belangen van de inwoners te behartigen bij de besluitvorming van de gemeente, provincie of nationale overheid en andere daarvoor in aanmerking komende organisaties.

Stichting BART staat voor Boekelo Actief in Recreatie en Toerisme en bestaat uit mensen met verschillende verenigingen, bedrijven en achtergronden. Stichting BART zet zich in om Boekelo en Usselo te presenteren aan toeristen en zo toerisme en recreatie in-en-rond Boekelo te bevorderen. Bovenstaande partijen hebben het Kenniscentrum Hospitality van Saxion benaderd om het toeristisch- recreatieve aanbod te verbeteren in Boekelo. Hierbij is aangegeven dat ze dit willen bereiken door samen te werken en elkaars sterke punten te benutten. Volgens de VROM-Raad (2006, p. 26) zorgen samenwerkingen op diverse schaalniveaus voor een verhoogde omgevingswaarde, bedient het de bewoner en reiziger en biedt de toenemende internationale concurrentie het hoofd. De VROM-Raad licht dit toe; ‘zonder een sterke en goed georganiseerde toeristische thuismarkt (rustend op een diversiteit van aantrekkelijke regio’s), ontstaat geen duurzame toeristische infrastructuur die er ook internationaal toe doet’.

Samenwerken is van groot belang, zodat onderlinge eenheid ontstaat die gebruikt kan worden om een eigen identiteit en imago te versterken (Dembski, 2006). Samenwerken kan bijdragen aan het creëren van een goede positionering van Boekelo bij de consument. Belangrijke punten zijn een aantrekkelijke woonomgeving, gunstige vestigingsvoorwaarden voor bedrijven, attracties en voorzieningen die

bewoners, bezoekers, werknemers en ondernemers bedienen. Begg (1999) geeft aan dat het van belang is dat er samenwerking ontstaat tussen overheden, overheidsafdelingen en andere stakeholders om ‘fragmentatie en tegengestelde belangen te overwinnen en tot één gezamenlijke stedelijke of regionale strategie te komen’ (in Bontje, 2008, p. 109). De VROM-Raad (2008, p. 4) onderscheidt drie motieven voor samenwerking; inhoudelijke, financiële en procesmatige motieven.

Inhoudelijke motieven:

Door samen te werken kan een resultaat met meerwaarde gecreëerd worden. Door

gezamenlijke plannen te maken kan gebruikt gemaakt worden van de expertise en kennis van de verschillende betrokken partijen, wat leidt tot een efficiënter proces en betere resultaten. Financiële motieven:

Door samen te werken kunnen de kosten en baten verdeeld worden. Meerdere partijen kunnen kapitaal inbrengen om projecten te financieren en de risico’s te verdelen. De risico’s worden beheerd door de partij die het beste in staat is deze te beheersen. Samenwerken zorgt voor een lager financieel risico. Procesmatige motieven:

Samenwerkingsverbanden hebben als gevolg dat de kans op volledige uitvoer van plannen stijgen. De deelnemende partijen leggen de duur en hun (gemeenschappelijke) doelen van de samenwerking vast, waardoor er onderlinge verbintenis ontstaat en partijen zich minder snel zullen terugtrekken. De samenwerking zorgt ook voor betrokkenheid en een breed draagvlak gedurende de ontwikkeling.

(18)

Samenwerking Betrokkenheid & draagvlak Hogere kans op innovatief product Creert onderlinge eenheid Kans op uitvoer groeit Verdeling kosten & baten - lager financieel risico Expertise & kennis van betrokken gebruiken Efficienter proces & betere

