• No results found

Leven in de Werkplaats

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Leven in de Werkplaats"

Copied!
62
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Leven in de Werkplaats

Stationsomgeving als verbinder in BrabantStad

(2)

Leven in de Werkplaats,

Stationsomgeving als verbinder in BrabantStad

Co van Griensven en Luuk van Dijk Stedenbouwkunde 2012

Avans Hogeschool

Academie voor Bouw & Infra, Tilburg Leo van Beek

Karin Akkers Katrien Marcus Wim Waarma Buro plot

buro voor stedenbouw, Tilburg Carry Limpens

Taddeüs van der Weegen Tilburg, 16 augustus 2012

(3)

Voor u ligt ons afstudeerwerk, dat wij gedurende onze afstudeerperiode hebben gemaakt. Deze afstudeerperiode sluit onze bachelorfase af, waarna wij ieder ons eigen weg gaan.

Graag zouden wij een aantal mensen bedanken. Onze afstudeerbegeleider Leo van Beek coachte ons, gaf veel vrijheid en floot ons terug als we te snel gingen. Vakinhoudelijke kritiek motiveerde ons om ieder een eigen visie te gebruiken bij het ontwikkelen van De Werkplaats. De externe docenten Karin Akkers, Katrien Marcus en Wim Waarma hebben ieder vanuit hun eigen vakgebied ondersteund en bijgedragen aan ons afstudeerwerk.

In het bijzonder danken wij Carry Limpens en Taddeüs van der Weegen van buro plot. Tijdens de minor Regie Stedelijke Vernieuwing ontmoetten wij Carry, waarna het balletje is gaan rollen en wij gedurende lange tijd konden rekenen op de coaching, sturing en hulp van Carry en Taddeüs. Het is dankzij hun dat wij ons hebben ontwikkeld en ontplooid tijdens deze afstudeerfase. Voetgangers, leefstijlen en een aantal scenario’s maakten het soms lastig om door de bomen het bos te zien. Afleidende activiteiten binnen en buiten school, er gold één gouden regel: Als je het niet meer weet, teruggaan naar de basis en overnieuw de lijnen uitzetten. Hoe vervelend wij het vonden, het werkte ontzettend goed.

De door ons bedachte opdracht moest vernieuwend en anders zijn dan alle huidige plannen voor de Werkplaats in Tilburg. Hiermee daagden wij onszelf uit tot het uitwringen van allerlei (on)mogelijkheden vanuit onze gedachten. Een lange periode achter ons latend kijken wij tevreden terug op ons

eindresultaat.

Hierbij ons afstudeerwerk, waarbij onze visies vertaald zijn in een stedenbouwkundig masterplan.

Co van Griensven en Luuk van Dijk

(4)
(5)

1. Kaders

1.1 Locatie en omgeving 1.1.1 De Werkplaats in Tilburg 1.1.2 Tilburg in BrabantStad 1.2 Ontwikkelvisie 1.2.1 De voetganger 1.2.2 Leefstijlen 1.2.3 Scenario BrabantStad

Inhoudsopgave

2. Basisplan

2.1 Programma 2.2 Basisstructuur 2.2.1 Uitgangspunten 2.2.2 Ruimtelijke opbouw 2.2.3 Plankaart 2.3 Deelaspecten

2.3.1 Autoverkeer & parkeren 2.3.2 Langzaamverkeer

2.3.3 Behoud van waardevolle gebouwen 2.3.4 Openbare ruimte & groenstructuur 2.3.5 Bouwhoogtes

2.3.6 Functies 2.4 Verkaveling knooppunten

2.4.1 Stationsknooppunt

2.4.2 Connectie Willem II-straat

3. Beeldkwaliteit

3.1 Doorsnedes 3.2 3D Aanzichten

6

8 8 9 10 10 12 14

16

18 20 20 28 36 38 38 40 41 42 44 45 46 46 47 Voorwoord 3

48

50 58

(6)
(7)
(8)

1.1.1 De Werkplaats in Tilburg

Het gaat in dit project om de Werkplaats in Tilburg, welke uitmaakt van de herontwikkeling van de gehele spoorzone. Dit is een locatie waar in de loop der jaren een aantal grote ontwikkelingen gaan plaatsvinden. Momenteel worden er gebouwen gesloopt om plaats te maken voor nieuwe gebouwen. Tot aan 2025 zal de tijd hard nodig zijn om de in totaal 220.000 vierkante meter te

ontwikkelen.

De Werkplaats ligt tussen het spoor en de Lange Nieuwstraat in. De spoorlijn Breda-Tilburg is in 1863 officieel geopend. Voor Tilburg was de komst van de spoorlijn van groot belang. Spoedig zou de spoorlijn doorgetrokken worden naar Boxtel, Eindhoven, Venlo en de Duitse grens. De komst van de spoorlijn had tot direct gevolg dat de grote werkplaats van de spoorwegen in Tilburg

gevestigd werd. Aan de noordzijde van het spoor heeft deze werkplaats zich in 1870 gevestigd. Vanaf die tijd tot nu zijn er op de werkplaats locomotieven gemaakt en hersteld. Door de komst van kleinere werkplaatsen elders in Nederland heeft de werkplaats in Tilburg haar functie verloren en zal deze verdwijnen.

Door de tijd heen zijn er gebouwen neergezet, aangepast, gerenoveerd en gesloopt. Het is een voortdurend doorgaand proces geweest dat gericht was op functionaliteit en effectiviteit. Het is alleen jammer dat Tilburgers niet weten wat er gaande was in dit gebied. Voor veel mensen is dit gebied altijd gesloten geweest.

Uit iedere fase van de ontwikkeling zijn nog wel kenmerkende elementen terug te vinden. Niet alleen in de grote opvallende gebouwen zoals het koepelgebouw (1902), de grote locstelplaats (1930-1931) en de polygonale loods (1937) met draaischijf (1928), maar ook in delen van gebouwen en specifieke constructies.

1.1 Locatie en omgeving

8

Afbeelding 1.1.1.1: De locatie van de Werkplaats in Tilburg.

(9)

1.1.2 Tilburg in Brabantstad

BrabantStad is het stedelijk netwerk van de vijf grote Brabantse steden Breda, Eindhoven, Helmond, ’s-Hertogenbosch en Tilburg én de provincie

Noord-Brabant. De samenwerking was oorspronkelijk gericht op ruimtelijke en economische ontwikkelingen. In de afgelopen jaren is deze uitgebreid met de beleidsvelden milieu, grotestedenbeleid, cultuur, mobiliteit en sociale

ontwikkeling.

De missie van BrabantStad is de volgende:

“BrabantStad, een sterk internationaal concurrerend en duurzaam groeiend stedelijk netwerk.”

Deze missie is uitgewerkt in een zestal doelen: 1. Balans tussen stedelijkheid en groen. 2. Duurzame en klimaatbestendige regio.

3. Economische, culturele en sportieve topvoorzieningen. 4. Toonaangevende kennis- en innovatieregio in Europa. 5. In- en externe bereikbaarheid.

6. BrabantStad, een sterk netwerk.

Het is belangrijk om Tilburg in de context te zien van BrabantStad en zijn positie hierin. Deze positie is uniek binnen BrabantStad en Tilburg kan hier een

belangrijke verbindende rol spelen, omdat deze een unieke leefstijl kenmerkt en qua locatie gunstigt ligt binnen BrabantStad als geheel.

De Werkplaats in Tilburg speelt hierin tevens een rol in. Door het nabij gelegen station is de locatie ontzettend goed bereikbaar met de trein. Het spoor verbind Tilburg direct met Breda, Eindhoven en ‘s-Hertogenbosch. Snelwegen rondom Tilburg gaan allemaal via steden uit BrabantStad. Door de uitstekende

bereikbaarheid vanuit de Werkplaats, is het goed om na te denken hoe Tilburg dit belangrijke bereikbare gebied wil profileren en wat de rol is van andere steden uit BrabantStad.

Belangrijk is de positie van de andere steden. Gaat iedereen voor samenwerking, of juist niet?

