• No results found

3.1 Gedaantes van een cocreatieve realiteit

3.1.1 Cocreatie als beleidsbeïnvloeding

Het Burgerbudget riep op om je dromen voor je wijk in te sturen. De droom van het Reigersparkje wordt echter al sinds 2012 op allerlei manieren verkondigd: in de pers, via brieven aan politici, in vragen op de gemeenteraad en zelfs in het Vlaams parlement. Het

51 Burgerbudget is in deze context dus eerder een stukje van de puzzel in de strijd om de droom van een leefbaardere en groenere buurt waar te maken.

Het belang van het Burgerbudget reikte in het Reigersparkje veel verder dan de 20 000 euro die ze kregen. Naast de financiële ruimte voor betaalde expertise had het geld ook een grote symbolische waarde. Het was een extra bevestiging dat het parkje er zeker zou komen. Die extra bevestiging bleek achteraf gezien zeer belangrijk voor het verloop van het project. Om dat te begrijpen moeten we terug naar het begin.

Op het einde van de vorige eeuw werd het terrein van de oude hoeve ‘Hof ter Mere’, in de volksmond beter gekend als ‘Het Peerdekerkhof’, verkocht aan de VLM. Mijn analyse van het Reigersparkje begint bij deze gebeurtenis. In het archeologisch onderzoek van Marie Christine Laleman en Peter Steurbout is er meer info te vinden over de rijke en waardevolle geschiedenis van dit domein (Laleman & Steurbaut, 2015).

Voor 2011 had de Vlaamse overheid allerlei plannen op de VLM-site. Ze trokken er een gebouw op voor nieuwe kantoren en lieten enkele gronden errond onteigenen om aan uitbereiding te doen. Uiteindelijk werd er beslist om een volledig nieuw Vlaams Administratief Centrum te bouwen aan de andere kant van Gent-Sint-Pieters en deze kantoren daar onder te brengen. Het Virginie Lovelinggebouw werd in het leven geroepen. De VLM-site aan de Reigersstraat had voorlopig geen bestemming meer. Dat wekte de interesse van zowel buurtbewoners als bouwpromotoren.

In de aanloop van de lokale verkiezingen organiseert de werkgroep Sint-Pieters-Buiten telkens een verkiezingsdebat. Tijdens het debat op 1 oktober 2012 kwam de invulling van het bos aan de Reigersstraat opnieuw ter sprake. Toen de grond een half jaar later te koop werd gesteld verscheen er voor het eerst een artikel in de media waarin Francis Van Der Vennet, één van de buurtbewoners, de toename van grote bouwprojecten en het steeds meer verdwijnen van groene ruimtes aan de kaak stelde.

“Onze vrees is dat een projectontwikkelaar het gebouw en de grond koopt en een bouwproject optrekt op de hele site. Stad Gent hecht veel belang aan groen en daarom lijkt het ons logisch dat er in dit dichtbewoonde gebied groen komt.” (Dillen & Keymeulen, 2012)

Af en toe werd er ingegrepen als een boom op één van de omliggende huizen dreigde te vallen maar structureel veranderde er weinig. Deze situatie deed buurtbewoners nog meer verlangen naar een park om tot rust te komen in hun volgebouwde en dichtbevolkte wijk (De Smet & Dobbelaere, persoonlijke communicatie, 10 mei 2019).

52 Helaas ging de storm liggen en gebeurde er twee jaar niets. Tot Tom Balthazar, schepen van Stadsontwikkeling, Wonen en Openbaar Groen, zijn Beleidsnota Openbaar Groen publiceerde. Daarin schreef hij letterlijk: “Het Ruimtelijk structuurplan Gent stelt een norm van 10 m² groen per inwoner als norm voorop, binnen een afstand van 400 m tot de woning” (Balthazar, 2014).

Dit zette de werkgroep Sint-Pieters-Buiten ertoe aan om hem een brief te schrijven getiteld ‘Beleidsnota Openbaar groen – 40 acties voor meer en mooier groen in Gent (2014-2018): onze kanttekeningen en aanbod tot corealisatie in Sint-Pieters-Buiten’ (Werkgroep Sint- Pieters-Buiten, 2015a). In deze 17 pagina’s tellende brief legden de buurtbewoners haarfijn uit hoe hun al zeer dichtbevolkte buurt steeds meer volgebouwd wordt en hoe zij in overeenstemming met de beleidsplannen van Stad Gent de leefbaarheid van hun buurt wensen te bewaken. Het cocreatieve gedachtegoed zat er al van in het begin ingebakken. Om hun boodschap nog meer kracht bij te zetten verspreidden ze ook een flyer in de buurt met 14 concrete voorstellen voor meer groen in de wijk (Werkgroep Sint-Pieters-Buiten, 2015b). Tijdens de rondleidingen in het kader van ‘Wijk van de Maand 2013-2015’ werd de droom van het Reigersparkje nogmaals aangekaart (Stad Gent, 2015).