resultaten

De VROM-Raad (2006, p. 95) pleit ervoor om meer samenwerkingen tussen de vrijetijdssector en de landbouw-, industrie-, zorg-, transport-, retail- en bouwsector te realiseren. Op deze manier kunnen meerdere sectoren profiteren van meekoppelende belangen en kostenvoordelen. De regio zelf speelt een belangrijke rol, aangezien hier de eenheid gevormd moet worden voor toeristisch-recreatieve productontwikkeling. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om beter in te spelen op het gedrag van bewoners en bezoekers. De VROM-Raad geeft daarbij aan dat de regio hierop in kan spelen door ‘in te zetten op een goede koppeling tussen wonen, werken en toerisme’ (VROM-Raad, 2006, p. 96). In Boekelo moet draagvlak en vertrouwen ontstaan tussen de verschillende leden van de BOV, Stichting BART en de Dorpsraad. Een manier om succesvolle samenwerkingen te realiseren tussen diverse partijen, is het vormen van een netwerk. In kleine netwerken zoals in Boekelo is vertrouwen een essentieel onderdeel voor de netwerkleden. Het hebben van een gezamenlijk doel is daarbij een belangrijk onderdeel. De leden moeten zich kunnen vinden in één of meerdere bovenliggende doelen van het netwerk. Des te meer leden vinden dat het netwerk hun doelen en belangen dienst, des te productiever en efficiënter zullen de leden het netwerk ervaren. Het creëren van draagvlak is ook essentieel voor een succesvolle samenwerking. Het motiveren van elkaar en externe partijen zijn belangrijk om een samenwerking te laten slagen.

Een goede netwerksamenstelling kan resulteren in een innovatief vrijetijdsproduct.

Voor de toeristische sector is het een uitdaging om te blijven innoveren, waardoor de sector aantrekkelijk blijft. Innovatie wordt door Lüdtke (2012, p. 26) gedefinieerd als ‘een geslaagde combinatie van actoren die door onderlinge interactie tot nieuwe economische en intellectuele dynamiek en flow van menselijk kapitaal leiden’. Innoveren is een collectief proces, dus goed ontwikkelde netwerken kunnen gezien worden als een sterke basis voor innovaties. Toeristische overheden kunnen hierbij een rol spelen door goede condities en randvoorwaarden te creëren die innovatie mogelijk maken. Doordat ondernemers en organisaties elkaar proberen te versterken in een netwerk, ontstaan snel nieuwe ideeën, producten en innovaties. Er zijn twee soorten innovaties te

onderscheiden.

Productinnovatie leidt tot nieuwe toeristische

producten, procesinnovatie leidt tot innovatieve vormen van samenwerkingen tussen ondernemers (Lüdtke, 2012, p. 26). In figuur 2.5 is een overzicht te zien van de besproken voordelen die samenwerkingen in de vrijetijdsindustrie kunnen opleveren.

(19)

3. Methodologische verantwoording

In dit hoofdstuk is de methodologie van het rapport beschreven. De gemaakte keuzes in het veldonderzoek worden toegelicht en beargumenteerd.

3.1 Verantwoording managementvraag

In dit adviesrapport wordt antwoord gegeven op de volgende managementvraag:

Op welke wijze kunnen ondernemende organisaties gezamenlijk inspelen op de behoeften van de markt in Boekelo, door het huidige vrijetijdsaanbod te verbeteren of uit te breiden met nieuwe vrijetijdsproducten in Product-Markt-Partner-Combinaties?

Om het vrijetijdsaanbod in Boekelo te verbeteren is het noodzakelijk de bezoekers in Boekelo in kaart te brengen en dat ondernemende organisaties hun krachten gaan bundelen. De PMPC-regeling, besproken in paragraaf 2.3, is een mogelijkheid om de situatie in Boekelo aan te pakken. De PMPC-regeling staat om die reden aan de basis van de managementvraag, de drie onderdelen product, markt en partner zijn terug te vinden in de managementvraag. De ondernemende organisaties staan voor de partners in Boekelo, de behoeften van de markt staan voor de markt in Boekelo en het verbeteren of uitbreiden van het vrijetijdsproduct in Boekelo heeft betrekking op het product in Boekelo. Kennis over de drie onderdelen in Boekelo is essentieel, waarbij in dit onderzoek de focus ligt op het onderzoeken van de markt in Boekelo.

Om de managementvraag te beantwoorden zijn de volgende deelvragen opgesteld:

1. Wat zijn de kernkwaliteiten van het product Boekelo met betrekking tot de vrijetijdseconomie? 2. Welke BSR-leefstijlen zijn vertegenwoordigd onder de bezoekers in Boekelo?