Afbeelding 1.1.2.1: De vijf BrabantStad-steden verbonden door snelwegen.

(10)

1.2.1 Voetgangersbenadering

Een mens beweegt zich, omdat hij of zij hier reden toe heeft. In dit project zal één van de aandachtspunten de bewegingsvorm van de voetganger zijn. De beleving van een voetganger is vele malen intensiever dan die van een automobilist of fietser, omdat deze veel meer in contact komt met zijn omgeving. Er wordt een betere indruk verkregen van de fysieke, audiovisuele en actieve elementen die een stad vormen. Wandelen door een stad is een duurzame manier van bewegen, welke in de omgeving van het station in Tilburg een belangrijke bewegingsvorm is. Per dag zijn er meer dan 27.000 voetgangers die de stad in en uit gaan via het station. In deze omgeving is het praktisch om functies binnen loopafstand te hebben.

Een mens beweegt zich altijd voort met een doel, bestemming of reden. Daarom is het interessant om te kijken welke functies (groot, klein, belangrijk en minder belangrijk) er zich binnen loopafstand rondom de Werkplaats bevinden. Deze functies zullen door stadsbezoekers vaak wandelend bezocht worden, waardoor alles op en langs deze wandelroutes een (eerste) indruk van de stad nalaten op deze bezoekers.

Stadsbezoekers die een onbekende stad naderen, neigen vaak naar het nemen van een bus, als bepaalde routes onduidelijk zijn. Wanneer zij ervoor kiezen om te gaan wandelen, is dit omdat de route duidelijk, snel, veilig, interessant of makkelijk is. Deze route kan worden gevormd door de stedenbouwkundige die hier een duidelijke structuur voor creeërt, of door de wandelaar zelf die de route goed kent, of een route neemt die langs meerdere functies, activiteiten of interessante omgevingen komt. Interessante omgevingen kunnen in een stad parken, gebouwen, pleinen of centra’s zijn.

1.2 Ontwikkelvisie

10

(11)

De belangrijkste reden om te kijken naar de looproutes in de omgeving van het station is de locatie van het plangebied. In de toekomst zal een doorgang vanuit het station naar de Werkplaats cruciaal zijn om de Werkplaats te ontsluiten en de benadering van het station voor het gedeelte Tilburg dat zich ten noorden van de spoorlijn bevind, makkelijker te maken. Een andere reden is het gebruik van het station als knooppunt en entree van de stad. Vanuit hier wordt bewogen naar functies, woningen, werk en ontspanning. Door werknemers, bewoners, studenten en bezoekers.

Toegankelijkheid kan de drempel zijn tot succes van een functie. Deze

toegankelijkheid voor een voetganger bestaat uit een aantal dingen: Allereerst is een duidelijke route richting de functie vereist. Ten tweede moet het niet te ver zijn. Ten derde is de fysieke aantrekkelijkheid van de omgeving waarin de bezoeker zich bevindt op weg naar de functie belangrijk, welke in directe relatie staat met het vierde punt, namelijk de veiligheid.

Looproutes voor voetgangers wijken vaak af van de routes die de

stedenbouwkundige ontwierp. Vaak gaan voetgangers een soort ‘afwijkend gedrag’ vertonen. Gedrag dat eigenlijk helemaal niet ‘afwijkend’ is, maar de openbare ruimte wordt op dat moment niet gebruikt zoals de

stedenbouwkundige dit bij het ontwerpen bedoeld had. Het is juist praktisch gebruik dat vertoont wordt, bijvoorbeeld door de rechtste weg naar het doel te lopen. De gedachte aan deze voetgangersbenadering, het meest praktisch ontwerpen voor de voetganger in de openbare ruimte, zal een grote rol spelen in het ontwerpen van de openbare ruimte. Verkomen van ‘afwijkend’ gedrag is één van de doelstellingen tijdens het ontwerpen van de Werkplaats. De logica van de gebruiker zal een sterke invloed hebben op de infrastructuren voor autoverkeer en langzaam verkeer.

11

Afbeelding 1.2.1.2: Lage hagen bevorderen het zicht van de voetganger en begeleiden deze.

(12)

1.2.2 Leefstijlen

Het samenleven van sommige mensen en culturen gaat niet altijd samen, zo blijkt uit praktijk en het hedendaagse nieuws. Steeds vaker botst het tussen mensen met verschillende achtergronden, woonachtig in één wijk. In de hedendaagse stedenbouw wordt volop gebruik gemaakt van woonmilieus. Leefstijlen zijn hier een vrij onbekend begrip. Daar waar woonmilieus ingaan op de fysieke kenmerken van de woonomgeving en sociaal-culturele kenmerken, richten leefstijlen zich op betekenis en beleving. Deze leefstijlbenadering wordt in dit project toegepast om beter richting te geven aan de wensen van de uiteindelijke gebruiker.

De uitdaging ligt in het zoeken naar verschillende leefstijlen die elkaar

accepteren en bevorderend werken voor het sociale aspect, imago en misschien wel het uiterlijk van een wijk. Dit uiterlijk wordt in eerste instantie al bepaald door de stedenbouwkundige. Deze maakt het aantrekkelijk voor verschillende doelgroepen om zich te vestigen op locaties. Natuurlijk spelen soorten woningen hierin ook een rol, maar een zelfde woning in stedelijke of

landschappelijke structuur trekt mensen met een andere leefstijl. Het gehele leefmilieu is in deze situaties anders.

Voor stedenbouwkundigen is een grotere rol weggelegd bij het scheppen van condities voor verschillende soorten leefstijlen op verschillende locaties, welke gezamelijk één leefmilieu vormen. In de Werkplaats is het doel om de mens voorop te stellen, waarbij ook gekeken zal worden naar het contact dat mensen hebben met de omgeving waarin zij zich bewegen. Stedenbouwkundigen

ontwerpen altijd voor de mens, iets wat soms wel vergeten lijkt te worden.

Afbeelding 1.2.2.1: Verschillende leefstijlen op verschillende locaties.

12

(13)

In dit project zijn er verschillende soorten leefstijlen gebruikt, waarvan het vermoeden bestaat dat deze op een bepaalde locatie kunnen samenleven. Hier liggen kansen voor stedenbouwkundigen en ontwikkelaars om uiteindelijk meer vanuit de beleving van gebruikers te denken.

De omstandigheden en eigenschappen van deze locatie spelen een grote rol in de woonkeuze van doelgroepen voor een locatie. In de Werkplaats zijn een aantal functies aanwezig die een belangrijke rol zullen spelen voor de

doelgroepen om hier te gaan wonen. Voorbeelden van de beschikbare functies zijn onder andere het aanwezige openbaar vervoer en de toegankelijkheid van het gebied.

In het plangebied kan een levendige doch vluchtige omgeving ontstaan, waar mensen snel in en uit gaan. Momenteel is de Werkplaats echter een afgesloten geheel, waarbij Tilburgers niet weten wat er binnen het geheel gebeurt. Beide situaties (de vluchtige omgeving en het afgesloten geheel) moeten passen bij de leefstijl van de mensen die hier willen wonen. Het vermoeden is ontstaan dat er binnen de locatie te grootschalig gebouwd gaat worden, binnen een leefstijl die niet past bij de typische Tilburger. Wil Tilburg dit, of moet ze blijven bij haar eigen aard?

Uit onderzoek, door middel van het BSR-model (zie afbeelding 1.3.2.2), is gebleken welke verschillende soorten leefstijlen op deze locatie kunnen

samenleven en wat voor leefmilieu dit zal vormen. Tijdens de uitwerking van het masterplan is gekeken naar de behoefte en profilering van Tilburg. Door

middel van randvoorwaarden voor de leefstijlen is geprobeerd het karakter van het gebied optimaal te gebruiken om mensen hier zo prettig mogelijk te laten verblijven.

Afbeelding 1.2.2.2: De vier verschillende soorten leefstijlen van het BSR-model.

Afbeelding 1.2.2.3: De directe omgeving van de Werkplaats in leefstijlkleuren.

