• No results found

Klimaat en natuurbeleid gescheiden werelden Maatregelen klimaat en natuur liggen veelal in elkaars verlengde

In het algemeen liggen natuurdoelen en maatregelen voor het terugdringen van CO2, het bestrijden van de effecten van klimaatverandering in elkaars verlengde. Zo draagt het herstel van venen bij aan natuurdoelen en CO2-vastlegging en het herstel van natuurlijke beeklopen draagt bij aan natuurdoelen en beperkt de wateroverlast door klimaatverandering. Enkele maatregelen kunnen ook strijdig zijn. Zo is het kappen van bossen in het Natuurnetwerk nodig voor het voortbestaan van beschermde soorten die open leefgebieden nodig hebben, maar strijdig met klimaatdoelen om CO2 vast te leggen. Het Rijk en provincies hebben in de hoofdlijnen van hun bossenstrategie daarom afgesproken deze kap te compenseren en te streven naar een uitbreiding van het bosareaal in Nederland met 37.000 hectare in 2030. Of maatregelen elkaar aanvullen of elkaar hinderen hangt daarbij vooral af van hoe de maatregelen vorm krijgen in de praktijk. Bij een goede locatiekeuze, inrichting en uitvoe- ring kunnen het klimaat- en natuurbeleid gelijk optrekken, waardoor zowel klimaat- als natuurdoelen kunnen worden gehaald; denk aan een zonnepark dat in de plaats komt van intensieve landbouw nabij beschermde natuur, waarbij de bodem niet geheel is afgedekt en het park omgeven is met bloemrijke randen. Als de maatregelen uit het Klimaatakkoord goed op het natuurbeleid worden afgestemd dan kan de natuur verbeteren, wat kan bijdragen aan het doelbereik van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Is die afstemming er niet, dan zal het verwachte doelbereik dat in de eerste evaluatie is ingeschat, niet volledig verzilverd worden.

• Gezamenlijke financieringsconstructie voorzieningen

• Faciliteren vergunningsverlening voor vergroening inrichting

Paragraaf 5.2

• Ontwikkeling verdienmodel voor natuurinclusieve landbouw Paragraaf 5.1

• Aanbieden extra landbouwgrond (i.p.v compensatie in geld) • Actief ondersteunen omschakeling

regulier bedrijf naar bv biologisch Paragraaf 5.1 + TK 3.2

• Actief grondbeleid

• Aanbieden van landbouwgrond via pacht • Actief benaderen eigenaren

(keukentafelgesprekken)

• Flexibiliteit in begrenzing NNN en natuurdoelen Paragraaf 3.2 + 5.1+ 5.2; TK 3.4, TK3.5, TK3.6 • Inzet volledige schadeloosstelling

(inclusief extra budget) • Opstellen inpassingsplannen • Opstarten onteigeningsprocedures Paragraaf 3.2 + 3.3+ TK 3.2

• Het Goede Gesprek met beheerders • Controle en handhaving

• Pilots met extra beheermaatregelen Paragraaf 3.3 + TK 3.7

• Positief effect van combinatie van

herstelmaatregelen zoals inrichtingsmaatregelen en tijdelijke herstelmaatregelen

• Herstelmaatregelen uitbreiden en concentreren • Bronbeleid nodig

Paragraaf 3.1, 3.4

• Kennisdeling onderdeel maken van gebiedsprocessen • Ontwikkeling leercultuur en leerstructuren in

provinciale organisatie Paragraaf 3.2, 4.1 TK 4.6, TK4.7 • Actief adviseren in ideeënfase • Mede financiering van initiatieven • Kennisdelen tussen initiatieven

(peer-to-peer-learning) Paragraaf 4.1 , TK 4.3, TK 4.4, TK4.6 Transitie naar natuurinclusieve landbouw Overgangszone Integraal gebiedsgericht beleid Systeemherstel op landschapsschaal Interbestuurlijke samenwerking Brede sociale, economische

en ecologische richtinggevende doelen opstellen Prijsbeleid voor producten Tempo vergroten Natuurnetwerk te laag (Mogelijke) initiatiefnemers voor zelfrealisatie vaak niet op goede

plek Zelf- realisatie lastig

voor reguliere landbouw

Ervaren knelpunten Leerlessen Systeemoplossingen

Geringe omschakeling naar natuur- inclusieve landbouw Kwaliteit bestaande natuurgebieden te laag ondanks beheerafspraken Onvoldoende geschikte water-, milieu- en ruimtecondities voor natuur Geringe interesse recreatie- bedrijven Zelfred- zaamheid maatschappelijke initiatieven Leren informeel en afhankelijk van sleutelfiguren