3. Op welke wijze kan het vrijetijdsaanbod in Boekelo ingedeeld worden aan de hand van het BSR-model?

4. Op welke wijze kan het vrijetijdsaanbod in Boekelo aangepast worden aan de wensen en behoeften van de vertegenwoordigers van de aanwezige leefstijlen in Boekelo?

5. Welke ondernemende organisaties zijn mogelijk interessant voor samenwerkingen binnen en met de vrijetijdseconomie?

3.2 Onderzoeksstrategie

Baarda en de Goede (2009) onderscheiden verschillende onderzoeksstrategieën, waaronder kwantitatief onderzoek en kwalitatief onderzoek.

3.2.1 Gekozen onderzoeksstrategie

In deze thesis is sprake van een verklarend exploratief onderzoek, aangezien wordt onderzocht welke BSR-leefstijlen vertegenwoordigd zijn onder de bezoekers in Boekelo en welk verband dit heeft met het vrijetijdsaanbod in Boekelo. De Pelsmacker & van Kenhove (2007, p. 25) geven aan dat exploratief onderzoek past in het begin van een marktonderzoeksproject. In dit onderzoek wordt de markt onderzocht, omdat momenteel geen informatie beschikbaar is over de bezoeker in Boekelo. In het onderzoek is gekozen voor een gemixte onderzoeksstrategie van zowel kwantitatief als kwalitatief onderzoek, ook wel bekend als een ‘methods onderzoeksstrategie’. De mixed-methods onderzoeksstrategie wordt gebruikt bij complexere managementvragen die niet enkel door kwalitatief of kwantitatief onderzoek beantwoord kunnen worden. In verband met de ‘mixed-methods onderzoeksstrategie’ worden in paragraaf 3.2.2 het kwalitatieve onderdeel en in paragraaf 3.2.3 het

(20)

kwantitatieve onderdeel van het onderzoek afzonderlijk uiteengezet en toegelicht. Een overzicht van de kwalitatieve en kwantitatieve onderdelen in het onderzoek is te vinden in bijlage III.

3.2.2 Kwalitatief onderzoek

Kwalitatief onderzoek gaat diep op de materie in, het doorgronden van gedrag en achterliggende oorzaken staat centraal. Het in kaart brengen van wensen, verwachtingen, behoeften en toekomstige ontwikkelingen vormt vaak het onderwerp voor kwalitatief onderzoek. Als methode van

informatieverzameling wordt gebruik gemaakt van een focusgroep of diepte-interview. Deze methode is vrij tijdrovend, waardoor het niet mogelijk is een groot aantal respondenten te ondervragen (Fisher & Julsing, 2007). In dit onderzoek is sprake van een kwalitatieve casestudy. Baarda, de Goede &

Teunissen (2005) beschrijven dat een ‘casestudy wordt gebruikt om feitelijk gedrag of producten daarvan intensief te onderzoeken’. De case staat voor een persoon, locatie, groep of situatie die diepgaand wordt onderzocht. Vanuit de onderzoekstheorie past een casestudy het beste bij dit onderzoek, aangezien de situatie in Boekelo diepgaand onderzocht wordt.

Waarnemingsmethoden en meetinstrument

Baarda e.a. (2012, p.135) beschrijven drie waarnemingsmethoden, namelijk gebruik maken van bestaande informatie, interviews en vragenlijsten en observeren. In het kwalitatieve onderdeel wordt gebruikt gemaakt van de waarnemingsmethoden interviews en observeren.

Als kwalitatieve waarnemingsmethode is gekozen voor een focusgroep en observatie. Met de focusgroep worden de wensen, verwachtingen en het belang van de opdrachtgevers achterhaald. Door de interactie tussen de opdrachtgevers kan informatie over de onderlinge connectie en

verbondenheid verkregen worden. Een ander voordeel van de focusgroep met de opdrachtgevers is dat achterhaald wordt of ze dezelfde visie delen over het vrijetijdsaanbod in Boekelo. De beschikbare tijd voor het onderzoek is een factor waar rekening mee wordt gehouden, de focusgroep is een methode die aanzienlijk minder tijd in beslag neemt dan een diepte-interview, aangezien meerdere personen op hetzelfde moment bevraagd worden. Er is gekozen voor gestructureerde dataverzameling, waarbij de onderwerpen vooraf zijn vastgelegd in een interviewguide (Baarda e.a., 2012, p. 140). De

interviewguide helpt de gespreksleider controle te houden op het gesprek. De gebruikte interviewguide is te vinden in bijlage IV.