(14)

1.3.3 Scenario BrabantStad

Aan de hand van de verschillende invalshoeken, de voetgangersbenadering en de leefstijlbenadering, is gekeken naar verschillende mogelijke scenario’s voor de Spoorzone. Na selectie zijn er twee reële scenario’s uit gekomen: Het eerste scenario gaat over Tilburg dat zich inzet als verbinder in BrabantStad. Tilburg is hierin ondergeschikt binnen BrabantStad. In het tweede scenario kiest Tilburg voor zijn eigen inwoners en leefstijl en trekt zich weinig aan van BrabantStad. Uiteindelijk is het eerste scenario uitgewerkt, omdat het interessant was om te zien in hoeverre Tilburg onderschikt kon zijn aan BrabantStad. Hoe ver gaat het als er zo’n groot gebied, nabij het centrum, ingericht wordt voor een groter geheel (BrabantStad) en niet alleen voor Tilburg.

Het personen- en goederenvervoer in Brabant zal in de komende jaren flink stijgen. Als gevolg hiervan staat de bereikbaarheid van het Brabantse stedelijk netwerk onder druk. Dit heeft een negatief effect op de economische ontwikkeling van deze regio. Het Netwerkprogramma van Brabantstad werkt aan het verbeteren van de bereikbaarheid van de economische kerngebieden in BrabantStad, door de realisatie van een verkeers- en vervoersysteem dat het personen- en goederenvervoer zoveel mogelijk faciliteert. Het

Netwerkprogramma levert daarmee een bijdrage aan het verbeteren van het vestigings- en leefklimaat.

Afbeelding 1.3.3.1: De vijf grootste steden in Noord-Brabant.

14

(15)

Tilburg is een stad die in een luwte ligt van grotere netwerken. Twee

kennislijnen, te weten de verbinding van Rotterdam naar Antwerpen en Brussel via Breda ten westen van Tilburg en de verbinding van Nijmegen en Utrecht naar Maastricht, Luik, Dortmund en Venlo via Den Bosch en Eindhoven ten Oosten van Tilburg, maken Tilburg enerzijds tot de stad die centraal ligt in BrabantStad, maar anderzijds een stad die momenteel nog niet optimaal deel uitmaakt van het BrabantStad-netwerk. De infrastructurele verbinding van Rotterdam naar Eindhoven is voornamelijk een goederennetwerk, waardoor de gebruikskwaliteit niet wordt bevorderd. De druk die dit stedelijk netwerk te verduren zal

krijgen in combinatie met de ligging van Tilburg t.o.v. van de andere steden in het regionale netwerk is genoeg reden om het netwerkprogramma van Brabantstad te verbeteren.

De verbetering van het stedelijk netwerk zal betekenen dat Tilburg binnen Brabantstad een grotere betekenis krijgt. Denk hierbij aan het bieden van ruimte voor functies, leefstijlen en ondernemersruimte, wat op regionaal niveau invloed hebben. De Werkplaats is een uitstekende locatie om antwoord te geven op de vraag hiervan binnen BrabantStad, maar ook binnen Tilburg. Dit zijn invullingen binnen de Werkplaats waarmee de stad, met het vrijkomen van de Werkplaats, direct mogelijkheden schept om hier op in te spelen. Dit is een eenmalige kans die Tilburg absoluut moet grijpen.

Afbeelding 1.3.3.2: De positie van Tilburg tussen de blauwe gekleurde kennislijnen en onderdeel van rode goederenspoorverbinding.

(16)
(17)
(18)

Overgangsperiode

Tijdens de overgangsperiode waarin veel leegstand is in het gebied, zal geprobeerd worden de aanwezige bebouwing en ruimte deel van de stad te laten worden. Dit zal gebeuren door ruimte te geven aan creativiteit en vernieuwende concepten, waarvan er een aantal bij succes aanwezig blijven en doorgroeien als vaste kernwaarde in het gebied. Voorbeelden hiervan zijn de skatehal, Hall of Fame en talloze andere bedrijfjes.

Deze overgangsperiode duurt totdat de Werkplaats genoeg veranderd is om zelf voor levendigheid in het plangebied te zorgen, als onderdeel van het nieuwe centrum.

Functies

Na de overgangsperiode zal er gestreefd worden naar functies die de regionale identiteit van het gebied nastreven. Deze functies moeten in het gebied

passen, welke zorgen voor een goede mix van stedelijkheid en levendingheid in de Werkplaats. Er is een goede afwisseling van grote en kleinere gebouwen, zodat er voor veel soorten functies plek is.

Om deze levendigheid te bewerkstelligen, zal er ook in het gebied gewoond worden. Afhankelijk van de leefstijl die deze levendigheid om zich heen waardeert, zal hier vorm aan worden gegeven.

Vooral ten westen van het gebied zullen werkplekken in de vorm van kantoor-ruimten aanwezig zijn. Op diverse plekken in de Werkplaats zal ruimte gere-serveerd worden voor restaurants en cafés. De oude houtloods inclusief stalen constructie zouden één van deze locaties kunnen zijn.

Tilburg herbergt weinig tot geen onderwijs binnen 1 kilometer vanaf het station. Hierdoor wordt de barrière voor studenten een stukje groter. Onderwijs zou een rol kunnen spelen bij de ontwikkeling van het plangebied.

2.1 Programma en fasering

De regionale aantrekkingskracht van een MBO, HBO of Universiteit zouden de beoogde levendigheid in de Werkplaats perfect invulling geven als creatief, jong en dynamisch gebied.

De Koepelhal en de aanliggende hallen nummer 90 en nummer 92 zijn perfect geschikt voor regionale evenementen en voorzieningen. Het Ladybird Skatepark is een voorziening waarbij sociaal-culturele elementen zorgen voor de komst van jongeren vanuit heel Noord-Brabant.

Als laatste zal er in de plinten van de gebouwen in de directe omgeving van het station ruimte gereserveerd worden voor kleinschalige commerciële

voorzieningen waaronder detailhandel.

Leefstijlenanalyse

De Werkplaats moet ruimte gaan bieden voor BrabantStad. Doel is dan ook om de gehele provincie Noord-Brabant in aanraking te laten komen met de

Werkplaats. Qua leefstijlen zullen er een aantal leefstijlen meer

vertegenwoordigd worden dan andere. De groene leefstijl zal vrijwel niet voorkomen in het gebied, omdat deze erg gericht is op rust. In dit gebied is er vrijwel geen mogelijkheid om deze leefstijl die gekenmerkt wordt door gezinnen met kinderen, te positioneren.

De resterende leefstijlen zullen wel gerealiseerd worden. De blauwe leefstijl zal echter vooral in appartementvorm voorkomen, behalve in de omgeving van de houtloods. De gele leefstijl zorgt voor een vloeiende aansluiting op de

achterliggende wijk Theresia. De Tilburgse gezelligheid, ons kent ons en drukte is hier geliefd.

De rode leefstijl is dominant in de Werkplaats. Deze leefstijl houd van de drukte om zich heen en de differentiatie die het gebied kenmerkt. Ze zit graag in de buurt van vervoer, zodat men zich snel kan verplaatsen.

Zo zullen er vrij veel één- en tweepersoonhuishoudens zijn, waarbij ingespeeld wordt op de al jarenlange en nationale toename van deze groep.

(19)

Programma

Het totale plangebied is 18 hectare groot, waar in totaal een programma

gerealiseerd zal worden met 270.000 m2 vloeroppervlak. Hierop zullen minimaal 750 woningen gerealiseerd zullen worden en maximaal 180 functies anders dan wonen.

Deze woningen zullen op 120.000 vierkante meter gerealiseerd worden, waarbij het gemiddelde aantal lagen over het gehele gebied 4 is. Er zal veel gewerkt worden met openbare ruimte, daar de OSR-verhouding 0,59 is. Dit betekent dat de openbare ruimte een groot aandeel krijgt in het totale

plangebied. Op deze manier is er de mogelijkheid om in de openbare ruimte te recreëren en als gebruiker de goede weg te vinden.