Ervaren knelpunten Implementatie Natuurpact

Bron: PBL/WUR

pbl.nl

Bron: PBL/WUR

Provincies, het Rijk en hun partners doen verschillende typen lessen op bij de implementatie van het Natuurpact. In de cirkels staan de knelpunten die provincies ervaren en in de blauwe balken de lessen die zij opdoen om hiermee om te gaan binnen de huidige kaders. In de groene balken staan systeemoplossingen om de knelpunten op de langere termijn in combinatie met andere vraagstukken aan te pakken.

Figuur 5

38 | Lerende evaluatie van het Natuurpact 2020

Meer afstemming tussen klimaat en natuurbeleid mogelijk

De voorgestelde maatregelen uit het Klimaatakkoord en het beleid voor het Natuurnetwerk zijn vrijwel alleen gericht op het realiseren van de eigen doelen in eigen trajecten.

Afstemming van deze maatregelen vergt nadere aanpassingen. Die afstemming wordt bemoeilijkt omdat deze trajecten verschillende beleidsarena’s kennen, met andere verantwoordelijke overheden en partners, verschillende snelheden, verschillende financie- ringsbehoeften, verschillende issues rond draagvlak en verschillende ruimteclaims op de schaarse grond. De plannen voor Regionale Energiestrategieën zijn al deels uitgewerkt. De plannen richten zich vanwege de deadlines en taakstelling hoofdzakelijk op klimaatdoelen. De raakvlakken die zonne- en windparken hebben met andere opgaven zoals natuur, krijgen meestal beperkt aandacht in de plannen.

Rijk en provincies werken in 2020 het beleid voor de maatregelen voor nieuw bos en bosbeheer nader uit in een bossenstrategie, en vernatting van veen in regionale veenstrate- gieën. Door die goed op elkaar af te stemmen kunnen Rijk en provincies de klimaatmaatre- gelen (deels) op natuurgrond realiseren, waardoor er minder (landbouw)grond voor nodig is. Synergie is ook mogelijk door bijvoorbeeld grond vrij te maken voor natuur die ook kan dienen als waterberging, en bomen en planten aan te leggen in de stad die zowel zorgen voor verkoeling als de leefomgeving aantrekkelijker maken.

Het klimaat- en natuurbeleid zijn moeilijker op elkaar af te stemmen in het Natura 2000-deel van het Natuurnetwerk, waar maatregelen strijdig kunnen zijn met de juridisch bindende natuurdoelen. Het klimaatadaptatiebeleid probeert wel aan te sluiten bij ander beleid zoals in het programma klimaatbuffers van acht natuurorganisaties. Het Rijk en de provincies en waterschappen hebben hier echter slechts beperkt middelen voor, waardoor dit ook moeilijk van de grond komt.

5 Handelingsopties

De aanpak van de stikstofcrisis is urgent. De stikstofmaatregelen die worden ingezet om de natuur te herstellen, bieden kansen voor het dichterbij brengen van de ambities uit het Natuurpact. Op de korte termijn is natuurherstel mogelijk door het sneller afronden en verder verbeteren van de kwaliteit van het Natuurnetwerk. Tijdige afronding van het Natuurnetwerk vergt meer inzet op schadeloosstelling en onteige- ning om de laatste stukken grond hiervoor beschikbaar te krijgen. Op de lange termijn biedt een integrale aanpak van de opgaven voor klimaat, stikstof en landbouw niet alleen kansen voor structureel natuurherstel, maar ook voor het vergroten van de verbinding van natuur met de economie en de maatschappij. Zo kan in een overgangs- zone bij het Natuurnetwerk ruimte komen voor natuur in combinatie met natuurinclu- sieve landbouw, recreatie, klimaatmaatregelen en lokale wensen. Provincies doen er goed aan in beeld te brengen welke gebieden met nieuwe opgaven te maken krijgen en waar een nieuwe integrale gebiedsaanpak nodig is. Het Rijk is daarbij nodig voor het stellen van bovenregionale doelen, financiën en voor wettelijke instrumenten. De samenwerking tussen Rijk en provincies is cruciaal om te leren hoe deze kaders passend zijn te maken voor lokaal maatwerk.

Outline

GERELATEERDE DOCUMENTEN