De tweede kwalitatieve waarnemingsmethode is de observatie. Door het vrijetijdsaanbod in Boekelo te observeren, wordt in kaart gebracht of het vrijetijdsaanbod aansluit bij de wensen van de bezoekers of dat veranderingen nodig zijn om het vrijetijdsaanbod aan te passen op de wensen van de bezoeker. Observatie van het vrijetijdsaanbod kan uitgevoerd worden met behulp van het BSR-model, de bedrijven worden daarbij ingedeeld in de BSR-leefstijlen (Thijs; Bureau voor Vrije Tijd en Ruimte, persoonlijke communicatie, 2014). Dit gebeurt door gesprekken te voeren met ondernemende organisaties en observatie door de onderzoeker zelf. Er wordt gelet op het interieur, de uitstraling en communicatie naar de klanten in combinatie met de kenmerken van de diverse BSR-leefstijlen. De keuze voor bedrijven in de observatie is gebaseerd op de eerder genoemde vrijetijdsactiviteiten in Overijssel in paragraaf 2.1. De geobserveerde bedrijven bieden allen een of meerdere

vrijetijdsactiviteiten aan, zoals winkelen voor plezier (Het Pakhuys, Polleke, Breukers Dranken), uitgaan (alle horeca geledenheden), buitenrecreatie (Shortgolf Spielehof) en cultuur (MBS). Er is daarbij gezocht naar bedrijven in die of in de directe omgeving van het dorpscentrum gevestigd zijn of zich

overduidelijk op toeristische en recreatieve gasten richten.

Er zijn twee soorten steekproeven: aselecte steekproeven (kanssteekproeven) en selecte steekproeven (niet-kanssteekproeven). Bij aselecte steekproeven hebben alle eenheden een gelijke of in ieder geval een bekende kans om in de steekproef terecht te komen. Bij selecte steekproeven hebben de eenheden

(21)

een ongelijke en onbekende kans om in de steekproef terecht te komen (Baarda e.a., 2012, p. 97). In de focusgroep is sprake van een selecte steekproef, de onderzoeker bepaalt welke personen of instanties worden benaderd voor deelname. In de keuze voor deelnemers aan de focusgroep is gekeken naar personen die de Stichting BART, de BOV en de Stichting Dorpsraad vertegenwoordigen.

3.2.3 Kwantitatief onderzoek

De markt in Boekelo wordt onderzocht door middel van kwantitatief onderzoek. Kwantitatief onderzoek heeft als doel nauwkeurig in kaart te brengen wat de kenmerken, oordelen of de gedragen zijn van een grote groep mensen. Bij kwantitatief onderzoek is vaak sprake van een surveyonderzoek, waarbij de onderzoeker zich beperkt tot het verzamelen van gegevens bij een groot aantal mensen (Baarda e.a, 2012, p.68). Surveyonderzoek wordt vaak uitgevoerd door een enquêteonderzoek, waarbij relatief veel personen benaderd worden voor deelname aan het onderzoek. Hoe groter het aantal deelnemers (respondenten), des te nauwkeuriger de uitspraken over de totale populatie. De te bevragen onderwerpen worden vooraf vastgelegd in een vragenlijst. Er zijn meerdere manieren om op een kwantitatieve wijze gegevens te verzamelen, bijvoorbeeld een schriftelijke enquête, face-to-face enquête, telefonische enquête of online enquête.

Het onderzoek om de markt in Boekelo in kaart te brengen richt zich op het segmenteren van de markt aan de hand van het BSR-model. Om de markt te kunnen segmenteren is veel informatie nodig over de bezoeker in Boekelo. Kwantitatief enquête onderzoek past bij de case in Boekelo, omdat zo in beeld wordt gebracht wat de kenmerken en wensen van de bezoeker in Boekelo zijn.

