• No results found

Wet- en regelgeving

In document Inspectie van het Onderwijs (pagina 57-68)

Schoolgids, schoolplan en zorgplan • De inspectie heeft bij een steekproef van scholen gecontroleerd of ze beschikken over een geldende schoolgids, een geldend schoolplan en een geldend zorgplan van het samenwerkingsverband (WPO, art. 16 en 19). Informatie uit de schoolgids is tevens benut om na te gaan of de school voldoet aan de wettelijke voorschriften over de onderwijstijd (tabel 1.8a).

1.8

Onderwijstijd • Scholen dienen het onderwijs zodanig in te richten dat de leerlingen in acht school­

jaren ten minste 7.520 uren onderwijs ontvangen. Bovendien mogen scholen de leerlingen vanaf groep 3 hooguit zeven weken van het schooljaar vier dagen per week onderwijs geven. Scholen die tijdens het schoolbezoek niet blijken te voldoen aan de wettelijke voorschriften, krijgen de mogelijkheid om zich binnen vier weken te herstellen en aan te tonen dat alsnog aan de wet is voldaan. Gebeurt dit niet, dan start de inspectie een handhavingstraject dat kan uitmonden in een sanctiemaatregel. De gegevens in tabel 1.8a zijn gebaseerd op de oordelen na de herstelperiode. Te zien is dat het overgrote deel van de scholen dan voldoet aan de gecontroleerde wettelijke voorschriften. Minder scholen dan vorig jaar hebben te veel vierdaagse schoolweken gepland. De verklaring hiervoor is vermoedelijk dat de regel-geving op dit gebied beter bekend is bij de scholen.

Leerplicht • Op 1 januari 2012 is de Leerplichtwet van 1969 gewijzigd. Sindsdien is de inspectie belast met het toezicht op de naleving van de leerplichtwet door ‘de hoofden van scholen of instellingen’.

Indien ‘het hoofd’ (de directie) in strijd handelt met deze wet, dan heeft de inspectie de mogelijkheid een bestuurlijke boete op te leggen. In de sector primair onderwijs is er tot op heden nog geen gebruik-gemaakt van het handhavingsmiddel bestuurlijke boete.

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2012

Tabel 1.8a

Percentage scholen dat als voldoende is beoordeeld op de nalevingsindicatoren (n 2011/2012=396)

2010/2011 2011/2012

De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids

(WPO, art. 16, lid 2 en 3). 100 100

De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan

(WPO, art. 16, lid 1 en 3). 100 99

De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan

(WPO, art. 19, lid 3). 100 100

Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen

aan de daarvoor gestelde minima (WPO, art. 8, lid 7 onder b). 97 99

Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek

geprogram-meerd voor de groepen 3 t/m 8 (WPO, art. 8, lid 7 onder b). 93 98

Nabeschouwing

Ruimte voor verbetering • Verreweg de meeste scholen hebben basiskwaliteit. Het aantal scholen dat hier niet aan voldoet, loopt terug. Zeer zwakke scholen komen nog maar mondjesmaat voor. Ook eerdere achterblijvende provincies als Groningen en Flevoland maken een inhaalslag. Blijkbaar is de verbetercapaciteit van het Nederlands onderwijs groot. Tegelijkertijd is er op het merendeel van de scholen op verschillende terreinen ruimte voor verbetering. Minder dan de helft van de scholen voldoet aan alle normindicatoren en op ruim 10 procent van de scholen zijn de opbrengsten tijdens de school-periode onvoldoende.

Stagnatie kwaliteitsverbetering • De gestage kwaliteitsverbetering die de afgelopen jaren zichtbaar was, lijkt tot stilstand te zijn gekomen. In vergelijking met vorig jaar geven de leraren niet beter les, is de zorg voor kwetsbare leerlingen nauwelijks verbeterd en is vrijwel geen vooruitgang te zien als het gaat om opbrengstgericht werken. De inspectie beschouwt deze stagnatie als achteruitgang. De eisen die aan het onderwijs gesteld worden, nemen toe. Zo vraagt de invoering van Passend onderwijs veel van de leraren en de ondersteuningscapaciteit van de school. Tegelijkertijd neemt de maatschappelijke druk op het behalen van hogere opbrengsten toe. Uit internationale vergelijkingen blijkt dat met name de gemiddelde en de betere Nederlandse leerlingen relatief laag presteren (Meelissen, Netten, Drent, Punter, Droop en Verhoeven, 2012).

1.9

voldoende is nog niet goed • Voldoen aan de basisnormen is voor basisscholen niet genoeg. De scholen moeten van voldoende naar goed en, waar mogelijk, van goed naar excellent. Of hiertoe vooral meer tijd voor de basisvaardigheden de oplossing is, is de vraag. Nederlandse scholen besteden al meer tijd dan andere landen aan taal en rekenen. De winst kan vermoedelijk behaald worden door meer efficiënt gebruik van onderwijstijd, betere (instructie)kwaliteit en slimme oplossingen, zoals het gericht inzetten van ICT. Voorwaarde voor succes is dat verandermaatregelen gepaard gaan met een cultuurverandering.

Hoge ambities voor alle leerlingen staan daarin centraal.

Basale didactische vaardigheden • De inspectie realiseert zich dat er veel van leraren gevraagd wordt.

Behalve druk op de opbrengsten is er ook druk op het curriculum (burgerschap, techniek, vreemde talen) en wellicht zet de nu nog kleine toename van de groepsgrootte door. Toch daagt de inspectie de leraren uit. Van álle leraren mag verwacht worden dat ze op zijn minst de basale vaardigheden beheer-sen. Leraren moeten zonder uitzondering beschikken over voldoende vakkennis, zodat ze de leerstof op aansprekende en doelmatige wijze kunnen uitleggen. Dat op ruim 10 procent van de scholen een groot deel van de leraren daar nu niet in slaagt, is onaanvaardbaar. Ook voor besturen, schoolleiders en lerarenopleidingen ligt hier een belangrijke opdracht.

Samenwerking tussen kleine scholen • Voor kleine scholen is de uitdaging misschien wel het grootst.

Lesgeven aan combinatiegroepen vereist veel van de managementvaardigheden van de leraren. Kleine scholen zijn relatief kwetsbaar in geval van een zieke of incompetente leraar. Toch slagen veruit de meeste kleine scholen erin aan ten minste de basisnormen te voldoen. Kleine scholen kunnen van elkaar leren. Er zijn allerlei samenwerkingsvormen denkbaar. Samenwerkingsexperimenten in krimpre-gio’s kunnen als inspiratiebron dienen.

Literatuur

Bergh, L. van den (2009). ‘Achmed kan het toch niet’. Didactief, 39 (1-2), 39.

Blom, B. (2012). Verwachtingen van leraren en leerlingen over leerprestaties. Een onderzoek naar de samenhang met de kwaliteit van het basisonderwijs in Noord-Nederland. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen (masterscriptie).

Bruin-Meerkerk, A. de (2012). Vooroordelen leraren zorgen voor ‘self-fulfilling prophecy’. Rotterdam: Stichting Cosmicus.

Brummelhuis, A. van, & Amerongen, M. van (2012). Vier in balans. De laatste stand van zaken van ict en onderwijs. Zoetermeer: Stichting Kennisnet.

CBS (2012). Jaarboek onderwijs in cijfers 2012. Den Haag: Centraal Bureau voor de Statistiek.

Corporaal, B., & Broek d’Obrenan, V. van den (2012). Effecten van toezicht op zeer zwakke scholen. In: A.B.

Dijkstra & F.J.G. Janssens (Red.), Om de kwaliteit van het onderwijs; kwaliteitsbepaling en kwaliteitsbevordering.

Den Haag: Boom Lemma [pp. 77-93].

Dolaard, S., & Bosker, R.J. (2006). Effecten van formatie-inzet in de onderbouw van het basisonderwijs. Groningen:

Gronings Instituut van Onderzoek en Onderwijs (GION).

Elk, R. van, & Webbink, D. (2009). Literatuuroverzicht Effecten Klassengrootte. In: Werkgroep Productiviteit onderwijs (2010), Rapport brede heroverwegingen 6. Productiviteit Onderwijs. Den Haag: Inspectie der Rijksfinanciën, Bureau Beleidsonderzoek [pp. 185-190].

Hattie, J.A.C. (2011). Visible Learning for Teachers. Maximizing Impact on Learning. London: Taylor & Francis Ltd.

Honingh, M.E., & Hooge, E.H. (2012). Goed bestuur in het primair onderwijs. Eindrapportage Monitor Goed Bestuur primair onderwijs 2010-2012. Amsterdam/Nijmegen: Hogeschool van Amsterdam/Radboud Universiteit

Nijmegen.

Inspectie van het Onderwijs (2009). Het taalonderzoek op taalzwakke en taalsterke scholen. Een onderzoek naar de kenmerken van het taalonderwijs op basisscholen met lage en hoge taalresultaten. Utrecht: Inspectie van het

Onderwijs.

Inspectie van het Onderwijs (2010). De staat van het onderwijs. Onderwijsverslag 2008/2009. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs.

Inspectie van het Onderwijs (2011b). De staat van het onderwijs. Onderwijsverslag 2009/2010. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs.