Op 22 april 2015 stelde Vlaams parlementslid Björn Rzoska een parlementaire vraag aan minister Schauvliege over de toekomstvisie van de Vlaamse regering omtrent de voormalige VLM-site en over de geplande stappen in de gesprekken met het Gentse schepencollege. Uit het antwoord op deze vraag bleek dat de bevoegdheid over de site werd overgedragen naar het Agentschap Facilitair Bedrijf van het Vlaamse Gewest en dus niet meer onder de bevoegdheid van minister Schauvliege valt (Rzoska, 2015a). Daarop stelde meneer Rzoska op 5 juni 2015 opnieuw een vraag over de VLM-site, deze keer aan minister Homans. In het antwoord op deze vraag zei minister Homans dat de Vlaamse Regering de site zou verkopen (Rzoska, 2015b).

Toch werd er nog steeds weinig actie ondernomen. Op 14 maart 2016 stuurde de werkgroep een tweede brief naar schepen Balthazar. Nadat er enkele bomen werden opgeruimd in het park ontstond er opschudding in de buurt. De vrees dat hun parkje zou moeten wijken voor een bouwproject was weer aangewakkerd. In de tweede brief duidden de buurtbewoners en lokale partners nogmaals op het belang van dit stukje groen voor de leefbaarheid van de wijk. De werkgroep nam deel aan het project Trage Wegen en stelde in de brief voor om een nieuwe Trage Weg door het park te laten lopen. Ze wezen ook nogmaals op de bereidwilligheid van de buurt om hun schouders zelf onder de uitwerking van het project te steken (Dumortier, 2017, bijlage 2; Dumortier, persoonlijke communicatie, 11 april 2019).

53 Geleidelijk aan begon er op politiek niveau meer beweging te komen. Tijdens de gemeenteraad van 21 maart 2016 stelde gemeenteraadslid Dirk Holemans een vraag aan schepen Balthazar(Holemans, 2016). Hij wees erop dat een deel van de VLM-site intussen door het Lucernacollege was aangekocht.

Het Lucernacollege wilde namelijk weg uit hun oude gebouwen in Melle en waren dringend op zoek naar een locatie in Gent. Zo kwamen ze terecht bij de VLM-site die nog steeds geen concrete bestemming had. Na onderhandelingen met de Vlaamse overheid werd beslist om het perceel op te splitsen. Een deel ervan werd verkocht aan het Lucerna College maar het bos op het terrein bleef onbestemd (Dumortier, persoonlijke communicatie, 11 april 2019; Kocaklioglu, persoonlijke communicatie, 8 mei 2019).

Holemans vroeg of dit invloed had op de toekomstperspectieven voor een parkje op de site. De schepen antwoordde dat de Vlaamse overheid de eigendommen die ooit onteigend werden om toegang tot het domein te verschaffen intussen alweer verkocht had. Hij zou dus eerst de private eigenaars van deze eigendommen contacteren om met hun te onderhandelen over de aankoop en zo de toegang tot het bosje opnieuw te verschaffen. Om te vermijden dat de storm weer gaat liggen stuurden de buurtbewoners op 30 mei 2016 een derde brief aan schepen Balthazar die persoonlijk werd gehandtekend door 59 bewoners. Op 21 november 2016 bevestigde Tom Balthazar via mail dat het park verwezenlijkt zou worden. Er was een akkoord afgesloten met de private eigenaar van een deel van de grond om de toegang naar het park te verzekeren. Nu konden ook de onderhandelingen met de Vlaamse Overheid opgestart worden over de verkoop van hun perceel. Op de gemeenteraad diezelfde avond vroeg gemeenteraadslid Bruno Matthys nogmaals naar een stand van zaken van de onderhandelingen (Matthijs, 2016).

Vol hoop over de toekomst van hun parkje diende de werkgroep op 25 maart 2017 een projectdossier in bij het Burgerbudget. Ze haalden heel wat stemmen en werden in oktober 2017 verkozen als één van de projecten die budget krijgen (Dumortier, 2017).

Om hun project nog meer zekerheid te geven stuurden ze op 13 november 2017 een brief naar het schepencollege met de vraag om het parkje mee op te nemen in het RUP Groen en zo zijn groene bestemming te verankeren in de beleidsplannen. De bestemming van de grond stond op dat moment nog steeds rood ingekleurd als woongebied. Om hun vraag sterker te maken bundelden ze de krachten met nog vijf andere buurtparkjes die ook een wijziging van rode naar groene zone wilden aanvragen (bst., 2017). De vraag van het Reigersparkje werd goedgekeurd, de grond kon dus officieel niet meer als woongebied gebruikt worden.