Waarnemingsmethoden en meetinstrument

De kwantitatieve waarnemingsmethode in dit onderzoek is een vragenlijst. Uit de theorie van Baarda & de Goede is gebleken dat vragenlijsten op een relatief snelle manier gegevens over veel respondenten opleveren. Baarda e.a. (2012, p. 136) geven daarnaast aan dat vragenlijsten erg gestructureerd zijn en geschikt zijn om informatie te krijgen over gevoelens, houdingen, meningen of kennis gaat. De vragenlijst moet informatie geven over wat de respondent van het vrijetijdsaanbod in Boekelo vindt en bij welke BSR-leefstijl zij zichzelf indelen. De BSR-leefstijl gaat in op sociologische en psychologische gegevens van de respondent, waarbij dus gelet wordt op standpunten en meningen over recreëren in Boekelo. Meer informatie over marktsegmentatie met het BSR-model is te vinden in paragraaf 2.4.1. Steekproeftrekking en respondenten

In een onderzoek is sprake van verschillende eenheden, namelijk personen, bedrijven, organisaties et cetera, waarover de onderzoeker uitspraken wil doen (Baarda e.a., 2012, p. 31). De populatie van het onderzoek is de verzameling van al die eenheden. Het is van belang dat de populatie van het

onderzoek duidelijk wordt gedefinieerd. De populatie van het onderzoek bestaat uit recreatieve bezoekers in Boekelo, afkomstig uit Nederland, in de leeftijdscategorie 18 jaar of ouder. Er is gekozen voor een focus op bezoekers uit Nederland, informatie over bezoekers uit andere landen zal niet worden meegenomen in de resultaten van het onderzoek. De reden hiervoor is dat in het onderzoek wordt gesegmenteerd op basis van het BSR-model, welke specifiek is ontwikkeld voor de Nederlandse recreant. In het onderzoek worden alleen respondenten van 18 jaar of ouder meegenomen, omdat het BSR-model een leeftijdsgrens van minimaal 18 jaar hanteert.

In een onderzoek met grote populaties wordt vaak met steekproeven gewerkt. De enquête heeft een selecte steekproef, waar sprake is van een ongelijke en onbekende kans om in de steekproef terecht te komen. Het is lastig de volledige populatie in het onderzoek te betrekken, omdat de populatie in Boekelo niet staat geregistreerd. Het is in dit onderzoek dus niet mogelijk gebruik te maken van een vooraf vastgestelde populatie.

(22)

Als methode van dataverzameling is gekozen voor een vragenlijst. De steekproeftechniek die van toepassing is, is een gelegenheids- of gemakssteekproef. De persoon die de onderzoeker het eerst tegenkomt, wordt ondervraagd. Om de representativiteit van het onderzoek te verhogen, is het belangrijk om te variëren in het tijdstip, de dag en de plek waar de enquête wordt afgenomen. Annemiek Riefel van KennispuntOost voert vele marktonderzoeken uit met het BSR-model. In persoonlijke gesprekken met Annemiek Riefel heeft zij aangegeven dat een minimum van 250

respondenten realistisch is en leidt tot goede uitspraken. Voor de enquête wordt verwezen naar bijlage VII.

3.2.4 Analysetechnieken

De focusgroep wordt geanalyseerd met een inhoudsanalyse waarbij structuur aangebracht wordt in de antwoorden van de respondenten. Allereerst wordt het interview uitgewerkt in een transcript, waarna gebruikt wordt gemaakt van codering technieken. Bij open coderingen worden interviews grondig nagelopen om belangrijke fragmenten eruit te halen en een code te geven. Aan het einde van het interview zijn er vaak meerdere fragmenten met dezelfde code, die dus over dezelfde onderwerp gaan. Na de open codering wordt axiaal gecodeerd. Daarbij wordt gekeken of de codes van alle interviews de verzamelde gegevens dekken. Er wordt ook gekeken of de gegevens codes aansluiten bij elkaar en kloppend zijn. In verband met betrouwbaarheid van het onderzoek wordt gebruik gemaakt van een voice recorder waarmee het gesprek opgenomen wordt. Dit voorkomt dat informatie verloren gaat tijdens het uitwerken en analyseren.

