• No results found

Zorg en Groen in Overijssel: vergroten van de beleving van groen bij doelgroepen in de zorg

In document Lerende evaluatie van het Natuurpact 2020 (pagina 139-142)

Provinciaal beleid draagt bij aan actieve inzet en beleving van natuur Provinciaal beleid leidt tot toename nieuwe groepen en initiatieven

4.6 Zorg en Groen in Overijssel: vergroten van de beleving van groen bij doelgroepen in de zorg

Het thema Zorg en Groen is een lopend beleidsthema van de provincie Overijssel, dat valt onder de subsidieregeling Natuur en Samenleving. Met deze regeling worden sinds 2016 projecten gefinancierd die bijdragen aan het versterken van de relatie tussen natuur en samenleving. Zorg en Groen-projecten – activiteiten die bijdragen aan de beleving van groen bij doelgroepen die bijzondere zorg nodig hebben – vallen hier ook onder en worden naast financieel ook ondersteund met kennis en een netwerk. Van 2016 tot 2019 zijn er in totaal 16 projecten rondom zorg en groen opgestart. De projecten zijn veelzijdig: van het vergroenen van woonzorglocaties (bijvoorbeeld de ZGR-locatie Angeli Custodes en revalida- tiecentra zoals Vogellanden), het uitzetten van een groene speurroute in een ziekenhuis (Isala) tot het werken met jong dementerenden in het landschapsbeheer (Zorgend Landschap). De provincie ondersteunt de initiatiefnemers met

kennis, ervaring en contacten via het Netwerk Koplopers in Groene Zorg. Provincie en initiatiefnemers gaan ervan uit dat vergroening van binnen- en buitenruimtes bij zorginstellingen en het vergroenen van activiteiten in de zorg effect hebben op het welzijn van cliënten. Onderzoek heeft ook aangetoond dat mensen baat hebben bij natuur in de woon-werkomgeving (bijvoorbeeld het verminderen van slaapklachten en medicijngebruik en het versnellen van genezing en vertragen van het ziektepro- ces). De effecten van de vergroening op het vergroten van het welzijn van cliënten worden in het kader van de projecten niet gemeten. De gezondheidsvooruitgang bij cliënten blijkt met name uit ervaringen van zorgmedewerkers. Zo merken zorgmede- werkers dat de jong dementerenden die werken in het natuurbeheer fysiek sterker worden, beter in hun vel zitten, beter slapen, een beter dag-nachtritme hebben, en trots zijn op het werk dat zij verrichten.

De ontmoetings- en beleeftuin van de Vogellanden, centrum voor revalidatie en bijzondere tandheelkunde in Zwolle.

Gebiedscasus

140 | Lerende evaluatie van het Natuurpact 2020

Initiatiefnemers ontvangen ook positieve reacties van collega’s, vrijwilligers of mensen die op andere manieren indirect betrokken zijn. Natuur is voor bewoners van zorginstellingen een middel om contact te maken, zowel onderling als met zorgmedewerkers, maar ook met familie en buurtbewoners. Zo is bij de ZGR-locatie Angeli Custodes de tuin bij de instelling meer beleefbaar en toegankelijk voor

ouderen gemaakt met onder andere bankjes, planten voor vlinders en bijen, en een overdekt terras. Natuur is een middel om samen dingen te doen. De tuin is ook opengesteld voor de buurt. ‘Het geeft meer beleving, als er mensen in de tuin zijn, gaan onze bewoners ook makkelijker de tuin in, je praat met elkaar over het groen.’

Provincies ondersteunen maatschappelijke initiatieven via subsidies. Zij merken hierbij dat dit bestaande instrument aangepast moet worden. Er is behoefte aan een betere aansluiting van de bestaande interne procedures bij de realiteit van de initiatieven. Zo bleek er bij de subsidieregeling Gemeente-impuls voor Groen Burgerinitiatief (Noord-Brabant) tegenstrij- digheid te bestaan tussen de wens vanuit het programma Natuur en Samenleving om maximaal 5.000 euro beschikbaar te stellen voor kleine initiatieven, en de weerstand bij de afdeling juridische zaken tegen het subsidiëren van kleine initiatieven. In Gelderland kwam vanuit burgerinitiatieven het signaal dat voor kleine initiatieven de aanvraagprocedure ingewikkeld was en is er een voucherregeling ontwikkeld om toegang voor kleinere initiatieven makkelijker te maken (zie tekstkader 4.4).

Daarnaast zetten provincies in op het stimuleren van netwerkvorming tussen initiatieven, vanuit de gedachte dat peer-to-peer-kennisuitwisseling de initiatieven verder helpt. Zoals bij de provincie Overijssel, die zelf een natuur-zorgnetwerk opzet om zorgaanbieders en natuurinitiatieven met elkaar te verbinden, of in Gelderland waar het netwerk Gelderse Natuurmakers is opgericht om groene burgerinitiatieven verder te brengen. Voor de provincies geldt dat zij via deze netwerken inzicht krijgen in barrières of knelpunten die worden ervaren en gevoel krijgen voor de werking en resultaten van de initiatieven. Het leren is hier weliswaar gericht op initiatiefnemers, maar ook de provincie leert hier indirect over haar eigen (mogelijke) rol bij initiatieven uit de samenleving. De roep om monitoring en evaluatie klinkt hierbij ook steeds luider vanuit het provinciebestuur. Die kunnen wel de energie in de netwerken hinderen, omdat monitoring en evaluatie tijd en energie kosten en beperkend kunnen werken voor nieuwe ideeën die niet passen in de bedachte monitoring en evaluatiekaders. Hoe provincies deze netwerken kunnen onder- steunen zonder door te schieten in verantwoording is dan ook een belangrijk leerpunt voor de komende tijd.

Leren steunt op sleutelfiguren bij provincies

Leren over een faciliterende rolinvulling van de provincie steunt sterk op het initiatief van individuele medewerkers. De sterke en veelal doorslaggevende rol van individuele mede- werkers uit zich in meerdere projecten en processen door een persoonlijke aanpak van provinciemedewerkers, in de vorm van gesprekken, bezoeken, enzovoort. Zo ging de provinciale medewerker die het project Zorg en Groen in Overijssel trekt met iedere subsidieaanvrager een gesprek aan om een goed beeld te krijgen van de voorgestelde projecten. Door die persoonlijke aanpak werd ook opgepikt dat er behoefte was aan uitwisseling, waardoor de provincie een netwerk is gaan faciliteren waarin zorginstellingen steun aan elkaar kunnen hebben. Zo zijn het ook individuele medewerkers die zich afvragen hoe de provincie het best van betekenis kan zijn in een bepaald traject of proces en hoe zij daar als individuen het beste vorm aan kunnen geven.

Uitwisseling tussen afdelingen binnen de provincie of met andere provincies gebeurt veelal op initiatief van individuen of omdat individuen op een andere plaats binnen de provincie werkzaam worden. Het programma Leren door Doen van de provincie Zuid-Holland is een uitzondering, waarbij veel energie is gestoken in het delen van ervaringen met de rest van de provincie (zie tekstkader 4.7). Dit voorbeeld geeft aan dat het – ondanks oprechte pogingen – een uitdaging is om de lessen van het individu en van een programma verder te brengen.

142 | Lerende evaluatie van het Natuurpact 2020

4.7 Leren door Doen in Zuid-Holland: leerprogramma onderdeel van vernieuwing

In document Lerende evaluatie van het Natuurpact 2020 (pagina 139-142)

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN