• No results found

3.1 Gedaantes van een cocreatieve realiteit

3.1.3 Cocreatie als brug

De Bostorie bestond oorspronkelijk uit twee deelprojecten. Ze wilden een Buitenklas inrichten in het pastorijbos en de speelzone achter de aangrenzende bibliotheek vernieuwen. Daarop besloot de Groendienst om de vernieuwing van die speelzone op hun te nemen. Bij zo een speelzone is er teveel specifieke expertise nodig en teveel veiligheidsbeperkingen om dat aan een burgerinitiatief over te laten. Ze namen de moeders en de drie betrokken scholen wel mee in een participatief traject om te bepalen welke speelelementen er juist in de speelzone zouden komen. Ondanks dit een idee was dat uit het Burgerbudget ontstond

58 werd het toch ingevuld via de reguliere stadsbegroting (Kaptein, persoonlijke communicatie, 30 april 2019).

Daarnaast kreeg de Bostorie 67 412 euro van het Burgerbudget om een buitenklas in te richten in het pastoriebos. Het pastoriebos is getekend door de al eeuwenlange moeilijke verhouding tussen de kerkelijke macht en de staat. Enige historische context is dan ook essentieel om de gevoeligheden achter dit project te begrijpen.

Het bosje waar buitenklas de Bostorie werd ingericht maakt deel uit van de tuin van de pastorij van Drongen. Het domein van die pastorij valt onder een presbyterium. Dat is een rechtsconstructie die ontstond tijdens de Franse revolutie.

De Vlaamse overheid definieert het als volgt: “Een presbyterium is een pastorie van voor de negentiende eeuw, die genationaliseerd werd in de Franse revolutionaire periode […] en dan in 1802 opnieuw de bestemming van pastorie gekregen heeft” (Vlaamse overheid, z.j.b). Voor de Franse Revolutie was het domein van de Pastorie in Drongen eigendom van de Norbertijnen. Tijdens de revolutie werden de kerkelijke eigendommen door de Fransen aangeslagen. Maar daarna sloot Napoleon een akkoord met paus Pius XVII waarbij hij in ruil voor de steun van de kerk deze eigendommen weer overdroeg. Over dit akkoord heerst er vandaag nog steeds gerechtelijke onduidelijkheid. Er staat namelijk in dat de eigendommen worden overgedragen naar de parochie. In die tijd werd ‘parochie’ echter ook geïnterpreteerd als ‘gemeenschap’. Vandaar de verwarring of de gronden nu eigendom zijn van de ‘gemeenschap’, en dus van de lokale overheid of van de ‘kerkgemeenschap’ en dus de van kerkfabriek (Hosack, 2010).

Sinds het laatste besluit van het Hof van Cassatie is de lokale overheid de naakte eigenaar van deze domeinen en ligt het gebruikersrecht in handen van de kerkfabriek. Zolang er een parochie is in Drongen heeft de pastoor dus zeggenschap over het gebruik van het domein (De Baets & Jacobs, persoonlijke communicatie, 8 mei 2019).

Het bos achter de pastorij werd lang slechts zeer sporadisch gebruikt bijvoorbeeld als een lokale jeugdvereniging toestemming kreeg van de pastoor om er een spel te organiseren. Stad Gent ondernam al verschillende pogingen om zowel het pastorijgebouw als het bos een andere invulling te geven maar zonder succes. Door politieke omstandigheden groeide de kloof tussen beide actoren en bleef het bos zo goed als ongebruikt. Daar kwam verandering in toen de drie Drongense moeders aanklopten met hun voorstel. De pastoor en de kerkraad konden zich vinden in het idee om de Drongense kinderen een groene ontmoetingsplek te bieden waar ze de voeling met de natuur kunnen herontdekken.

59 “Ik neem eens een aardworm vast. Ik zie eens beukennootjes vallen. […] Dat is het idee. […] Ze missen al genoeg omdat ze niets meer mogen. Ze mogen niet meer in de bomen kruipen, ze mogen niet meer ravotten, ze mogen niet meer vuil worden van de mama. […] Laat ze maar eens doen” (Jacobs, persoonlijke communicatie, 8 mei 2019).

Toch hadden ze nog enige reserves. Ze maakten zich zorgen om de rust en privacy van de pastorij en van de buurtbewoners. Na het vastleggen van duidelijke afspraken in een gebruikersovereenkomst gingen ze akkoord met het plan om een buitenklas in te richten waar de drie lagere scholen uit de buurt tijdens de schooluren les zouden geven. In samenspraak met alle betrokkenen werd er een ontwerp gemaakt door Fris in ’t Landschap. Toen de buitenklas af was kwam er een online reservatieplatform waar ook de pastoor inzage in kreeg. Zo bleef hij op de hoogte wanneer het domein precies gebruikt zou worden. De manier waarop cocreatie zich hier uit is zowel uniek als essentieel voor het slagen van het project. Door de inbreng van de drie moeders krijgt het bos nu toch een publieke functie, iets waar de stad al jaren lang niet in slaagde. En door de ondersteuning van de Stad op tal van vlakken kon de droom van de drie moeders ook echt in werkelijkheid gebracht worden. Toch merkten de ambtenaren van de Dienst Beleidsparticipatie dat ze beter weg bleven van de werkgroepvergaderingen. Er was nog steeds veel argwaan vanuit de kerkfabriek tegenover het stadsbestuur. De overheid speelde in deze context dus een faciliterende rol vanop de achtergrond maar probeerde zelf niet teveel op de voorgrond te treden. De Dienst Beleidsparticipatie speelde vooral een rol als brugfiguur met de andere stadsdiensten en gaf praktisch advies, bijvoorbeeld over het online reservatieplatform. De Groendienst deed enkele noodzakelijke ingrepen in het bos, zoals een landmeting en een veiligheidssnoei. Oorspronkelijk zouden zij enkel de speeltuin achter de bibliotheek op zich nemen maar uiteindelijk werden ze op vraag van de moeders toch ook betrokken bij de Buitenklas. De pastoor en de vrijwilligers van de pastorij doen het klein onderhoud van het bos maar nemen voor de rest geen engagementen op in het project. De drie moeders en de drie scholen zijn dus de dragende krachten van de Buitenklas geruggesteund door de kerkfabriek en de stad. Naast een brug tussen de kerkfabriek en het stadsbestuur vormt Buitenklas de Bostorie ook een brug tussen drie onderwijsnetten. Basisschool de Mijlpaal valt namelijk onder het gemeenschapsonderwijs, de Vuurtoren onder het vrij onderwijs en de Klaverdries onder het stedelijk onderwijs (Vlaamse overheid, z.j.c). Er zijn nog voorbeelden te vinden van basisscholen die een buitenklas hebben maar er zijn tot nu toe geen andere voorbeelden waarbij deze gedeeld wordt door de drie verschillende schoolnetten. Dat maakt deze samenwerking dus extra uniek.

60