De enquête wordt geanalyseerd met behulp van SPSS, een programma waarmee statistische procedures uitgevoerd worden. Met SPSS kunnen zowel univariate als bivariate analyse uitgevoerd worden. In een univariate analyse worden de kenmerken van één variabele onderzocht en met een bivariate analyse kan het verband tussen twee of meerdere variabelen bepaald worden (De Pelsmacker & van Kenshove, 2007, p.204). Vervolgens kunnen met behulp van de univariate en bivariate analyse verbanden gezocht worden met de BSR-leefstijlen van de respondenten. SPSS is gekozen als analysemethode aangezien het programma op een snelle manier statistische gegevens van de minimaal 250 respondenten kan verwerken. Ook kunnen verbanden tussen kenmerken van de respondenten en de aangegeven BSR-leefstijl gezocht worden.

De observatie wordt uitgewerkt door per ondernemende organisatie de situatie te beschrijven en te analyseren. Vervolgens wordt het vergeleken met de resultaten uit de enquête. Het resultaat is dat zichtbaar wordt of het vrijetijdsaanbod in Boekelo aansluit bij de vertegenwoordigde leefstijlen in Boekelo of dat dit in conflict is met elkaar.

3.2.5 Randvoorwaarden van het onderzoek

De opdrachtgever heeft aangegeven dat er enkele randvoorwaarden zijn waar rekening mee gehouden dient te worden. Allereerst wenst de opdrachtgever dat de focus in het onderzoek ligt op het in kaart brengen van de markt in Boekelo. Zoals besproken in paragraaf 1.3 moet het onderzoek een positieve impuls geven aan het ondernemersklimaat in Boekelo, bijvoorbeeld door het aantrekken van nieuwe ondernemers. De huidige ondernemers kunnen met hun kennis over bezoekers ook ondernemers benaderen die passen bij de wensen van de aanwezige bezoekers. Ten tweede dient het onderzoek de Gemeente Enschede en andere instanties bewust te maken dat er een toekomst zit in Boekelo. Ten derde is de tijdsduur van implementatie belangrijk, dit dient niet te lang zijn. Ten slotte moet er gelet worden op de kosten, Boekelo is een klein dorp en zeer grote investeringen zijn moeilijk haalbaar.

(23)

4. Onderzoeksresultaten

In hoofdstuk 3 ‘Methodologische verantwoording’ zijn de drie onderdelen van het veldonderzoek besproken; de focusgroep, de enquête en de observatie. De resultaten van deze drie onderdelen komen in dit hoofdstuk aan bod. De resultaten betreffen zowel resultaten uit de univariate analyse (een analyse van één variabele) als resultaten uit de bivariate analyse (een analyse tussen twee of meerdere variabelen).

4.1 Resultaten focusgroep

In de focusgroep zijn vertegenwoordigers van de drie opdrachtgevers bij elkaar gebracht. - De heer Nijmeijer, voorzitter Boekelose Ondernemers Vereniging (BOV)

- De heer Verhaak, voorzitter Stichting Dorpsraad Boekelo - De heer Terhürne, voorzitter Stichting BART

De besproken onderwerpen van de focusgroep zijn te vinden in de bijlage IV ‘Interviewguide’. De onderwerpen zijn onderverdeeld in het product, de markt en de partners.

4.1.1 Product

In het focusgesprek is gevraagd naar de mening over de kernkwaliteiten, de verbeterpunten en missende onderdelen binnen het vrijetijdsaanbod in Boekelo.

Kernkwaliteiten van het vrijetijdsaanbod in Boekelo

In de focusgroep is gevraagd naar wat de heer Nijmeijer, de heer Verhaak en de heer Terhürne denken dat de kernkwaliteiten van Boekelo zijn. Allereerst komt de kwaliteit van de basisvoorzieningen naar voren. Als onderdeel van de basisvoorzieningen worden de (gratis) parkeergelegenheid, de goede bereikbaarheid, het nieuwe sportcomplex, de medische basisvoorzieningen en het complete

(winkel)aanbod genoemd. Het dorpsgevoel, met de persoonlijke aandacht, gezelligheid, interesse en kleinschaligheid worden aangegeven als een van kernkwaliteiten van Boekelo.