Inspectie van het Onderwijs (2012a). De staat van het onderwijs. Onderwijsverslag 2010/2011. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs.

Inspectie van het Onderwijs (2012b). Krimpbestendige onderwijskwaliteit. Regio-onderzoek in Zuid-Nederland naar de gevolgen van krimp. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs.

Inspectie van het Onderwijs (2013a). De kwaliteit van basisscholen en het bestuurlijk handelen in het noorden van Nederland. Ontwikkelingen in de periode 2008-2012. Utrecht: Inspectie van het Onderwijs.

Jungbluth, P. (2003). De ongelijke basisschool. Nijmegen: ITS.

Kuhlemeier, H., Boxtel, H. van, & Til, A. van (2012). Balans van de sociale opbrengsten van in het basisonderwijs.

Eerste meting voorjaar 2011. Arnhem: Cito (PPON-reeks 48).

Ledoux, G., Eck, E. van, & Roeleveld, J. (2012). Achterblijvende onderwijsresultaten in het basisonderwijs van Almere. Analyse van de oorzaken. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.

Meelissen, M.R.M., Netten, A., Drent, M., Punter, R.A., & Verhoeven, L. (2012). PIRLS- en TIMSS-2011. Trends in leerprestaties in Lezen, Rekenen en Natuuronderwijs. Nijmegen: Radboud Universiteit Nijmegen; Enschede:

Universiteit Twente.

OCW (2011). Actieplan ‘Basis voor presteren’. Naar een ambitieuze leercultuur voor alle leerlingen. Den Haag:

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).

OCW (2012a). Bestuursafspraken G4/G33. Effectief benutten van vve en extra leertijd voor jonge kinderen. Den Haag:

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).

OCW (2012b). Evaluatie Vliegende Brigade/Taskforce zeer zwakke scholen. [Brief ] aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).

OCW (2012c). Ontwikkeling groepsgrootte in het basisonderwijs. [Brief ] aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).

OCW (2012d). Kerncijfers 2007-2011. Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).

OCW (2012e). Trends in beeld 2012. Zicht op Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW).

OECD (2010). Education at a Glance. OECD Indicators 2010). Paris: Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD).

Onderwijsraad (2011). Onderwijs vormt. Advies. Den Haag: Onderwijsraad.

Reezigt, G. (2012). De kwaliteit van het basisonderwijs: ontwikkelingen in het laatste decennium. In:

A.B. Dijkstra & F.J.G. Janssens (Red.), Om de kwaliteit van het onderwijs; kwaliteitsbepaling en kwaliteitsbevordering. Den Haag: Boom Lemma [pp. 25-43].

Rooijen, E. van, Berg, Y. van den, & Monod de Froideville, G. (2012). Kwaliteitsakkoord Basisonderwijs Groningen. Eindrapportage. Den Haag: B&A BV.

Schildkamp, K., Vanhoof, J., Petegem, P. van, & Visscher, A. (2012). The Use of School Self-evaluation Results in the Netherlands and Flanders. British Educational Research Journal, 38 (1), 125-152.

Tillaart, J.C.M. van den, & Weert, M. van de (2012). 5-gelijkedagenmonitor. 1e meting 2011-2012. Eindrapport.

Amsterdam: Regioplan Beleidsonderzoek.

Turkenburg, M. (2011). De basis meester. Onderwijskwaliteit en basisvaardigheden. Den Haag: Sociaal Cultureel Planbureau (SCP).

Van Beekveld & Terpstra Organisatiebureau (2012). Samen op zoek naar creatieve en innovatieve oplossingen voor krimpproblematiek. Verslag van het project Sleutelexperimenten van het ministerie van OCW. Hoorn: Van Beekveld &

Terpstra.

Velzen, B. van, & Vijlder, F. de (2012). Een verleden heb je, de toekomst moet je maken. Eindverslag van het project ‘Kwaliteit Islamitisch Onderwijs’ (KIO). Utrecht: APS; Arnhem/Nijmegen: Hogeschool van Arnhem en

Nijmegen.

Visser, A., Dijkstra, A.B., & Karsten, S. (2012). Schoolprestatiefeedback als dé sleutel tot schoolverbetering? In: A.B. Dijkstra & F.J.G. Janssens (Red.), Om de kwaliteit van het onderwijs;

kwaliteitsbepaling en kwaliteitsbevordering. Den Haag: Boom Lemma [pp. 149-169].

Bijlage 1

Tabel 1

Percentage basisscholen dat als voldoende is beoordeeld op de indicatoren uit het waarderingskader primair onderwijs in 2010/2011 en 2011/2012 (n 2011/2012=396)

2010/2011 2011/2012 Opbrengsten

De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.