Andere functies dan wonen zullen kantoren (80.000 m2) zijn, commerciele functies (circa 15.000 m2), een evenementenhal (12.000 m2) en als laatste functies die een regionale aantrekkingskracht op het gebied hebben (43.000 m2). Door de waarden die op het plangebied van toepassing zijn, kan het plangebied absoluut als stedelijk getypeerd worden. De hoogte van de FSI valt te verklaren door het westelijke gedeelte, waar veel hoogbouw te vinden is. Deze zorgt dat de FSI-verhouding aanzienlijk is gestegen.

Bebouwingsdichtheid: GSI: 0,37

FSI: 1,51 OSR: 0,59

GSI: Verhouding tussen het grondvlak van de bebouwing en totale grondvlak. FSI: Verhouding tussen het totale vloeroppervlak en totale grondvlak. OSR: De verhouding van onbebouwd gebied ten opzichte van grondvlak bebouwing.

19

Foto 2.1.1: In de openbare ruimte zal veel ruimte zijn voor groen.

(20)

2.2.1 Uitgangspunten

Deze uitgangspunten zijn tot stand gekomen na heel veel analyses en onderzoek: 1. BrabantStad

Tilburg maakt deel uit van BrabantStad. Binnen BrabantStad is een

samenwerking gewenst tussen de vijf grootste steden van Noord-Brabant. Voor Tilburg is het onbekend waar deze in de samenwerking in kan bijdragen. Om niet op de andere vier steden te hoeven wachten, neemt Tilburg in dit scenario de touwtjes in eigen handen. Dit zal gebeuren door de Werkplaats, welke direct aan het spoor ligt en dus een ontzettend goede verbinding heeft met de rest van de steden, zo in te richten dat deze aantrekkelijk is voor bezoekers en voor een programma met regionale aantrekkingskracht.

2. Dorp - stad

De noordzijde van de Werkplaats heeft momenteel een dorpse uitstraling en beleving. Dit is te zien aan de morfologie, bebouwingshoogten en groen. De zuidzijde heeft een hogere dichtheid, meer functies en minder groen in het straatbeeld.. Het verschil is voelbaar. De Werkplaats is momenteel een tussengebied dat zowel verbindt als scheid.

In de toekomstige uitwerking van de Werkplaats zal dit gebied onderdeel uitmaken van het stadscentrum. Dit betekent dat dit gebied de eigenschappen van de stad overneemt. Het spoor dat door het uitgebreide stadscentrum loopt, zal een zo’n klein mogelijke barrière vormen, om de connectie tussen de oude Werkplaats en stadscentrum te versterken.

2.2 Basisstructuur

Afbeelding 2.2.1.2: De Werkplaats als onderdeel van de stad. Afbeelding 2.2.1.1: De Werkplaats als regionale trekker.

(21)

3. De vier gebieden

Het onderzoeksgebied is op te delen in vier gebieden. De wijk Theresia, de Werkplaats, een tussengebied en het stadscentrum. De gemeente wenst in het Masterplan voor de Spoorzone een connectie te maken tussen de Werkplaats en het stadscentrum. Na onze onderzoeken concluderen wij dat er echter te snel over een soort overgangsgebied, dat tussen de twee gebieden ligt, heen wordt gestapt. Hierdoor is er vanuit de Werkplaats geen duidelijke route naar het stadscentrum. Dit tussengebied is anders qua opbouw, fysieke vormen en grootschalig. Terwijl in het stadscentrum kleinschaligheid voorop staat. Vanuit het station is het door het tussengebied onduidelijk waar het stadscentrum zich bevindt en hoe daar te komen.

In de toekomstige uitwerking zal er een duidelijkere verbinding moeten zijn tussen de Werkplaats en het stadscentrum. Dit kan echter alleen tot stand komen als de aanlooproutes in het tussengebied duidelijker een route en toegang aangeven. Nu zou een eventuele goede verbinding tussen de Werkplaats en het stadscentrum belemmerd worden doordat het tussengebied zorgt voor verwarring.

4. Connectie Besterdring

De Werkplaats ligt momenteel aan de oostzijde tussen twee gebieden (het stadscentrum en de Besterdring) in met veel functies, welke momenteel volledig los van elkaar functioneren. Beide gebieden zijn op loopafstand van het station bereikbaar.

Er kan een connectie tot stand gebracht worden tussen de Besterdring en het stadscentrum met de Werkplaats als verbindende factor. De Werkplaats ligt precies tussen deze twee locaties in en zou het centrum versterken.

Afbeelding 2.2.1.3: De Werkplaats met goede verbindingen vanaf het station naar het centrum.

Afbeelding 2.2.1.4: De Werkplaats als verbinder.

(22)

5. Parkeren

Er zijn enkel parkeerplaatsen in het zuidelijke deel van de stad. In het noorden ontbreekt iedere vorm van overdekt parkeren. Het betrekken van de

Werkplaats bij het stadscentrum zou een grote levendigheid in de Werkplaats betekenen. Dit betekent dat er op deze locatie parkeermogelijkheden moeten komen die passen bij het te realiseren programma, waar rekening mee gehouden moet worden tijdens het ontwerp.

6. Voetgangers

Het station is één van de belangrijkste knooppunten in de stad. 27.000 Mensen gaan per dag in en uit ’t station. In een week tijd is dit het gehele inwonersaantal in Tilburg. Iedereen die vanuit het station naar het noorden van Tilburg wil, moet om de Werkplaats heen. Dit is onhandig en is een barrière voor de

bereikbaarheid van het noorden van de stad.

Het nieuwe ontwerp zal inspelen op een verbeterde verbinding tussen beide stadsdelen. Dit zal gebeuren door sowieso bij het station één doorgang te realiseren. Verder zal er oostwaards nog één doorgang bijkomen.

Afbeelding 2.2.1.5: De Werkplaats met parkeeroplossingen.

Afbeelding 2.2.1.6: De Werkplaats voor voetgangers.

22

(23)

7. Infrastructuur

Het gecomplementeerd houden van de ‘Cityring’ (zie afbeelding 2.2.1.7) is een ontzettend belangrijke voorwaarde voor de inrichting van de Werkplaats. Zo blijft het mogelijk Tilburg en het station goed te bereiken. Het heeft de voorkeur dit via de Spoorlaan te blijven doen, zodat het autoverkeer zoveel mogelijk geweerd wordt uit de Werkplaats. Op deze manier krijgen voetgangers & fietsers hier veel bewegingsvrijheid.

8. Morfologie

De Werkplaats heeft momenteel erg grote gebouwen, welke dienst deden in tijd dat de Nederlandse Spoorwegen nog gevestigd waren in het gebied. De

Besterdring en het stadscentrum bestaan vooral uit dichte blokken bebouwing, waar weinig groen in het openbare straatbeeld te vinden is, maar in de

privétuinen meer groen aanwezig is. Ten noordwesten van de Werkplaats is het veel opener waardoor er meer groen in de openbare ruimte aanwezig is. Als de Werkplaats ontwikkeld wordt, zullen de Besterdring en het stadscentrum verbonden worden. Dit betekent ook dat morfologisch de bouwblokken zullen passen in de trend die zichtbaar is in zowel stadscentrum als aan de Besterdring. Dit betekent dat het oosten van de Werkplaats een hogere dichtheid zal kennen ten opzichte van het westen van het gebied, omdat hier omgeving een lagere dichtheid kent. Verwacht wordt dat dit de binding met de naastliggende omgeving zal versterken.

Afbeelding 2.2.1.7: Het afmaken van de cityring, via de Spoorlaan.

Afbeelding 2.2.1.8: Het oosten krijgt dichtere bebouwing.

(24)

9. Bebouwingshoogten

De omgeving van de Werkplaats heeft aan de zuidzijde vele male hogere

bebouwing dan aan de noordzijde. De nu aanwezige bebouwing in de Werkplaats is grotesk en hoog. De werkzaamheden die hier plaatsvonden, eisten dit van de nu nog aanwezige bebouwing.