Binnen het vrijetijdsaanbod worden de Museum Buurtspoorweg (MBS), Shortgolf Spielehof, Ribhouse Texas, Sandton Hotel Bad Boekelo en de Military Boekelo genoemd. Rust, ruimte en groen in de omgeving van Boekelo wordt ook aangegeven als kernkwaliteit. De vele wandel- en fietsroutes en knooppunten sluiten hierop goed aan. De heer Verhaak noemt drie grote publiekstrekkers, het jaarlijkse paardensportevenement de Military, de MBS en de zoutgeschiedenis. De heer Nijmeijer, de heer Verhaak en de heer Terhürne geven alle drie aan dat de Military een evenement is waar Boekelo meer uit kan halen qua bezoekers in het centrum. In bijlage VI zijn quotes te vinden over de

kernkwaliteiten onder de kleurcode ‘Roze’. Verbeterpunten in het vrijetijdsaanbod in Boekelo

Naast de kernkwaliteiten van Boekelo worden ook een aantal verbeterpunten genoemd om het

vrijetijdsaanbod in het dorp te versterken. Een vaak gehoorde klacht is volgens de heer Verhaak dat als de stoomtrein van de MBS op zondag aankomt in Boekelo er in het dorp niets te doen is. Er zouden meer dagvoorzieningen moeten komen in de vorm van een museum, attracties, kinderfaciliteiten of een (kunst)route. De bezoekers moeten het centrum betreden in plaats van op het perron te blijven. Dhr. Nijmeijer geeft aan dat er verbindingen tussen ondernemers gezocht moeten worden. Shortgolf Spielehof en Ribhouse Texas Boekelo wordt gegeven als mogelijkheid, waarbij mensen eerst een balletje slaan en vervolgens dineren bij het Ribhouse Texas Boekelo.

Verruiming van de openingstijden van de supermarkt zien de respondenten ook als verbeterpunt. Ze denken dat meer Boekeloërs hun boodschappen in het dorp zouden doen als de supermarkt langer

(24)

open is. Momenteel halen veel inwoners hun boodschappen in Haaksbergen of Enschede, de heren zijn van mening dat dit een gemiste kans is. Kritische noot die wordt gegeven over de supermarkt Coop in het dorp is dat deze een stuk duurder is dan bijvoorbeeld een Albert Heijn, Lidl of Aldi. Ook het beperkte assortiment van de supermarkt wordt opgemerkt als verbeterpunt.

Het tegengaan van de leegstand in het dorp moet een positieve impuls geven aan het dorp. De heer Nijmeijer geeft als voorbeeld de komst van bijvoorbeeld de Zuivelhoeve, een winkel die ‘ongetwijfeld een groep mensen zal trekken die vervolgens ook bij andere winkels komt’. Wat betreft de

zoutindustrie geven de respondenten aan dat ze kansen hebben laten liggen, waardoor Delden ‘met de eer is gaan strijken’. Hier liggen mogelijk nog kansen voor Boekelo om de zoutgeschiedenis toch te gebruiken als toeristische trekker. Quotes over de verbeterpunten in het vrijetijdsaanbod zijn te vinden in bijlage VI onder de kleurcode ‘Oranje’.

Missend in het vrijetijdsaanbod in Boekelo

Alle drie de opdrachtgevers geven aan dat ze graag zien dat er meer speciaalzaken komen in Boekelo, met een bijzonder assortiment (bijvoorbeeld een drogist, notenbar, bonbonzaak of de Zuivelhoeve). Volgens de heer Terhürne worden diverse speelfaciliteiten voor kinderen gemist in het centrum en een stukje waterentertainment voor de uitstraling en ontspanning die het water geeft. De heer Verhaak geeft aan dat voor de gezinnen kinderentertainment gemist wordt, bijvoorbeeld een kinderboerderij. Hij geeft daarbij aan dat er ook interactieve kinderentertainment mag komen, voor een moderne uitstraling. Quotes over missende onderdelen in het vrijetijdsaanbod zijn te vinden in bijlage VI onder de kleurcode ‘Grijs’.