98 97

De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.*

95 87

Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun

mogelijk-heden.* 19 27

De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat verwacht mag

worden. 29 30

Leerstofinhouden

Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde

betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 97 96 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan

voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 97 98 De leerinhouden in de verschillende leerjaren sluiten op elkaar aan. 82 81 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij

Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.

98 97

De school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennis-making met de diversiteit in de samenleving.

97 98

Tijd

De leraren maken efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd. 98 95 Schoolklimaat

De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de

incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. 83 81 De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en

om de school. 89 91

De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en

om de school. 80 89

Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle

manier met elkaar en anderen omgaan. - 99

Didactisch handelen

De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 91 89

De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 99 96

De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 97 93

De leraren zorgen voor structuur in de onderwijsactiviteiten. - 84

De leraren geven expliciet onderwijs in strategieën voor denken en leren. - 67 De leraren geven de leerlingen feedback op hun leer- en ontwikkelingsproces. - 58

De leraren passen verschillende werkvormen toe. - 76

Afstemming

De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling

tussen de leerlingen. 96 93

De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de

leerlingen. 59 59

De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling

tussen de leerlingen. 75 75

De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de

leerlingen. 82 81

vorderingen volgen

De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en

procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 88 86 De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van

de leerlingen.* 56 59

Zorg

De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. 93 94 Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard

van de zorg voor de zorgleerlingen. 49 47

De school voert de zorg planmatig uit. 57 61

De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. 63 67

Kwaliteitszorg

De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. - 86

De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 71 75

De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 71 68

De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 84 86

De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. - 77

De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde

onderwijskwaliteit. 78 88

De school draagt zorg voor de kwaliteit van het onderwijs gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit van de samenleving.

69 70

Wet- en regelgeving

De inspectie is in het bezit gesteld van de geldende schoolgids

(WPO, art. 16, lid 2 en 3). 100 100

De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende schoolplan

(WPO, art. 16, lid 1 en 3). 100 99

De inspectie is in het bezit gesteld van het geldende zorgplan (WPO, art. 19, lid 3). 100 100 Er is voldoende onderwijstijd geprogrammeerd om te kunnen voldoen aan de

daarvoor gestelde minima (WPO, art. 8, lid 7 onder b). 97 99

Er is maximaal zevenmaal een onvolledige schoolweek geprogrammeerd voor de

groepen 3 t/m 8 (WPO, art. 8, lid 7 onder b). 93 98

* aangepaste indicator

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2012

Openbaar

Toezichtarrangementen naar denominatie op 1 september 2011 en 2012 (in percentages, n 2012=7.107)

figuur 2

Toezichtarrangementen naar schoolgrootte op 1 september 2011 en 2012 (in percentages, n 2012=7.107)

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2012

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2012

Basis 2011

Utrecht

Toezichtarrangementen naar provincie op 1 september 2011 en 2012 (in percentages, n 2012=7.107)

Basis 2011

Toezichtarrangementen naar g4 op 1 september 2011 en 2012 (in percentages, n 2012=7.107)

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2012 Amsterdam

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2012

%

0 20 40 60 80 100

%

Bijlage 3

Tabel 1

Percentage scholen voor speciaal basisonderwijs dat als voldoende is beoordeeld op de normindicatoren uit het waarderingskader primair onderwijs in 2010/2011 en 2011/2012 (n 2011/2012 =110)

2010/2011 2011/2012 Leerstofinhouden

Bij de aangeboden leerinhouden voor Nederlandse taal en rekenen en wiskunde

betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. 94 97 De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde worden aan

voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. 97 98 De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij

Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.

94 91

Didactisch handelen

De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 96 95

De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 97 99

De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 96 98 vorderingen volgen

De school gebruikt een samenhangend systeem van genormeerde instrumenten en

procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. 90 86 De school stelt bij plaatsing voor iedere leerling een ontwikkelingsperspectief vast. 91 89 De school volgt of de leerlingen zich ontwikkelen conform het

ontwikkelingsper-spectief en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzen. 53 60

Zorg

De school voert de zorg planmatig uit. 73 70

Bron: Inspectie van het Onderwijs, 2012

2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9 2.10

Kwaliteit van scholen voor voortgezet onderwijs De kwaliteit van het voortgezet onderwijs

Het onderwijsproces in de gemengde/theoretische leerweg van het vmbo De kwaliteit van het praktijkonderwijs

Zwakke en zeer zwakke afdelingen

Leerlingstromen in het voortgezet onderwijs Professionalisering van het onderwijspersoneel Overig onderwijs

Financiën en wet- en regelgeving Nabeschouwing

In document Inspectie van het Onderwijs (pagina 57-68)