In de huidige situatie heeft de omgeving van de Werkplaats geen invloed op de Werkplaats zelf. In de toekomstige situatie zal er een grotere samenhang zijn tussen de noord- en zuidzijde, waarin de Werkplaats een verbindende factor is. Aan de westzijde zal de bebouwingshoogte in lijn zijn met de Stadsheer en het verzorgingstehuis. Dit zal hoge bebouwing zijn met meer dan 4 bouwlagen. In het midden van de Werkplaats zal een overgang komen van het station en de koepelhal naar de achterliggende wijk, waardoor er een geleidelijke overgang zal plaatsvinden. Ten oosten van de wijk zullen de bebouwingshoogten een

aansluiting zoeken met het midden van het terrein en de omgeving. Hierdoor zullen de bebouwingshoogten in de drie gebieden (ten noorden van de Werkplaats, de Werkplaats zelf en ten zuiden van de Werkplaats) zorgen voor een goede overgang.

10. Functies

De Werkplaats zal een gebied worden waar plek reserveerd is voor regionale functies, welke aantrekkingskracht hebben voor geheel BrabantStad. Verder zullen er kleinere commerciële functies komen welke zorgen voor een grote differentiatie voor de voetganger in zijn of haar beleving. Er moet opgepast worden dat het gebied niet alleen voor bezoekers vanuit andere steden interessant is, het gebied moet ook interessant zijn voor Tilburgers. Lokale kleinschaligheid zal een sleutelrol spelen bij een goede verdeling tussen commerciële en regionale functies.

Geel = 3 lagen Oranje = 4 lagen Rood = 5 t/m 8 lagen Blauw = 8 en hoger

Afbeelding 2.2.1.9: Variatie in bebouwingshoogten.

Afbeelding 2.2.1.10: Regionale functies binnen Tilburg.

24

(25)

11. Begrenzing

Waar het gebied nu ontzettend afgesloten is voor zowel Tilburgers als bezoekers van buiten, zal het gebied bij ontwikkeling opengesteld worden. De zuidzijde zal twee doorgangen extra krijgen, zodat ook deze kant beter toegankelijk zal zijn. Het spoor zal minder als barrière worden gezien en ervaren. Veiligheid staat natuurlijk wel voorop, de in gebruik zijnde sporen zullen nooit bereikbaar zijn voor bezoekers.

12. Leefstijl

De Werkplaats in zijn huidige vorm is een afgesloten gebied waar niet in gewoond wordt. Dit betekent dat als er in de toekomst wel gewoond gaat worden, nagedacht zal moeten zijn over de vorm waarin dit wordt gedaan. In de omgeving van de Werkplaats wordt echter wel veel gewoond, waardoor een aansluiting mogelijk is op deze omgeving. Deze aanpak moet resulteren in een programma dat goed aansluit bij zowel de behoeften in Tilburg als omgeving van de Werkplaats.

De huidige Werkplaats kent een aantal grote, statige gebouwen. Deze hebben invloed op de keuze voor leefstijlen. In de toekomst zal deze locatie geen rustige leefstijl kennen, wat van invloed is geweest op de keuze van de rode en blauwe leefstijl.

Op basis van een analyse is onderzoek gedaan welke leefstijlen het beste op de Werkplaats tot hun recht zouden komen, waaruit bleek dat de rode en blauwe leefstijl het beste pasten. De andere twee leefstijlen zullen ook gebruikt worden, zij het in mindere mate. De gele leefstijl zal zorgen voor een goede aansluiting op de wijk Theresia, zodat er geen harde grens ontstaat qua leefstijl. Fysiek zal echter wel duidelijk gemaakt worden dat men een ander gebied betreed. Gevoelsmatig heeft dit een oriënterende werking, waardoor een bezoeker eerder geneigd is om terug te gaan naar de drukte van de Werkplaats.

Afbeelding 2.2.1.11: Openstelling van de Werkplaats.

Afbeelding 2.2.1.12: Toepassing van verschillende leefstijlen.

(26)

13. Groen

De Werkplaats heeft nu een aantal waardevolle groenelementen. Dit varieert van monumentale bomen tot waardevolle groepen bomen. Er is momenteel relatief veel groen in de Werkplaats, ten opzichte van haar omgeving. Dit komt doordat de Werkplaats een open gebied is, waar de mogelijkheid wordt geboden om dit groen te ervaren. Het omliggende stedelijke weefsel bevat een aantal parken, privétuinen en kloostertuinen, welke verbonden zijn met

groenstructuren. Ten noorden van de Werkplaats zijn deze sterker verbonden dan ten zuiden van de Werkplaats.

Bij de ontwikkeling van de Werkplaats is het belangrijk de waardevolle groenelementen te behouden. Dit zal bijdragen aan een prettige leefomgeving en een kwalitatieve openbare ruimte. Daarnaast is er de mogelijkheid om een park te creëren en deze op te nemen in de groenstructuur van de stad, welke toegankelijk zal zijn voor eenieder.

14. Wonen

De Werkplaats is een gebied geweest waarin lange tijd is gewerkt. Dit betekent dus dat er geen woningen in de Werkplaats staan. Bij een eventuele ontwikkeling zal dit veranderen.

Midden in de stad komt nu een vlak vrij van 17 hectare. Aangezien het aantal mensen dat in steden woont alleen maar toeneemt, ligt het voor de hand om woningen te realiseren in de Werkplaats. Deze woningen zullen in een omgeving geplaatst worden door middel van leefstijlen. Vanuit de

leefstijlbenadering is gebleken welke leefstijlen het beste passen in het gebied. Dit betekent dat de aanwezige aspecten van een leefstijl toegepast worden om zo toekomstige bewoners aan te trekken die zich op zijn of haar gemak voelen in dit gebied en zijn levendigheid.

De meest geschikte vlakken om woongelegenheid toe te passen is aan de westzijde en noordoostzijde. De binnenkant zal zich vooral richten op niet-wonen.

Afbeelding 2.2.1.13: Behoud van waardevolle groenelementen.

Afbeelding 2.2.1.14: Duidelijke scheiding in wonen en regionaal programma.

(27)

15. Monumentale bebouwing

De Werkplaats is altijd een gebied geweest dat praktisch gebruikt is en waar hard aan vele locomotieven gewerkt is. In de toekomst zal deze identiteit zichtbaar blijven. Door een aantal sporen te laten liggen die in het gebied liggen en onder andere het koepelgebouw, de locstelplaats en de polygonale loods met draaischijf te behouden, zal deze waardevolle en historische identiteit zichtbaar blijven.

Verder zal ‘De Medeklinkert’, een woongemeenschap gevestigd aan de Lange Nieuwstraat, behouden blijven. Alle bebouwing die blijft staan, zijn weergeven op afbeelding 2.2.1.15.

Afbeelding 2.2.1.15: Behoud van monumentale bebouwing en oude identiteit.

27

Foto 2.2.1.1: Behoud van de polygonale loods.

(28)

2.2.2 Ruimtelijke opbouw

In hoofdstuk 2.2.1 zijn zojuist de ontwerpuitgangspunten besproken. Deze gelden als stedenbouwkundige kaders, waarop het masterplan is gebaseerd. Hier is op zeven verschillende onderwerpen schetsmatig in vogelvlucht de opbouw van de masterplankaart weergeven. Dit is gedaan om meer inzicht te geven in de vertaling van uitgangspunten naar masterplankaart.

1. Waardevolle gebouwen en groen

Afbeelding 2.2.2.1 laat de gebouwen zien die behouden blijven en hergebruikt gaan worden. Verder staan de bijzondere groenstructuren ingetekend, welke zeker behouden moeten blijven.

2.2 Basisstructuur

Afbeelding 2.2.2.1: Behoud van waardevolle groenelementen en bebouwing.

28

(29)

2. Voetgangersroutes

Er zijn een aantal belangrijke routes weergeven in afbeelding 2.2.2.2 die

belangrijk zijn voor het langzaamverkeer in de Werkplaats. De blauw weergeven routes zijn voor de stadsbezoeker van cruciaal belang om van A naar B te komen. Dit zijn de meest duidelijke routes en leiden ook tot een andere regionale bestemming of een uitgang in het gebied. De rode routes zijn de informele routes die bijvoorbeeld rechtstreeks naar de wijk Theresia gaan, of naar informele verblijfruimten.