4.1.2 Markt

In de enquête wordt de markt in Boekelo onderzocht, maar gedurende het gesprek is ook gevraagd naar de opvattingen over de huidige en potentiële markt in Boekelo. Allen verwachten dat de markt in Boekelo verdeeld is in drie groepen, een derde inwoner, een derde passant en een derde toerist. Als profiel van deze groepen wordt aangegeven dat verwacht wordt dat de inwoners veelal veertig jaar of ouder zijn, dat de passanten de werkende persoon tussen de 25 en 60 jaar is en dat de toeristen vooral vijftigplussers zijn.

Als gewenste doelgroep worden de tweeverdieners genoemd met kinderen, die de afgelopen jaren in ‘De Bleekerij’ zijn komen te wonen. De heer Verhaak ziet aan de andere kant een groeiende groep ouderen, die hun boodschappen in Boekelo doen, maar waarvoor misschien betere service geboden moet worden zoals bezorging aan huis. De heer Terhürne verwacht onder de bezoekers in Boekelo vooral Blauw, onder de bevolking verwacht hij vooral Aqua terug te vinden.

Als gewenste doelgroep worden Geel, Blauw en Groen genoemd. Hij is van mening dat de Blauw goed vertegenwoordigd is, maar dat Geel en Groen beide nog potentie hebben. De nadruk ligt bij Geel op de groep tweeverdieners, waar volgens de heer Terhürne veel meer uitgehaald kan worden. Onder Groen valt de wat oudere generatie die vaker naar Boekelo komen vanwege de vele fiets- en

wandelmogelijkheden en bezienswaardigheden in het buitengebied. Quotes over de huidige doelgroep (kleurcode ‘D. Groen’) en de potentiële doelgroep (kleurcode ‘D. Blauw’) zijn te vinden in bijlage VI.

4.1.3 De partners

De heer Terhürne is van mening dat in het buitengebied mogelijkheden zijn om ‘dagentertainment te realiseren’. De bedoeling is dat bezoekers meerdere locaties aandoen en zich de hele dag vermaken in Boekelo, waarbij ze gebruik maken van de horeca en het winkelaanbod. Hij benadrukt daarnaast dat ze de saamhorigheid in het dorp moeten benadrukken door ‘echt samen te bundelen en naar buiten te treden, niet als ondernemer, maar als het merk Boekelo zijnde’. Er wordt aangegeven dat een negatief beeld bestaat over samenwerkingen bij de ondernemers. Momenteel zijn ondernemers bang om klanten te verliezen aan een collega-ondernemer. Ondernemers zijn nog te angstig en conservatief om samenwerkingen aan te gaan, ook omdat ze niet bewust zijn van de kansen die het kan opleveren. Er

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Nederland, maar daar hebben we ook de rest van de wereld voor nodig – we kunnen niet alleen als Europa het hele klimaatprobleem oplossen.. Als wij het voor elkaar kunnen krijgen dat

Even voor de beeldvorming: • Wissink’s Möl heeft een tiphoogte van circa 25 meter • De fabrieksschoorsteen van De Bleekerij is 63 meter hoog • De Alphatoren in Enschede is 101

Dus: heb jij zin in een sportieve uitdaging en spreken bovengenoemde aspecten jou aan, neem dan contact op voor meer informatie of om een afspraak te maken om een aantal

Je kunt zelfs geen stukje trottoir, een bron of een stukje gras meer gebruiken, alles wordt ingenomen, toegeëigend.’ Voor veel mensen in armoede stelt de natuur in de grote steden

The following chapters (2 & 3) focus on both the employment contract and the psychological contract by looking at the growth of flexible employment contracts,

Niet alleen in de woonwijk Lage Heide, maar ook in het gelijknamige natuurgebied worden in 2012 de eerste activiteiten zichtbaar.. Weliswaar is het begin 2011

Dit zal gebeuren door de Werkplaats, welke direct aan het spoor ligt en dus een ontzettend goede verbinding heeft met de rest van de steden, zo in te richten dat deze aantrekkelijk

Omschrijving Het college wordt verzocht met de sportstichting en sportverenigingen tot een beleidskader te komen om efficiënter en effectiever met geld en middelen om te