54 Helaas was het verhaal daarmee niet rond. De onderhandelingen over de verkoop met de Vlaamse overheid gingen een pak minder vlot dan Tom Balthazar in 2016 verwacht had. Intussen had hij naar aanleiding van het Publipart-schandaal ontslag genomen als schepen (jfs/jcd, 2017). Burgemeester Termont nam de communicatie met de buurtbewoners tijdens deze politieke crisis tijdelijk over en stelde de werkgroep op 22 november 2017 op de hoogte dat de onderhandelingen met de VLM moeizaam verlopen. De VLM vroeg een veel hogere prijs voor het perceel dan dat de schatter aangesteld door Stad Gent berekende. Indien de onderhandelingen zouden blokkeren beloofde hij persoonlijk te zullen tussenkomen bij de top van de VLM (Dumortier, persoonlijke communicatie, 11 april 2019). Uiteindelijk nam Rudi Coddens de plaats van Tom Balthazar in. Zijn kabinetmedewerker Marc Cloet werd zo de nieuwe contactpersoon voor de buurtbewoners. Hij hield hun op de hoogte van de onderhandelingen met de Vlaamse overheid. Samen met de werkgroep slaagden ze er geleidelijk aan in om de druk op te voeren.

Een maand later stelde Vlaams parlementslid Björn Rzoska een derde parlementaire vraag over het parkje (Rzoska, 2017). Hij vroeg minister Homans verduidelijking over de vraagprijs van de bewuste percelen en op welke criteria deze prijzen gebaseerd werden. De minister antwoordde dat de verschillende schattingsverslagen door haar administratie zouden bekeken worden. Bij de parameters werd vooral rekening gehouden met de unieke ligging en bouwmogelijkheden van de grond, niet met het feit dat de stad deze grond graag als een buurtpark wou invullen.

Nog steeds gaf de werkgroep het niet op. Ze stuurden op 25 maart 2018 een brief naar minister Homans om haar te proberen overtuigen van het belang van het parkje (Dumortier, persoonlijke communicatie, 11 april 2019). Ze vermeldden dat de buurtbewoners het nooit zouden kunnen verkroppen als één van de laatste stukjes groen in hun wijk weer volgebouwd zou worden door een projectontwikkelaar. In het regeerakkoord stond het belang van leefbaarheid, sociale cohesie en mogelijkheid tot ontmoeting omschreven. Dat is exact waar het Reigersparkje voor staat. Als de minister de woorden uit het regeerakkoord serieus zou nemen, kon ze volgens de werkgroep niet anders dan dit project te steunen. De onderhandelingen bleven echter aanslepen, dus trokken de buurtbewoners opnieuw hun stoute schoenen aan en schreven ze op 1 juni 2018 een tweede brief naar minister Homans. Daarin meldden ze dat de kinderen uit de buurt op 10 juni alvast een schilderij zouden maken op de muur aan de straatkant. Ze vroegen of ze het parkje in afwachting van de onderhandelingen alvast in gebruik zouden kunnen nemen. De kinderen stonden namelijk te popelen om hun nieuwe speelomgeving te verkennen. Ze zouden het parkje ook al wat beginnen inrichten. Uiteindelijk werd het schilderij op 9 juni al gemaakt en verscheen er

55 enkele dagen later een persbericht waarin aangeklaagd werd dat er na al die jaren nog steeds geen schot in de zaak kwam (Werkgroep Sint-Pieters-Buiten, 2018).

Op 18 juni 2018 bevestigde minister Homans in een brief naar de buurtbewoners dat er een akkoord bereikt was met Stad Gent, maar dat de verkoop nog formeel geregeld zou moeten worden. In tussentijd konden de buurtbewoners het terrein alvast in gebruik nemen.

Vandaag wordt een deel van het park wekelijks gebruikt om op zondag koffie te drinken, om te komen picknicken, …. De volledige inrichting was tijdens het schrijven van mijn thesis echter nog niet opgestart. Dat zal in samenwerking gebeuren tussen de Groendienst en de buurt. Maar de Groendienst mag nog niets doen zolang de verkoop niet afgerond is. De officiële opening zal dus waarschijnlijk pas in 2020 zijn. Er werd op 20 oktober 2019 wel al een officieuze opening georganiseerd met de symbolische aanplanting van het eerste nieuwe Reigersparkboompje (Werkgroep Sint-Pieters-Buiten, 2019b).

Uit dit traject leren we dat een burgerbegroting niet alleen een voedingsbodem kan zijn voor nieuwe ideeën maar ook een katalysator om bestaande ideeën waar te maken. Cocreatie houdt hier niet enkel in dat burgers, in samenwerking met een faciliterende overheid, hun ideeën in de praktijk brengen. In dit geval vonden buurtbewoners en de lokale overheid elkaar als partner om druk te zetten op de Vlaamse overheid en zo een antwoord te bieden aan lokale noden. De democratische logica overwon hier, met behulp van het burgerbudget, de economische logica. De roep van burgers naar meer groene ruimte zorgde ervoor dat dure bouwgrond een vaste invulling zal krijgen als groene ontmoetingsplaats voor de buurt.