(30)

3. Leefstijlgebieden

Op afbeelding 2.2.2.3 is te zien hoe de Werkplaats is opgedeeld in gebieden waar bepaalde leefstijlen het beste kunnen leven. Tevens staat de bedoelde richting voor bebouwing ingetekend. In het uiteindelijke ontwerp zal er een gebouw komen dat qua volumes dezelfde vorm zal hebben. Dit is gedaan om aan te sluiten op de volumes waar mensen met bepaalde leefstijlen zich prettig bij voelen.Belangrijk is om in gedachten te houden dat niet alleen mensen met de gekleurde leefstijl hier wonen of actief zijn, maar wel dat deze leefstijl dominant aanwezig is binnen het leefstijlgebied.

De blauwe leefstijl in het oosten sluit aan op de hoge bebouwing. Deze leefstijl straalt status en aanzien uit. Dit wordt bereikt door verticale, ranke

torenvolumes, met veel groen in de openbare ruimte zodat de bebouwing goed zichtbaar is. De bebouwing is goed zichtbaar, valt ook op en heeft dus geen standaard architectuur.

Afbeelding 2.2.2.3: Verschillende leefstijlen met bebouwingssoort ingetekend.

Het gebied met rode leefstijl anticipeert op de monumentale bebouwing die al aanwezig is in het gebied. Deze zal zorgen voor geabstraheerde architectuur, waar veel bedrijvigheid in mogelijk is.

De gele leefstijl zal de aansluiting vormen op de wijk Theresia. Dit wordt door middel van rijtjeshuizen gedaan, welke per blok ontworpen worden en kracht uitstralen door middel van repetitie. Dit zijn lange, smalle kavels, welke typerend zijn voor Tilburg en Theresia.

Er zijn twee gemengde gebieden: Het rood-blauwe en blauw-rode gebied. Het blauw-rode gebied is blauw, in verband met de grootschalige bebouwing waar dit gebied tussen ligt, door beperkte kleinschaligheid toe te passen, wordt een connectie gemaakt met de rode Besterdring.

Het rood-blauw gebied is een overgang tussen het blauwe en rode gebied, ook qua bouwhoogtes. Deze mengt echter ook goed met de Lange Nieuwstraat en ‘De Medeklinkert’, een gebouw dat behouden blijft, aangezien daar alle leefstijlen voorkomen.

(31)

4. Infrastructuur

Het autoverkeer is in de Werkplaats ondergeschikt aan het voetgangers- en fietsverkeer. Er zullen aan de Lange Nieuwstraat twee lussen komen, welke éénrichtingsverkeer zullen zijn. Verder komen er twee zijstraten, welke

uitkomen op de weg die parallel aan het ongebruikte spoor loopt. De weg langs dit ongebruikte spoor dat behouden blijft, komt uit op het NS-Plein.

Op deze manier is het mogelijk voor de woonfuncties om vlakbij of zelfs achter de woning te parkeren. Het parkeren bij het regionale programma zal opgelost worden in een parkeergarage, welke aan de oostelijke zijde van de oude lochal gevestigd wordt. De entree zal via de Spoorlaan gaan, de uitrit is in de

Werkplaats, waarna auto’s richting het NS-Plein geleid worden.

De Spoorlaan zal deels ondergronds gelegd worden. Op deze manier wordt de barrière tussen het station, de Werkplaats en het centrum kleiner voor

voetgangers en fietsers. Alles wordt op deze manier makkelijker bereikbaar. Auto’s kunnen nog steeds het station bereiken aan de voorkant, waar een Kiss and Ride gerealiseerd zal worden in combinatie met een taxistandplaats. De bussen blijven op dezelfde positie. Om dit mogelijk te maken zal er wel een appartementencomplex moeten wijken. Hierdoor krijgen de bussen meer ruimte en wordt de algehele situatie hierdoor veiliger.

Afbeelding 2.2.2.4: De te realiseren infrastructuur met afgeronde Cityring.

(32)

5. Openbare ruimte

Binnen de Werkplaats worden een aantal duidelijke openbare ruimten

gerealiseerd. Rondom het station zullen aan zowel de noordzijde als de zuidzijde twee pleinen komen. Daarnaast zal er bij de houtloods (het meest oostelijke monumentale gebouw in de Werkplaats) een tuin komen waar bijvoorbeeld een terras aan verbonden is. Er wordt een groene connectie tot stand gebracht met de polygonale loods, met het al aanwezige groen in combinatie met nieuw groen. De oude koperslagerij ligt als basis in de ‘Kopertuin’, waar de contouren van omringende oude bebouwing behouden blijft.

Als laatste is er de omgeving rondom de evenementenhal (bij de oude Koepelhal), welke omringd zal worden door openbare ruimte. Zo komt het gebouw het beste uit in zijn directe omgeving. De groteske hal neemt op deze manier wat meer afstand van alles om zich heen, waardoor duidelijk is dat hier niet de ‘gewone’ winkels zijn, maar iets groters. Hier zullen de oude groepen bomen in de openbare ruimte behouden blijven.

Afbeelding 2.2.2.5: Openbare ruimte met oude bebouwing als drager.

32

(33)

6. Bebouwing

Deze bebouwingsvlakken en hoogten zijn ontstaan door de benodigde routes te combineren met het leefstijlverhaal. De grootte van gebouwen is afhankelijk van de te realiseren leefstijl, aangezien per leefstijl de verhoudingen verschillen. De aansluiting op de wijk Theresia gebeurd door lagere bebouwing, maar in het regionale programma zal de bebouwing hoger zijn.

Afbeelding 2.2.2.6: Bebouwingsvlakten en hoogten voor de verdere ontwikkeling.

(34)

7. Bebouwingshoogten

Richting het spoor zal er hogere bebouwing zijn dan richting de wijk Theresia ten noorden van de Werkplaats. Ten westen van het plangebied zal de hoge bebouwing die in deze omgeving aanwezig is, herhaald worden, waarna

geleidelijk afgebouwd zal worden tot de hoogte van de lochal. De lochal zal voor de rest van het gebied gelden als hoogste punt.

Afbeelding 2.2.2.7: Differentiatie en een golfbeweging qua hoogteverschillen.

34

(35)

35

Foto 2.2.2.1: Vanuit het groen is een zichtlijn op het Clarissenklooster erg mooi.

(36)

2.2.3 Plankaart

De in hoofdstuk 2.2.2 beschreven ruimtelijke opbouw is samengevat en goed uitgetekend. Dit is te zien op afbeelding 2.2.3.1. Op de kaart is bebouwing, openbare ruimtes, infrastructuur en groen weergeven. Een aantal aspecten van de kaart zijn verder uitgewerkt en zullen in hoofdstuk 2.3 nog aan bod komen. Duidelijk zou moeten worden hoe de Werkplaats ontsloten wordt, zowel het autoverkeer als het langzaamverkeer. Er is duidelijk invulling gegeven aan de connecties die gemaakt worden tussen het noorden en zuiden van het spoor, in verband met de cruciale verbinding van de Werkplaats met het oude

stadscentrum. Als men vanuit het zuiden naar het noorden loopt, zal men door de inrichting van de openbare ruimte duidelijk begeleid worden naar het regionale programma, ten oosten van het station.

Verder is er een duidelijke scheiding zichtbaar tussen het woongebied en de aansluiting op het regionale programma. Deze wordt door middel van hoge bomen, een voetgangers- en fietspad gescheiden. Het kantoorprogramma bevindt zich vooral ten zuidwesten van de Werkplaats, tegen het station aan. Hier zal ook een hogere bouw aangetroffen worden, die aansluit bij de hoge bebouwing ten noorden en zuiden van deze locatie.

(37)

Afbeelding 2.2.3.1: Plankaart voor de Werkplaats.

