• No results found

3.3 Rol van de stedelijke organisatie

3.3.1 Wrijving tussen de reguliere democratie en het Burgerbudget

De lokale overheid is via de representatieve democratie gemandateerd om beleidsbeslissingen te nemen in naam van de burgers. Dat kan soms botsen met de beslissingen die burgers maakten via de burgerbegroting. Er werd bij het Gentse Burgerbudget niet expliciet gesteld wie er in dat geval het laatste woord heeft, maar wel impliciet. Eén van de voorwaarden in het regelement was namelijk dat de projecten niet in strijd mochten zijn met de stadsmissie. De verkozen projecten moesten ook formeel goedgekeurd worden door het college van Burgemeester en Schepenen. Het lijkt erop dat een burgerbegroting en een representatieve democratie onmogelijk gelijkwaardig naast

67 elkaar kunnen bestaan, ze kunnen niet allebei het laatste woord hebben bij tegenstrijdigheden.

Dat zag ik ook regelmatig terugkeren in de projecten die ik bevroeg. Kiosk Monterey moest continu rekening houden met tal van vergunningen en met regels rond de bescherming van cultureel erfgoed. In de Bostorie wilden ze een rechtstreekse verbinding met de nieuwe speelzone ernaast. Dat kon echter niet omdat er een oude muur staat die van de dienst Monumentenzorg niet mocht afgebroken worden. En in het Reigersparkje wilden verschillende buren graag rechtstreekse toegang tot het parkje via een poortje naar hun tuin. Maar ook dat kon niet omdat dit tegenstrijdig is met het Gentse groenbeleid. We zien dat er dus een soort glazen plafond is aan de inspraak van burgers binnen burgerbegrotingen. In mijn literatuurstudie verwees ik hieromtrent naar de metafoor van John Parkinson over verven, bouwen of huisvesting (Sintomer et al., 2016).

Het Gentse Burgerbudget was budgettair gezien letterlijk een aanvulling op de reguliere begroting van de representatieve democratie. Het geld van het Burgerbudget komt uit restmiddelen van het Stedenfonds 2014. Toenmalig burgemeester Termont speelde al lang met het idee van soort burgerbegroting als onderdeel van het bredere verhaal van de ‘city of people’ (Coenegrachts, 2017). De middelen uit het Stedenfonds waren de ideale gelegenheid om dit verhaal stadsbreed aan te pakken. Doordat het om restmiddelen ging kwamen de vragen en de opvolging van de projecten van het Burgerbudget bovenop de bestaande planning van de stadsdiensten.

Eén van de grootste frustraties van burgerinitiatieven is de logheid en de bureaucratische organisatie van de overheid. “De bureaucratische rompslomp, daar hebben we ons echt wel hard in gefrustreerd en daar hebben we vaak moeten doorzwemmen en creatief moeten in zijn” (De Schryver & Norré, persoonlijke communicatie, 17 april). De Kiosk moest ze zich constant behelpen met tijdelijke oplossingen. Er was geen vast sanitair, geen watervoorzieningen, geen elektriciteitsvoorzieningen, enzovoort. Aangezien de Stad nog volop bezig is met de plannen voor de vernieuwing van het hele Citadelpark had ze niet veel zin om nu al structureel te investeren in deze voorzieningen.

Binnen die bureaucratische creativiteit tasten burgers vaak de grenzen van de legaliteit af. In het Reigersparkje vroegen ze minister Homans om officiële toestemming om het parkje in afwachting van de verkoop al in gebruik te mogen nemen maar intussen gebruikten ze eigenlijk al een deel. Daarbovenop lieten ze de kinderen uit de buurt een schilderij maken op een oude muur aan het parkje en nodigden de pers uit om aan te klagen dat de verkoop maar bleef aanslepen.

68 Toch konden de initiatiefnemers er niet omheen dat er onvermijdelijk heel wat administratief werk bij het Burgerbudget kwam kijken. Ze moesten een uitgebreid projectdossier opmaken en een gedetailleerde begroting opmaken. Op basis van die begroting werd bij de verkiezing het beschikbare budget verdeeld tussen de projecten met de hoogste score. Als de budgettaire plannen tijdens het project nog wijzigden hadden ze pech en moesten ze op zoek naar andere middelen. In de Bostorie hebben de drie moeders ook een vzw moeten oprichten om een bankrekening te kunnen openen waar de subsidie op zou toekomen en om meer rechtszekerheid te hebben. Toch was dat niet helemaal naar hun zin.

“Wij hebben geen nood om ons structureel te verbinden met elkaar. We zijn gewoon drie individuen met een droom en wij willen een buitenklas organiseren waarmee de drie scholen dan aan de slag gaan. Ons idee is ‘wij gaan dat faciliteren en dan nemen de scholen dat verder op” (De Maeght, persoonlijke communicatie, 10 april 2019).

Je dromen voor je buurt waarmaken gebeurt niet alleen door samen met je buren op straat te komen maar speelt zich soms ook af tussen het papierwerk. Burgers hebben vaak een zeer romantisch beeld van burgerinitiatieven maar in de praktijk komt er vaak meer bij kijken dan ze op voorhand ingeschat hadden.

Toch stelden de projecten die ik onderzocht zich over het algemeen vrij inschikkelijk op tegenover administratieve verplichtingen en regels vanuit de Stad. Ze waren op zich al blij dat ze één van de gelukkige projecten waren die verkozen werden en dus budget kregen. Vanuit die positie ontstond er een soort gemoedelijkheid en bereidheid om water bij de wijn te doen, niet alleen tegenover het stedelijk beleid maar ook tegenover conflicterende belangen van andere betrokken actoren (Vansteenwegen, persoonlijke communicatie, 2 mei 2019). Toch blijven sommige tegenstrijdige belangen sluimeren. Het is dus nog afwachten of die na verloop van tijd weer opborrelen. Danny en Trui vertellen bijvoorbeeld dat ze er nog steeds moeite mee hebben dat het Reigersparkje ’s nachts niet op slot mag van de Stad. Ze vrezen dat dit vroeg of laat problemen zal geven (De Smet & Dobbelaere, persoonlijke communicatie, 10 april 2019).