(38)

Afbeelding 2.3.1.2: De verschillende parkeeroplossingen voor de vier leefstijlen.

Op de vorige pagina is de plankaart getekent. In dit hoofdstuk lichten we een aantal aspecten binnen de plankaart eruit, om zo op deze manier ieder onderwerp behandeld en verduidelijkt te hebben.

2.3.1 Autoverkeer & parkeren

In het gebied wordt veel ruimte gegeven aan fietsers en voetgangers. Dit betekent dat er geen doorgaande weg door de Werkplaats heen zal komen. Om de stedelijke verkeersstructuur in stand te houden en de zogeheten ‘Cityring’ (zie afbeelding 2.2.1.7) te voltooien, zal een deel van de Spoorlaan ondergronds gelegd worden. Dit heeft een aantal voordelen. Ten eerste zal de verbinding voor fietsers en voetgangers tussen de Werkplaats en de binnenstad verbeterd worden, omdat deze niet meer de weg over hoeven te steken. Ten tweede hoeven ook auto’s niet meer te wachten op de voetgangers, waardoor een betere doorstroming op de Cityring tot stand komt.

In het plangebied zullen een aantal autoverkeers-‘lussen’ ontstaan, welke zichtbaar zijn op afbeelding 2.3.1.1. Deze lussen zullen éénrichtingsverkeer zijn, zodat op deze manier het autoverkeer in en om het gebied beperkt blijft. Voor voetgangers en fietsers zijn op deze manier vrijer in het gebied en de

hoeveelheid autoverkeer blijft minimaal. Deze lussen zullen dan ook vooral dienen om de aanwezige woningen en andere functies bereikbaar te maken, te houden en te ontsluiten.

De verschillende manieren van parkeren passen bij de verschillende aanwezige soorten leefstijlen. Deze parkeeroplossingen in combinatie met de verschillende leefstijlkleuren worden weergeven in afbeelding 2.3.1.2.

2.3 Deelaspecten

Afbeelding 2.3.1.1: De autoverkeersstructuur in de Werkplaats, met ‘lussen’.

(39)

Op afbeelding 2.3.1.3 zijn er een aantal gebieden, met vijf verschillende parkeeroplossingen.

De vijf verschillende parkeeroplossingen: 1. Parkeren onder de grond.

2. Het parkeren zal gebeuren op maaiveld, de woningen zullen hier op gebouwd worden. Het wonen en leven wordt hier een niveau hoger getild. Het parkeren zal dus onder de woningen gebeuren, maar toch op maaiveld.

3. Hier zal het parkeren halfverdiept gebeuren. De woningen komen erboven, een halve verdieping hoger dan maaiveld.

4. Bij deze woningen zal geparkeerd worden aan de achterkant. Hier zullen parkeerplaatsen op maaiveld gerealiseerd worden.

5. Het parkeren zal hier aan de voorkant van de woningen gebeuren, op maaiveld.

Afbeelding 2.3.1.3: Vijf verschillende parkeeroplossingen, gebaseerd op de leefstijlen.

(40)

2.3.2 Langzaamverkeer

Het langzaamverkeer krijgt ontzettend veel vrijheid in de Werkplaats. Auto’s worden zoveel mogelijk geweerd, zodat een prettig verblijfklimaat ontstaat in de omgeving van het station. Een omgeving waar veel voetgangers en fietsers komen. Fietsers moeten zo snel mogelijk van A naar B kunnen. Voor voetgangers is het van groot belang dat de routing door het gebied, naar plekken waar men mogelijk wil zijn, duidelijk is.

Op afbeelding 2.3.2.1 worden de routes weergeven die minstens gerealiseerd moeten worden. Er zullen twee doorgangen onder het spoor door komen, waarvan één ter hoogte van het station. Voetgangers kunnen hier van de noordkant van het station naar de zuidkant en andersom. Fietsers zullen hier afstappen en door het station heen kunnen wandelen. Ter

hoogte van de Willem II-straat zal tevens een doorgang komen, waar fietsers

wel doorheen kunnen fietsen. Hier zal een duidelijke connectie onstaan tussen het huidige stadscentrum en de Werkplaats. Deze routes krijgen prioriteit in het gebied en zullen door

middel van verschillende soorten wegverhardingen, toepassing van verschillende soorten materiaal, groenstructuren en

kleurverschillen in architectuur gerealiseerd worden.

(41)

2.3.3 Behoud van waardevolle gebouwen

Het gebied kent een rijke historie, welke belangrijk is voor de toepassing van bepaalde leefstijlen. Het doet veel met het aanzicht en gevoel op straat van bewoners, maar ook voor voetgangers en dus bezoekers. De Werkplaats kent veel bestaande structuren en gebouwen. Sommige worden behouden en krijgen een nieuwe functie, een aantal gebouwen zal gesloopt worden.

Een aantal structuren zullen gebruikt worden als inspiratie voor nieuwe bebouwing en de inrichting van de openbare ruimte. Hergebruik zal ook voorkomen: oude sporen kunnen dienen als aangever van routes. Duurzaam hergebruik, het behoud en gebruik van monumentale bebouwing en oude structuren, is voor sommige leefstijlen, toekomstige bedrijven en bewoners van belang.

Een aantal gebouwen zijn zo bijzonder dat deze moeten blijven staan. Deze monumentale en niet-monumentale gebouwen zijn op afbeelding 2.3.3.1 de roze gekleurde gebouwen.

Afbeelding 2.3.3.1: Waardevolle gebouwen en sporen die blijven behouden.

(42)

2.3.4 Openbare ruimte & groenstructuur

In de openbare ruimte in Tilburg is op het eerste oog weinig groen te zien. Achter de bebouwingslinten, welke vaak gesloten blokken zijn, bevindt zich veel groen waar bewoners wel toegang toe hebben. Stadsbezoekers zien hier echter heel erg weinig van, omdat de toegang hiertoe beperkt is. Bij de ontwikkeling van de Werkplaats zullen dit soort achterliggende terreinen blijven bestaan en doorgezet worden. De toegang hiertoe zal duidelijk zijn, zodat zowel

bewoners van Tilburg als stadsbezoekers kunnen profiteren van het mooie groen in de Werkplaats.

Naast een duidelijke routing die van A naar B leidt, is er dus ook een informele route die langs veel openbaar groen gaat. Hier kan men de rust ervaren, recreëren en genieten. Kortom: een plek waar men graag verblijft. Aan de noordoost kant van de Werkplaats, tegenover het Clarissenklooster dat gelegen is aan de Lange Nieuwstraat, zal dit uitgewerkt worden. Dit principe zal eveneens gebruikt worden bij de kantoren aan de Gasthuisring en de groene omgeving bij de oude houtloods: enerzijds de snelle route richting het station, anderzijds de informele route voor een wandeling tijdens bijvoorbeeld de lunch. De oude houtloods kan hier een belangrijke rol in spelen door de aanwezige staalconstructie te overdekken en in de houtloods een eetgelegenheid met terras te vestigen.

Het meest noordelijke spoor zal behouden blijven en als structuur door het gebied gebruikt worden. Dit spoor zal dienen als duidelijke scheiding in woonfunctie ten noorden van het spoor en regionaal programma ten zuiden hiervan. Bezoekers moeten doorhebben dat er aan die noordkant geen regionaal programma is, maar een aansluiting op de achterliggende woonwijk Theresia. Een fietspad dat van oost naar west gaat, door de Werkplaats heen, zal aan dit spoor komen te liggen, alsmede een voetpad.

Voorbeeld van kenmerkende gesloten blokken. Hier is veel groen te vinden, in de openbare ruimte echter niet.

Afbeelding 2.3.4.1 + afbeelding2.3.4.2

(43)

Het stationsplein aan de noordzijde van het spoor zal richting geven aan een bezoeker richting de regionale progamma’s. De woonwijk Theresia zal natuurlijk ook bereikbaar zijn, alleen zal deze routing in eerste instantie wat lastiger zichtbaar zijn. De bewoners van deze wijk zullen bekend raken met deze route, zodat deze zichtbaarheid van minder belang is. De bezoekers die voor het regionale programma komen, willen hier graag rechtstreeks naartoe kunnen lopen, zonder ingewikkeld gedoe met plattegronden en dergelijke.

Het stationsplein aan de zuidzijde van het spoor zal duidelijk maken in welke richting de binnenstad is. Daarnaast zal hier een Kiss and Ride gerealiseerd worden, waar ook de taxi’s een plek krijgen.

Zo zal de zuidkant dus in het teken staan van het centrum en ophalen/brengen en de noordzijde in het teken van regionaal progamma gecombineerd met de bezoeker. Dit moet duidelijk zijn bij betreding van deze pleinen.

Voorbeeld van kenmerkende gesloten blokken. Hier is veel groen te vinden, in de openbare ruimte echter niet.

43

Foto 2.3.4.1: Er zijn veel van deze bomen in de Werkplaats, welke behouden blijven.

(44)

2.3.5 Bouwhoogtes

Het kantoorgebied ten westen van de Werkplaats is aan de noord- en zuidzijde omringd door hoge gebouwen. Dit zal hier herhaald worden binnen de blauwe leefstijl: Hoge ranke torenvolumes welke geschikt zijn als kantoorfunctie. De bebouwing naast het kantoorgebied, richting het oosten, zal een verlaging introduceren voor de naastgelegen polygoonloods met draaischijf. De lochal introduceert weer een hoger gebied, wat voor alle bebouwing verder in het oosten als hoogste punt in het gebied zal gelden.

Hoe dichter er naar de wijk Theresia toegebouwd zal worden, hoe meer deze qua bebouwingshoogten zal stroken met de bebouwingshoogte in de wijk. Zo wordt er qua hoogte voor een logische overgang gezorgt tussen een druk gebied en een rustige woonwijk.

Afbeelding 2.3.5.1: Een logische overgang van hogere bebouwing bij het spoor en lagere bebouwing richting Theresia.

44

(45)

2.3.6 Functies

Woonfuncties komen op drie plekken voor: ten noorden van het spoor dat ongebruikt blijft liggen in de Werkplaats. Deze locatie leent zich goed voor een duidelijke overgang richting de woonwijk Theresia, met verschillende leefstijlen. Hier is de mogelijkheid om te leven in de drukte van het te realiseren

programma richting het station en de rust van Theresia.

De R in afbeelding 2.3.6.1 staat voor het regionale programma dat hier

gerealiseerd zal worden. Hier zal gewoond worden, omdat er bepaalde leefstijlen zijn die behoefte hebben aan de drukte en levendigheid. Uiteindelijk zal er een duidelijke overgang zijn tussen het rustige woongedeelte en het regionale programma. Hier zorgt het oude spoor voor, de infrastructuur die aanwezig is en de bebouwing zal kenmerkend anders ogen dan de bebouwing. De gesloten woonblokken die Tilburg kenmerken, zullen in het woongebied doorgezet worden. Hierdoor is er iets minder openheid voor de bezoeker, die hierdoor sneller de plek vindt waar deze wil zijn: het regionale programma.

Afbeelding 2.3.6.1: Een scheiding tussen een pure woonfunctie en het regionale programma.

(46)

2.4.1 Stationsknooppunt

Hiernaast is de stationsomgeving getekend. Hier is goed te zien hoe bepaalde routes lopen en hoe er een aansluiting gemaakt wordt vanuit het stadscentrum met de Werkplaats. Daarnaast moet duidelijk worden hoe de ruimtelijke scheiding tussen het woongebied en het regionale gebied vormgegeven wordt. De connectie tussen het regionale programma, het gele pad vanuit het station leidt hier naartoe, is duidelijk zichtbaar. Bezoekers worden hier naartoe begeleid direct vanuit de uitgang van het station. Andere locaties zijn ook bereikbaar, maar bij het uitstappen loopt men direct met de bocht mee.

Als vanuit het station linksaf geslagen wordt, zal men richting de kantoren lopen in het westen van het gebied. Het fietspad met het oude spoor, zal zorgen voor een scheiding tussen het pure woongedeelte en het regionale gebied waar wel gewoond wordt, maar in een andere leefstijl. Hier is het drukker en levendiger. Binnen het regionale programma zullen er veel gestapelde woningen zijn, terwijl er ten noorden van het oude spoor en fietspad veel rijtjeswoningen gevonden zullen worden.

2.4 Verkaveling knooppunten

46

(47)

2.4.2 Connectie Willem II-straat

De connectie met de Willem II-straat is een belangrijke connectie. Hier wordt een onderdoorgang onder het spoor door gerealiseerd, zodat langzaamverkeer in een vloeiende beweging van het stadscentrum naar de Werkplaats kan. Deze connectie is een bepalende rol in de directe omgeving van de Werkplaats, net zoals het gele pad, dat vanuit het station hier naartoe leidt, waar regionaal programma zich bevindt.

Het autoverkeer kan parkeren, zodra men onder het spoor doorrijdt. Dit zal gebeuren in een parkeergarage, welke een uitgang heeft in de Werkplaats. Vanaf hier wordt men begeleidt naar de rand van het plangebied. Fietsers kunnen zowel richting station, regionaal programma (waar men tegenaan rijdt), of, als men door het regionale programma heenrijdt, richting de wijk Theresia of zelfs de Besterdring. Dit is een soepele verbinding waarbij weinig weerstand wordt ondervonden voor fietsers en voetgangers. Voor autoverkeer is dit echter anders: het is juist gewenst de ontoegankelijke identiteit van de Werkplaats in stand te houden voor autoverkeer. Er zal vooral bestemmingsverkeer parkeren en voor bewoners is er de optie om door middel van een vergunning voor de deur te parkeren.

Net als bij het stationsknooppunt is goed te zien dat er een duidelijke scheiding ontstaat qua woon- en regionale functies. Boven het fietspad vooral rijtjeshuizen, daaronder appartementen welke boven winkels gesitueerd zijn.

47

Afbeelding 2.4.2.1: Het knooppunt bij de Willem II-straat uitgewerkt.

(48)
(49)
(50)

1.

Stationsplein

3.1 Doorsnedes

(51)

2.

Koperplein

(52)

3.

Ingang parkeergarage

(53)

4.

Uitgang parkeergarage

(54)

5.

Autoverkeerslus achter Deprezgebouw

(55)

6.

Parkverbinding vanuit stationsplein

(56)

7.

Fietspad langs de houtloods

(57)

8.

Autoweg bij kantoren

(58)

3.2 3D Aanzichten

(59)
(60)
(61)
(62)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

den 1 1 %, een tevredenheidsverdeling die in sterke mate overeenkomt met die welke in vele buitenlandse studies genoemd wordt, zoals uit het bekende overzicht van Hop-

Geul Appeltern – Maasbommel Blauw Boven – theaterzaal podium Ossekamp en De Waarden Paars Boven - kookstudio. Algemeen & Beheer Roze Boven

Dat betekent dat we onderzoeksactiviteiten binnen de WOA zodanig willen vormgeven dat ze uitnodigen tot een dialoog tussen onderzoekers en leraren, dat ze voor beiden

In Amsterdam richten opleidingen en werkveld in 2008 Youth Spot op, het onderzoek- en praktijkcentrum voor jongerenwerk, met als doel om gezamenlijk te werken aan de

Ik heb meer inzicht gekregen in de kansen van digitalisering voor mijn bedrijf.. Ik ben meer te weten gekomen over de kosten of haalbaarheid voor digitaliseringsmogelijkheden voor

U heeft inzicht in tijd, zowel in de toekomst als in het verleden Met Plan-IT Werkplaats kunt u, in tegenstelling tot het handmatige planbord, tot ver in de toekomst afspraken

veiligheid voorwaarden zijn voor het gevoel van geluk of welzijn, is het dan een goed idee om mensen preventief onder bewind te stellen..

In Amsterdam richten opleidingen en werkveld in 2008 Youth Spot op, het onderzoek- en praktijkcentrum voor jongerenwerk, met als doel om gezamenlijk te werken aan de